Regeling vervallen per 01-06-2011

Reglement van orde van de welstandscommissie

Geldend van 01-01-2003 t/m 31-05-2011

Intitulé

Reglement van orde van de welstandscommissie

Reglement van orde van de welstandscommissie

Reglement van orde van de welstandscommissie

Inleiding

In dit “Reglement van orde van de welstandscommissie Heemstede” worden de instelling van de welstandscommissie voor de gemeente Heemstede en de samenstelling, benoeming en werkwijze van die commissie vastgelegd. Dit reglement van orde vindt haar juridische basis in de gemeentelijke Bouwverordening en dient als een bijlage bij die verordening te worden vastgesteld door de gemeenteraad.

1. Advisering door de welstandscommissie

Artikel 1 Onafhankelijkheid

De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk standplaats, waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand.

De welstandscommissie voert haar taken uit in onafhankelijkheid.

De welstandscommissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid en baseert haar advies uitsluitend op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria

Artikel 2 Taakomschrijving

De welstandscommissie is belast met wettelijk verplichte en niet-wettelijk verplichte taken. De wettelijk verplichte taken worden uitgevoerd op grond van de Woningwet.

Wettelijk verplichte taken:

De welstandscommissie adviseert burgemeester en wethouders over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen. De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden.

Niet-wettelijk verplichte taken:

De welstandscommissie adviseert burgemeester en wethouders over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het aanbrengen van reclame niet bouwen zijnde indien dergelijke aanvragen niet door een gemandateerde ambtenaar, op grond van in de welstandsnota opgenomen ambtelijke toetsingscriteria, van een positief welstandsadvies kunnen worden voorzien.

De welstandscommissie voert onder regie van de gemeente overleg met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen en beoordeelt daartoe principeaanvragen voor bouwplannen.

De welstandscommissie brengt op verzoek van burgemeester en wethouders advies uit over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken.

De welstandscommissie overlegt met de betrokken ambtelijke afdelingen, burgemeester en wethouders en de gemeenteraad over het opstellen van welstandscriteria en welstandsbeleid.

De welstandscommissie levert op verzoek van burgemeester en wethouders een bijdrage aan het bevorderen van de openbaarheid van het welstandstoezicht, het maatschappelijk draagvlak voor welstandstoezicht en het stimuleren van de discussie over ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

De welstandscommissie draagt zorg voor regelmatig overleg met burgemeester en wethouders en signaleert daarbij gevraagd en ongevraagd stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

2. Samenstelling van de welstandscommissie

Artikel 3 Samenstelling

De welstandscommissie bestaat ten minste uit 4 leden:

twee architectleden en een plaatsvervangend lid;

een ingezetene van de gemeente met belangstelling voor de welstand , die niet bij het bouwen betrokken is.

De commissie wijst uit de twee architectleden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4 Profielschets van alle commissieleden

De leden van de welstandscommissie moeten geïnteresseerd zijn in Heemstede en de gemeente kennen of willen leren kennen.

De leden van de welstandscommissie zijn bereid zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente en baseren zich bij de beoordeling van bouwplannen uitsluitend op de welstandscriteria zoals opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota.

De leden van de welstandscommissie moeten in staat zijn bouwplantekeningen te lezen en cultureel besef en kennis hebben van de (geschiedenis van de) bouwkunst.

De leden van de welstandscommissie zijn onpartijdig, dat betekent dat zij geen persoonlijk belang mogen hebben bij de door burgemeester en wethouders te nemen beslissingen en dat zij hun taak niet met vooringenomenheid mogen vervullen.

De leden van de welstandscommissie mogen geen professionele betrokkenheid hebben bij de te beoordelen bouwplannen (WZNH).

De leden van de welstandscommissie mogen geen professionele opdrachten aanvaarden en uitvoeren binnen de gemeente.

De leden van de welstandscommissie moeten in staat zijn hun oordeel begrijpelijk te verwoorden, met respect voor allen die bij de advisering een rol spelen. Dit vraagt van alle commissieleden zekere communicatieve vaardigheden.

De leden van de welstandscommissie hebben een geheimhoudingsplicht inzake de aan hen voorgelegde plannen en beleidsdocumenten.

Artikel 5 Profielschets van de voorzitter

De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de welstandscommissie en bewaakt de deugdelijkheid van de welstandsadvisering in brede zin.

De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de discussie geeft de voorzitter een korte, heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking.

