Regeling vervallen per 17-06-2023

Nota activabeleid 2017

Geldend van 23-02-2017 t/m 16-06-2023

Intitulé

Nota activabeleid 2017

Managementsamenvatting

Voor u ligt de nota activabeleid 2017. Deze nota is een nadere uitwerking van het kader rondom investeringen zoals opgenomen in de financiële verordening. Deze nota vervangt de nota activabeleid uit 2011, door de Raad vastgesteld op 30 juni 2011. Deze actualisering van het investeringsbeleid is noodzakelijk vanwege de vernieuwing van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Met ingang van het begrotingsjaar 2017 moeten de begroting en het investeringsbeleid van de gemeente hierop zijn aangepast.

 

De twee belangrijkste wijzigingen van de wetgeving in relatie tot het investeringsbeleid volgen hierna.

  • 1.

    De systematiek van activering en afschrijving wordt voor alle investeringen gelijk getrokken. Investeringen met een maatschappelijk nut moeten, evenals investeringen met een economisch nut, worden geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur worden afgeschreven. De vrije keuze om investeringen met een maatschappelijk nut wel of niet te activeren is komen te vervallen. Hiermee wordt een betere vergelijkbaarheid van de kosten tussen gemeenten beoogd. Het nieuwe beleid is van toepassing op de investeringen vanaf 2017. Voor de bestaande activa (gerealiseerde investeringen tot en met 2016) blijft het oude activabeleid van kracht.

  • 2.

    In het kader van de uniformiteit, transparantie en vergelijkbaarheid tussen gemeenten is het zogenaamde netto activeren verplicht gesteld. Dit houdt in dat eventuele bijdragen van derden in aftrek moeten worden gebracht van de investering. Het verrekenen van bijdragen uit de reserves is met ingang van het begrotingsjaar 2017 niet meer toegestaan. 

Bij het opstellen van het investeringsprogramma 2017-2020 opgenomen in de Programmabegroting 2017 is rekening gehouden met de gewijzigde wetgeving. Het effect op het investeringsbeleid van de gemeente Heemstede is minimaal. Wel is het noodzakelijk om de nota activabeleid 2011 bij te stellen, zodat deze weer in overeenstemming is met de externe wetgeving.

 

De nota activabeleid 2017 geeft o.a. inzicht in de uitgangspunten om bepaalde investeringen te activeren (op de balans te presenteren) en de termijn waarop deze investeringen worden afgeschreven. Een groot deel van het gemeentelijk investeringsbeleid is vastgelegd in de externe wetgeving. Echter op bepaalde punten is sprake van beleidsvrijheid voor een gemeente. In onderstaande tabel zijn de gemeentelijke (vrije) beleidskeuzes vastgelegd. Ten opzichte van de huidige praktijk wijzigt er niets. De afschrijvingstermijnen zijn wel aangepast aan de actualiteit.

 

Nr.

Omschrijving

1

De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden niet geactiveerd.

2

Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven.

3

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd en de afschrijvingsduur is maximaal gelijk aan die van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt.

4

Activa met een aanschafwaarde van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd.

5

Activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, exclusief toegerekende uren en overige indirecte kosten (overhead). Rente wordt niet geactiveerd. Een uitzondering geldt voor rioolinvesteringen waar -in het kader van kostendekkendheid- wel uren aan worden toegerekend.

6

Niet compensabele of verrekenbare BTW wordt opgeteld bij de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van het actief en geactiveerd.

7

De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast voor de afschrijving van activa, met uitzondering van sportaccommodaties, sportvelden en hieraan gerelateerde activa.

8

De afschrijvingstermijnen, genoemd in bijlage 1, worden als basis gehanteerd voor het afschrijven van de vaste activa.

9

De afschrijvingen starten in het jaar na aanschaf van het actief d.w.z. op het moment dat sprake is van een boekwaarde per 1 januari van een jaar

10

Aan de geactiveerde kapitaallasten wordt rente toegerekend over de aanwezige boekwaarde per 1 januari.

11

De bevoegdheid tot het toekennen, wijzigen en afsluiten van investeringskredieten berust bij de Raad.

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In de financiële verordening van de gemeente Heemstede zijn de kaders van het gemeentelijk beleid opgenomen met betrekking tot het investeringsbeleid, zoals de waardering en afschrijving van activa. De, met ingang van het begrotingsjaar 2017, in werking getreden nieuwe BBV maakt een actualisering van het Heemsteedse investeringsbeleid noodzakelijk.

