Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent speelautomatenhallen Verordening speelautomatenhallen gemeente Heemskerk 2018

Geldend van 04-01-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent speelautomatenhallen Verordening speelautomatenhallen gemeente Heemskerk 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

de wet:

de Wet op de kansspelen ;

speelautomaat:

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

behendigheidsautomaat:

een speelautomaat waarvan:

  • 1.

    het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

  • 2.

    het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

kansspelautomaat:

een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

speelautomatenhal:

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet ;

exploitant:

de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

beheerder:

de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

verpachten:

het afstaan van de speelautomatenhal aan een ander door de exploitant waardoor de exploitant niet meer voor eigen rekening en risico handelt;

weg:

weg conform de Wegenverkeerswet ‘94 , alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Wet Bibob:

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 2 Verbodsbepaling en vergunningplicht

Artikel 2 Normstelling

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 3. In de vergunning wordt bepaald hoeveel kansspelautomaten binnen de speelautomatenhal aanwezig mogen zijn. Het totale aantal kansspelautomaten mag niet hoger zijn dan 200.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. De burgemeester stelt een digitaal formulier vast voor het aanvragen.

  • 2. Wanneer een vergunning vrij komt wordt dit minimaal 30 dagen voor inschrijving gepubliceerd in het digitale gemeenteblad.

  • 3. De inschrijving voor de vergunning is vrij vanaf de in de publicatie genoemde datum en tijdstip.

  • 4. De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a)

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • b)

      een verklaring waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

    • c)

      een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder(s).

    • d)

      Een geldige arbeidsovereenkomst waaruit blijkt dat de beheerder over de hoedanigheid van beheerder(s) beschikken.

Artikel 4 De vergunningverlening

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen.

  • 2. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

  • 3. De vergunning wordt, indien er meerdere aanvragen zijn ingediend, vergund aan de persoon die als eerste na vrijkomen van de inschrijving een aanvraag heeft ingediend.

  • 4. Bij gelijktijdige inschrijving vindt een openbare loting plaats.

Artikel 5 Vergunningvoorschriften

  • 1. De vergunning wordt afgegeven op naam van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2. De vergunning voor het houden van een speelautomatenhal wordt voor 15 jaar verleend.

  • 3. In het aanhangsel van de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 4. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening en - of sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 5. Het is verboden de vergunning te verpachten.

  • 6. De burgemeester neemt als vergunningsvoorschrift op dat de vergunninghouder desgevraagd verplicht is op elk moment gedurende de looptijd van de vergunning een BIBOB-formulier in te vullen dan wel gegevens te verstrekken.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig zal worden beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan.

    • g.

      Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijziging van de vergunning

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, derde lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant binnen vier weken onder overlegging van de in artikel 3 vierde lid onder c, genoemde bescheiden een gewijzigde aanhangsel van de vergunning aan te vragen.

  • 2. Een vergunning kan worden gewijzigd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 8 Intrekking van de vergunning

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van de speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • e.

    indien door de speelautomatenhal een ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid en/ of zedelijkheid ontstaat;

  • f.

    indien de exploitant of de beheerder niet langer voldoet aan de eisen zoals gesteld in deze verordening.

  • g.

    in het geval en onder de voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een ondernemer de exploitatie van zijn speelautomatenhal beëindigt, vervalt de vergunning van rechtswege.

  • 2. In het geval beëindiging van de exploitatie het gevolg is van het overlijden van een ondernemer dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, door de erfopvolgers binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de overleden ondernemer vergund.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 sancties

Overtreding van artikel 2 lid 1 en artikel 5 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 11 Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente Heemskerk.

  • 2. De burgemeester kan daarnaast andere personen belasten met dit toezicht.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekken oude regeling

De Verordening Speelautomatenhallen Heemskerk 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. De op grond van de Verordening Speelautomatenhallen Heemskerk 2013 verleende vergunning, wordt geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel benoemde vergunningen hebben de duur van 15 jaar. Deze termijn vangt aan vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen gemeente Heemskerk 2018.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Heemskerk in zijn openbare vergadering van

20 december 2018

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

De gegeven begripsomschrijvingen zijn, waar mogelijk, uit de Wet overgenomen. De begripsomschrijving is ten opzichte van de oude verordening ongewijzigd. De omschrijving van het onderdeel weg is ruimer dan die van artikel 1, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet en omvat met name ook de kampeerplaatsen, omdat in kantines op campings speelautomaten mogen worden opgesteld, wanneer het inrichtingen betreft in de zin van artikel 30 c van de Wet.

