Verordening subsidiëring onderhoud monumenten

Geldend van 15-09-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening subsidiëring onderhoud monumenten

No.: 61-12.

Onderwerp:

Vaststelling Verordening subsidiëring onderhoud monumenten

-------------------------------

De raad van de gemeente Hattem;

gelezen het voorstel van het college van 23 augustus 1994 nr. 61;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Verordening subsidiëring onderhoud monumenten.

Afdeling I: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b

    monument:

    • 1

      zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • 2

      terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1.

  • c

    gemeentelijk monument: onroerend monument, dat overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de Monumentenverordening gemeente Hattem 2004 als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen.

  • d

    molens: molens, die zijn aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op grond van artikel 3, lid 1, van de Monumentenwet 1988.

  • e

    Monumentenwacht: de Regionale Stichting Monumentenwacht Gelderland;

  • f

    f. onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. in de bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • g

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het college verleend voor onderhoud van monumenten;

  • h

    subsidiejaar: het jaar waarop het subsidie betrekking heeft.

Artikel 2. Subsidie

Het college kan op grond van deze verordening subsidie verlenen in de kosten van onderhoud van gemeentelijke monumenten en molens monumenten ten behoeve van het behoud van het karakteristieke aanzien van stad en landschap.

Artikel 3. Doelgroepen

Het subsidie, bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend worden verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een gemeentelijk monument of molen.

Artikel 4. Uitsluiting subsidie

  • 1

    In de kosten van onderhoud kan geen subsidie worden verleend voor zover deze kosten:

    • a

      op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

    • b

      op grond van enig andere regeling worden gedekt door een bijdrage van overheidswege.

  • 2

    Het subsidie kan uitsluitend worden verleend in die kosten van het in artikel 6 bedoelde onderhoud welke een bedrag van €453,78 te boven gaan.

  • 3

    Het subsidie kan uitsluitend worden verleend indien niet eerder in hetzelfde kalenderjaar onderhoudssubsidie is verleend.

Afdeling II. Onderhoud

Artikel 5. Staat van onderhoud

De in artikel 2 bedoelde kosten komen slechts voor subsidie in aanmerking indien het gemeentelijk monument of molen, waaraan het onderhoud zal geschieden, in een naar het oordeel van het college in zodanige staat van onderhoud verkeert, dat het college het verrichten van onderhoud, gezien de in artikel 1, onder f, gegeven omschrijving, zinvol acht.

Artikel 6. Uitvoering onderhoud

  • 1

    Met de uitvoering van het onderhoud mag niet eerder worden begonnen nadat het subsidie, bedoeld in artikel 2, is verleend.

  • 2

    Met de uitvoering van het onderhoud dient een aanvang te worden gemaakt 13 weken nadat de beschikking tot subsidieverlening is bekend gemaakt.

  • 3

    Indien voor de uitvoering van het onderhoud een vergunning ingevolge de Monumentenverordening gemeente Hattem 2004 is vereist, mag met de uitvoering niet worden begonnen dan nadat de vergunning is verleend.

Artikel 7. Aanwijzingen uitvoering

  • 1

    Het college kan aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering van het onderhoud.

  • 2

    Degene aan wie subsidie is verleend, dient een door het college aangewezen deskundige desgewenst de gelegenheid te geven de wijze waarop het onderhoud wordt uitgevoerd te controleren.