1.2 Doelstelling

De doelstelling van deze nota is het (her)formuleren van beleid en vastlegging van uniforme regels voor:

  • .

    Activeren van activa;

  • .

    Waarderen van activa;

  • .

    Afschrijven van activa;

  • .

    Bestuurlijke verantwoording en procedures.

 

De uitgangspunten van deze nota worden onder andere toegepast bij het opstellen van de begroting en de jaarrekening.

1.3 Wettelijk kader

Deze nota is primair bedoeld als instrument ten behoeve van de kaderstellende rol van de Raad. Deze nota vormt het formele kader waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie met investeringen en afschrijvingen dienen om te gaan. Het wettelijk kader bestaat uit de Gemeentewet (artikel 212) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Een substantieel deel van het investeringsbeleid is vastgelegd in deze wetgeving. Echter op bepaalde punten is sprake van beleidsvrijheid voor een gemeente. Indien hiervan sprake is, zijn in deze nota aanvullende spelregels/afspraken opgenomen.

 

Kort samengevat draagt deze nota bij tot:

  • .

    een eenduidige verwerking van investeringen en afschrijvingen;

  • .

    het beperken van onderuitputting;

  • .

    het maken van afspraken over de te volgen procedure om investeringen uit te voeren;

  • .

    het verkrijgen van inzicht in het verloop van investeringen;

  • .

    het beperken van grote schommelingen in de afschrijvings- en rentekosten.

1.4 Begrippen

Eenduidige definities zijn belangrijk bij toepassing van kaders. In bijlage 2 is daarom een begrippenlijst opgenomen.

2. Activeren

2.1 Soorten activa

De artikelen 33 tot en met 36 en 59 tot en met 65 van het BBV gaan nader in op de vaste activa. Als gevolg van het doen van investeringen ontstaan bezittingen, ofwel de vaste activa. Vaste activa worden naar hun aard in de BBV onderscheiden in drie soorten.

  • a.

    immateriële vaste activa

  • b.

    materiële vaste activa

  • c.

    financiële vaste activa

 

Ad. a. Immateriële vaste activa zijn die vaste activa waar geen fysieke bezittingen tegenover staan. Immateriële vaste activa komen in Heemstede slechts in uitzonderlijke gevallen voor. De immateriële vaste activa bestaan volgens artikel 34 van de BBV uit:

  • .

    kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio;

  • .

    kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief;

  • .

    bijdrage in activa in eigendom van derden.

 

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis) agio

In de praktijk komt dit slechts in uitzonderlijke gevallen voor. Het uitgangspunt in Heemstede is dat deze kosten niet worden geactiveerd.

 

Afspraak 1:

De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden niet geactiveerd.

 

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief (bv het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan)

De kosten van onderzoek mogen volgens artikel 60 van het BBV alleen worden geactiveerd wanneer het voornemen bestaat:

  • .

    het actief te gebruiken/te verkopen;

  • .

    de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat;

  • .

    het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en;

  • .

    de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.Het uitgangspunt in Heemstede is dat kosten van onderzoek en ontwikkeling in maximaal 5 jaar worden afgeschreven.

     

Afspraak 2:

Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven.

 

Bijdrage in activa in eigendom van derden

Een voorbeeld van een “bijdrage in activa in eigendom van derden” is subsidiëring van een tribune van een vereniging. Bepalend is dat het economisch eigendom niet bij de gemeente berust. Bijdragen in activa in eigendom van derden mogen volgens artikel 61 van de BBV worden geactiveerd indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden.

  • .

    er is sprake van een investering door een derde;

  • .

    de investering draagt bij aan de publieke taak van de gemeente;

  • .

    deze derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals overeengekomen;

  • .

    de gemeente kan de bijdrage terugvorderen indien de derde in gebreke blijft of anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Het uitgangspunt in Heemstede is dat bijdragen in eigendom van derden worden geactiveerd en afgeschreven in een termijn maximaal gelijk aan de levensduur van het activum.

 

Afspraak 3:

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd en de afschrijvingsduur is maximaal gelijk aan die van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt.

