Regeling vervallen per 07-11-2014

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Geldend van 11-02-2010 t/m 06-11-2014 met terugwerkende kracht vanaf 27-02-2003

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1 Verzoek om informatie

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, dan verwijst hij het verzoek door naar de griffier

  • 3. Over doorverwijzing naar de griffier kan niet met de benaderde ambtenaar worden geargumenteerd.

Artikel 2 Verzoek om bijstand

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 3 Bijstand door ambtenaar

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt en verwijst terug naar de griffier.

Artikel 4

Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris, die beoordeelt of nadere bijstand verleend kan worden.

Artikel 5 Omvang van de bijstand

  • 1. Elk raadslid heeft binnen redelijke grenzen recht op ambtelijke bijstand.

  • 2. Wanneer naar het oordeel van de secretaris de redelijke grenzen worden overschreden, dan legt hij de zaak voor aan het seniorenconvent.

  • 3. Het seniorenconvent kan – nadat het college van burgemeester en wethouders daarover gehoord is - aan de raad voorstellen doen om nadere bepalingen te maken over de omvang van het beroep op ambtelijke bijstand.

Artikel 6 Geheimhouding

Een raadslid kan de secretaris verzoeken dat het verzoek om ambtelijk bijstand en/of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden. Indien dat verzoek wordt ingewilligd zijn de secretaris en de ambtenaren die daarvan kennis hebben tot geheimhouding verplicht.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde van de raad, hebben recht op facilitaire ondersteuning van hun functioneren in de raad.

  • 2. facilitaire ondersteuning bestaat uit:

    • a.

      vergaderfaciliteiten;

    • b.

      kopieerfaciliteiten

    • c.

      faciliteiten voor het elektronisch publiceren van informatie van de fracties;

    • d.

      andere faciliteiten die in overleg met de secretaris worden overeengekomen.

  • 3. Alle faciliteiten staan gelijkelijk open voor alle raadsfracties

Artikel 8

  • 1. De faciliteiten worden om niet beschikbaar gesteld in het kader van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak van de fracties.

  • 2. De faciliteiten kunnen niet worden gebruikt voor activiteiten van politieke partijen of aan partijen verbonden instellingen, tenzij de fractie aannemelijk maakt dat de activiteit dient voor de onder lid 1 genoemde taken van de fractie.

  • 3. In geval van verschil van inzicht over het gebruik van faciliteiten beslist de secretaris en brengt hij zijn beslissing met redenen omkleed ter kennis van de betrokken raadsfractie.

Artikel 9 Inschakelen externe expertise

  • 1. Indien een fractie, al dan niet na eerdere weigering van ambtelijke bijstand, externe expertise wil raadplegen in het kader van haar wettelijk gestelde taken kan daarvoor een met redenen omkleed verzoek worden ingediend bij de raad, met een begroting van de daarmee gemoeide kosten.

  • 2. Het gevraagde budget kan door de raad aan een fractie worden geweigerd indien

    • a.

      niet aannemelijk wordt gemaakt dat de activiteit plaatsvindt binnen de wettelijk gestelde taken van de fracties in de raad;

    • b.

      naar het oordeel van de raad de geschatte kosten niet in verhouding staan tot het gestelde doel, mede gerelateerd aan de financiële positie en de verdere prioriteitsstelling binnen de gemeente.

    • c.

      uitgaven in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • d.

      het gaat om donaties of giften, die niet ter vergoeding zijn van geleverde prestaties in diensten of goederen.

  • 3. De raad stelt geen budget voor een verzoek als bedoeld in het eerste lid beschikbaar dan nadat het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid is gesteld daarover advies uit te brengen aan de raad.

Artikel 10

  • 1. Indien een budget is toegewezen dan wordt daarover binnen drie maanden na afloop van de activiteit verantwoording afgelegd aan de raad met betrekking tot de besteding van de middelen en het gestelde doel, onder overlegging van een verslag.

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de uitgaven vast.

Paragraaf 3: Beroepsmogelijkheid

Artikel 11

Een raadslid of een fractie, die het niet eens is met een beslissing die de secretaris op grond van deze verordening heeft genomen, kan het college van burgemeester en wethouders verzoeken om de secretaris op te dragen een ander besluit te nemen. Het college beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Paragraaf 4: Slotbepalingen

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Artikel 13

Deze verordening treedt onmiddellijk in werking

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 27 februari 2003, nr. 14.

Toelichting bij Artikel 5

In de huidige praktijk van het beroep dat raadsleden doen op de ambtelijke organisatie, is geen aanleiding om beperkingen aan te willen brengen in de mate waarin raadsleden om ambtelijke bijstand kunnen verzoeken. Daarom worden er op dit moment geen beperkende bepalingen opgenomen.

In het geval in de toekomst een situatie zou ontstaan waarin de raad als geheel of een fractie daaruit een te groot beslag zou leggen op het ambtelijk apparaat, dan ontstaat alsnog een situatie waarin deze verordening moet worden aangescherpt.

Het is aan de secretaris om te beoordelen of het beroep dat op de ambtelijke organisatie wordt gedaan te groot wordt. Het seniorenconvent neemt het initiatief om nadere voorstellen te doen om het beroep op de ambtelijke bijstand te reguleren.