Artikel 2 Verbodsbepaling

Het motief dat aan het vergunningvereiste ten grondslag ligt is de openbare orde, meer in het bijzonder de leef- en woonsituatie, te beschermen. Op grond van artikel 30c, eerste lid, sub b van de Wet is, naast de speelautomatenhalvergunning, tevens een aanwezigheidsvergunning vereist voor het aanwezig hebben van één of meer speelautomaten in de speelautomatenhal.

Het is de bevoegdheid van de raad om het aantal speelautomatenhallen te beperken tot een bepaald maximum.

lex silencio positivo: Deze vergunning beoogt met name de bescherming van de openbare orde. Daarnaast speelt het bestrijden van gokverslaving een rol. Het is hoogst onwenselijk zijn als deze vergunning van rechtswege wordt verleend voordat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden en is voltooid. Een lex silencio positivo is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde en volksgezondheid. Paragraaf 4.1.3.3. Awb wordt niet van toepassing verklaard.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

Dit artikel is aangepast vanwege het digitaal maken van het proces. Hiervoor is het noodzakelijk dat de burgemeester een digitaal aanvraagformulier vaststelt. Met dit digitale formulier kunnen gegadigde een aanvraag doen voor een vergunning voor het houden van een speelautomatenhal. Er is sprake van een schaarse vergunning indien er mogelijk meer aanvragers zijn dan het aantal beschikbare publieke rechten. De vergunning voor het houden van een speelautomatenhal is beperkt tot één speelautomatenhal en valt dus onder deze definitie en dus is er sprake van een schaarse vergunning.

In het kader van het leerstuk van schaarse vergunningen kan de vergunning voor het houden van een speelautomatenhal niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend. Er is aansluiting gezocht bij de aanbeveling van de Kansspelen brancheorganisatie om een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal voor de duur van vijftien jaar te verlenen. Hiermee heeft de ondernemer voldoende tijd om zijn/haar investering terug te verdienen en op zijn/haar investering winst te maken.

Ook is in het kader van schaarse vergunningen gekozen voor een nieuwe verdeelmethode van de aanwezigheidsvergunning. Door de inschrijving 30 dagen van te voren te publiceren heeft iedere gegadigde kans om in te schrijven op de aanwezigheidsvergunning.

De verklaring waaruit blijkt dat de exploitant gerechtvaardigd over de ruimte beschikt waarin de speelautomatenhal is gevestigd, is ongewijzigd gebleven in verband met de Wet BIBOB: gemeenten willen kunnen beoordelen of de hele organisatie, (dus ook de huisvesting) met betrekking tot het uitoefenen van een bedrijf als een speelautomatenhal, op legale wijze geschiedt. De vestigingsruimte speelt hierbij een wezenlijke rol, aangezien hieruit de financiering van de hal kan worden afgeleid.

Het aangeven van het aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten in de plattegrond, als bedoeld onder a, staat in verband met artikel 13 van het Speelautomatenbesluit. Het staat los van het in artikel 5, derde lid, onder c, bepaalde op grond waarvan in de exploitatievergunning beperkingen kunnen worden gesteld aan het aantal speelautomaten.

Artikel 4 Beslistermijn

Dit artikel beschrijft het beslistermijn van de burgemeester. De burgemeester kan de aanvraag eenmalig met twaalf weken verdagen. Er is voor gekozen om de vergunning te verlenen aan degene die als eerste zijn aanvraag heeft ingediend. Uit de jurisprudentie in het kader van schaarse vergunningen is gebleken dat ieder verdeelsysteem in beginsel is toegestaan.

Artikel 5 Vergunningvoorschriften

Met de persoonsgebonden vergunning wordt bedoeld dat de vergunning uitsluitend op naam van de exploitant kan worden gesteld en dat deze niet overdraagbaar is.

Bij het kiezen van de vergunningstermijn is aangesloten bij de standpunten van de Kansspelen brancheorganisatie. Een van die standpunten is dat: gemeenten stellen een redelijke termijn voor vergunningen voor bepaalde tijd van tenminste 15 jaar en passen die algemeen toe.

