Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening op de gemeentelijke begraafplaats te Harlingen

Geldend van 23-03-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke begraafplaats te Harlingen

Raad : 25 januari 2006

. .

. .

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2006;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2007”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a begraafplaats: algemene begraafplaats van de gemeente Harlingen

b eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

• het doen begraven en begraven houden van lijken;

• het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

• het doen verstrooien van as;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder

gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor

bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

• het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

• het doen verstrooien van as;

e algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder

gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

f urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

g asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

h urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

i verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De in de tarieventabel genoemde rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening begraafrechten 2002’ van 14 november 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 9 november 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 5

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begraafrechten 2007’.

    Vastgesteld door de raad in zijn

    vergadering van 25 januari 2006

    , de voorzitter.

    , de raadsgriffier.

RICHTLIJNEN TER UITVOERING VAN DE VERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS TE HARLINGEN

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

gelet op artikel 2 , 9, 10, 12, 13 en 14 van de Verordening op de Gemeentelijk Begraafplaats te Harlingen;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende “Richtlijnen ter uitvoering van de Verordening op de gemeentelijke begraafplaats te Harlingen” (raadsbesluit van 25 januari .2006)

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze nadere regels verstaan onder:

a. College: het college van burgemeester en wethouders.

b. Begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats.

c. Graf voor onbepaalde tijd: een graf waarbij de grafrechten voor een onbepaalde tijd zijn verleend voor het doen begraven van lijken en het bijzetten van asbussen.

d. Grafrechten voor onbepaalde tijd: een recht welke vervalt bij grovelijke verwaarlozing en ingeval er geen rechthebbenden meer te achterhalen zijn.

e. Huurgraf: een graf waarbij de grafrechten voor een bepaalde tijd zijn verleend voor het doen begraven van lijken en het bijzetten van asbussen.

f. Huur-urnengraf: een graf waarbij de grafrechten voor een bepaalde tijd zijn verleend voor het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen.

g. Huur-urnennis: een nis waarbij de grafrechten voor een bepaalde tijd zijn verleend voor het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen.

h. Urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen.

i. Asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

j. Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

k. Gedenkpaal: een paal op een verstrooiingsplaats, waarop gedenkplaatjes bevestigd kunnen worden om overledenen te gedenken.

l. Grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats.

m. Fundatieplaat: een betonnen plaat die als fundatie fungeert voor de grafbedekking.

n. Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken.

o. Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

p. Hoofd openbare werken: de leidinggevende van de beheerder en dienst vervanger.

q. Rechthebbende: de rechthebbende van een graf voor onbepaalde tijd of een huurgraf.

Hoofdstuk II Openstelling begraafplaats

Artikel 2. Openstelling begraafplaats

De Gemeentelijke Begraafplaats is voor een ieder onbeperkt toegankelijk, tenzij het college anders beslist.

Hoofdstuk III Lijkbezorging

Artikel 3. Aantal overledenen in graven voor onbepaalde tijd en huurgraven

1. In graven voor onbepaalde tijd en huurgraven mogen niet meer dan 2 lijken boven elkaar worden begraven.

2. In graven voor onbepaalde tijd en huurgraven mogen niet meer dan 2 asbussen boven elkaar en naast elkaar worden begraven.

3. In een huur urnengraf mogen niet meer dan 4 asbussen worden begraven.

4. In een huur urnennis mogen niet meer dan 2 asbussen worden bijgezet.

5. Van het bepaalde in lid 1 kan worden afgeweken, voor zover het betrekking heeft op lijken van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar.

Artikel 4. Termijnen van uitgifte

1. Het recht tot het begraven van lijken in huurgraven kan uitsluitend worden verleend voor de tijd van 20 jaren tot een maximum van 50 jaren.

2. Het recht tot het begraven van asbussen in huur urnengraven kan uitsluitend worden verleend voor de tijd van 20 jaren tot een maximum van 50 jaren.

3. Het recht tot het bijzetten van asbussen in een huur urnennis kan uitsluitend worden verleend voor de tijd van 20 jaren tot een maximum van 50 jaren.

4. Op verzoek van de rechthebbende kan de termijn, genoemd in lid 1, 2 en 3, telkens met 10 jaren worden verlengd, mits de totale termijn die van 50 jaren niet overschrijdt.

Hoofdstuk IV Grafkelders

Artikel 5. Voorwaarden grafkelder

1. Een verzoek om toestemming tot het plaatsen van een grafkelder moet schriftelijk door de rechthebbende bij het college worden ingediend.

