Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015

Geldend van 08-07-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede:

-gelet op artikelen 9 en 9a van de Participatiewet, artikel 37, 37a en 38 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers/gewezen zelfstandigen (IOAW/IOAZ).

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

    • -

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • -

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • -

      SUWI: Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    • -

      UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • -

      wet: Participatiewet

    • -

      WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA);

    • -

      Wlz: Wet langdurige zorg;

    • -

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 2 Verplichtingen in de Participatiewet, IOAW en IOAZ

De plicht tot arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet en artikel 37, eerste lid, van de IOAW/IOAZ houdt in:

  • a.

    Arbeidsplicht: Naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet te verkrijgen, deze te aanvaarden en te behouden, waaronder begrepen registratie als werkzoekende bij het UWV, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b, eerste lid, van de Wet SUWI;

  • b.

    Re-integratieplicht: Gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en, indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet en artikel 4, onder b, van deze beleidsregels;

  • c.

    Tegenprestatie: naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Artikel 3 Naleving van de arbeidsplicht

Naleving van de arbeidsplicht, als omschreven in artikel 1, onder a, bevat tenminste de volgende verplichtingen:

  • a.

    De uitkeringsgerechtigde registreert zich als werkzoekende bij het UWV;

  • b.

    De uitkeringsgerechtigde raadpleegt in voldoende mate media, waaronder vacaturesites op internet, en reageert op hierin vermelde vacatures;

  • c.

    De uitkeringsgerechtigde raadpleegt de vacaturedatabanken van het UWV, plaatst zijn/haar curriculum vitae op www.werk.nl, houdt deze actueel en reageert op vermelde vacatures;

  • d.

    De uitkeringsgerechtigde gedraagt zich passend in sollicitatieprocedures;

  • e.

    De uitkeringsgerechtigde brengt, op verzoek, verslag uit aan het college over de voortgang van het solliciteren;

  • f.

    De uitkeringsgerechtigde verkrijgt, aanvaardt en behoudt algemeen geaccepteerde arbeid;

  • g.

    De uitkeringsgerechtigde laat gedragingen na die de inschakeling in arbeid belemmeren, bijvoorbeeld zoals bedoeld in artikel 18, vierde lid van de wet.

Artikel 4 Naleving van de re-integratieplicht

De re-integratieplicht, als bedoeld in artikel 1, onder b, geldt in principe voor iedereen die een beroep op een uitkering doet. De invulling hiervan is afhankelijk van de individuele situatie. Naleving van de re-integratieplicht bevat in ieder geval de volgende gedragingen:

  • a.

    De uitkeringsgerechtigde werkt mee aan onderzoeken naar de mogelijkheden voor arbeidsinschakeling en/of deelname aan een scholing of opleiding die het college nodig vindt;

  • b.

    De uitkeringsgerechtigde ondertekent hiertoe een plan van aanpak. Dit plan van aanpak is opgesteld door het college of een door het college aangewezen partner;

  • c.

    De uitkeringsgerechtigde werkt mee aan het verkrijgen van voorzieningen, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling;

  • d.

    De uitkeringsgerechtigde maakt gebruik van die voorzieningen en geeft gehoor aan uitnodigingen van het college of een door het college aangewezen partner.

Artikel 5 Ontheffing alleenstaande ouders met een kind jonger van 5 jaar

  • 1. Het college verleent, op grond van artikel 9a van de wet of artikel 38, eerste lid, van de IOAW/IOAZ, een alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot 5 jaar - op verzoek van de betrokkene - eenmalig een ontheffing van de volgende verplichtingen:

    • a.

      de arbeidsplicht;

    • b.

      inschrijving als werkzoekende bij het UWV;

    • c.

      de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden.

  • 2. De re-integratieplicht blijft van kracht.

  • 3. Het college stelt binnen uiterlijk 6 maanden na het verzoek tot ontheffing door de alleenstaande ouder een plan van aanpak op, zoals bedoeld in artikel 9a, zevende lid, van de Participatiewet of artikel 38, zevende lid, van de IOAW/IOAZ.

