Regeling vervallen per 01-01-2022

Marktverordening Heemstede 2015

Geldend van 04-11-2015 t/m 31-12-2021

Intitulé

Marktverordening Heemstede 2015

De raad van de gemeente Heemstede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2015;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien door de marktcommissie d.d. 24 augustus 2015;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Marktverordening Heemstede 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    anciënniteitslijst: een lijst van houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen;

  • -

    branche-indeling: de indeling in artikelgroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder / gegadigde, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • -

    eigen materiaal: verkoopwagen of vergelijkbare mobiele verkoopruimte, niet zijnde een mastertent, van waaruit direct waren of goederen aan de consument worden verkocht;

  • -

    huurmateriaal: kramen die door het kramenzettersbedrijf worden geplaatst;

  • -

    marktmanager: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;

  • -

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • -

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

  • -

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • -

    subbranche: artikelengroep die zoveel mogelijk gespecificeerd is en redelijkerwijs onder een van de branches valt te brengen;

  • -

    vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • -

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • -

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de markt die door het college is ingesteld krachtens artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet, voor zover het een warenmarkt is en deze met enige regelmaat plaatsvindt.

Artikel 3 Marktterrein

Het marktterrein, dat is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel conform de bij deze verordening behorende kaart, omvat de gehele openbare of voor publiek toegankelijke oppervlakte.

Artikel 4 Inrichting van de markt, branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats;

    • e.

      het minimaal aantal plaatsen voor huurmateriaal;

    • f.

      de voorschriften over het gebruik van eigen materiaal.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches); en

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 6 Vergunningen

  • 1. Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van het college, een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden op een markt.

  • 5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6. Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 7 Verkoop buiten de standplaats

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren voor verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend, voor zover het de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standwerkersplaats betreft.

Hoofdstuk 2 Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 8 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst; en

  • f.

    van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt.

Artikel 9 Vrijgekomen standplaats; plaats verbetering volgens anciënniteitslijst

Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst.

Artikel 10 Wachtlijststelsel

  • 1. Voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:

  • 2. Het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 3. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      de naam en voorletters, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats,

    • b.

      de datum van de aanvraag,

    • c.

      de artikelen (branche) die hij wil verhandelen,

    • d.

      de verkoopmaterialen die de kandidaat wil gebruiken.

  • 4. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 5. De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 6. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komen de geplaatste kandidaten in aanmerking. Bij de toekenning worden de volgende aspecten beoordeeld:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt, en

    • b.

      de presentatie en uitstraling van de uitstalling.

  • 7. Bij gelijke, door het college te beoordelen, geschiktheid wordt aan een Heemsteedse ondernemer voorrang verleend.

Artikel 11 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2. Indien de vergunning niet wordt overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste-standplaats krijgen indien hij/zij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar/mede-eigenaresse heeft gefunctioneerd.

  • 3. Indien de vergunning niet wordt overgeschreven op grond van het eerste en tweede lid, kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder vergunning voor een vaste-standplaats krijgen indien hij/zij ten minste drie jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar/mede-eigenaresse heeft gefunctioneerd en via een notariële akte kan aantonen dat de onderneming in eigendom van de medewerk(st)er is overgegaan.

  • 4. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden nadat vergunninghouder:

    • a.

      heeft aangegeven niet langer zelf gebruik te willen maken van de vergunning,

    • b.

      is overleden, of

    • c.

      onder curatele is gesteld.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12 Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 11.

  • 2. Het college kan een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste een maand geen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 13 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd en zonder kennisgeving vooraf heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 13 Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 4. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

  • 5. Indien een vervanger zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmanager onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan.

Hoofdstuk 3 Dagplaats- en standwerkvergunningen

Artikel 14 Dagplaatsvergunning

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2. Een gegadigde met branchevreemde artikelen krijgt voorrang bij het toewijzen van een dagplaats.

  • 3. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 4. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 15 Standwerkvergunning

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting onder de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 08.30 uur aanmelden bij de marktmanager.

  • 2. Een gegadigde met branchevreemde artikelen krijgt voorrang bij het toewijzen van een standwerkersplaats.

  • 3. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 4. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmanager onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 5. Er worden geen standwerkersplaatsen toegewezen aan standwerkers met handel in een aan bederf onderhevige waar.

  • 6. Voor een standwerkvergunning komen in aanmerking degenen die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 16 Markttijden in acht nemen

  • 1. De markt vindt wekelijks plaats op woensdag van 8:30 uur tot 16:00 uur.

  • 2. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 ½ uur vóór de aanvang en meer dan 1 ½ uur ná afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 3. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 4. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 08.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 5. Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmanager vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

  • 6. Het college kan in geval van extreme weersomstandigheden, calamiteiten of andere bijzondere omstandigheden bepalen dat de markt geen doorgang zal vinden dan wel dient te worden beëindigd. Indien hier sprake van is, heeft de vergunninghouder geen recht op enige vorm van schadevergoeding.

Artikel 17 Verzorging standplaats

De vergunninghouder draagt zelf zorg voor:

  • a.

    de inzameling en afvoer van zijn afval, tenzij dit anders is geregeld;

  • b.

    het schoon opleveren van de standplaats;

  • c.

    een goed verzorgd aanzien van de standplaats, ter beoordeling van de marktmanager;

  • d.

    het waarborgen van de veiligheid van alle medewerkers, bezoekers van de markt en andere vergunninghouders en hun medewerkers.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 18 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmanager en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 19 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder, degene die hem bijstaat of degene die hem vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 20 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Marktverordening Gemeente Heemstede 2003, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

  • 1. De krachtens de Marktverordening Gemeente Heemstede 2003 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 2. Een krachtens de Marktverordening Gemeente Heemstede 2003 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening Gemeente Heemstede 2003 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2015.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Heemstede 2015.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 29 oktober 2015.

Bijlage behorende bij artikel 3 Marktverordening Heemstede 2015