Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent begraafplaatsen Beheersverordening begraafplaatsen 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent begraafplaatsen Beheersverordening begraafplaatsen 2019

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Algemeen graf: graf dat maximaal 10 jaar in gebruik wordt gegeven, waarvoor geen uitsluitend recht wordt verleend;

asbezorging: zowel het bijzetten van een asbus als het verstrooien van de as van een overledene;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

begraafplaatsen: de begraafplaatsen de Algemene begraafplaats ‘Eikenhof’ en de Algemene begraafplaats ‘Nederlands Hervormde Kerk’;

begraven: het ter aarde bestellen van een overledene, het bijzetten van een urn of asbus in of op een graf, het bijzetten in een grafkelder en het verstrooien van as;

beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen en personen die door hem met de uitvoering van deze werkzaamheden zijn belast;

columbarium: zuil, muur of heuvel met nissen ten behoeve van het bijzetten van urnen of asbussen;

doodgeborene: een na een zwangerschapsduur van ten minste 24 weken levenloos ter wereld gekomen kind;

eigengraf: graf, waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van overledenen;

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

Eikenhof 1: het gedeelte van de Eikenhof ten noorden van de Marquettelaan;

Eikenhof 2: het gedeelte van de Eikenhof ten zuiden van de Marquettelaan;

gebruiker: persoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel aan wie dit is overgeschreven;

graf: een ruimte waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen, waaronder wordt verstaan: algemeen graf, eigen graf, particulier graf, kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats, grafkelder en Columbarium;

grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

grafkelder: een betonnen, gemetselde of kunststof constructie waarin een of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse rij, muur of wand; een bovengrondse grafkelder is bedoeld voor het bijzetten van één overledene;

herdenkingsbijeenkomst: bijeenkomsten, anders dan de begrafenis zelf, om te herdenken, waaronder ook het onthullen van gedenktekens;

houder van de begraafplaats: burgemeester en wethouders;

keuzegraf: een particulier graf II, sectie samengestelde graven, op Eikenhof 1 anders dan op de regel uitgegeven;

kindergraf: een graf, waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van doodgeboren en overleden kinderen, begraven in een kistje dat de afmetingen van 1.20 meter niet te boven gaat in hoekpunten van de grafheuvels;

  • -

    het begraven en begraven houden van overleden kinderen tot 18 jaar op de aangewezen kindergrafheuvel;

overledene: het lichaam van een mens die is overleden of een doodgeborene;

particuliere gedenkplaats: een plaats op Eikenhof 1 waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend om een overledene te gedenken;

particulier graf (voorheen huurgraf): een graf waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van overledenen;

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

particulier urnengraf: (voorheen huururnengraf) een graf waarvoor aan persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

particuliere urnennis: een nis op Eikenhof waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

rechthebbende: persoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, een eigen graf Nederlands Hervormde kerk en degene waarop het college dit recht heeft overgeschreven;

reservering keuzegraf: een particulier graf op Eikenhof 1 uitgegeven ten behoeve van begraven in de loop van de huurtijd;

ruimen: Het opgraven van stoffelijke resten na minimaal 10 jaar grafrust en het aansluitend herbegraven in het verzamelgraf op de begraafplaats;

schudden: Het onder in dezelfde grafruimte herbegraven van de eerder begraven stoffelijke resten, na minimaal 10 jaar grafrust;

urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

verstrooiingsplaats: een plaats op Eikenhof 1 waarop as wordt verstrooid.

verzorging: het periodiek schoonmaken van de grafbedekking en verwijderen van bladafval.

Hoofdstuk 2 Bestemming, openstelling en de orde op de begraafplaats

Artikel 2 Begraafplaats

  • 1. De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en herdenken van overledenen, ongeacht hun gezindte.

  • 2. Een urnennis in het columbarium is bestemd voor het bijzetten van één of meer sierurnen, afhankelijk van het formaat.

  • 3. De strooiheuvel (heuvel W) is bestemd voor asverstrooiing .

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. Het college stelt de openingstijden van de begraafplaatsen vast.

  • 2. De openingstijden worden bij de ingang van de begraafplaats bekend gemaakt.

  • 3. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 4. Het is verboden, gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden.

Artikel 4 Orde op de begraafplaats

  • 1. De beheerder kan aanwijzingen geven ten aanzien van het gedrag op de begraafplaats, het verrichten van werkzaamheden en gebruik van de gebouwen en installaties .