De voorzitter treedt op als gastheer of –vrouw voor de planindieners, ontwerpers en andere bezoekers.

De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden en heeft hiertoe tenminste eenmaal per jaar een evaluerend overleg met de portefeuillehouder. De uitkomsten van het evaluatiegesprek wordt opgenomen in het jaarverslag van de welstandscommissie.

De voorzitter onderhoudt de contacten met de pers en andere belangstellenden. Bij een persgesprek is altijd een bij het welstandstoezicht betrokken derde aanwezig.

Artikel 6 Profielschets van het architectlid

De architectleden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kwaliteit van de welstandsadviezen.

Het architectlid is een geregistreerde architect die zich door opleiding en ervaring kwalificeert om zitting te nemen in de welstandscommissie.

Het architectlid heeft een eigen, actieve beroepspraktijk en heeft ervaring met het beoordelen van ontwerpen van (aanstaande) collega’s in bijvoorbeeld onderwijssituaties of jury’s.

Artikel 7 Vervallen

3. Benoeming en zittingsduur

Artikel 8 Benoemingsprocedure

De leden van de welstandscommissie worden benoemd en ontslagen door de gemeenteraad.

Artikel 9 Zittingsduur

Benoemingen gelden voor een periode van drie jaar met een mogelijkheid tot herbenoeming voor een periode van nog eens drie jaar. Omwille van de continuïteit van de welstandsadvisering worden de leden van de welstandscommissie in beginsel benoemd en herbenoemd in een alternerend systeem.

In afwijking van het eerste lid van dit artikel kan het plaatsvervangend lid wanneer hij niet of nauwelijks in zijn zittingsperiode is opgeroepen, voor een volgende zittingsperiode herbenoemd worden, dit ter beoordeling door de raad op advies van het college van burgemeester en wethouders.

De leden die op 1 januari 2003 ten minste twee jaar zitting hebben in de welstandscommissie kunnen nog ten hoogste drie jaar na die datum benoemd blijven in de commissie.

Door de gemeenteraad wordt een rooster van aftreden bijgehouden. De gemeenteraad maakt drie maanden voor het verstrijken van een benoemingstermijn zijn voornemens voor de nieuwe benoemingstermijn kenbaar aan het desbetreffende lid van de welstandscommissie en aan de welstandscommissie

Artikel 10 Voortijdige beëindiging van de benoeming van commissieleden

De leden van de welstandscommissie kunnen ten allen tijde kenbaar maken hun benoeming te willen beëindigen. Zij geven hiervan schriftelijk drie maanden tevoren kennis aan de gemeenteraad.

De gemeenteraad kan in voorkomende gevallen, de benoeming van een lid of van alle leden van de welstandscommissie voortijdig beëindigen, wanneer het betreffende commissielid of de betreffende commissieleden naar zijn oordeel niet naar behoren functioneert of functioneren.

4. Jaarlijkse verantwoording

Artikel 11 Jaarverslag

  • 1.

    De welstandscommissie stelt ter uitvoering van artikel 12b lid 3 WW jaarlijks voor de gemeenteraad een verslag op van haar werkzaamheden, genoemd het ‘jaarverslag’.

    In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde op welke wijze de welstandscommissie toepassing heeft gegeven aan de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen welstandscriteria. Het jaarverslag signaleert waar de welstandsnota als beleidskader voldoende dan wel onvoldoende houvast heeft kunnen bieden bij de welstandsbeoordeling en geeft aan waarom in specifieke gevallen is afgeweken van het vastgestelde beleid.

  • 2.

    Voorts kan de welstandscommissie in haar jaarverslag aandacht besteden aan de werkwijze van de commissie, op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen, de aard van de beoordeelde plannen en bijzondere projecten. De welstandscommissie kan in haar verslag aanbeveling doen ten aanzien van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en het welstandsbeleid in het bijzonder.

  • 3.

    Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. Het jaarverslag wordt jaarlijks in april aangeboden aan de gemeenteraad.

  • 4.

    Bespreking van het jaarverslag in de gemeenteraad wordt gecombineerd met de jaarlijks op te stellen rapportage over de uitvoering van het welstandstoezicht door burgemeester en wethouders.

5. Termijn van advisering en vooroverleg

Artikel 12 Termijn van advisering bij de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

De welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid brengt bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen binnen vier weken advies uit. Binnen deze termijn kan de welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerde lid het welstandsadvies aanhouden indien meer informatie of een toelichting van de ontwerper wenselijk is.

