Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015

Gelet op:

- artikel 36 van de Participatiewet

- de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Benadelingsbedrag: het bedrag zoals bedoeld in artikel 18a, tweede lid van de wet;

    • b.

      de wet: de Participatiewet;

    • c.

      de verordening: Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015;

    • d.

      UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

  • 2.

    Begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, dan wel bovengenoemde verordening.

Hoofdstuk 2. Recht op individuele inkomenstoeslag

Artikel 2. Uitzicht op inkomensverbetering

  • 1. Uitzicht op inkomensverbetering hebben in ieder geval:

    • a.

      belanghebbenden die uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgen;

    • b.

      belanghebbenden ten behoeve van wie in de laatste 12 maanden van de referteperiode een benadelingsbedrag is vastgesteld, hoger dan het bedrag genoemd in artikel 4, eerste lid van de verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015, door schending van de inlichtingenplicht, ingevolge artikel 17, eerste lid Participatiewet, als gevolg van het verrichten van arbeid of arbeidsgerelateerde activiteiten waarbij middelen zijn ontvangen die vallen onder de strekking van artikel 31 tot en met 34 Participatiewet;

  • 2. Van belanghebbenden, op wie artikel 3 van de verordening en artikel 36 van de wet van toepassing zijn én die niet behoren tot de doelgroepen genoemd in het eerste lid wordt aangenomen dat zij geen uitzicht op inkomensverbetering hebben.

Artikel 3. Inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen

  • 1. Van personen die een beroep doen op deze regeling wordt aangenomen dat zij zich naar kracht en bekwaamheden inspannen om hun inkomen te verbeteren.

  • 2. In afwijking op het eerste lid wordt in ieder geval van de volgende personen aangenomen dat zij onvoldoende inspanning hebben verricht om tot inkomensverbetering te komen:

    • a.

      Degene aan wie in de laatste 12 maanden van de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens schending van de arbeids- en re-integratieplicht in de zin van artikel 18, tweede lid van de Participatiewet, alsmede de categorieën 2 en 3 van de “Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ”, dan wel een maatregel is opgelegd op grond van artikel 18, vierde lid van de wet, of artikel 20 van de IOAW of IOAZ.

    • b.

      Degene aan wie door het UWV in de laatste 12 maanden van de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens schending van de arbeids- en re-integratieplicht op grond van de WW, WIA, Wajong, WAO en WAZ.

Artikel 4. Eerder ontvangen individuele inkomenstoeslag

Indien belanghebbende in de periode van 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan zijn verzoek, een individuele inkomenstoeslag is verleend, wordt het verzoek afgewezen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als: Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

Ondertekening

Vastgesteld bij collegebesluit van 16 december 2014.

Toelichting beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet Heemstede 2015