  • 2. De bepalingen van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 zijn van toepassing.

  • 3. Kinderen beneden de 12 jaar mogen zich alleen op de begraafplaats bevinden onder begeleiding van een meerderjarige.

Artikel 5 Verboden op de begraafplaats

Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    zonder toestemming van Burgemeester en wethouders een overledene te (doen) begraven;

  • b.

    op andere tijden als bedoeld in artikel 9 een overledene te begraven of aan een herdenkingsbijeenkomst deel te nemen

  • c.

    te handelen in strijd met de aanwijzingen van de beheerder;

  • d.

    zonder of in afwijking van de vergunning een grafbedekking te plaatsen of in stand te houden;

  • e.

    anders dan op het aangewezen strooiveld (heuvel W) as te verstrooien;

  • f.

    op de grafruimten te lopen;

  • g.

    gebouwen en graven te verontreinigen;

  • h.

    zonder ontheffing van het college met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • 1.

      anders dan op de daartoe aangewezen rijwegen, uitgezonderd motorrijtuigen die in gebruik zijn voor begrafenissen en scootmobiels ;

    • 2.

      sneller dan 10 km per uur;

  • i.

    rijwielen mee te voeren, anders dan om deze in de daarvoor aangewezen gedeelten te plaatsen;

  • j.

    huisdieren mee te nemen;

  • k.

    gereedschappen of andere niet tot de grafruimte behorende voorwerpen te bewaren anders dan in de daartoe bestemde opbergplaatsen;

  • l.

    bedrijfsmatig geluids- en beeldopnamen te maken zonder toestemming van het college;

  • m.

    tegen de wil van deelnemers aan een begrafenis- of herdenkingsbijeenkomst daarvan geluids- en beeldopnamen te maken;

  • n.

    bezoekers en medewerkers te hinderen bij het begraven en het verrichten van werkzaamheden;

  • o.

    zich te gedragen in strijd met de eerbied, aan de doden verschuldigd.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor begraven

Artikel 6 Verlenen van het recht tot begraven

  • 1. Het college verleent het recht om te begraven, as te verstrooien of urnen of asbussen in het columbarium bij te zetten, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en onder de voorwaarden, nader omschreven in de Verordening begraafrechten.

  • 2. Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin of daarop voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig het gestelde in de Voorschriften Grafbedekking begraafplaatsen Heemskerk.

  • 3. Van het verlenen van het recht tot begraven of bijzetten wordt een schriftelijk bewijs opgemaakt, in de vorm van een rekening.

  • 4. De rekening kan slechts op naam van één persoon staan.

  • 5. Het recht eindigt van rechtswege op het moment dat de begraafplaats ophoudt als zodanig bestemd en in gebruik te zijn.

Artikel 7 Overschrijving en vernieuwen van verleende rechten

  • 1. Het college kan het recht op een particulier graf overschrijven op een opvolger.

  • 2. Het recht op een particulier graf eindigt bij overlijden van de rechthebbende, tenzij binnen 6 maanden na dit overlijden een aanvraag voor het overschrijven wordt ingediend.

  • 3. Het college kan, na het eindigen van het recht op een particulier graf, op aanvraag opnieuw het recht op dit particulier graf verlenen, tenzij het particulier graf inmiddels is geruimd.

Artikel 8 Afstand doen van verleende rechten

  • 1. Een rechthebbende kan schriftelijk verklaren afstand te doen van het recht op een particulier graf.

  • 2. Indien afstand wordt gedaan van het recht, bestaat geen aanspraak op enige vergoeding of terugbetaling.

  • 3. Het recht eindigt op het moment dat het college de ontvangst van de verklaring bevestigt.

Artikel 9 Bespreken van de begraafplaats

  • 1. Elke begraving en herdenkingsbijeenkomst moet vooraf besproken worden in de digitale uitvaartplanner op de gemeentelijke website of bij het bureau Beheer en onderhoud van de gemeente.

  • 2. De rechthebbende bespreekt de datum en tijd uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de dag van de begraving.

  • 3. Nadat de burgemeester toestemming heeft gegeven om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven bespreekt de rechthebbende de datum en tijd zo spoedig mogelijk.

  • 4. Nadat de beheerder toestemming geeft tot het begraven op afwijkende tijden bespreekt de rechthebbende de datum en tijd zo spoedig mogelijk.

