Regeling vervallen per 01-01-2016

Regeling leeftijdsverlof

Geldend van 01-01-2000 t/m 31-12-2015

Intitulé

Regeling leeftijdsverlof

  • 1.

    Het in artikel 6:2 van de CAR genoemde duur van het vakantieverlof wordt verhoogd:

    • *

      met drie keer 7,2 uur over die kalenderjaren waarin de 19-jarige leeftijd nog niet wordt bereikt;

    • *

      met twee keer 7,2 uur over het kalenderjaar waarin de 19-jarige leeftijd wordt bereikt;

    • *

      met 7,2 uur over het kalenderjaar waarin de 20-jarige leeftijd wordt bereikt;

    • *

      met 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 30 jaar wordt bereikt;

    • *

      met twee keer 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 35 jaar wordt bereikt;

    • *

      met drie keer 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 40 jaar wordt bereikt;

    • *

      met vier keer 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 45 jaar wordt bereikt;

    • *

      met vijf keer 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 50 jaar wordt bereikt;

    • *

      met zes keer 7,2 uur met ingang van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 55 jaar wordt bereikt.

  • 2.

    Het in artikel 6:2 van de CAR genoemde duur van het vakantieverlof wordt verhoogd met 7,2 uur voor ambtenaren, wier functie is ingedeeld in schaal 10 en hoger.

  • 3.

    Het aantal uren genoemd onder het eerste en tweede lid wordt van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur naar evenredigheid verminderd.

  • 4.

    De ambtenaar, die in meer dan één functie in dienst van de gemeente werkzaam is, wordt indien hij in een van die functies vakantieverlof geniet, geacht in zijn andere functie eveneens met vakantieverlof te zijn.

  • 5.

    Vakantieverlof dient te worden opgenomen voor het aantal uren dat men op het dagdeel waarop het verlof betrekking heeft, feitelijk werkzaam is.

  • 6.

    Het gestelde in de artikelen 8 en 9 van de glijdende werktijdenregeling van 1 januari 1997 blijft onverminderd van kracht.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op ...

toelichting

Op grond van het vijfde lid moet een ambtenaar die is aangesteld met een volledige dienstbetrekking voor een hele dag 7,2 uur en voor een halve dag 3,6 uur verlof opnemen. Voor een ambtenaar die in roosters werkt, geldt dat verlof moet worden opgenomen voor het aantal uren waarop dat dagdeel/die dagdelen feitelijk gewerkt wordt. Voor een ambtenaar die in deeltijd werkzaam is geldt het aantal uren dat men voor dat respectievelijke dagdeel in de tijdregistratie is opgenomen.