Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening winkeltijden gemeente Harlingen 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-06-2015

Intitulé

Verordening winkeltijden gemeente Harlingen 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Winkeltijdenwet;

b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

c. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste

Kerstdag en tweede Kerstdag;

d. college: het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2. Beslistermijn

1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.

2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

 

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming

van het college.

2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan

onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het

adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

 

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met

het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar

oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij

gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

f. de houder dit aanvraagt.

 

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet

op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per

kalenderjaar.

2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

 

Artikel 6. Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder

a en b van de wet genoemde verboden aan winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en

drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel

1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste één winkel verlenen.

3. Aan de ontheffing worden in elk geval het volgende voorschrift verbonden:

a. de winkel dient gesloten te zijn tussen 0.00 uur en 16.00 uur.

4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of

de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt

beïnvloed door de openstelling.

 

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel

2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

b. het uitstallen van goederen;

c. tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of

beurzen.

 

Artikel 8. Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling, bedoeld in artikel 12, eerste lid van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet, geldt

niet voor het grondgebied van de gehele gemeente.

 

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste

lid, onder c, van de wet.

2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of

de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt

beïnvloed door de openstelling van de winkel.

 

Artikel 10. Toerisme

De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente

gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet

a. voor het gehele grondgebied van de gemeente;

b. gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december;

c. op zon- en feestdagen van 12.00 uur tot 18.00 uur;

d. voor de verkoop van de alle mogelijke soorten van artikelen.

 

Artikel 11. Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden Harlingen, vastgesteld op 14 augustus 1996, wordt ingetrokken.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

 

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden gemeente Harlingen 2012.

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van

, de voorzitter

, de raadsgriffier

Nota-toelichting 1 Algemene toelichting

ALGEMENE TOELICHTING

De Winkeltijdenwet

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in

werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn

voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.

De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het

Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. In 2010 is een wijziging van de

Winkeltijdenwet door de Eerste Kamer in goedgekeurd. Deze wijziging heeft tot doel een

inkadering te geven van de bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels

op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de

besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder

a, van de wet. Verder worden door deze wetswijziging de vrijstellingen die de raad op basis van dit

artikel bij verordening kan geven, vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor

het bedrijfsleven.

 

Uitgangspunten gewijzigde Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

a. Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00

en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de

openstelling van winkels.

b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan.

Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting

verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten

de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en

feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte

sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag,

tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

e. Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat

het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00

uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook

als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één

ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

f. De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zonen

feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom

toerisme. Zoals hiervoor vermeld wordt deze bevoegdheid door het wetsvoorstel 31728 nader

ingekaderd.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van

de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan

in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel

2, tweede lid.

 

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een

aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het

gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze

bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.

 

1. Bevoegdheden op werkdagen:

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na

22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De

winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten

mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Dat is gebeurd in artikel 9 van

de verordening.

2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen:

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om

per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze

bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan

het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester

en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

• Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag

gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd

waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag,

Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in

artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste

lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten

zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet

onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-

uurdagen”.

• Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en

tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

gedefinieerd als feestdagen.

• Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen

worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en

tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19uurdagen niet als koopzondag kunnen worden

aangewezen indien zij op een zondag vallen.

3. Bevoegdheden voor specifieke situaties:

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het

verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan

gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend

voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de

lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde)

winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 10 van de verordening.

• De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een

verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te

kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een

ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000

inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten

met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden

verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de

Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels

zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met

uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat

in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet

verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op

zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel

6 van deze verordening.

 

• Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen

ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend

zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen

22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel

op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en

feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.

• Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een

vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop

aansluitende doorgaande wegen.

• Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij

plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte

winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening

aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij

bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Zie

daarover ook de toelichting bij artikel 7.

• Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing

verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een

kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de

zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun

winkel gesloten houden

4. Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen

onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan

de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de

Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan

bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen

alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)

 

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke

vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke

vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en de feestdagen

onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de

werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën

zijn hieronder nader uitgewerkt.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het

verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal

detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week echter van zo groot

landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de

detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van

nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zonen

feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke

vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt.

Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de

openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of

mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

 

1. Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

 

a. Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van

ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op

verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of

hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften,

alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de

publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf

een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

b. Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen,

luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en

wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college

krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels

gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor

het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter

daarvan.

c. Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

 

2. Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

a. Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie

geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en

tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband

worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden

aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede

tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden

assortiment).

b. Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het

betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover

noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

c. Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. Indien

de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad bij verordening

bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer

delen daarvan. Daarin is voorzien in artikel 8 van de verordening.

d. Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van

ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

e. Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen,

uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een

uur na afloop.

f. Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van

sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.

g. Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eeten

drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en

planten worden verkocht.

h. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van

portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

i. Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden

gevierd.

j. Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de

Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang

gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden

verkocht buiten de periode van de Ramadan.

 

k. Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze

artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een

bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

l. Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur

en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden,

gedurende de openingstijden van die kermis.

 

 

Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde

politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als

er een landelijke coördinatie vereist is. Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk.

Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22

december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en

bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de

website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html.

