Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede 2014

Geldend van 08-11-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2017

Intitulé

Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf niet zijnde een particulier (kinder)graf of urnengraf en waarvan de bestaansduur is bepaald op 20 jaren.

  • b.

    algemeen kindergraf: een graf tot het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar en waarvan de bestaansduur is bepaald op 20 jaren.

  • c.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene.

  • d.

    asbuskelder: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

  • e.

    begraafplaats: de Algemene begraafplaats aan de Herfstlaan;

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die in het uitvoeringsbesluit Algemene Begraafplaats Heemstede als zodanig is aangewezen.

  • g.

    columbarium: een muur of muurachtig bouwsel, voorzien van nissen waarin asbussen, met of zonder urn, bijgezet kunnen worden.

  • h.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft.

  • i.

    gebruiker:de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • j.

    gedenkplaat: een door de gemeente te leveren en op een door de gemeente te bepalen locatie te plaatsen bord, bedoeld om overledenen te gedenken.

  • k.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken.

  • l.

    gemeente: gemeente Heemstede

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats.

  • n.

    particulier graf: een graf waarvoor waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in asbuskelders.

  • o.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar.

  • p.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in asbuskelders.

  • q.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden in een particulier of kindergraf;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier graf, urnengraf of urnennis of urnenzuil.

  • r.

    urnennis: een nis in een columbarium waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen.

  • s.

    urnenzuil: een zuil in het kunstwerk Urnenzuilen waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.

  • t.

    verstrooiingsplaats: een door burgemeester en wethouders aangewezen locatie waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Toegankelijkheid begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

  • 2. De toegangen kunnen tijdelijk gesloten worden in het kader van de handhaving van de orde en rust op de begraafplaats.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan de beheerder toestemming geven dat men zich buiten openingstijden op de begraafplaats bevindt.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1. Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten.

  • 2. Het is niet toegestaan met motorvoertuigen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      anders dan voor een begrafenis, en

    • b.

      met een snelheid hoger dan 5 km per uur.

  • 3. Kinderen jonger dan 14 jaar moeten altijd vergezeld worden door een meerderjarig persoon.

  • 4. Het is verboden fietsen, anders dan ten behoeve van stalling in de daarvoor geplaatste fietsenrekken, en honden op de begraafplaats mee te nemen.

  • 5. Iedereen die zich op de begraafplaats bevindt, is verplicht gehoor te geven aan de aanwijzingen, gegeven door of vanwege de beheerder.

  • 6. Het verstrooien van as geschiedt uitsluitend door of onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats en is slechts toegestaan op de verstrooiingsplaats.

  • 7. De beheerder kan ontheffing geven van het bepaalde in eerste tot en met vierde lid.

  • 8. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking toestaan van de locatie zoals bedoeld in het zesde lid.

Artikel 4 Opgravingen en ruimingen

Het opgraven van lijken, dan wel lijkresten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1. Voor dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en speciale wensen ten aanzien van plechtigheden op de begraafplaats, is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en overige plechtigheden moeten minimaal vijf werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 3. De beheerder kan toestemming van de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, weigeren indien dit in strijd is met het belang van de orde, rust en netheid op de begraafplaats.

  • 4. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het

    belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de

    beheerder. 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de voorbereiding, uitvoering en afwikkeling van de plechtigheden.

Artikel 6 Kennisgevingen

  • 1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of verstrooien, of werkzaamheden wil uitvoeren, doet daarvan uiterlijk vóór 12.00 uur op de werkdag, voorafgaand aan de dag waarop de werkzaamheden plaatsvinden, op nader door de beheerder te bepalen wijze, mededeling. Voor de toepassing van dit artikel geldt de zaterdag niet als werkdag.

  • 2. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Voor het gebruik van de aula en overige van gemeentewege te leveren voorzieningen is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Openen en sluiten

Het openen en afsluiten van een (urnen)graf of een urnennis en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door of onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving of bijzetting in een bestaand particulier (kinder)graf, particulier urnengraf of urnennis kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het recht tot begraven door de rechthebbende voor de termijn zoals is beschreven in artikel 13, waarbij:

    • a.

      de verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 13, vierde lid bedoelde personen;

    • b.

      de onder artikel 13, lid 1 en 2 bedoelde periode van verlenging naar boven toe wordt afgerond op hele jaren.