Artikel 13 Overschrijding van de termijn

Indien de welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerde lid niet binnen de gestelde termijn tot een advies komt, beoordelen burgemeester en wethouders zelf of het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Daarbij nemen zij de in de welstandsnota opgenomen criteria in acht. De welstandscommissie wordt van deze beoordeling in kennis gesteld.

Artikel 14 Vooroverleg over principeaanvraag

De gemeente biedt de mogelijkheid om, voorafgaand aan het indienen van een bouwaanvraag, door middel van het indienen van een principeaanvraag vooroverleg te plegen met de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid, over de interpretatie van de welstandscriteria in het concrete geval van het bouwplan.

Dit vooroverleg kan in principe pas starten nadat duidelijkheid bestaat over de planologische aanvaardbaarheid van het plan.

De welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerd lid draagt uiterste zorg voor consistente beoordelingen in de verschillende planfasen.

Het vooroverleg vindt in principe niet plaats in het openbaar, tenzij de planindieners, burgemeester en wethouders en de welstandscommissie van mening zijn dat openbare behandeling geen belangen schaadt en de transparantie van het welstandstoezicht ten goede komt.

Van het vooroverleg wordt altijd verslag gemaakt, dat met de besproken bescheiden wordt opgenomen in het dossier. De welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerde lid geeft aan in welke fase het plan werd beoordeeld en door op welke wijze de bouwaanvraag uiteindelijk zal worden beoordeeld (door de plenaire commissie dan wel door een namens haar gemandateerd lid).

Artikel 15 Beëindiging van het vooroverleg na drie negatieve beoordelingen

Als een plan tijdens de vooroverlegfase drie keer negatief wordt beoordeeld door de welstandscommissie dan wel het namens haar gemandateerde lid en er tijdens het proces geen noemenswaardige vooruitgang wordt geconstateerd, zal de welstandscommissie het vooroverleg beëindigen en via de ambtelijk secretaris contact opnemen met de portefeuillehouder om de (politieke) consequenties hiervan te bespreken.

Artikel 16 Geldigheidstermijn van een principeaanvraag

Indien een principeaanvraag niet binnen zes maanden na de laatste beoordeling door de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid, wordt gevolgd door een bouwaanvraag, wordt het dossier gesloten. Deze termijn geldt niet indien de welstandscommissie en de planindiener schriftelijk een andere termijn zijn overeenkomen.

6. Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting

Artikel 17 Openbare behandeling van aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen

De behandeling van aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen door de welstandscommissie dan wel door een gemandateerd lid van de commissie is openbaar tenzij de planindiener, burgemeester en wethouders of de welstandscommissie van mening zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen zijn voor geheimhouding.

De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het formuleren van de conclusie c.q. het welstandsadvies. Belangstellenden kunnen de vergadering van de welstandscommissie bijwonen op de publieke tribune. Belangstellenden en belanghebbenden hebben geen spreekrecht, met uitzondering hetgeen geregeld in artikel *19.

Goedgekeurde notulen van de behandeling van aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen zijn openbaar en kunnen bij de afdeling Bouw- en woningtoezicht tijdens de openingsuren worden ingezien.

Artikel 18 Bekendmaking van de agenda

De data, het tijdstip en de locatie van de welstandsvergaderingen worden door bouw- en woningtoezicht ter kennis gesteld van de lokale pers.

Op twee dagen voorafgaand aan de vergaderingen van de welstandscommissie wordt via de internetsite van de gemeente Heemstede bekend gemaakt dat de agenda met bijbehorende dossiers vanaf de dinsdag voorafgaand aan de vergadering bij bouw- en woningtoezicht ter inzage ligt.

Artikel 19 Plantoelichting door indiener en/of ontwerper

Als een planindiener en/of ontwerper hierom bij het indienen van het plan heeft verzocht, wordt deze door de ambtelijk secretaris uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan wordt behandeld.

Als de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid een nadere toelichting gewenst acht dan wordt de planindiener en/of de ontwerper door de ambtelijk secretaris uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan wordt behandeld.

Een plantoelichting is bedoeld voor een korte toelichting op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de welstandscriteria, door planindiener en/of ontwerper.