 

Ad. b. Materiële vaste activa zijn investeringen met een meerjarig economisch nut of maatschappelijk nut in de openbare ruimte. Alle materiële vaste activa moeten worden afgeschreven. Een uitzondering op deze regel vormen de kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde (bijvoorbeeld een schilderij van een beroemd kunstenaar). Deze investeringen worden niet geactiveerd. Volgens artikel 35 van het BBV bestaan er drie soorten materiële vaste activa, welke afzonderlijk in de balans van de gemeente moeten worden opgenomen:

  • 1.

    investeringen met een economisch nut;

  • 2.

    investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;

  • 3.

    investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

 

Het vernieuwde BBV heeft in het kader van de uniformiteit, transparantheid en vergelijkbaarheid tussen gemeenten, het zogenaamde netto activeren verplicht gesteld. Dit houdt in dat eventuele bijdragen van derden in aftrek moeten worden gebracht op de investering. Het verrekenen van bijdragen uit reserves is met ingang van 2017 niet meer toegestaan. Reserves mogen alleen worden ingezet ter dekking van de afschrijvingslasten.

 

In november 2014 is een Notitie riolering uitgebracht door de commissie BBV. Hierin is opgenomen dat spaarbedragen uit de inkomsten rioolheffing ook in mindering moeten worden gebracht op de geactiveerde investering. In Heemstede wordt conform het raadsbesluit van 27 juni 2013 gespaard in een voorziening vervangingsinvesteringen riolering met als doel vanaf 2023 de vervangingsinvesteringen te dekken uit deze voorziening. Met ingang van 2023 worden de vervangingsinvesteringen rioleringen geactiveerd en wordt de bijdrage van de voorziening in mindering gebracht op de investering. De commissie ziet de uit de ontvangen heffingen gespaarde bedragen als bijdragen van derden die in mindering moeten worden gebracht op de investering.

 

Investeringen met economisch nut

Dit zijn investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of verhandelbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn: investeringen in gebouwen, vervoermiddelen, installaties, automatisering en ook investeringen in afvalstoffenheffing en riolering. Deze laatste investeringen vallen onder de categorie “investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven”.

 

Investeringen met maatschappelijk nut

Dit betreft investeringen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen en openbaar groen. Deze investeringen genereren geen middelen en er is geen markt voor. Het vernieuwde BBV bepaalt in artikel 59 lid 1 dat er geen keuze meer is om deze investeringen wel of niet te activeren.

 

Ad. c. Financiële vaste activa zijn activa die een financiële waarde vertegenwoordigen of een bezit. Te denken valt hierbij aan verstrekte geldleningen en deelnemingen in de vorm van aandelen. Financiële vaste activa moeten altijd worden geactiveerd, maar worden -gezien de aard- niet afgeschreven.

2.2 Criteria voor het activeren van activa

Het is niet praktisch om alle investeringen die in aanmerking komen om geactiveerd te worden ook daadwerkelijk te activeren. De commissie BBV doet de aanbeveling vanuit efficiency-oogpunt een minimale omvang voor het activeren van vaste activa te hanteren. Hiermee worden extra administratieve handelingen voorkomen. Investeringen welke niet worden geactiveerd, worden in één keer als last genomen in de exploitatie. Voorgesteld wordt conform de huidige gedragslijn activa met een aanschafwaarde lager dan € 10.000 ineens ten laste van de exploitatie te brengen. Dit geldt ook voor aankoop van gronden en terreinen.

 

Afspraak 4:

Activa met een aanschafwaarde van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd.

2.3 Onderhoud

Het is niet toegestaan kosten van onderhoud te activeren en vervolgens af te schrijven. Daarentegen is het wel toegestaan om voor de kosten van onderhoud een voorziening te vormen en deze aan te vullen op basis van beheerplannen, waarbij de werkelijke kosten onttrokken worden aan de voorziening. De laatste methode is minder bewerkelijk en sluit aan bij de huidige vorm van beheersing van bijvoorbeeld het onderhoud van wegen en gebouwen. Het vervangen van een toplaag, reparatie van wegen etc, wordt in Heemstede ten laste van de voorziening gebracht.

Kosten van levensduur verlengende renovaties en/of (vervangings)investeringen in de openbare ruimte die het gebied een vernieuwende functie geven (reconstructies/herinrichtingen), worden wel geactiveerd en afgeschreven. Hierbij kun je denken aan vervangen van complete brugdekken of het gehele kunstwerk. Kosten voor achterstallig onderhoud dienen ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht.

3. Waarderen

3.1 Waarderingsgrondslagen

Bij de waarderingsgrondslagen gaat het om de waardebepaling van activa en de regels die daarvoor gelden. Het gaat hierbij om de waardering van balansposten (bezittingen), teneinde een reëel beeld te krijgen van de vermogenspositie van de gemeente. Het BBV geeft strikte regels voor de waardering van activa. Hiermee wordt voorkomen dat financiële resultaten kunnen worden beïnvloed en anderzijds wordt bereikt dat financiële gegevens in de loop der tijd vergelijkbaar blijven.