  • 5. De persoon die een herdenkingsbijeenkomsten organiseert, bespreekt de datum en tijd uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de dag van de bijeenkomst .

Artikel 10 Tijden van begraven

  • 1. De tijden van begraven en bijzetten zijn van maandag tot en met zaterdag van 's morgens 10.00 uur tot 's middags 15.00 uur, met uitzondering van Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

  • 2. In bijzondere omstandigheden kan de beheerder andere dagen en tijden toestaan.

Artikel 11 Tijdsruimte

  • 1. Op de begraafplaats mag niet meer dan één begraving of herdenkingsbijeenkomst tegelijkertijd plaatsvinden.

  • 2. Tussen elke begraving, bijzetting of herdenkingsbijeenkomst wordt een tijdsruimte van twee uur aangehouden.

  • 3. In bijzondere omstandigheden kan door de beheerder van het bepaalde in het eerste en tweede lid worden afgeweken.

Artikel 12 De te overleggen stukken

  • 1. Voorafgaande aan de begraving moet aan de beheerder het wettelijk verlof tot begraven of tot crematie worden overhandigd.

  • 2. Indien de begraving in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient aan de beheerder een door de rechthebbende ondertekende toestemming daartoe te worden overhandigd.

  • 3. De beheerder kan de begraving verbieden, indien de stukken niet zijn overhandigd.

Artikel 13 Werkzaamheden op de begraafplaats

  • 1. Het openen en sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of een derde die de werkzaamheden in opdracht van de gemeente uitvoert.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, mogen de nabestaanden deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, mits de wens daartoe bij het bespreken is geuit en de aanwijzingen van de beheerder worden gevolgd.

Artikel 14 Gebruik gebouwen en installaties op de begraafplaats

Nabestaanden mogen gedurende de besproken tijd gebruiken maken van de aula of de muziek- en geluidsinstallatie, mits de wens daartoe bij het bespreken is geuit en de aanwijzingen van de beheerder worden gevolgd.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 15 Indeling graven en asbezorging

Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

  • a.

    particuliere graven en particuliere urnengraven;

  • b.

    particuliere urnennissen;

  • c.

    particuliere gedenkplaatsen;

  • d.

    algemene graven;

  • e.

    de verstrooiingsplaats van as.

Artikel 16 Indeling de Eikenhof

  • 1. Het college wijst de vakken of gedeelten van de vakken aan waar particuliere graven en algemene graven worden gesitueerd.

  • 2. Het college wijst de plaatsen aan waar kindergraven worden gesitueerd:

  • 3. Het college wijst de plaatsen aan voor het begraven van urnen of asbussen (in particuliere graven).

  • 4. Het college bepaalt de afmetingen van de grafruimten.

  • 5. Het college wijst het terrein aan waar as kan worden verstrooid.

Artikel 17 Uitgifte graven de Eikenhof

  • 1. De particuliere graven II worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Op verzoek kan het college een van de particuliere graven II anders dan op de volgorde van ligging uitgeven (Keuzegraf I), indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

  • 3. Op verzoek kan het college een particulier graf, waarvan de huurtermijn is verstreken en dat nog niet is geruimd, opnieuw uitgeven (Keuzegraf II), waarbij de kosten van ruiming voor rekening van de aanvrager komen.

Artikel 18 Indeling de Nederlands Hervormde Kerk

  • 1. Het college wijst de vakken of gedeelten van de vakken aan, waar eigen graven, particuliere graven en algemene graven zijn gesitueerd.

  • 2. De afmetingen van de grafruimten worden door het college bepaald.

  • 3. Op het terrein wordt geen as verstrooid.

Artikel 19 Uitgifte de Nederlands Hervormde Kerk

  • 1. Op de begraafplaats worden geen eigen graven, particuliere graven of algemene graven meer uitgegeven.

  • 2. In algemene graven worden geen overledenen of urnen meer bijgezet.

Artikel 20 Gebruik per graf

  • 1. Op de begraafplaats de Eikenhof zijn de graven verdeeld in twee soorten, die worden aangeduid met enkelvoudig graf en samengesteld graf

  • 2. De enkelvoudig graven worden onderscheiden in:

    • a.

      Particuliere graven I worden in gebruik gegeven ten behoeve van het begraven van één overledene of drie asbussen;

    • b.

      Particuliere graven II worden in gebruik gegeven ten behoeve van het direct begraven van één overledene of drie asbussen;

    • c.

      gedenkplaatsen worden in gebruik gegeven ter herdenking van één of meer overledenen. Hierin wordt niet begraven.

