Regeling vervallen per 06-09-2012

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 05-09-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende tekst

Krachtens deze verordening worden geheven:

a. een afvalstoffenheffing;

b. reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval:

    afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en

    instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden

    ingezameld.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’ :

    gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als

bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende

tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het

gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21

en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van

huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden

beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht

gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22

van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke

afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de

hoofdstukken 1 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij

de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting

verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde

belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle

kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat

aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar

verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog

volle kalendermaanden overblijven.

4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige

binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de

aanslagen worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de

laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het

aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel geldt dat ingeval de gemeente is

gemachtigd tot automatische incasso, de aanslagen moeten worden betaald in

acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de

maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is

vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid van dit artikel geldt dat ingeval het

totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing

en andere heffingen en belastingen, gelijk of minder is dan € 80,-- of gelijk of meer

is dan € 4.540,--, de aanslagen moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt

twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden

van dit artikel gestelde termijnen.

Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van

door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare

dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in

beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie

de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen

gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in

hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel

genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan

het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffen

De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, worden geheven door middel

van een gedagtekende nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang

van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of

inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

De rechten als bedoeld in artikel 11 van deze verordening, moeten worden betaald:

1. a. ingeval van uitreiking van de nota:

op het tijdstip van uitreiking;

b. ingeval van toezending van de nota:

binnen één maand na de dagtekening.

2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid

gestelde termijnen.

Artikel 17 Kwijtschelding

1. Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend.

2. Bij de invordering van het reinigingsrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot

de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De “Verordening reinigingsheffingen 2011” van 10 november 2010 wordt

ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van

de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten

die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van

bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

4 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen 2012”.

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van 9 november 2011

, de voorzitter

, de raadsgriffier

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de "Verordening reinigingsheffingen 2012”

Datum inwerkingtreding en heffing is 1 januari 2012.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze is

verschuldigd.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.1. voor een meerpersoonshuishouden € 247,92

1.2. voor een eenpersoonshuishouden € 206,52

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1. Het recht bedraagt voor:

het zuiveren van percelen of goederen van

ongedierte voor elke daarbij werkzame gemeentewerkman

per kwartier € 9,90

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven extra containers

Het recht bedraagt voor:

3.1. het ter beschikking stellen van een 2e en volgende

grijze container, voor zover geen sprake is van

een medische indicatie, per container, per belastingjaar € 133,44

3.2. het ter beschikking stellen van een 2e en volgende

groene container, per container, per belastingjaar € 24,48

Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2011.

De griffier van de gemeente Harlingen,

Drs. G. Helder.