 

De hoofdregel voor waardering van activa is opgenomen in artikel 63 van de BBV: activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

 

In Heemstede worden activa gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs exclusief toegerekende uren gemeentelijk apparaat en overige indirecte kosten (overhead). Rente wordt niet geactiveerd. Voorgesteld wordt dit uitgangspunt te continueren. Een uitzondering hierop zijn de rioolinvesteringen. Aan deze investeringen worden wel -uitgaande van het principe van kostendekkendheid- uren van de vakafdelingen toegerekend.

 

Afspraak 5:

Activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, exclusief toegerekende uren en overige indirecte kosten (overhead). Rente wordt niet geactiveerd. Een uitzondering geldt voor rioolinvesteringen waar -in het kader van kostendekkendheid- wel uren aan worden toegerekend.

3.2 BTW

Met de invoering van het BTW-compensatiefonds wordt geen BTW geactiveerd voor zover deze compensabel of verrekenbaar is. Compensabele BTW wordt niet als last beschouwd. Niet compensabele BTW verhoogt de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarmee ook de waardering van het actief.

 

Afspraak 6:

Niet compensabele of verrekenbare BTW wordt opgeteld bij de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van het actief en geactiveerd.

3.3 Duurzame waardeverminderingen van vaste activa

In de loop der tijd kan de waarde van een actief zijn veranderd ten opzichte van de boekwaarde ervan op de balans. Herwaardering van activa (naar een hogere waarde) is niet toegestaan, omdat winst pas bij realisatie mag worden genomen. Afwaardering van activa wordt in de meeste gevallen eveneens niet toegestaan, waardering geschiedt immers tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Onder bepaalde voorwaarden zijn bijzondere waardeverminderingen wel toegestaan. Het betreft hier bijvoorbeeld waardeverminderingen als gevolg van wijzigingen in de levensduur als gevolg van schade of milieuvervuiling, wijziging van de bestemming en functie van het vastgoed. Een duurzame waardevermindering moet wel worden verwerkt in de balans middels een extra afschrijving. De afwaardering vindt plaats onafhankelijk van het resultaat. Daarnaast is bepaald dat een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, wordt afgewaardeerd op het moment van buiten gebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde. Bij vervanging van een niet afgeschreven investering, wordt de restant boekwaarde afgeboekt op het moment van vervanging.

3.4 Desinvesteringen activa

Op het moment dat een desinvestering plaatsvindt (bv. verkoop bedrijfsauto of sluiting kantoor), wordt de boekwinst of het boekverlies in het resultaat van het betreffende jaar verwerkt en niet verrekend met de verkrijgingsprijs van een nieuw actief. Het verrekenen is niet toegestaan op grond van het BBV.

3.5 Componentenbenadering

Investeringen in de openbare ruimte worden vaak gelijktijdig uitgevoerd (wegenonderhoud, inrichting groen, vervanging riool, aanleg openbare verlichting, aanleg parkeerplaatsen). Zowel de aanvraag voor het investeringsbudget als de uitbesteding gebeurt veelal in één krediet. Vooraf wordt de verdeelsleutel vastgelegd inzake de kosten. De werkelijke uitgaven worden met dezelfde verdeelsleutel verantwoord. In geval van substantieel meerwerk is extra budget nodig. Bij de aanvraag voor extra budget wordt aangegeven naar welke component(en) het meerwerk wordt toegerekend. Het BBV kent geen voorschriften voor Componentenbenadering.

4. Afschrijven

4.1 Inleiding

Het gebruik van vaste activa strekt zich uit over meerdere jaren. Door technische slijtage of economische veroudering daalt de waarde. Het zichtbaar maken van de waardevermindering in de jaarlijkse exploitatie wordt afschrijven genoemd. De hoogte van de afschrijving wordt bepaald door de economische gebruiksduur en de wijze van afschrijven.

4.2 Methoden van afschrijven

Er bestaan verschillende methoden voor afschrijving. Het BBV laat de gemeenten vrij in de keuze van een methode. De meest voorkomende methoden bij gemeenten zijn:

1. lineair

2. annuïtair

 

Bij de lineaire afschrijvingsmethode wordt jaarlijks een vast percentage van de aanschafwaarde afgeschreven. Hierdoor daalt de boekwaarde van het actief jaarlijks met eenzelfde bedrag. De rentelasten dalen bij toepassing van deze methode naarmate de jaren verstrijken, door de jaarlijkse afname van de boekwaarde van het actief.

