Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening heffing en invordering van liggeld woonschepen Cruquiushaven 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2013

Intitulé

VERORDENING HEFFING EN INVORDERING VAN LIGGELD WOONSCHEPEN CRUQUIUSHAVEN 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

ligplaats:

een gedeelte van de haven bestemd voor een woonschip;

b.

woonschip:

een schip uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

c.

dag:

een etmaal of gedeelte daarvan;

d.

week:

een kalenderweek;

e.

maand:

een kalendermaand;

f.

kwartaal:

een kalenderkwartaal

g.

jaar:

een kalenderjaar

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'liggeld woonschepen Cruquiushaven' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats met een woonschip in de woonschepenhaven Cruquiushaven.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft in de woonschepenhaven Cruquiushaven. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van een vergunning, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de ligplaats een huurovereenkomst geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Het recht wordt geheven naar de lengte van het woonschip in strekkende meters.

Artikel 6 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt, per kwartaal, per woonschip

a.

met een lengte over alles van minder dan 10 meter

€ 36,75

b.

met een lengte over alles van 10 meter of meer doch minder dan 20 meter

€ 52,29

c.

met een lengte over alles van 20 meter of meer

€ 94,83

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het liggeld woonschepenhaven wordt geheven per kwartaal.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het liggeld wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de liggelden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening heffing en invordering van liggeld woonschepen Cruquiushaven 2005 van 25 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening heffing en invordering van liggeld woonschepen Cruquiushaven 2006'.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2005, nr. 83l.