  • 2. Bij begraving of bijzetting van een asbus in een nieuw particulier (kinder)graf, particulier urnengraf of urnennis of urnenzuil, dient voor de begraving of bijzetting van een asbus een bewijs te worden overgelegd dat het uitsluitend recht tot het doen begraven of begraven houden dan wel doen bijzetten of bijgezet houden is verleend voor een periode van tenminste 20 kalenderjaren.

Artikel 9 Tijden van begraven en bijzetting asbus of verstrooiing van as

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen de tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as.

  • 2. Er mag tegelijkertijd slechts één begraving, bijzetting van een asbus of verstrooiing van as plaatsvinden.

  • 3. Het is verboden op zon- en feestdagen en met algemeen erkende feestdagen gelijk te stellen dagen te begraven, een asbus bij te zetten of as te verstrooiien.

  • 4. Voor een begraving, bijzetting van een asbus of verstrooiing van as wordt een minimale tijd gerekend van 1 uur.

Artikel 10 Soorten graven

  • 1. Op de begraafplaats worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere kindergraven, gesplitst voor overleden kinderen in de leeftijd tot 1 jaar en in de leeftijd tussen 1 en 12 jaar;

    • c.

      urnengraven.

  • 2. Het gelegenheid geven tot het doen bijzetten en bijgezet houden van:

    • a.

      asbussen in urnennissen met standaard afdekplaat in het columbarium;

    • b.

      asbussen in een urnenzuil met deksel, voorzien van een keramieken dennenappel in het kunstwerk urnenzuilen.

  • 3. Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      algemene kindergraven.

Artikel 11 Grafkelders

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening en risico doen aanbrengen van een grafkelder op het gedeelte van de begraafplaats dat door burgemeester en wethouders daartoe is bestemd.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels voor de vergunningsvoorwaarden en de afmetingen van de ruimte die voor het stichten van een grafkelder beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 12 Recht tot begraven

  • 1. In (urnen)graven en urnennissen kan iedereen begraven of bijgezet worden. Ook voor asverstrooiingen zijn geen beperkingen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het in het vorige lid

    bepaalde.

Artikel 13 Verkrijging van rechten

  • 1. De in artikel 10, eerste en tweede lid en vierde lid, genoemde (urnen)graven en urnennissen en urnenzuilen worden uitgegeven met uitsluitend grafrecht voor een periode van 20 jaar.

  • 2. Bij een bijzetting in een in artikel 10, eerste en tweede lid en vierde lid, genoemde (urnen)graven en urnennissen en urnenzuilen geldt opnieuw een grafrechttermijn van 20 jaar.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde recht kan nadat de eerste termijn van 20 jaar na een begraving of bijzetting is verstreken op aanvraag van de rechthebbende telkens met een termijn van 5 of 10 jaar verlengd, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één natuurlijke persoon of rechtspersoon worden verleend.

  • 5. Het recht op een (urnen)graf of urnennis of urnenzuil kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven.

  • 6. Het gebruik op een algemeen graf kan worden overgedragen door aan de beheerder een door de gebruiker en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht te overleggen.

  • 7. Na het overlijden van een rechthebbende kan het recht worden overgeschreven, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

Artikel 14 Afstand doen van graven

De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen van het in artikel 13, eerste lid, genoemde recht, zonder aanspraak te kunnen maken op enige restitutie.

Artikel 15 Vervallen van grafrechten

  • 1. Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de rechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 13, zevende lid, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen restitutie plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 16 Vergunning gedenktekens

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders gedenktekens of andere voorwerpen zoals plintbanden, marmerslag of grind te plaatsen, aan te brengen of te verwijderen op (urnen)graven.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent de wijze van vergunningsaanvraag, de aard en de afmetingen van de gedenktekens, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen en het intrekken van de vergunning.

  • 3. De rechthebbende op een particulier graf of gebruiker van een algemeen graf is en blijft te allen tijde eigenaar van de gehele grafbedekking zolang het graf niet geruimd mag worden.

  • 4. Het (doen) plaatsen of aanbrengen van gedenktekens, grafbeplantingen of andere voorwerpen op particuliere en algemene graven geschiedt door of namens de rechthebbende of gebruiker.

  • 5. De in dit artikel bedoelde vergunning vervalt:

    • a.

      indien voor graven waarvoor een jaarlijks recht is verschuldigd, de aanslag voor dit recht niet invorderbaar is verklaard;

    • b.

      op verzoek van de rechthebbende;

    • c.

      in het geval als bedoeld in artikel 17, tweede lid, laatste volzin.