Bij de annuïteitenmethode blijft de jaarlijkse kapitaallast (=afschrijving + rente) gelijk. De rentelast is gedurende een langere periode de grootste component van de kapitaallast en daalt in de loop van de gebruiksperiode steeds sneller, waardoor het gedeelte voor afschrijving omgekeerd evenredig stijgt.

 

De gemeente Heemstede hanteert de lineaire methode. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn het feit dat de afschrijving constant blijft, deze methode ten opzichte van de annuïtaire methode beter rekening houdt met de relatief sterke waardedaling in de eerste jaren van de gebruiksperiode, de stijgende onderhoudslasten bij veroudering en de methode is over de gehele gebruiksduur bezien goedkoper, omdat de rente jaarlijks daalt. Voorgesteld wordt de lineaire methode te blijven gebruiken. Op grond van het voorzichtigheidsprincipe wordt ervan uitgegaan dat de restwaarde nihil is.

Uitzondering op de regel vormt in Heemstede de afschrijvingsmethodiek bij sportaccommodaties, sportvelden en hieraan gerelateerde activa. Deze afschrijving vindt annuïtair plaats omdat de kapitaallasten veelal worden gedekt door huuropbrengsten.

 

Afspraak 7:

De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast voor de afschrijving van activa, met uitzondering van sportaccommodaties, sportvelden en hieraan gerelateerde activa.

4.3 Afschrijvingstermijnen

Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur moet volgens de BBV worden afgeschreven. De gebruiksduur wordt bepaald door de technische en economische levensduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Gronden zijn normaliter niet aan slijtage onderhevig en daarom is er geen sprake van waardevermindering. Derhalve is het niet nodig deze af te schrijven. De afschrijvingstermijnen moeten consistent worden toegepast, en mogen alleen bij gegronde reden worden aangepast.

In bijlage 1 zijn de bij de gemeente Heemstede gehanteerde afschrijvingstermijnen opgenomen, welke vanaf 2017 gelden.

 

Afspraak 8:

De afschrijvingstermijnen, genoemd in bijlage 1, worden als basis gehanteerd voor het afschrijven van de vaste activa.

4.4 Ingangsmoment van de afschrijvingen

De commissie BBV doet de aanbeveling om vast te leggen vanaf welk moment wordt begonnen met afschrijven. In Heemstede vindt de afschrijving op vaste activa plaats in het jaar na aanschaf. Concreet betekent dit dat wordt gestart met afschrijven op het moment dat sprake is van een boekwaarde per 1 januari van een jaar. Redenen voor deze keuze zijn: a. beperkt de onderuitputting op kapitaallasten als gevolg van vertraging in de uitvoering van investeringen, en b. is administratief een eenvoudige verwerkingsmethode. Toegevoegd wordt dat op voorbereidingskredieten niet wordt afgeschreven.

 

Afspraak 9:

De afschrijvingen starten in het jaar na aanschaf van het actief d.w.z. op het moment dat sprake is van een boekwaarde per 1 januari van een jaar.

4.5 Rentetoerekening

Aan alle geactiveerde activa wordt rente toegerekend. Dit zijn de lasten die voortkomen uit financiering van de investering. De combinatie van rente en afschrijving vormen de kapitaallasten die zowel in de begroting als in de jaarrekening ten laste van de exploitatie worden gebracht.

 

Voor de rentetoerekening wordt een vast rentepercentage (omslagrente) gehanteerd. Deze rente wordt jaarlijks bij het opstellen van de begroting bepaald. De rente wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari. Voor bepaalde soorten financiële vaste activa (o.a. verstrekte langlopende geldleningen) wordt in 2017 nog een afwijkend rentepercentage gehanteerd. Conform de nieuwe BBV wordt vanaf 2018 intracomptabel geen afwijkende rentepercentages meer gehanteerd.

 

Afspraak 10:

Aan de geactiveerde kapitaallasten wordt rente toegerekend over de aanwezige boekwaarde per 1 januari.

5. Bestuurlijke verantwoording en procedures

5.1 Inpassing in de planning en controlcyclus

Investeringen nemen een zelfstandige positie in binnen de planning- en controlcyclus. Het investeringsprogramma maakt onderdeel uit van de Programmabegroting. Daarnaast komt (de stand van zaken van) de investeringen aan de orde in alle producten van de planning- en controlcyclus. Hiermee maken zij deel uit van de cyclus van plannen, begroten en verantwoorden. Onderstaand wordt aangegeven hoe de investeringen in de diverse planning- en controlproducten aan de orde komen.