  • 3. De samengestelde graven worden onderscheiden in:

    • a.

      Particuliere graven I (keuzegraf) worden in gebruik gegeven ten behoeve van het begraven van maximaal drie overledenen of twee overleden en drie asbussen, onder de volgende restricties:

      • i.

        Een derde overledene kan slechts dan bijgezet worden als het direct schudden van het graf mogelijk is of reeds bij een eerdere begraving heeft plaatsgevonden;

      • ii.

        De wens tot het kunnen begraven van drie overledenen dient reeds bij de eerste begraving en bij de tweede begraving aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt te worden;

      • iii.

        Vanwege de wettelijke grafrusttermijn kan niet gegarandeerd worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

    • b.

      Particuliere graven II worden in gebruik gegeven ten behoeve van het direct begraven van maximaal drie overledenen of twee overleden en drie asbussen, onder de volgende restricties:

      • i.

        Een derde overledene kan slechts dan bijgezet worden als het direct schudden van het graf mogelijk is of reeds bij een eerdere begraving heeft plaatsgevonden;

      • ii.

        De wens tot het kunnen begraven van drie overledenen dient reeds bij de eerste begraving en bij de tweede begraving aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt te worden;

      • iii.

        Vanwege de wettelijke grafrusttermijn kan niet gegarandeerd worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

  • 4. Particuliere urnengraven op de Eikenhof worden in gebruik gegeven ten behoeve van het direct of in de loop van de huurtijd begraven van maximaal vier asbussen. Indien gekozen wordt voor het afdekken met een afdekplaat, dan mogen alleen door de gemeente verkochte, gelijkvormige exemplaren worden gebruikt.

  • 5. Kindergraven op de Eikenhof worden in gebruik gegeven ten behoeve van het begraven van maximaal drie kinderen of drie asbussen in de loop van de huurtijd, onder de restrictie dat, vanwege de wettelijke grafrusttermijn of de omvang van het graf, niet gegarandeerd kan worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

  • 6. Algemene graven op de Eikenhof worden in gebruik gegeven ten behoeve van het direct ter aarde bestellen van maximaal twee overledenen.

  • 7. De asverstrooiheuvel op de Eikenhof wordt in gebruik gegeven gesteld voor het verstrooien van as (heuvel W).

  • 8. Columbaria:

    • a.

      In een nis in de urnenzuil: maximaal 3 sierurnen of asbussen; de nis is open en kan worden afgedicht met een bij de gemeente te kopen afdeksteen, die kan worden beletterd;

    • b.

      In een nis in het talud van de heuvel: maximaal 2 asbussen of 1 sierurn; de nis is altijd afgedicht met een gemeentelijke afdeksteen; die kan worden beletterd;

    • c.

      In een nis in de urnentuin: maximaal 3 sierurnen of asbussen: de nis is altijd afgedicht met een gemeentelijke afdeksteen, die niet kan worden beletterd. Op de nis mag een sierurn of gedenkteken worden geplaatst.

  • 9. Een grafkelder op de Eikenhof wordt in gebruik gegeven voor het begraven van een overledene of het bijzetten van maximaal drie asbussen.

  • 10. Op de begraafplaats de Nederlands Hervormde kerk zijn eigen graven en particuliere graven in gebruik gegeven.

  • 11. In een eigen graf en particulier graf de Nederlands Hervormde Kerk kunnen maximaal drie overledenen of twee overledenen en drie asbussen worden bijgezet, onder de volgende restricties:

    • d.

      Een derde overledene kan slechts dan bijgezet worden als het direct schudden van het graf mogelijk is of reeds bij een eerdere begraving heeft plaatsgevonden;

    • e.

      De wens tot het kunnen begraven van drie overledenen dient reeds bij de eerste begraving en bij de tweede begraving aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt te worden;

    • f.

      Vanwege de wettelijke grafrusttermijn kan niet gegarandeerd worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

    • g.

      Na begraving moet minimaal 65 cm dek mogelijk zijn. Het graf kan eenmaal worden geschud, indien de wettelijke grafrust termijn dit toelaat.