7. Afdoening bij mandaat

Artikel 20 Mandaat namens de welstandscommissie

De welstandscommissie kan één of meer van haar leden schriftelijk mandateren om bepaalde taken uit te voeren. De gemandateerde voert de taak uit onder verantwoordelijkheid en namens de commissie, wat moet blijken uit bijvoorbeeld de ondertekening.

Eén van de taken die door de welstandscommissie aan één of meer van haar leden kunnen worden gemandateerd is het uitbrengen van het welstandsadvies voor bouwplannen van relatief geringe ruimtelijke betekenis of van bouwplannen waar de mening van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld. De gemandateerde heeft hierbij een beperkt mandaat, dat wil zeggen dat alleen positieve adviezen kunnen worden gegeven. Plannen waarmee het gemandateerde commissielid niet akkoord kan gaan, worden alsnog in de plenaire commissie behandeld.

Voor behandeling van bouwplannen onder mandaat gelden verder dezelfde reglementen als voor behandeling van bouwplannen door de plenaire commissie.

Artikel 21 Ambtelijk mandaat voor reclames vallend onder de aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen of reclames vallend onder de aanvraag omgevingsvergunning voor het maken van handelsreclame op of aan een onroerende zaak(APV)

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de ambtelijk secretaris mandateren om namens hen het welstandsoordeel te geven voor aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen waarvoor in de welstandsnota ambtelijke toetsingscriteria zijn opgenomen. (loketcriteria)

  • 2.

    De gemandateerde ambtenaar heeft hierbij een beperkt mandaat, dat wil zeggen dat alleen positieve adviezen kunnen worden gegeven. Plannen waarmee de gemandateerde ambtenaar niet akkoord kan gaan, worden alsnog aan de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid voorgelegd.

  • 3.

    Indien er sprake is van een bijzondere situatie of er gerede twijfel bestaat aan de toepasbaarheid van de ambtelijke toetsingscriteria legt de gemandateerde ambtenaar het plan voor advies voor aan de welstandscommissie.

8. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

Artikel 22 Inhoud van het advies

  • 1.

    Het welstandsadvies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of een standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, uitsluitend te beoordelen aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota.

  • 2.

    Het welstandsadvies is niet gericht op zaken die geen betrekking hebben op het welstandstoezicht.

  • 3.

    Het welstandsadvies kan worden gecombineerd met suggesties voor beleid of procedurele zaken die naar mening van de commissie in acht genomen zouden moeten worden. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het welstandsadvies zelf.

  • 4.

    Het welstandsadvies mag nooit zodanig zijn geformuleerd dat één der betrokkenen zich daardoor beledigd of in goede naam of eer aangetast kan voelen.

Artikel 23 Conclusie van het advies

Het welstandsadvies kan de volgende conclusies hebben:

  • 1.

    Akkoord: Het plan voldoet naar mening van de welstandscommissie volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand. Dit advies kan worden gecombineerd met suggesties om het plan op een (nog) hoger niveau te tillen. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het welstandsadvies zelf.

  • 2.

    Niet akkoord tenzij wordt voldaan aan de opmerkingen: Het plan voldoet naar mening van de welstandscommissie volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand, tenzij het op ondergeschikte punten wordt aangepast. Deze punten worden ondubbelzinnig genotuleerd of op de tekening aangegeven. De ambtelijk secretaris nodigt daarna de planindiener uit om binnen de wettelijke afhandelingstermijn een aangepast plan in te dienen dat vervolgens door een gemandateerde ambtenaar dan wel een gemandateerd lid van de welstandscommissie wordt beoordeeld.

  • 3.

    Niet akkoord: Het plan voldoet naar mening van de welstandscommissie volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand. Dit betekent dat ingrijpende wijzigingen in het planconcept of de uitwerking van het ontwerp noodzakelijk zijn.

Artikel 24 Schriftelijke motivering

  • 1.

    De welstandscommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

  • 2.

    Bij positieve advisering kan een expliciete motivering in eerste instantie achterwege blijven, tenzij burgemeester en wethouders daarom verzoeken of er een bezwaar tegen het bouwplan wordt ingediend.

  • 3.

    Een positief advies wordt altijd schriftelijk gemotiveerd als er sprake is van een bijzondere situatie waarbij wordt geadviseerd om een plan, in afwijking van de van toepassing zijnde gebiedsgerichte c.q. objectgerichte welstandscriteria, goed te keuren.

  • 4.