 

Kadernota

De jaarlijkse cyclus begint bij de Kadernota. Hierin staan de budgettaire kaders en uitgangspunten van de begroting van het volgende jaar. In de Kadernota is een investeringsprogramma voor de komende vier jaar opgenomen.

 

Programmabegroting

In de Programmabegroting is een investeringsprogramma voor de komende vier jaar opgenomen. De investeringen worden per programma gepresenteerd. Daarnaast is in het bijlagenboek nog een integraal investeringsprogramma voor de komende vier jaar opgenomen. Middels vaststelling van de Programmabegroting autoriseert de Raad de budgetten voor de programma’s en de geplande investeringskredieten voor het eerstvolgende begrotingsjaar en eventuele voorbereidingskredieten.

 

Voortgangsrapportages: Voor- en Najaarsnota

In de Voor- en Najaarsnota wordt een overzicht gepresenteerd van alle in uitvoering zijnde investeringen. Afwijkingen van de in uitvoering zijnde investeringsprojecten worden toegelicht aan de Raad. Vertraging in de uitvoering of het niet uitvoeren van een gepland werk veroorzaakt onderuitputting op kapitaallasten. Over de (financiële) omvang hiervan wordt gerapporteerd.

 

Jaarstukken

In de jaarstukken legt het college verantwoording af over de realisatie van de in de begroting opgenomen investeringen. In de jaarrekening wordt een overzicht verstrekt van de lopende kredieten en de af te sluiten kredieten.

5.2 Procedures

In voorgaande hoofdstukken is het kader geschetst voor het investeringsbeleid. In deze paragraaf wordt ingegaan op de bevoegdheden.

 

Autorisatie van investeringen

De bevoegdheid tot het toekennen van investeringskredieten berust bij de Raad. De kredieten voor het eerstvolgende jaar worden bij vaststelling van de begroting door de Raad beschikbaar gesteld. De lasten van de investeringen zijn binnen de begroting opgenomen.

 

Wijzigen van kredieten

Wijziging van de omvang en/of het doel van een investering is niet mogelijk zonder nieuw besluit van de Raad. Met de Raad is immers een afspraak gemaakt over een bepaalde inzet van middelen voor een vastgesteld doel.

 

Afsluiten van kredieten

Kredieten worden afgesloten op het moment dat het vastgestelde doel, waarvoor het krediet beschikbaar is gesteld door de Raad, is gerealiseerd. Een integraal overzicht van af te sluiten kredieten wordt opgenomen in de jaarstukken.

 

Afspraak 11:

De bevoegdheid tot het toekennen, wijzigen en afsluiten van investeringskredieten berust bij de Raad.

  Bijlage 1 De termijn en de wijze waarop investeringen worden afgeschreven.

 

Afschrijving

Activa

Lineair

Annuïtair

Termijn

Sportterreinen

 

 

 

Toplaag voetbalkunstgrasvelden

 

x

10 jaar

Hockeyveld zand

x

 

12 jaar

Hockeyveld semi zand

x

 

10 jaar

Hockeyveld water

x

 

10 jaar

Tennisveld gravel

x

 

12 jaar

Tennisveld kunstgras

x

 

12 jaar

Onderbouw kunstgrasvelden voetbal/hockey

 

x

20 jaar

Hekwerken

 

x

20 jaar

Veldverlichting palen en armaturen

 

x

30 jaar

Lampen veldverlichting generiek

 

x

10 jaar

 

 

 

 

Gebouwen

 

 

 

Bouwkosten

x

 

40 jaar

Verbouwkosten: gebruiksduur verlengend

x

 

40 jaar

Verbouwkosten: niet gebruiksduur verlengend

x

 

25 jaar

Uitbreiding

x

 

40 jaar

 

 

 

 

Sportcomplex

 

 

 

Bouwkosten

 

x

40 jaar

Technische installatie

 

x

20 jaar

Warmtekrachtinstallatie

 

x

20 jaar

Dakbedekking

 

x

40 jaar

Zwembadfilters

 

x

10 jaar

Renovatie horeca-gedeelte

 

x

10 jaar

 

 

 

 

Weg- en waterbouw

 

 

 

Aanleg

x

 

50 jaar

Bruggen hout

x

 

30 jaar

Bruggen staal en kunststof

x

 

50 jaar

Bruggen staal en beton

x

 

90 jaar

Herinrichting

x

 