Artikel 21 Termijnen

  • 1. De termijn van in gebruik geven bedraagt voor:

    • a.

      particuliere graven een periode van 10 of 20 jaar;

    • b.

      particuliere gedenkplaatsen een periode van 5 jaar;

    • c.

      nissen in het columbarium een periode van 10 jaar;

    • d.

      herdenkingsplaatjes asverstrooiing een periode van 10 jaar;

    • e.

      een algemeen graf een periode van 10 jaar.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid onder a tot en met d genoemde termijnen telkens met een periode van 5, 10 of 20 jaren verlengen.

  • 3. Begraving in een particulier graf, waarvan de huurtermijn binnen de wettelijke minimale termijn voor grafrust afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de huurtermijn.

  • 4. Verlenging na afloop van de huurtermijn gaat in op de dag waarop deze termijn afloopt.

  • 5. De huurtermijn eindigt van rechtswege op het moment dat de begraafplaats ophoudt als zodanig bestemd en in gebruik te zijn.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Artikel 22 Vergunning grafbedekking

  • 1. Het college verleent aan de rechthebbende of aan de gebruiker van een algemeen graf vergunning voor het hebben van een grafbedekking.

  • 2. De bedragen voor verschillende vergunningen grafbedekking staan aangegeven in de Verordening begraafrechten.

  • 3. Een vergunning voor een grafbedekking kan alleen worden gevraagd door of namens de rechthebbende of door of namens de gebruiker van een algemeen graf.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 5. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de nadere regels, genoemd in het vierde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      de grafbedekking in strijd is met de eerbied, aan de doden verschuldigd.

  • 6. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid eindigt op het moment waarop het recht op een particulier graf, gedenkplaats of het gebruiksrecht op een algemeen graf eindigt.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

  • 1. De gemeente verzorgt de graven tegen een in de Verordening begraafrechten omschreven recht (het onderhoudsrecht).

  • 2. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het in stand houden van en niet aansprakelijk voor beschadigingen of het teniet gaan van voorwerpen en beplantingen die zich op of in de graven, grafruimten of urnennissen bevinden.

Artikel 24 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het plaatsen, aanbrengen, herstellen en vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of van de gebruiker van een algemeen graf.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker van een graf is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker aanwijzingen geven voor het onderhoud of verplichten een beschadiging te herstellen binnen de door het college gestelde termijn.

  • 4. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen.

  • 5. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf schriftelijk van het voornemen daartoe op de hoogte heeft gesteld.

  • 6. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de voorgenomen verwijdering bekend door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats.

  • 7. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 8. De grafbedekking van een graf, dat staat vermeld op de in artikel 27 bedoelde lijst, wordt niet verwijderd.

Artikel 25 Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1. De beheerder verwijdert niet-blijvende beplanting op een graf, indien het graf een verwaarloosde indruk maakt.

  • 2. De beheerder verwijdert losse bloemen, planten, kransen en dergelijke, wanneer zij verwelkt zijn.

  • 3. De beheerder houdt de linten, siervazen en dergelijke voorwerpen gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf, indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 26 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. Het college verwijdert de grafbedekking na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf of in het geval de ingevolge de Verordening begraafrechten verschuldigde vergoeding niet wordt betaald.

  • 2. Het college maakt het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking, ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, per brief kenbaar aan de rechthebbende, of de gebruiker van een algemeen graf.

  • 3. Wanneer het adres van de rechthebbende, of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking, gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, bekend door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 4. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 27 Historische en kenmerkende grafbedekkingen

  • 1. Het college stelt een lijst vast van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een kenmerkend uiterlijk heeft.

  • 2. Het college beslist, voordat een grafbedekking wordt verwijderd, over het op de lijst plaatsen dan wel het van de lijst afvoeren van het graf of de grafbedekking.

  • 3. De grafbedekking van een graf dat staat vermeld op de lijst wordt niet verwijderd.

  • 4. De gemeente onderhoudt en herstelt de grafbedekking van de graven, die zijn vermeld op de lijst, tenzij de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf de grafbedekking onderhoudt en herstelt.

Hoofdstuk 6 Inrichting register

Artikel 28 Voorschriften

  • 1. Het college kan voorschriften vaststellen voor het register van de begraven overledenen.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 29 Intrekking

De beheersverordening begraafplaatsen 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de beheersverordening begraafplaatsen 2015 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de beheersverordening begraafplaatsen 2015 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 31 Strafbepaling

Personen, die één of meer voorschriften vervat in artikelen 3, vierde lid en 5 overtreden worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening begraafplaatsen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Heemskerk in zijn openbare vergadering van

20 december 2018

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,