    Elk welstandsadvies bestaat uit:

    Een beknopte karakteristiek van het bouwplan en zijn omgeving

    Indien van toepassing: kort chronologisch overzicht van eerdere planbeoordelingen

    Indien van toepassing: een beknopt verslag van een plantoelichting door de planindieners en/of de ontwerper

    Een verwijzing naar de bij de beoordeling toegepaste welstandscriteria

    Het welstandsadvies

    Bij een negatief advies de motivering daarvan

    Indien van toepassing: aanbevelingen of suggesties van de welstandscommissie.

Artikel 25 Toelichting op het welstandsadvies

  • 1.

    De planindiener en/of ontwerper kan verzoeken om een mondelinge toelichting op het welstandsadvies.

  • 2.

    Deze toelichting wordt in eerste instantie gegeven door de ambtelijk secretaris.

  • 3.

    Indien de planindiener en/of ontwerper vervolgens een nadere toelichting wenst wordt een afspraak gemaakt met de welstandscommissie dan wel een namens haar gemandateerd lid.

9. Welstandsoordeel van B&W

Artikel 26 Welstandsoordeel van burgemeester en wethouders

  • 1.

    De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de afgifte van de omgevingsvergunning voor het bouwen ligt bij burgemeester en wethouders indien bevoegd gezag in de zin van de WABO.

    Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen welstandscriteria.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vragen bij elke aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen g met uitzondering van de plannen die op grond van de welstandsnota als welstandsvrij zijn aan te merken advies aan de welstandscommissie, tenzij bij voorbaat vaststaat dat de omgevingsvergunning voor het bouwen reeds op een andere grond moet worden geweigerd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders vergewissen zich er van dat het welstandsadvies waarop zij hun welstandsoordeel baseren, naar inhoud en wijze van totstandkoming deugdelijk is.

Artikel 27 Afwijken op inhoudelijke grond

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op inhoudelijke grond afwijken van het welstandsadvies indien zij tot het oordeel komen dat de welstandscommissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of de commissie naar hun oordeel niet de juiste criteria heeft toegepast.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond tot een ander oordeel komen dan de welstandscommissie, dan kunnen zij voordat het besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen maar binnen de daarvoor geldige afhandelingstermijn, een second opinion vragen aan de speciaal daarvoor bestaande welstandscommissie van de Stichting Welstandszorg Noord-Holland.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond afwijken van het welstandsadvies wordt dit in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 28 Afwijken van de welstandscriteria

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht en op advies van de welstandscommissie afwijken van de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria. Dit kan gebeuren bij plannen die niet voldoen aan deze welstandscriteria maar wél aan redelijke eisen van welstand, dit te beoordelen aan de hand van de algemene welstandscriteria.

  • 2.

    Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de bouwvergunning gemotiveerd.

Artikel 29 Afwijken om andere redenen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van artikel 2.10 lid 1 onder d van de Woningwet, de omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen ondanks strijdigheid van dat plan met redelijke eisen van welstand, indien zij van oordeel zijn dat daarvoor andere redenen zijn, bijvoorbeeld van economische of maatschappelijke aard.

  • 2.

    Deze afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen gemotiveerd. De welstandscommissie wordt hiervan op de hoogte gesteld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zullen uiterst terughoudend zijn met het gebruik van deze mogelijkheid omdat de ruimtelijke kwaliteit niet snel ondergeschikt wordt geacht aan economische of maatschappelijke belangen.

Artikel 30 Bezwaar en beroep

  • 1.

    Belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen zes weken bezwaar indienen tegen de beslissing van burgemeester en wethouders op de aanvraag voor een bouwvergunning.

  • 2.

    In de bezwaarschriftenprocedure heroverwegen burgemeester en wethouders het besluit nadat belanghebbenden tijdens een hoorzitting hun standpunten nader hebben kunnen toelichten.

  • 3.

    In de bezwaarschriftenprocedure kunnen burgemeester en wethouders een second opinion vragen aan de speciaal daarvoor bestaande welstandscommissie van de Stichting Welstandszorg Noord-Holland.

  • 4.

    Belanghebbenden die het met de heroverweging van burgemeester en wethouders niet eens zijn kunnen hiertegen in beroep gaan.

Artikel 31 Jaarlijkse rapportage door B&W

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen, ter uitvoering van artikel 12c van de Woningwet jaarlijks een rapportage op voor de gemeenteraad over de wijze waarop zij met hun verantwoordelijkheid voor het uitoefenen van het welstandstoezicht zijn omgegaan.

