Regeling vervallen per 20-02-2015

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Harlingen

Geldend van 01-01-2015 t/m 19-02-2015

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Gemeente Harlingen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

gelet op

artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet,

artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en

artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, 10a, zesde lid en 10b, vierde lid, van de Participatiewet en

de artikelen 34, eerste lid, onderdeel a, 35, aanhef en onder a en 36, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en

de artikelen 34, eerste lid, onderdeel a, 35, aanhef en onder a en 36, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 60b van de Participatiewet;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet,

artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers en

artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, van de Participatiewet;

gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet,

artikel 34, eerste lid onderdeel e van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en

artikel 34, eerste lid, onderdeel e van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers;

gezien het advies van de Gezamenlijke commissie Mens & Bestuur en Omgeving

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en inkomensvoorzieningen, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ bij verordening te regelen;

dat het van belang wordt geacht om aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen hebben gehad, die geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 bezitten, die geen uitzicht hebben op inkomensverbetering en die tevens woonachtig zijn in de gemeente Harlingen financieel te ondersteunen;

dat het van belang wordt geacht om aan personen van 18 jaar of ouder, die recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wtos, die geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 bezit en waarvan is vastgesteld dat die persoon met voltijdse arbeid niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft financieel te ondersteunen;

Artikel

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen, tenzij een bevoegdheid van het college bij gemeenschappelijke regeling is gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

b. beleidsplan: een plan zoals bedoeld in artikel 110 van de Gemeentewet

gericht op de uitvoering van de Participatiewet, IOAW en IOAZ.

c. wet: de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ;

Artikel 2. Doelstelling en opdracht college

1. Het college draagt zorg voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en voorkoming van misbruik en oneigenlijk

gebruik van de wet.

2. Met inachtneming van de in lid 1 genoemde uitvoeringsplicht draagt het college

zorg voor een beleidsplan waarin zij aangeeft hoe fraude wordt voorkomen en

opgespoord met in achtneming van de vier (beleid)kaders van het concept programmatisch handhaven, te weten nalevingscommunicatie, optimalisering van de dienstverlening, vroegtijdige detectie en daadwerkelijk sanctioneren.

In het beleidsplan worden de doelstellingen met betrekking tot handhaving bepaald en

objectief meetbare doelen geformuleerd.

Artikel 3. Aangifte Openbaar Ministerie

Indien het niet nakomen van de informatieverplichting leidt tot een benadelingbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, laat het college procesverbaal opmaken om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 4. Hardheidsclausule

1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de

bepalingen in deze verordening en nadere beleidsregels, indien toepassing hiervan tot

onbillijkheden van overwegende aard leidt.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

 

Artikel 6. Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening gemeente Harlingen