  • 4. Het college verricht iedere zes maanden een heronderzoek naar de in het plan van aanpak opgenomen voorziening en de naleving hiervan door de alleenstaande ouder.

  • 5. Wanneer niet wordt meegewerkt aan een plan van aanpak, of dit plan wordt niet nageleefd, dan vervalt de ontheffing en is de arbeidsplicht weer van toepassing.

Artikel 6 Ontheffing alleenstaande ouders met een kind jonger dan 12 jaar

Het college verleent een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht aan een alleenstaandeouder met een zorgplicht voor een kind jonger dan 12 jaar zo lang passende kinderopvang en voldoende scholing ontbreekt en als gevolg hiervan de belastbaarheid van de ouder in redelijkheid geaccepteerde arbeid in de weg staat.

Artikel 7 Ontheffing personen verblijvend in Wlz-instelling

  • 1. Het college verleent aan een inwoner die in een Wlz-instelling woont ontheffing van de arbeidsplicht, de re-integratieplicht en de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 9, lid 5 van de wet.

  • 2. De ontheffing wordt verleend voor de duur van het verblijf in de instelling.

Artikel 8 Ontheffing vanwege dringende redenen om werkzaamheden als mantelzorger

  • 1. Het college verleent een ontheffing van de arbeidsplicht en de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden aan een uitkeringsgerechtigde die noodzakelijke mantelzorg verricht voor een zorgbehoevend gezinslid met een indicatie van tien uur of meer per week, zo lang hierin niet op andere wijze kan worden voorzien.

  • 2. De ontheffing geldt voor de duur dat de mantelzorg noodzakelijk is.

  • 3. Het college kan een onafhankelijke extern deskundige hierover om advies vragen.

Artikel 9 Tijdelijke ontheffing vanwege dringende redenen van medische of sociale aard

  • 1. Het college verleent, conform artikel 9, tweede lid van de wet, tijdelijk ontheffing van de arbeidsplicht en de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verlenen aan een uitkeringsgerechtigde met ernstige medische of sociale belemmeringen die als gevolg hiervan niet of nauwelijks in staat moet worden geacht om de arbeidsplicht na te komen. De ontheffing staat in relatie tot de arbeidsmogelijkheden.

  • 2. De medische of sociale redenen, alsmede de arbeidsmogelijkheden kunnen door een onafhankelijke extern deskundige beoordeeld worden.

  • 3. Het college verleent een ontheffing voor de duur van maximaal één jaar.

  • 4. De re-integratieplicht blijft van kracht.

Artikel 10 Ontheffing bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid

  • 1. Het college verleent, conform artikel 9, vijfde lid van de wet, volledige en permanente ontheffing van de arbeidsplicht, de re-integratieplicht en de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden aan een uitkeringsgerechtigde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

  • 2. De toetsing aan artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt gebaseerd op een geneeskundig- en arbeidskundig onderzoek, uitgevoerd door een onafhankelijke extern deskundige.

  • 3. Het geneeskundig- en arbeidskundig onderzoek gaat in alle gevallen uit van algemeen geaccepteerde arbeid.

Artikel 11 Intrekking beleidsregels

De Beleidsregels ontheffing van de arbeids- en re-integratieplicht WWB, IOAW en IOAZ worden ingetrokken.

Artikel 12 Overgangsrecht

De verleende ontheffingen waarvan de ontheffingsduur de datum van het overgangsrecht overschrijdt worden gerespecteerd.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken vande bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2015.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ontheffing van de verplichting tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders op 14 april 2015.

Toelichting behorende bij Beleidsregels ontheffing van de arbeids- en re-integratieplicht Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015

Toelichting behorende bij Beleidsregels ontheffing van de arbeids- en re-intergratieplicht Participatiewet, IOAW en IOAZ Heemstede 2015