  • 2.

    In de rapportage komen in ieder geval de volgende punten aan de orde: de wijze waarop burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de welstandsadviezen; in welke categorieën van gevallen zij de aanvraag voor een lichte bouwvergunning niet aan de welstandscommissie hebben voorgelegd en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria; in welke categorieën van gevallen zij tot aanschrijving op grond van ‘ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand‘ (op grond van artikel 19 van de Woningwet) zijn overgegaan en of zij na die aanschrijving zijn overgegaan tot bestuursdwang.

  • 3.

    Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. De rapportage wordt jaarlijks in april aangeboden aan de gemeenteraad.

  • 4.

    Bespreking van de rapportage in de gemeenteraad wordt gecombineerd met het jaarverslag van de welstandscommissie.

10. Advisering over bijzondere plannen

Artikel 32 Vervallen

Artikel 33 Advisering bij plannen onder supervisie

  • 1.

    De gemeente kan voor bepaalde (nieuw te ontwikkelen) gebieden een supervisor aanstellen met als taak de ruimtelijke kwaliteit te stimuleren en planindieners en ontwerpers in de vroege fasen van de planvorming reeds te informeren en te begeleiden.

  • 2.

    Bij het aanstellen van een supervisor zal de afdeling ruimtelijk beleid zorg dragen voor een heldere taakomschrijving en een goede afstemming tussen supervisie en welstandsbeoordeling. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: de supervisor formuleert de welstandscriteria voor het gebied; de welstandscriteria gelden na vaststelling door de gemeenteraad als leidraad voor de planbegeleiding door de supervisor én als kader voor de welstandsbeoordeling; tijdens het planvormingsproces is de supervisor verantwoordelijk voor tijdige rapportage aan de welstandscommissie. Controversiële kwesties kunnen leiden tot vooroverleg van de welstandscommissie met de ontwerper, de planindiener en/of de supervisor.

  • 3.

    Bij de bouwaanvraag vindt de definitieve welstandsbeoordeling door de welstandscommissie plaats waarbij de commissie rekening houdt met wat er tijdens het begeleidingsproces is besproken en besloten.

Artikel 34 Advisering bij plannen na een ontwerpwedstrijd

  • 1.

    Bij een ontwerpwedstrijd of een ontwikkelingscompetitie worden de inzendingen beoordeeld door een speciaal aangewezen jury of beoordelingscommissie. Dit kan nooit de welstandscommissie als zodanig zijn. Een lid van de welstandscommissie kan wel op persoonlijke titel worden aangewezen als lid van een jury of beoordelingscommissie.

  • 2.

    De inzendingen van een ontwerpwedstrijd of een ontwikkelingscompetitie kunnen als principeaanvraag voor advies worden voorgelegd aan de welstandscommissie. Hierbij geldt de werkwijze zoals beschreven in artikel14,15 en16 van dit reglement van orde.

  • 3.

    De gemeente zal stimuleren dat in het wedstrijdprogramma in samenhang met de stedenbouwkundige randvoorwaarden ook expliciete welstandscriteria worden opgenomen, meestal als uitwerking van de welstandscriteria uit de welstandsnota.

Artikel 35 Advisering over ruimtelijke plannen en beleidsnota’s

  • 1.

    De welstandscommissie brengt op verzoek van burgemeester en wethouders advies uit over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken. Voor bestemmingsplannen gebeurt dit in het kader van het overleg ex.artikel 10 BRO.

  • 2.

    De welstandscommissie brengt binnen drie maanden schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders over de aan haar voorgelegde ruimtelijke plannen en beleidsnota’s.

  • 3.

    In haar advies beperkt de welstandscommissie zich tot de raakvlakken van het betreffende plan of de nota met het welstandstoezicht. De welstandscommissie onderzoekt de consequenties van het plan of de nota voor het welstandstoezicht, signaleert eventuele tegenstrijdigheden of hiaten in relatie tot het welstandsbeleid.

  • 4.

    Na de vaststelling van het plan of de nota ontvangt de welstandscommissie een definitief exemplaar en een reactie op haar eerder uitgebrachte advies.

