Regeling vervallen per 19-12-2008

Verordening op het burgemeestersreferendum

Geldend van 02-08-2002 t/m 18-12-2008

Intitulé

Verordening op het burgemeestersreferendum

No.: 32

Onderwerp:

Verordening op het burgemeestersreferendum

--------------------------------------------------------------

De raad der gemeente Hattem;

gelezen het voorstel van het college d.d. 17 mei 2002, no. 32;

gelet op de artikelen 61 en 61e van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen volgende verordening :

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    referendum : een raadplegende volksstemming waarbij de referendumgerechtigden de vraag wordt voorgelegd welke sollicitant zij als eerste op de aanbeveling van de raad wensen ingeval van een burgemeestersvacature;

  • b.

    referendumgerechtigden : zij die gerechtigd zijn aan een referendum deel te nemen:

  • c.

    aanbeveling: de aanbeveling van de raad aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de benoeming van de burgemeester;

  • d.

    profielschetsvergadering : het overleg van de raad met de commissaris van de Koning over de aan de burgemeester te stellen eisen;

  • e.

    het college : het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Toepassing

Deze verordening is alleen van toepassing wanneer de raad met het oog op de vervulling van een burgemeestersvacature besluit dat hij ten behoeve van de aanbeveling een referendum onder de referendumgerechtigden in de gemeente zal houden.

Artikel 3 Object van het referendum

  • 1.

    Het object van het referendum bestaat uit de namen van twee sollicitanten die door de vertrouwenscommissie zijn ontvangen en door de raad benoembaar worden geacht. De raad stelt de namen van deze twee sollicitanten vast.

  • 2.

    Voorafgaand aan de vaststelling van de namen van deze sollicitanten vergewist de raad zich ervan dat de vertrouwenscommissie heeft vastgesteld dat deze twee sollicitanten bereid zijn zich aan een referendum te onderwerpen.

Artikel 4 Vraagstelling

  • 1.

    De referendumgerechtigden wordt de vraag voorgelegd welke sollicitant zij als eerste op de aanbeveling van de raad wensen.

  • 2.

    De vraagstelling wordt vermeld op de oproepingskaart.

Artikel 5 Datum

  • 1.

    De raad stelt voor de profielschetsvergadering, de datum vast waarop het referendum wordt gehouden.

  • 2.

    Het referendum wordt zo spoedig mogelijk gehouden nadat de vertrouwenscommissie verslag van haar bevindingen aan de raad en aan de commissaris van de Koning heeft uitgebracht.

Artikel 6 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het besluit tot het houden van een referendum. Zij regelt de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie.

Artikel 7 Budget

De raad stelt een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie. Dit budget wordt in ieder geval aangewend voor het verschaffen van voorlichting aan de referendumgerechtigden over de betekenis van het referendum.

Artikel 8 Referendumgerechtigdheid

Referendumgerechtigden zijn diegenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente en op de dag waarop het referendum wordt gehouden de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

Artikel 9 Stemming

De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing op de stemming, de stemopneming en het vaststellen van de uitslag. Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad treedt op als centraal stembureau.

Artikel 10 Uitslag

  • 1.

    Het referendum wordt als geldig beschouwd, indien tenminste 30 procent van het aantal referendumgerechtigden, een stem heeft uitgebracht.

  • 2.

    De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van een gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 11 Besluit van de raad

  • 1.

    De raad stelt binnen een maand nadat het referendum is gehouden de aanbeveling vast.

  • 2.

    De raad betrekt de uitslag van het referendum in ieder geval bij de vaststelling van zijn aanbeveling indien de opkomst ten minste dertig procent bedraagt van het aantal referendumgerechtigden.

Artikel 12 Strafsanctie

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als : Verordening op het burgemeestersreferendum.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hattem, gehouden op 27 mei 2002.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, wnd. griffier.
REFERENDUM2.az/gclr
Incl. wijz. R.b. d.d. 8 december 2003, no. 82-I; treedt in werking op 1 januari 2004 of – indien de Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden later in werking treedt – met ingang van de dag waarop de Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden in werking treedt