30 jaar

Reconstructie

x

 

30 jaar

Geluidwerende voorzieningen

x

 

10 jaar

Verkeersregelinstallaties

x

 

15 jaar

Openbare verlichting

x

 

30 jaar

Beschoeiingen

x

 

30 jaar

Damwanden hout

x

 

20 jaar

Damwanden kunststof

x

 

40 jaar

Damwanden metaal

x

 

60 jaar

Duikers (niet in exploitatie)

x

 

60 jaar

Parkeerautomaten

x

 

10 jaar

 

 

Afschrijving

Activa

Lineair

Annuïtair

Termijn

Rioleringen

 

 

 

Afvalwaterstelsel

x

 

70 jaar

Hemelwaterstelsel

x

 

70 jaar

Persleidingen

x

 

70 jaar

Gemalen civiel

x

 

30 jaar

Gemalen elektro+mechanisch

x

 

15 jaar

Mechanische riolering

x

 

30 jaar

Mechanische riolering elektro+mechanisch

x

 

15 jaar

Vijzelgemalen civiel

x

 

60 jaar

Vijzelgemalen elektro+mechanisch

x

 

15 jaar

Bergbezinkbassin (BBB)

x

 

70 jaar

Bergbezinkbassin (BBB) elektro+mechanisch

x

 

15 jaar

Drainage

x

 

30 jaar

Telemetrie

x

 

30 jaar

Opstellen (basis) rioleringsplan VGRP/BRP

x

 

5 jaar

 

 

 

 

Groen/plantsoenen

 

 

 

Aanleg

x

 

50 jaar

Herinrichting/renovatie

x

 

30 jaar

Composteerinstallatie

x

 

20 jaar

 

 

 

 

Afval

 

 

 

Ondergrondse inzamelcontainers

x

 

10 jaar

Ondergrondse perscontainers

x

 

7 jaar

 

 

 

 

Onderwijs

 

 

 

Schoolgebouw: bestaand

x

 

60 jaar

Schoolgebouw: nieuwbouw

x

 

40 jaar

Uitbreiding schoolgebouwen

x

 

40 jaar

Gymnastieklokalen: bestaand

x

 

60 jaar

Gymnastieklokalen: nieuwbouw

x

 

40 jaar

Gymnastieklokalen: verbouwing

x

 

25 jaar

Eerste inrichting, meubilair

x

 

15 jaar

Onderwijsleerpakket

x

 

15 jaar

Brandbeveiliging

x

 

10 jaar

Tijdelijke uitbreiding huisvesting

x

 

15 jaar

 

 

 

 

Kantoorinrichting

 

 

 

Meubilair

x

 

10 jaar

Technische installaties

x

 

8 jaar

Telefooncentrale

x

 

8 jaar

 

 

Afschrijving

Activa

Lineair

Annuïtair

Termijn

ICT

 

 

 

Werkplekautomatisering

x

 

4 jaar

Servers

x

 

4 jaar

Netwerkcomponenten

x

 

4 jaar

Software (excl.anti-virus en firewall)

x

 

5 jaar

Website

x

 

3 jaar

Contentmanagementsysteem website

x

 

3 jaar

Noodstroom UPS

x

 

4 jaar

Koelapparatuur serverruimte

x

 

4 jaar

Brandblusapparatuur serverruimte

x

 

4 jaar

Vaste telefonie

x

 

4 jaar

Mobiele telefonie

x

 

3 jaar

Printers, scanners, plotters

x

 

4 jaar

 

 

 

 

Bedrijfsmiddelen

 

 

 

Vracht- en bestelauto’s

x

 

8 jaar

Aanhangers

x

 

9 jaar

Tractoren

x

 

9 jaar

Grafdelfmachine

x

 

 9 jaar

 

 

 

 

Bibliotheek

 

 

 

Gebouw

x

 

40 jaar

 

 

 

 

Het Oude Slot

 

 

 

Verbouwing

x

 

25 jaar

Dakbedekking

x

 

40 jaar

Bijlage 2 Begrippen

Hierna wordt een aantal kernbegrippen nader omschreven.

 

Activa

De bezittingen van de gemeente zoals gronden, gebouwen, voertuigen en infrastructuur. Deze worden ingedeeld in vlottende activa en vaste activa.

 

Activeren

Het opnemen van investeringen op de balans. De jaarlijkse kosten (kapitaallasten) worden ten laste van de exploitatie gebracht.