11. Ondersteuning van de welstandscommissie

Artikel 36 Ondersteuning vanuit de gemeentelijke organisatie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen een ambtelijk secretaris aan.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris legt over de inhoud van het werk uitsluitend verantwoording af aan (de voorzitter van) de welstandscommissie.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris legt wat betreft de organisatorische en budgettaire aspecten verantwoording af aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris ondersteunt de welstandscommissie op zodanig wijze dat deze optimaal kan functioneren bij de uitoefening van haar taken als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris is aanwezig bij alle vergaderingen van de welstandscommissie en fungeert als dagelijks aanspreekpunt van de commissie.

  • 6.

    De ambtelijk secretaris onderhoudt de contacten met de ambtelijke diensten (met name het bouwtoezicht en stedenbouw), neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in en bereidt de behandeling van de bouwplannen in de welstandscommissie voor. Hij of zij controleert of de bouwplannen (inclusief de bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de welstandstoets benodigde bescheiden, zoals omschreven in het ‘Besluit indieningsvereisten’ als bedoeld in artikel 40 a van de Woningwet.

  • 7.

    De ambtelijk secretaris draagt er zorg voor dat alleen bouwplannen waarvan de planologische aanvaardbaarheid in principe vaststaat en die niet om andere redenen moeten worden geweigerd, voor advies aan de welstandscommissie worden voorgelegd.

  • 8.

    De ambtelijk secretaris verzorgt (in overleg met de voorzitter) de agendering en draagt er zorg voor dat de welstandscommissie kan adviseren binnen de voorgeschreven beslistermijn.

  • 9.

    Tijdens de vergadering introduceert de ambtelijk secretaris de bouwplannen. Hij of zij neemt geen deel aan de beoordeling maar informeert de commissie over alle relevante aspecten van het bouwplan.

  • 10.

    De ambtelijk secretaris stelt de vergadernotulen op en zorgt voor de administratieve verwerking van de welstandsadviezen.

  • 11.

    De ambtelijk secretaris maakt de afspraken tussen planindieners en/of ontwerpers en de welstandscommissie.

  • 12.

    De ambtelijk secretaris geeft planindieners en/of ontwerpers de eerste mondelinge toelichting op het welstandsadvies.

  • 13.

    De ambtelijk secretaris verzamelt de kwantitatieve gegevens voor de rapportage van burgemeester en wethouders en neemt deel aan het evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de welstandscommissie.

Artikel 38 Adviseur

Indien de aard van een te beoordelen plan dan wel het beleid daartoe aanleiding geeft kunnen burgemeester en wethouders en de welstandscommissie in overleg treden over de mogelijkheid om op ad hoc of permanente basis specifieke deskundigen als adviseur van de commissie te raadplegen.

De adviseur is geen lid van de commissie maar wordt voorafgaand aan de beraadslaging in de gelegenheid gesteld zijn of haar visie op het plan te geven. De adviseur neemt geen deel aan de beraadslaging en heeft geen stem in de eindbeoordeling.

De aanwezigheid van een adviseur wordt altijd vermeld in de vergadernotulen.

12. Vergaderorde

Artikel 39 Vergadering

  • 1.

    De welstandscommissie vergadert tenminste tweemaal per maand volgens een jaarlijks vast te stellen vergaderrooster waarin ook de vergaderlocatie wordt vastgelegd.

  • 2.

    De welstandscommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien tenminste twee architectleden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn, tenzij de advisering via mandaat (7 artikel 20) geregeld is.

  • 3.

    De vergadering van de welstandscommissie verloopt volgens een vast protocol:

    • -

      Opening door de voorzitter

    • -

      Welkom en uitleg aan bezoekers op de publieke tribune

    • -

      Verslag van de gemandateerde werkzaamheden die onder de openbaarheid vallen

    • -

      Behandeling van bouwaanvragen

    • -

      Sluiting

  • 4.

    Voorafgaand of na afloop van de vergadering vinden besloten besprekingen plaats met de volgende agendapunten:

    • -

      Verslag van gemandateerde werkzaamheden die niet onder de openbaarheid vallen

    • -

      Behandeling van principeaanvragen

    • -

      Behandeling van ruimtelijke plannen en andere beleidsnota’s

    • -

      Overige taken en activiteiten van de welstandscommissie

    • -

      Evaluatie van de vergadering en punten voor het jaarverslag

    • -

      Vaststelling van de notulen

Artikel 40 Behandeling van een bouwplan

  • 1.