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een

winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan

particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b

van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de

volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag):

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede

Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast

noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels

gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen

dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het

woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden.

Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de

wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn

Aangesloten is bij een redelijke termijn zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht is geregeld

van acht weken.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De

ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als

bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de

ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als

het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid

om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het

winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in

stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan

immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

De bevoegdheid om ontheffingen te verlenen, impliceert automatisch ook de bevoegdheid om

deze in te trekken of te wijzigen. De omstandigheden waaronder worden in dit artikel geregeld.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid

geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het

college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer

die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar.

Artikel 6. Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Dit artikel van de verordening steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet. Hiermee is

voldaan aan de wettelijke verplichting dat maximaal één avondwinkel per 15.000 inwoners is

toegestaan. De redactie van lid 3 maakt het mogelijk om ook andere voorschriften aan de

ontheffing te verbinden. Zo kan bijvoorbeeld aan de ontheffing het voorschrift worden verbonden

 

dat na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende dranken meer mogen worden verkocht. Dit

wordt situationeel en per aanvraag bekeken.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel

7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond

van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk

te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 4

van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten

behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde

lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling die hier wordt bedoeld betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe

consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. In de vorige versie van de verordening

was deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. De bevoegdheidgrondslag ontbreekt

hiervoor echter in het Vrijstellingenbesluit en ook in de Winkeltijdenwet. Op grond van art 10.15

van de Algemene wet bestuursrecht is delegatie alleen mogelijk als daartoe bij wettelijk voorschrift

is voorzien. De raad dient daarom zelf gebieden aan te wijzen waar straatverkoop op zon- en

feestdagen niet is toegestaan. In deze verordening geldt de betreffende vrijstelling niet binnen het

gehele gebied van de gemeente.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Er is overeenkomstig de

voorgaande verordening sprake van een ontheffingenstelsel. Er geldt een algemeen verbod

waarvan ontheffing kan worden verleend. De bevoegdheid ligt bij het college. Per aanvraag is een

afweging mogelijk of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en

leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder

beperkingen en voorschriften worden verleend.

Artikel 10. Toerisme

De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de

Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op

basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.

De gewijzigde Winkeltijdenwet heeft het beleid aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van

substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit

nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt

begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

b. de zondagsrust in de gemeente, en

c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd

waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of

het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de

besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

In artikel 10 van de verordening heeft de raad op gronden van autonome toeristische

aantrekkingskracht (zie kader) besloten de openstelling zo ruim mogelijk te maken. Dat betekent

 

dat alle winkels binnen de gemeente, gedurende het hele jaar op zon- en feestdagen geopend

mogen zijn van 13.00 uur tot 18.00 uur en dat zij alle soorten van artikelen mogen verkopen. Dit is

de meest ruime interpretatie die mogelijk moet worden geacht.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet is het verplicht een toelichting bij de verordening te

voegen, waarin de belangen zijn beschreven die bij de besluitvorming zijn betrokken. In het kader

hieronder is deze afweging verwoord.

Gemeente Harlingen als autonoom toeristisch gebied

Geconcludeerd wordt dat sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente

Harlingen. De overwegingen betreffende de werkgelegenheid, zondagsrust en aspecten van

leefbaarheid, veiligheid en openbare orde worden hieronder nader uitgewerkt.

a) Werkgelegenheid

Er zit groei in de werkgelegenheid in de toeristische sector van (gemeten van 2004 tot 2009). In

2008 is de werkgelegenheid in de R&T sector 12.6 % van de totale werkgelegenheid in gemeente

Harlingen. De detail en horeca bevat 24% van de totale werkgelegenheid in gemeente Harlingen.

Hiermee wordt aangetoond dat de toeristische sector van wezenlijk belang is voor de

werkgelegenheid.

Aan de Harlinger Ondernemersvereniging is gevraagd een reactie te geven over het belang van

winkeliers en winkelpersoneel in het kader van zondagsopenstelling. Middels een brief (datum 26

juni 2011) stellen zij voor om aan het winkelbestand in de gemeente Harlingen ontheffing te

verlenen voor de zondag na 12.00 uur. Dat in de verordening uiteindelijk is gekozen voor 13.00 uur

heeft te maken met de zondagswet.

 

Gemeten in 2008 betreft de werkgelegenheid in de R&T sector 12.6 % van de totale

werkgelegenheid in gemeente Harlingen met een aantal overnachtingen naar schatting 130.000 in

2010.

Daarnaast blijkt dat uit het ‘Consumentenonderzoek toerisme 2009’ uitgevoerd door Toerdata

Noord, datacentrum voor recreatie en toerisme (2010) het volgende:

• Top 10 bezochte plaatsen door verblijfstoeristen in de provincie Friesland

Harlingen staat op plaats 5 (2009)

• Top 5 bezochte plaatsen verblijfstoeristen in Friesland naar regio _ IJsselmeerkust

Harlingen staat op plaats 3 (2009)

• Top 5 bezochte plaatsen verblijfstoeristen in Friesland naar regio _ overig

Friesland, Harlingen staat op plaats 4 (2009)

• Top 10 verbeterpunten dagtoeristen in provincie Friesland ( 2009)

Punt 3 van 10. Winkelen

 

Toelichting bij vergelijking top 10 activiteiten dagtoeristen 2000 – 2009:

‘Fietsen’ is al jaren de meest ondernomen activiteit door dagtoeristen. ‘Winkelen’ als activiteit

wordt in Noord-Nederland steeds meer ondernomen.

