Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 (Verordening begrafenisrechten 2014)

Geldend van 24-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 (verordening begrafenisrechten 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de Algemene Begraafplaats aan de Herfstlaan;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een rechthebbende het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een rechthebbende voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in asbuskelders.

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een rechthebbende voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in asbuskelders;

  • e.

    algemeen graf: een graf niet zijnde een eigen graf, particulier graf of urnengraf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken en waarvan de bestaansduur is bepaald op 20 jaren;

  • f.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • g.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden de leeftijd van 1 jaar en waarvan de bestaansduur is bepaald op 20 jaren;

  • h.

    urnennis: een nis in het columbarium waarvoor aan een rechthebbende voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    asbuskelder: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • k.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats, of diegene die hem vervangt;

  • l.

    rechthebbende: de natuurlijk- of rechtspersoon aan wie voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken in een particulier graf, kindergraf of bestaand eigen graf,

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier graf, bestaand eigen graf, urnengraf of urnennis;

  • m.

    verstrooiingsplaats: een door de gemeente aangewezen locatie waarop as wordt verstrooid;

  • n.

    gedenkplaat: een door de gemeente te leveren en op de achterzijde van het columbarium te bevestigen plaat met naam en datum van overlijden van overledene.

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf.

  • p.

    columbarium: een muur of muurachtig bouwsel, voorzien van nissen waarin asbussen bijgezet kunnen worden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1

    het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • 2

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in de hoofdstukken 5.2, 5.3, 5.4, 5.5 en 5.9 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 5.7 en 5.8 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.7 en 5.8 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.7, 5.8 en 5.9 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5.7 en 5.8 van de tarieventabel verschuldigd met ingang van het volgende belastingtijdvak.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.7 en 5.8 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.7, 5.8 en 5.9 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013 (begrafenisrechten 2013)’ van 19 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014’ (Verordening begrafenisrechten 2014).

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2013.

Tarieventabel

behorende bij de 'Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 (Verordening begrafenisrechten 2014).

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt

geheven:

1.1.1 voor een periode van 20 jaar € 1.600,00

1.1.2 voor verlenging: voor elk jaar 5% van het bij 1.1.1 vermelde recht.

1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt

geheven:

1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 1.200,00

1.2.2 voor verlenging: voor elk jaar 5% van het bij 1.2.1 vermelde recht

1.3 Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1 voor een periode van 20 jaar € 2.400,00

1.3.2 voor verlenging: voor elk jaar 5% van het bij 1.3.1 vermelde recht

1.4 Voor het verlenen van het recht op een kindergraf wordt geheven:

1.4.1 voor een periode van 20 jaar € 800,00

1.4.2 voor verlenging: voor elk jaar 5% van het bij 1.4.1 vermelde recht

1.5 Restitutie van de in dit hoofdstuk vermelde bedragen vindt niet plaats bij het tussentijds opzeggen van het graf of urnennis.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven € 626,00

2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar

wordt geheven € 156,50

2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 t/m 11 jaar

wordt geheven € 313,00

2.4 Voor het begraven zoals genoemd onder 2.1, 2.2 en 2.3 wordt uitgegaan van een dienst van maximaal een uur. Indien deze tijd wordt overschreden wordt het recht per halfuur of een gedeelte van een halfuur verhoogd met € 110,00

2.5 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het

recht, bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.3.1:

2.5.1 Bij vertrek op maandag t/m zaterdag, na 15.00 uur, verhoogd met een toeslag per half uur van € 110,00

2.5.2 Op zaterdag verhoogd met een toeslag van € 473,00

2.5.3 Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren die afwijken van de werktijden die gelden voor de medewerkers van de algemene begraafplaats Heemstede.

2.6 Voor het leveren van groenbedekking € 53,50

Hoofdstuk 3 Cremeren

Niet van toepassing.

Hoofdstuk 4 Bijzetten asbussen/urnen, verstrooien as en plaatsen gedenkbord

4.1 Het tarief bedraagt:

4.1.1 voor het leveren en plaatsen van een asbuskelder € 319,00

4.1.2 voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats € 113,00

4.1.3 voor het leveren en plaatsen van een gedenkplaat € 88,50

 

4.2 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

4.2.1 in een urnennis € 221,00

4.2.2 in een urnengraf € 369,00

4.2.3 in een eigen graf € 369,00

4.2.4 in een particulier graf € 369,00

 

4.3 Voor bijzetten zoals genoemd onder 4.2.1, 4.2.2, 4.2.3 en 4.2.4

wordt uitgegaan van een dienst van maximaal een uur. Indien deze

tijd wordt overschreden wordt het recht per halfuur of een gedeelte

van een halfuur verhoogd met € 110,00

 