 

Afschrijven

Een boekhoudkundige weergave van de waardevermindering van activa wegens technische slijtage en economische veroudering. De gebruiksduur bepaalt de afschrijvingstermijn en dus ook de hoogte van de afschrijvingslasten.

 

Agio / Disagio

Agio en Disagio is het verschil tussen het bedrag waarvoor een lening wordt aangegaan en het hogere c.q. lagere bedrag dat aan de geldnemer wordt uitgekeerd. Agio en Disagio kan ook betrekking hebben op aandelen.

 

Annuïtaire afschrijving

Een afschrijvingsmethode waarbij de kapitaallasten jaarlijks gelijk zijn gedurende de gehele afschrijvingstermijn van de investering. In de beginjaren is de afschrijvingscomponent laag en de rentecomponent hoog. Aan het eind ligt deze verhouding andersom.

 

Boekwaarde

Waarde van de activa op de balans. Dit is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen.

 

Boekwinst / -verlies

Als het actief wordt verkocht tegen een prijs die hoger c.q. lager is dan de resterende boekwaarde op het moment van verkoop.

 

Desinvesteren activa

De definitieve buiten gebruikstelling van duurzame (materiële) productiemiddelen (bv. verkoop of sluiting).

 

Economische levensduur

De economische levensduur wordt bepaald door rationeel en doelmatig gebruik rekening houdend met technologische ontwikkelingen. Met andere woorden, slijtage van activa door veroudering.

 

Financiële vaste activa

Activa die een financiële waarde of bezit vertegenwoordigen (bijvoorbeeld deelnemingen en aandelen).

 

Immateriële vaste activa

Investeringsuitgaven waar geen bezit tegenover staat (bijvoorbeeld kosten sluiten geldlening).

 

Investeringen

Uitgaven ter verwerving van een goed of ter bereiking van een doel waaraan een meerjarig nut kan worden toegekend.

 

Investeringskrediet

Het bedrag dat door de gemeenteraad of het college beschikbaar is gesteld voor het doen van een investering.

 

Investering met economisch nut

Activa die verhandelbaar zijn (waar markt voor is zoals bijvoorbeeld gebouwen) of die kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Deze investeringen moeten worden geactiveerd.

  

Investering met maatschappelijk nut

Activa waarmee geen middelen gegenereerd kunnen worden maar wel duidelijk een publieke taak vervullen zoals wegen, groenvoorziening, bruggen e.d. Op basis van geactualiseerde BBV-voorschriften moeten ook deze investeringen geactiveerd worden.

 

Kapitaallasten

Kapitaallasten zijn de jaarlijks terugkerende lasten die samenhangen met de investeringen. De kapitaallasten bestaan uit afschrijvingen en rente.

 

Lineaire afschrijving

Een afschrijvingsmethode waarbij de kapitaallasten jaarlijks dalen. De afschrijvingscomponent is jaarlijks gelijk. Als gevolg van een daling van de boekwaarde neemt de jaarlijkse rentelast af.

 

Materiële vaste activa

Activa waar een bezit tegenover staat en waaraan een meerjarig nut kan worden toegekend.

 

Onderuitputting kapitaallasten

Er is sprake van onderuitputting van kapitaallasten wanneer er een vertraging in de uitvoering van een investering optreedt en/of een gepland werk niet tot uitvoering komt.

 

Rente

Een vergoeding voor het beslag dat de boekwaarde van een investering legt op de financieringsmiddelen van de gemeente. De rente is onderdeel van de kapitaallasten.

 

Restwaarde

De restwaarde vertegenwoordigt de schatting van de opbrengstwaarde tegen het huidige prijspeil, verminderd met de te maken kosten voor verwijdering of vernietiging van (delen van) het actief.

 

Vaste activa

Bezittingen waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan 1 jaar is vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn gronden, gebouwen en inventaris. De vaste activa worden verder verdeeld in: immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa.

 

Verkrijgingsprijs

Het bedrag dat betaald is om activa aan te schaffen (de inkoopprijs en de bijkomende kosten).

 

Vervaardigingsprijs

De kosten die gemaakt zijn ten behoeve van het intern vervaardigen van een actief (bv. een boek).

 

Vlottende activa

De bezittingen van de gemeente waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd. Binnen een jaar moeten de vlottende activa zijn omgezet in geld. Voorbeelden zijn: voorraden, debiteuren en liquide middelen (bank en kas).

 

Voorraden

Dit zijn goederen die je in bewaring houdt voor later gebruik. Voorbeelden zijn: grond- en hulpstoffen, gereed product en handelsgoederen.

  

 

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 26 januari 2017