    De behandeling van een bouwplan verloopt volgens een vast protocol:

    • -

      indien aanwezig: ontvangst van planindiener en/of ontwerper en uitleg van de gang van zaken door de voorzitter

    • -

      Introductie van het plan door de ambtelijk secretaris

    • -

      Gelegenheid voor een korte toelichting op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de welstandscriteria, door planindiener en/of ontwerper

    • -

      Gelegenheid voor korte toelichting door eventuele adviseurs van de welstandscommissie

    • -

      Gelegenheid voor vragen door de commissieleden

    • -

      Start van de beraadslaging, waarbij de voorzitter vaststelt welke welstandscriteria van toepassing zijn en op welke manier deze worden behandeld

    • -

      Beraadslaging door de commissieleden, waarbij de voorzitter elk commissielid in de gelegenheid stelt zijn of haar mening voldoende te uiten

    • -

      Conclusies, eventueel formele stemming

    • -

      Samenvatting van het uit te brengen advies door de voorzitter, als basis voor de schriftelijke uitwerking door de ambtelijk secretaris.

Artikel 41 Stemming

  • 1.

    Alle aanwezige commissieleden dan wel hun plaatsvervangers, brengen één stem uit omtrent het uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist omtrent het uit te brengen advies bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    Bij staking van de stemmen wordt de zienswijze van de voor- en tegenstanders schriftelijk aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

Artikel 42 Vervanging

  • 1.

    Bij incidentele verhindering van de voorzitter kiest de commissie uit de aanwezige leden een voorzitter.

  • 2.

    Bij incidentele verhindering van één van de architectleden wordt deze vervangen door een door de gemeenteraad benoemd plaatsvervangend architectlid.

  • 3.

    Bij langdurige of structureel terugkerende verhindering van één van de leden van de welstandscommissie benoemt de gemeenteraad een vaste plaatsvervanger.

  • 4.

    Indien één van de leden van de welstandscommissie professioneel betrokken is bij een te beoordelen bouwplan wordt deze bij de beoordeling van dit plan vervangen door een door de gemeenteraad benoemd plaatsvervangend architectlid.

  • 5.

    Bij verhindering van de ambtelijk secretaris wordt deze vervangen door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsvervanger.

Artikel 43 Onderzoek ter plaatse

De welstandscommissie stelt een onderzoek ter plaatse in, indien zij bij de beoordeling van een bouwplan van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 44 Notulen

  • 1.

    De ambtelijk secretaris maakt de notulen van de vergadering van de plenaire commissie. In deze notulen worden opgenomen de besluiten van het gemandateerde commissielid ter zake van de goedgekeurde bouwplannen.

  • 2.

    De notulen bevatten de samengevatte welstandsadviezen over aan de commissie voorgelegde bouwplannen.

  • 3.

    De notulen bevatten tevens een verslag van alle andere gespreksonderwerpen van de welstandscommissie.

  • 4.

    De notulen worden gesplitst in het gedeelte betreffende de behandeling van aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen en het gedeelte betreffende de overige behandelingen en gespreksonderwerpen.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris zendt de goedgekeurde notulen binnen 5 werkdagen na de vergadering ter kennisname aan burgemeester en wethouders.

13. Financiële vergoeding

Artikel 45 Vergoeding

  • 1.

    De architectleden genieten een door burgemeester en wethouders te bepalen en te betalen uurtarief en een vergoeding van de reiskosten.

  • 2.

    Het lid, zijnde ingezetene van Heemstede, met belangstelling voor welstand geniet een door de gemeente te betalen presentiegeld overeenkomstig de gemeentelijke vergoedingsregeling voor commissieleden en een vergoeding van de reiskosten.

14. Overgangsbepaling

Artikel 46

Na inwerkingtreding van dit onderhavig reglement van orde vindt een eerste aftreden plaats per 01-01-2003, overeenkomstig een door burgemeester en wethouders vast te stellen rooster.

Artikel 47

Op het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement van orde vervalt het besluit van de gemeenteraad van 16 december 1993 tot het vaststellen van de verordening commissie Welstand en Monumenten gemeente Heemstede.

Aldus vastgesteld als bijlage no. 9 bij de Bouwverordening door de raad van de gemeente Heemstede in zijn openbare vergadering van 19-12-2002.

Bekend gemaakt op 24-12-2002

Inwerking getreden op 01-01-2003

Gewijzigd bij raadsbesluit van 28 september 2006, nr.49

Gewijzigd bij raadsbesluit van 24-06-2010