Regeling vervallen per 29-12-2022

UITVOERINGSBESLUIT GRAVEN, ASBEZORGING, EN REGISTRATIE

Geldend van 01-06-2019 t/m 28-12-2022

Intitulé

UITVOERINGSBESLUIT GRAVEN, ASBEZORGING, EN REGISTRATIE

Het college van Hattem,

gelet op artikel 10, tweede lid, 11, eerste lid en tweede lid en artikel 25, eerste lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Hattem 2019;

besluiten vast te stellen de volgende nadere regels voor de graven, asbezorging, gedenkplaatsen en registratie.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

a. graf: een zandgraf of keldergraf;

b. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

d. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

e. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3. het doen verstrooien van as.

f. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

g. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

2. het doen verstrooien van as.;

h. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

i. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

Artikel 2. Indeling en uitgifte der graven

1. In algemene graven wordt gelegenheid gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 10 jaar. Deze graven zijn bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken.

2. De particuliere graven worden onderverdeeld in:

a. graven uitgegeven voor 1 januari 1990 zijn bestemd voor het begraven van ten hoogste drie lijken, dan wel het plaatsen van drie asbussen met of zonder urnen met de as van overledenen;

b. graven uitgegeven vanaf 1 januari 1990 zijn bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken, dan wel het plaatsen van twee asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van overledenen.

3. De particuliere kindergraven zijn gelegen in vak 8 nr. 1 t/m nr. 29 en zijn bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken en worden uitgegeven ten behoeve van overleden kinderen t/m de leeftijd van 12 jaar.

Artikel 3. Bezorging van as

1. De particuliere urnengraven en particuliere urnennissen (voor zover beschikbaar) worden uitgegeven voor de tijd van 30 jaar. De particuliere urnengraven en de particuliere urnennissen zijn bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

2. In algemene urnengraven wordt gelegenheid gegeven om urnen te plaatsen voor de tijd van 10 jaar. De algemene urnengraven zijn bestemd voor het plaatsen van ten hoogste twee asbussen met of zonder urn.

3. Het is niet toegestaan as op een graf te verstrooien.

Artikel 4. Afmetingen particuliere graven

-de graven mogen een maximale breedte hebben van 0,90 m.

-de keldergraven mogen een maximale breedte hebben van 1,00 m.

Artikel 5. Afmetingen urnengraven

1. De particuliere urnengraven hebben de volgende grafgrootte:

a. de urnengraven aangeduid met A: een breedte van maximaal 0,60 m en een lengte van maximaal 1,00 m;

b. de urnengraven aangeduid met B: een breedte van maximaal 0,80 m en een lengte van maximaal 1,00 m;

c. de urnengraven aangeduid met C: een breedte van maximaal 0,40 m, een lengte van maximaal 0,50 m en een hoogte van maximaal 0,40 m;

d. de urnengraven aangeduid met D: een breedte van maximaal 0,48 m, een lengte

van maximaal 0,48 m.

2. De algemene urnengraven hebben een breedte van maximaal 0,40 m, een lengte van maximaal 0,50 m en een hoogte van maximaal 0,40 m.

Artikel 6. Afmetingen urnennissen

1. De particuliere urnennissen hebben een afmeting van 0,47m (b)x 0,32m (d)x 0,47m (h).

Artikel 7. Register en plaatsregistratie

1. De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de gebruikers van de graven met hun namen en adressen opgenomen.

2. Het register wordt in opdracht van het college bijgehouden door de beheerder.

3. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

4. Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Artikel 8 Overgangsrecht

1. Vergunningen, die zijn verleend onder de werking van de Regels voor de graven en asbezorging 2015, vastgesteld door het college d.d. 24 februari 2015 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van de Regels voor de graven en asbezorging 2019, worden aangemerkt als vergunningen krachtens de Regels voor de graven en asbezorging 2019.

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Regels voor de graven en asbezorging 2019 een aanvraag om vergunning op grond van de Regels voor de graven en asbezorging 2015 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop de Regels voor de graven en asbezorging 2019 toegepast.

Artikel 9 Slotbepalingen

1. Deze nadere regels vervangen de nadere regels zoals gesteld in de Regels voor de graven en asbezorging 2015 d.d. 24 februari 2015.

2. Deze nadere regels treden in werking de dag na bekendmaking.

3. Zij kunnen worden aangehaald als: Regels voor de graven en asbezorging 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 19 maart 2019,

De secretaris,

De voorzitter,