Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-04-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

gelezen het voorstel van de griffier d.d. 11 maart 2008;

gelet op de tijdens de informatieve raadsbijeenkomst d.d. 27 februari 2008 besproken

uitgangspunten;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende Verordening op de rekenkamercommissie:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Wet: Gemeentewet;

  • b. Commissie: rekenkamercommissie

  • c. Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d. College: het college van burgemeester en wethouders;

  • e. Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Harlingen.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit twee externe leden en een externe voorzitter.1.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van vier jaar benoemd

  • 3 De raad benoemt de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige

toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-actief.

  • 3. Het lidmaatschap van een lid eindigt:1.

  • a. op eigen verzoek;

    b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de

    rekenkamercommissie;

    c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is

    veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die

    vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is

    gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft

    verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De leden van de rekenkamercommissie, daaronder mede begrepen de voorzitter,

    kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend

    ongeschikt zijn hun functie te vervullen.1.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. 1. De leden en de voorzitter ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de

    vergaderingen van de commissie ten bedrage van € 114,- , resp. € 159,- per

    vergadering (prijspeil 2007). Deze vergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de hand

    van het indexcijfer voor de gezinsconsumptie van het CBS.

  • 2. De leden van de commissie ontvangen tevens en vergoeding voor door hen in

    opdracht van de voltallige commissie verrichte onderzoekswerkzaamheden. Deze

    vergoeding bedraagt per uur 50% van de in lid 1 genoemde vergadervergoeding.

  • 3. De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van het

    budget van de commissie.

  • 4. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de

    leden is artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Ambtelijke secretaris

  • 1. De griffier van de gemeente is tevens ambtelijk secretaris van de

    rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over

    de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming

    van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere

werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming

naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de

    probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

    2.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter

    kennisneming aan de raad verstuurd.1.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een

    onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre

    aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de

    raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en

    sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.1.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle

    ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht

    voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de

    ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door

    de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zo vaak als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en

    inhoudelijke aspecten van het onderzoek.1.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van

    de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de

    commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als

    geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.1.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het

    beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te

    stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport

    aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen

    wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie

    bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.1.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met

    conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo

    spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen,

    aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting

    beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar

    taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden in ieder geval de

    kosten gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de leden;

    b. interne onderzoeksmedewerkers;

    c. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn

    ingeschakeld;

    d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend

    verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking..

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke

rekenkamercommissie 2008.

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van 26 maart 2008..

, de voorzitter.

, de raadsgriffier.

Nota-toelichting

Toelichting Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun

geheel moeten worden uitgeschreven.

In deze verordening is ervoor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en

rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te

nemen. Daarmee wordt voorkomen dat verschillende gemeenten in de verordening een

eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen

wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo

gering mogelijke kosten

worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid

beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden

verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en

regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de

rechtmatigheid van de totstand-koming van de gemeentelijke baten en lasten.

Toelichting Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de

wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een

rekenkamer-functie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met

uitsluitend externe leden. De raad kan overigens zelf bepalen hoeveel leden de rekenkamer

zal hebben.

Toelichting Artikel 3

De raad benoemt uit de leden de voorzitter van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van

onafhankelijkheid is er voor gekozen dat uitsluitend niet-raadsleden deelnemen in de

rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer

rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van

overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 5

Dit artikel gaat over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting)

hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Toelichting Artikel 6

In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

De leden en de voorzitter ontvangen een geïndexeerde vergoeding.

Toelichting Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad

benoemd.

Om redenen van efficiency is ervoor gekozen om de griffier tevens tot secretaris van de

rekenkamercommissie te benoemen.

De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in

een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de

rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de

rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding,

volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretarisvoorzitter,

de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken en de vraag hoe wordt omgegaan

met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Toelichting Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te

bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De

rekenkamer-commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet

verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182,

tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is

genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de

rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij

daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

Toelichting Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over

voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om

inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De

rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de

belangen genoemd in artikel 10 van de WOB kunnen rapporten of gedeelten daarvan als

geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans

krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt

dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan

betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.

Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid

geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de

(gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten

met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Toelichting Artikel 11

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget

dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in

het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.