• Suggesties (slechtweer) voorzieningen dagtoeristen (2009) in provincie Friesland

Punt 3 van 14: Winkels

• Bezoekersmotieven van dagtoeristen provincie Friesland (2009)

Winkels en funshoppen 5% - hoogste notering 8%

• Activiteiten dagtoeristen in provincie Friesland (provincie als zijn geheel genomen)

1. Fietsen

2. Winkelen, fun shoppen

3. Uitgaan, uit eten

3. Stad/dorpswandelingen

Toelichting bij regio IJsselmeerkust:

In deze regio wordt er veel gefietst en wordt er relatief veel gezwommen. De bezoekers geven ook

aan relatief vaak te winkelen.

Gekeken naar de bovenstaande feiten wordt geconcludeerd dat er sprake is van toerisme van een

substantiële omvang in de gemeente Harlingen. Daarnaast blijkt uit de cijfers dat de bezoekers

winkelen niet als hoofdactiviteit hebben. Wel wordt ‘winkelen’ als verbeterpunt en suggestie voor

slechtweervoorziening genoemd. Daaruit kan men concluderen dat de winkelopening op zondag

ter ondersteuning dient van het toerisme.

b) Zondagsrust

Zondagsrust is een onderdeel van het geloof zoals dit onder bepaalde groepen christenen in

gebruik is. Het houdt in dat zij de zondag zien als een gewijde rustdag, die uitsluitend bedoeld is

voor rust, overdenking, bijbellezing en kerkgang. In Nederland wordt vooral in de gereformeerde

gezindte de zondagsrust in acht genomen. De zondagsrust speelt echter ook een rol buiten de

gereformeerde gezindte en is daarom mee genomen in de wetgeving.

In Nederland is de zondagsrust geregeld in de Zondagswet en de Winkeltijdenwet. De Zondagswet

is een onderdeel van de Nederlandse wetgeving waarin de zondagsrust geregeld wordt. De wet

kwam tot stand op 15 oktober 1953 (wettekst nog steeds geldend) in aanvulling op de

Winkeltijdenwet. Bij het opstellen van een nieuwe verordening moet daarom rekening gehouden

worden met de Zondagswet.

De Zondagswet beperkt een aantal niet-godsdienstgebonden activiteiten. Tegelijkertijd is er ook

ruimte voor activiteiten. Door het verlenen van toestemming aan het winkelbestand van gemeente

Harlingen komt de Zondagswet niet in het geding en daarmee blijft ook de zondagsrust

gewaarborgd.

Als de winkels vanaf 13.00 uur geopend worden wordt voldaan aan artikel 4.1 (zie memorie van

toelichting). Daarbij speelt mee dat het openstellen van winkels niet voor geluidsoverlast zorgt. Zo

kan ook aan artikel 3.1 voldaan worden (zie memorie van toelichting).

c) Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde

Afstemming heeft plaatsgevonden met de ambtenaar openbare orde en veiligheid en de politie

omtrent aspecten van leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Vanuit deze zijde zijn geen

belemmeringen genoemd. Met andere woorden: vanuit oogpunt van leefbaarheid, veiligheid en

openbare orde kan ingestemd worden met een ruime regeling voor openstelling op zondag.

 

Binnen een goed functionerende beleidscyclus is het gebruikelijk dat het nieuwe beleid wordt

geëvalueerd. Bij de eerstvolgende evaluatie worden de aspecten van openbare orde en veiligheid

dan ook betrokken.

Artikel 11. Intrekking voorgaande regeling

De voorgaande “Verordening winkelsluiting Harlingen” van 14 augustus 1996 moet worden

ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

In de verordening is gekozen voor een vaste datum van inwerkingtreding, zijnde 1 januari 2012.

Dat is duidelijker en later makkelijker terug te vinden dan een afzonderlijk besluit van het college.

Na inwerkingtreding van de wijziging van de Winkeltijdenwet per 1 januari 2011 hadden de

gemeentebesturen nog een jaar de tijd om hun vrijstellingen en ontheffingen in verband met de

toeristische aantrekkingskracht te heroverwegen, te onderbouwen en te voorzien van de

toelichting die het nieuwe lid 7 van artikel 3 voorschrijft.

Deze verordening voorziet daarin en met de inwerkingtreding van de verordening per 1 januari

2012, wordt voldaan aan de overgangstermijn.

Artikel 13. Citeertitel

Om duidelijk te maken dat het hier om een nieuwe verordening gaat, is via artikel 11 de

voorgaande verordening ingetrokken en is een nieuwe verordeningsnaam gekozen waarin zowel

de naam van de gemeente als het jaartal voorkomen.