  • 6. Het in artikel 1, onder j genoemde gedenkplaat wordt op verzoek van de rechthebbende:

    • a.

      door de gemeente aangebracht op de achterzijde van het columbarium of urnenzuil;

    • b.

      en gedurende de periode van plaatsing van een asbus in het columbarium of urnenzuil.

  • 7. Voor graven uitgegeven vóór 1 januari 2000 wordt een jaarlijks recht voor het hebben van een grafbedekking geheven.

Artikel 17 Onderhoud door de gemeente en rechthebbende

  • 1. De gemeente voorziet in het schoonhouden en na verzakken opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplanting, inclusief het onkruid- en bladvrij houden van het graf.

  • 2. De rechthebbende is verplicht voor zijn rekening zorg te dragen voor herstel of vernieuwing van hetgeen op of bij een graf is geplaatst. Indien het herstel of de vernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet op voldoende wijze geschiedt of is geschied, vervalt de vergunning, bedoeld in artikel 16.

Artikel 18 Aansprakelijkheid

  • 1. Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 16 bedoelde gedenktekens, grafbeplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3. Schade en eventuele gevolgschade voor derden komt voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen laten) herstellen.

  • 4. Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de grafbedekking en andere voorwerpen over te gaan zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is

  • 5. Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van burgemeester en wethouders een gevaarlijke situatie is ontstaan, kunnen burgemeester en wethouders direct maatregelen treffen.

Artikel 19 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking wordt van gemeentewege verwijderd:

    • a.

      na het verstrijken van de termijn met betrekking tot de bestaansduur van een algemeen graf of bij niet verlenging van de grafrechttermijn in geval het een particulier graf, urnengraf of urnennis of urnenzuil betreft;

    • b.

      indien de vergunning als bedoeld in artikel 16 is vervallen.

  • 2. De grafbedekking blijft gedurende twee maanden ter beschikking van de rechthebbende:

    • a.

      na het niet invorderbaar verklaren van het jaarlijks recht, zoals bedoeld in artikel 16, vijfde lid, onder a;

    • b.

      na de dagtekening van het in artikel 16, vijfde lid, onder b bedoelde verzoek;

    • c.

      na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid onder a;

    • d.

      na de dagtekening van het in artikel 17, tweede lid, laatste volzin bedoelde oordeel.

  • 3. De grafbedekking vervalt aan de gemeente na afloop van de in het tweede lid bedoelde periode zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 20 Verwijderen niet-blijvende grafbeplanting

Losse bloemen of planten, niet-winterharde beplanting of kransen e.d. die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 21 Ruimen van graven

  • 1. Ruiming van (urnen)graven en urnennissen en urnenzuilen geschiedt van gemeentewege:

    • a.

      indien het betreft een graf als bedoeld in artikel 10, derde lid; 20 jaar na de laatste bijzetting;

    • b.

      op verzoek van de rechthebbende op een particulier (kinder)graf, particulier urnengraf of een urnennis of urnenzuil, mits ten minste 20 jaren zijn verstreken na de laatste bijzetting;

    • c.

      na het overlijden van de rechthebbende met inachtneming van de termijn als bedoeld in artikel 13, zevende lid, en ten minste 20 jaren na de laatste bijzetting zijn verstreken.

  • 2. De bij ruiming van het (urnen)graf of urnennis of urnenzuil nog aanwezige overblijfselen of lijkresten worden begraven of verstrooid op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats.

Artikel 22 Bijzondere graven of grafbedekkingen

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een overzicht bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op het overzicht te worden opgenomen.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen, die in het in het eerste lid bedoelde overzicht staan.

  • 4. De in het eerste lid genoemde grafbedekkingen kunnen, behoudens vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de rechthebbende, worden overgebracht naar een daartoe bestemd en door burgemeester en wethouders aangewezen deel van de begraafplaats.

Artikel 23 Toezicht

  • 1. Naast de bevoegdheden die volgens deze verordening aan de beheerder zijn opgedragen, zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van deze verordening belast:

    • -

      de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) in dienst van de gemeente.

  • 2. Burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester kunnen daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Artikel 24 Intrekking oude verordening

De “Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede” wordt ingetrokken.

Artikel 25 Overgangsregeling

  • 1. Besluiten van burgemeester en wethouders die genomen zijn krachtens de “Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede” gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de “Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening aangepast.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 14 februari 2014.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Beheerverordening Algemene begraafplaats Heemstede 2014”.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 30 januari 2014 en gewijzigd bij raadsbesluit van 28 september 2017.