2. Een grafkelder moet na plaatsing worden afgedekt met een grondlaag van minimaal 0.10 meter.

3. Een grafkelder moet in overleg met de beheerder geplaatst worden.

Artikel 6. Afmetingen grafkelder van graven voor onbepaalde tijd en huurgraven

1. Buitenwerkse afmetingen van een grafkelder:

- Breedte : maximaal 0.95 meter

- Lengte : maximaal 2.35 meter

2. Binnenwerkse afmetingen van een grafkelder:

- Breedte : minimaal 0.72 meter

- Lengte : minimaal 2.00 meter

Artikel 7. Afmetingen urnkeldertje van huur urnengraven

1. Buitenwerkse afmetingen van een urnkeldertje:

- Breedte : maximaal 0.50 meter

- Lengte : maximaal 0.50 meter

- Diepte : maximaal 0.60 meter

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 8. Voorwaarden grafbedekkingen op graven voor onbepaalde tijd en huurgraven

1. Elke grafbedekking dient van natuursteen te zijn of van een ander door het college goed te keuren materiaal.

2. Tenminste 24 uur voor het plaatsen van de grafbedekking moet contact op worden genomen met de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats

3. Het plaatsen geschiedt volgens aanwijzingen van de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 9. Afmetingen grafbedekkingen op graven voor onbepaalde tijd en huurgraven

1. De afmetingen van de liggende steen van de grafbedekking zijn:

- breedte : maximaal 0.75 meter

- lengte : maximaal 2.00 meter

- dikte (natuursteen + fundatieplaat) : minimaal 0.10 meter

2. De afmetingen van de staande steen van de grafbedekking zijn:

- hoogte: het hoogste punt van de staande steen mag niet meer dan 1.20 meter boven het maaiveld liggen

- breedte: maximaal 0.75 meter

- dikte: minimaal 0.05 meter

Artikel 10. Voorwaarden grafbedekkingen op huur urnengraven

1. Elke grafbedekking dient van natuursteen te zijn of van een ander door het college goed te keuren materiaal.

2. Tenminste 24 uur voor het plaatsen van de grafbedekking moet contact op worden enomen met de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

3. Het plaatsen geschiedt volgens aanwijzingen van de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 11. Afmetingen grafbedekkingen op huur urnengraven

1. De afmetingen van de liggende steen van de grafbedekking zijn:

- breedte : maximaal 0.50 meter

- lengte : maximaal 0.50 meter

- dikte (natuursteen + fundatieplaat) : minimaal 0.10 meter.

2. De afmetingen van de staande steen van de grafbedekking zijn:

- hoogte: het hoogste punt van de staande steen mag niet meer dan 0.65 meter boven het maaiveld liggen

- breedte: maximaal 0.50 meter

- dikte: minimaal 0.05 meter.

Artikel 12. Voorwaarden van grafbedekkingen op huur urnennissen

1. Elke grafbedekking mag uitsluitend bestaan uit twee centimeter dik granieten natuursteen in de volgende geregistreerde kleuren volgens de Algemene Bond voor Natuursteenbedrijven:

- Himalaya (rose bruin)

- Afrikaans black (zwart)

- Impala (grijs)

- Labrador (licht)

2. De inscriptie mag uitsluitend verdiept worden aangebracht.

3. Het aanbrengen van de naam van de leverancier op een gedenkplaat is niet toegestaan.

4. Op of aan een urnen mogen, behoudens de daarvoor bestemde bloemenvaas, geen voorwerpen van welke aard dan ook worden aangebracht;

5. Tenminste 24 uur voor het plaatsen van de grafbedekking moet contact op worden genomen met de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 13. Voorwaarden fundatieplaat

1. Elke fundatieplaat dient van beton te zijn of van een ander door het college goed te keuren materiaal.

2. Tenminste 24 uur voor het plaatsen van de fundatieplaat moet contact worden opgenomen met de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

3. Het plaatsen geschiedt volgens aanwijzingen van de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 14. Afmetingen fundatieplaat

- Lengte : 2.00 meter

- Breedte : 0.75 meter

- De hoogte van fundatieplaat en grafbedekking mag aan het hoofdeinde maximaal 0.30 meter boven het maaiveld liggen.

Artikel 15. Voorwaarden gedenkplaatje op gedenkpaal

1. Het gedenkplaatje moet vervaardigd zijn van roestvrij staal.

2. Tenminste 24 uur voor het plaatsen van het gedenkplaatje moet contact op worden genomen met de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

3. Het plaatsen geschiedt volgens aanwijzingen van de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 16. Afmetingen gedenkplaatje op gedenkpaal

- Lengte : 10 cm

- Breedte : 12 cm.

Artikel 17. Voorwaarden plaatsing grafbedekkingen in vak AA

Om het historische karakter van de gemeentelijke begraafplaats te waarborgen is het alleen toegestaan om in vak AA een liggende steen als grafbedekking te plaatsen.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 18. Slotbepalingen

1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking.

2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 14 maart 2006.

, de voorzitter.

Chr. Arlman.

, de secretaris.

J. de Haan.