In lid drie wordt aangegeven dat aan de vergunning voorschriften en beperkingen kunnen worden verbonden, in ieder geval met betrekking tot opening- en sluitingstijden (sub a).

Bij de vaststelling van de verhouding tussen behendigheids- en kansspelautomaten zou ook hieraan betekenis kunnen worden toegekend aan de mogelijkheid van een rendabele exploitatie. In het vierde lid is de mogelijkheid opgenomen om een BIBOB toets toe te passen. Dit zal echter worden toegepast als ultimum remedium.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In artikel 2 lid 2 van deze verordening is gekozen om voor maximaal één speelautomatenhal een aanwezigheidsvergunning te verlenen. Mocht deze aanwezigheidsvergunning al zijn verleend, is het plafond bereikt, en zal de aanvraag worden geweigerd.

Het vereiste onder b dient om een speelautomatenhal duidelijk van de openbare weg af voor een ieder herkenbaar te maken. Tevens om te voorkomen dat in een achteraf lokaal van een gebouw, waarin bij voorbeeld een horecabedrijf wordt uitgeoefend, een speelautomatenhal wordt geëxploiteerd en deze automatenhal mede of uitsluitend via het andere bedrijf bereikbaar is.

Het criterium openbare orde wordt niet opgenomen in de verordening voor de exploitatie van speelautomatenhallen. De wet noemt dit criterium reeds in verband met de weigeringsgronden voor een aanwezigheidsvergunning van speelautomaten.

De strekking van de verordening is het afwenden van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de hal.

De jurisprudentie op grond van artikel 30 van de Wet op de kansspelen geeft blijk dat bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een speelautomatenhal acht mag worden geslagen op de mogelijke gevolgen voor het leefklimaat.

In het bepaalde onder e komt tot uiting dat de vergunning dient te worden geweigerd, wanneer gevreesd moet worden dat de woon- en leefsituatie door de vestiging van (nog) een hal op ontoelaatbare wijze zal worden aangetast. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat, het winkelniveau aldaar en van de wijk waarin de speelautomatenhal is gelegen of zal komen te liggen. In de beoordeling van de aanvrage wordt de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan betrokken.

Het is ook mogelijk om een vergunning te weigeren, wanneer er sprake is van een op ontoelaatbare wijze aantasten van het karakter van een (deel van) winkelstraat/-buurt/-centrum. Dit kan bij voorbeeld het geval zijn in een winkelstraat met winkels van een 'exclusief' karakter. Door de vestiging van een automatenhal zal er sprake (kunnen) zijn van een ontoelaatbaar spanningsveld, waardoor een te grote inbreuk mag worden gevreesd op de bestaande functie van de winkelstraat.

Onder f is als weigeringsgrond opgenomen dat er geen sprake mag zijn van strijd met een geldend bestemmingsplan. In dit verband dient gewezen te worden op de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing die het bestemmingsplan nogal eens biedt, alsook de mogelijkheid van een anticipatieprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 50, achtste lid, van de Woningwet. Deze mogelijkheden beperken de burgemeester niet in de weigeringsmogelijkheid, maar het lijkt een zaak van behoorlijk bestuur om, voordat tot weigering van de vergunning wordt overgegaan, de mogelijkheid van ontheffing, vrijstelling of anticipatie in overweging te nemen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt handelen op grond van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan beschouwd als handelen in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. Doel van dit lid is de koppeling van de vereiste vergunning met het planologisch regime. Vereist is dus niet dat de locatie waar vergunning voor wordt gevraagd is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van deze verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden. Deze constructie is blijkens het KB van 2 januari 1980, AB 1980, 151, mogelijk. Zie ook ARRS 28 oktober 1983, AB 1984, 42.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

Indien een exploitant de beheerder verliest, door overlijden of vertrek, behoeft de ondernemer de bedrijfsuitoefening niet te staken, indien binnen de aangegeven termijn een nieuwe vergunning wordt aangevraagd. Het vervallen van de bestaande vergunning van rechtswege zou betekenen dat belanghebbenden hiertegen geen bezwaar of beroep kunnen aantekenen, aangezien van een beschikking geen sprake is. Het verdient aanbeveling schriftelijk mededeling te doen van de constatering, dat niet meer wordt voldaan aan de eisen die aan een beheerder worden gesteld. Daarbij kan er op gewezen worden dat een situatie dreigt waardoor de vergunning kan vervallen.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