Afdeling III. Subsidieverlening en -vaststelling

Artikel 8. Onderhoudskosten

Subsidie kan worden verleend in de volgende onderhoudskosten:

  • a.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen, leien (met deklatten en beperkt herstel van sporen), lood, zink, riet of koper ;

  • b.

    herstel van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren;

  • c.

    het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren;

  • d.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedenverdeling, lijstwerk;

  • e.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen, hoeken keperlood;

  • f.

    herstel van dak-/torenluiken, loopbruggen, het luiken afgazen van torens;

  • g.

    inboeten, beperkt herstel murwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • h.

    natuursteen: beperkt vervangen of inboeten;

  • i.

    behandeling van muur- en houtwerk ter regulering van de vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • j.

    herstel van bliksembeveiliging;

  • k.

    buitenschilderwerk en binnenschilderwerk wat betreft ramen en buitendeuren;

  • l.

    herstel van dragende constructies (ankerbalk-gebinten, schoren en platen, balkkapen, spantbenen);

  • m.

    uitwendig herstel van diverse bijgebouwen, zoals hooibergen, schuren, bakhuisjes, pompen, hekken, burgen, koetshuizen, oranjeriën, theekoepels, voor zover opgenomen in de reden gevende omschrijving;

  • n.

    herstel van glas-in-lood en beglazing;

  • o.

    vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde.

Artikel 9. Subsidiebedrag

  • 1

    Het subsidie kan in de in artikel 8 bedoelde kosten worden verleend tot een maximum van 25% van het totaal van de werkelijk door het college subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van maximaal €4.537,80.

  • 2

    Voor hetzelfde gemeentelijke monument of molen kan slechts eenmaal per vier jaar het in lid 1. genoemde subsidiebedrag worden toegekend.

Artikel 10. Aanvraag

  • 1

    De aanvraag om subsidie dient vóór 1 november van het betreffende subsidiejaar te worden ingediend bij het college.

  • 2

    Bij de aanvraag dienen te worden overgelegd:

    • a

      een gespecificeerde begroting van de met het onderhoud gemoeide kosten, voorzien van een duidelijke toelichting, opgesteld door een in te schakelen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke deskundige instantie;

    • b

      een recent inspectierapport, opgesteld door de Monumentenwacht, dan wel door een onafhankelijke deskundige of onafhankelijke deskundige instantie.

  • 3

    Het college kan bepalen dat naast de in het tweede lid bedoelde bescheiden andere bescheiden worden overgelegd.

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt voor het verlenen van subsidies op grond van deze verordening vóór het subsidiejaar een subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het subsidieplafond kan worden verlaagd voor zover de vaststelling van de begroting daartoe noopt. De verlaging wordt binnen vier weken na de vaststelling bekendgemaakt.

  • 3.

    Aanvragen om subsidie worden in volgorde van binnenkomst en ontvankelijkheid afgehandeld.

  • 4.

    Subsidies welke in verband met de ontoereikendheid van het subsidieplafond niet kunnen worden verleend, worden door het college geweigerd.

Artikel 12. Subsidievaststelling en -betaling

  • 1.

    Zodra het onderhoud is voltooid, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient een gespecificeerde financiële verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten, vergezeld van (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen, te worden overgelegd.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde verantwoording dient binnen 9 weken na beëindiging van de werkzaamheden bij het college te worden ingediend.

  • 4.

    Vaststelling van de subsidie geschiedt nadat het college de overgelegde bescheiden en de wijze waarop het onderhoud is uitgevoerd heeft goedgekeurd.

  • 5.

    Uitbetaling van de subsidie geschiedt door overmaking op een rekening bij de postgiro/rijkspostspaarbank of een andere in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie het subsidie is verleend.

Afdeling IV: Slotbepalingen

Artikel 13. Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen:

  • a.

    ontheffing verlenen van de bepalingen van deze verordening;

  • b.

    bijzondere verplichtingen aan de subsidie-ontvanger opleggen.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op die van bekendmaking.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Onderhoudsregeling Monumenten Gemeente Hattem", vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 1986, sedertdien gewijzigd.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening subsidiëring onderhoud monumenten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hattem, gehouden op 5 september 1994.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.

Bijgewerkt:

1e wijziging rb. nr. 56 d.d. 4 september 1995.

2e wijziging rb. nr. 44 d.d. 19 oktober 2000.

3e wijziging rb.nr. 37 d.d. 17 mei 2005.