4.4 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het

recht, bedoeld in 2.1, 2.2, 2.3 en 2.3.1 :

4.4.1 Bij vertrek op maandag t/m zaterdag, na 15.00 uur, verhoogd met een toeslag per half uur van € 110,00

4.4.2 Op zaterdag verhoogd met  een toeslag van € 473,00

4.4.3 Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren die afwijken van

de werktijden die gelden voor de medewerkers van de algemene

begraafplaats Heemstede.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

5.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 13 van de ‘Beheersverordening algemene begraafplaats Heemstede’, wordt geheven: € 62,50

 

5.2 Voor het door of van gemeentewege onderhouden van een particulier graf,dat is uitgegeven na 1 januari 2000, wordt geheven:

5.2.1 voor een periode van 20 jaar € 1.008,00

5.2.2 voor een kindergraf, voor een periode van 20 jaar € 504,00

5.2.3 voor verlenging: voor elk jaar 5% van het onder 5.2.1 en 5.2.2

vermelde recht.

5.3 Voor het door of van gemeentewege onderhouden van een algemeen graf, dat is uitgegeven na 1 januari 2000, wordt per bijzetting geheven:

5.3.1 voor een periode van 20 jaar € 337,00

5.3.2 voor een kindergraf, voor een periode van 20 jaar € 168,50

5.4 Bij uitgifte van het graf na 1 januari 2000 dient het onderhoudsrecht

als bedoeld in de onderdelen 5.2 en 5.3 te worden afgekocht tot de

datum waarop het uitsluitend recht tot begraven c.q. bijzetten in een

bepaald graf is verleend.

5.5 Bij tussentijdse wijziging van de datum waarop het uitsluitend recht

tot begraven c.q. bijzetten in een graf is verleend, dient het

onderhoudsrecht als bedoeld in onderdeel 5.2 te worden afgekocht

voor de periode waarvoor wordt verlengd.

5.6 Restitutie van afgekochte bedragen vindt niet plaats.

Overgangsbepaling

5.7 Voor het door of van gemeentewege onderhouden van de

voorwerpen als bedoeld in onderdeel 5.1, welke zijn geplaatst op

een eigen graf of een particulier graf dat is uitgegeven vóór 1

januari 2000 en waarvoor een vergunning als bedoeld in onderdeel

5.1 is afgegeven, wordt per jaar geheven:

5.7.1 voor een gedenkteken (monument) € 66,50

5.7.2 voor een staande of liggende zerk € 32,00

5.7.3 voor beplanting € 28,00

5.7.4 voor marmerslag of grind € 28,00

5.7.5 voor een grafkelder € 28,00

5.7.6 voor plintbanden € 16,50

5.7.7 voor ieder ander voorwerp € 16,50

5.8 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen als bedoeld in onderdeel 5.1, welke zijn geplaatst op een kindergraf, zijnde een particulier graf of een eigen graf, dat is uitgegeven vóór 1 januari 2000 en waarvoor een vergunning als bedoeld in onderdeel 5.1 is afgegeven, wordt per jaar 50% van de in de onderdelen 5.7.1 tot en met 5.7.7 vermelde tarieven geheven.

5.9 Bij tussentijdse wijziging van de datum waarop het uitsluitend recht tot begraven c.q. bijzetten in een bepaald graf is verleend, worden de in onderdeel 5.2 vermelde tarieven geheven en is het bepaalde in onderdeel 5.5 van overeenkomstige toepassing.

5.10 Restitutie van afgekochte bedragen wordt niet verleend.

Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen

6.1 Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van een lijk wordt

geheven € 369,00

 

6.2 Voor het herbegraven van een lijk of overblijfselen van een lijk wordt geheven € 736,00

 

6.3 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

6.3.1 uit een eigen- of particulier graf € 288,00

6.3.2 uit een urnengraf € 288,00

6.3.3 uit een urnennis € 225,00

 

6.4 Voor het weer terugplaatsen van een asbus wordt geheven:

6.4.1 in een eigen- of particulier graf € 369,00

6.4.2 in een eigen urnennis € 221,00

 

6.5 Voor het samenvoegen van een lijk of overblijfselen van een lijk

met een ander lijk of overblijfselen van een lijk in een bestaand graf

wordt geheven:

6.5.1 bij gelijktijdige bijzetting € 144,00

6.5.2 niet bij gelijktijdige bijzetting € 288,00

 

6.6 Voor het afnemen en opnieuw plaatsen van een zerk of ander

gedenkteken wordt geheven, tenzij dit afnemen en opnieuw

plaatsen een gevolg is van opgraving van een lijk of een asbus

op rechterlijk bevel € 165,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2013.