Onderbreking van de exploitatie voor een periode langer dan in de bepaling genoemd, behoeft niet in alle gevallen aanleiding te geven om de vergunning in te trekken. Gedacht kan bij voorbeeld worden aan verbouwingen die langere tijd blijken te vergen of aan campings die buiten het seizoen gesloten zijn. Voor de toepassing van de in onderdeel b genoemde intrekkingsgrond (intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten) weegt de motivering zwaar. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij er op vertrouwen dat een zwaarwegend belang wordt toegekend aan het behoud van de vergunning, gelet op de daaraan verbonden financiële consequenties.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

In het eerste lid is gekozen voor het van rechtswege vervallen van een vergunning. Hierdoor is het niet nodig om de vergunning voor de beëindigde speelautomatenhal in te trekken. Het derde lid van het onderhavige artikel beoogt aan de erfgenamen bij overlijden van een ondernemer enig respijt te geven om zich te beraden over de al dan niet voortzetting van het bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 5 is de vergunning niet overdraagbaar en dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd door degene die de exploitatie voortzet. In afwachting hiervan behoeft de bedrijfsuitoefening niet te worden gestaakt, mits de aard van de inrichting en overige omstandigheden ongewijzigd blijven.

Artikel 10 Sancties

Op de overtreding van een verbodsbepaling in de speelautomatenhalverordening is in de Wet op de kansspelen geen directe strafsanctie gesteld zodat de gemeenteraad op grond van artikel 154 Gemeentewet op overtreding van zijn verordening zelf een strafsanctie kan stellen. Art. 154 bepaalt dat de raad op grond van haar verordende bevoegdheid bij overtreding van hetgeen bij verordening is geregeld, geen andere of zwaardere straffen kan stellen dan een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 11 Toezicht

Ambtenaren die belast zijn met handhaving, toezicht en/ of opsporing van overtredingen in verband met deze verordening zijn bevoegd om de speelautomatenhal te betreden. Het artikel bevat de verplichting voor de ondernemer om betreding van de speelautomatenhal door deze ambtenaren toe te staan.

Artikel 12 Betreden van plaatsten

In het kader van het houden van toezicht door de in het voorgaande artikel aangewezen ambtenaren, wordt artikel 5:15 Awb, het betreden van plaatsen, van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 13 Intrekken oude regeling

Dit artikel regelt de intrekking van de oude verordening.

Artikel 14 Overgangsrecht

Vanwege de rechtszekerheid en de eerbiediging van bestaande rechten is een overgangsbepaling opgenomen. Om de markt niet voor onbepaalde tijd gesloten te houden is er voor gekozen om de huidige vergunning om te zetten naar een vergunning voor een periode van 15 jaar.

De termijn dient te worden gekoppeld aan een redelijke terugverdientijd voor ondernemers die de mogelijkheid moeten hebben om noodzakelijke investeringen terug te verdienen. Indien de termijn te kort is kan de continuïteit van bedrijfsvoering in geding komen. Indien de termijn te lang is, kan de mededinging zelf in geding komen: de mogelijkheden voor nieuwe spelers om toe te treden tot de markt worden daarmee beperkt.

Europees recht, in casu de Dienstenrichtlijn schrijft voor dat vergunningen in de hoofdregel voor onbepaalde tijd worden verleend. Bij deze vergunning doet zich wat dat betreft een uitzonderingssituatie voor. Omdat het aantal vergunningen beperkt is, moet volgens de Dienstenrichtlijn de vergunning in dit geval juist wel periodiek heroverwogen moet worden, zodat de markt niet permanent afgesloten blijft voor andere partijen.

Door de vergunningsduur te bepalen op 15 jaar wordt het voor (potentiële) exploitanten mogelijk om een hoogwaardige speelautomatenhal in te richten en te exploiteren. Om die reden wordt gekozen voor een vergunningsduur van 15 jaar.

Artikel 15 Citeertitel

In de citeertitel dient de naam van de gemeente en het jaar van vaststelling opgenomen te worden, zodat de regeling kan worden onderscheiden van de voorgaande regeling.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.