Regeling vervallen per 06-06-2018

Uitvoeringsprogramma re-integratiebeleid 2017 gemeente Heemstede

Geldend van 19-04-2017 t/m 05-06-2018

Intitulé

Uitvoeringsprogramma re-integratiebeleid 2017 gemeente HeemstedeIntergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken Bloemendaal, Heemstede, Haarlemmerliede en Spaarnwoude

1. Inleiding

In het uitvoeringsprogramma re-integratiebeleid presenteren wij onze plannen voor de re-integratie en participatie van onze klanten in 2017.

Het belangrijkste doel is dat uitkeringsgerechtigden zo snel als mogelijk volledig in de samenleving gaan participeren, bij voorkeur door middel van werk. De gemeente heeft hierbij de taak om te ondersteunen bij arbeidsinschakeling en zo nodig voorzieningen aan te bieden die de stap naar werk mogelijk maken. Deze voorzieningen zijn beschreven in de Re-integratieverordening.

2. Uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma re-integratiebeleid 2017

De volgende uitgangspunten vormen de basis voor ons re-integratiebeleid 2017.

Budget

De gemeente Heemstede moet bij het formuleren van de uitgangspunten en het maken van de beleidskeuzes rekening houden met de budgetten voor re-integratie. Doelstelling is om iedereen binnen de budgetten te bedienen. Hierbij moeten verantwoorde keuzes worden gemaakt en dient het  re-integratiebudget efficiënt te worden ingezet. In dit kader dient bezien te worden in welke mate voor specifieke doelgroepen (statushouders en arbeidsgehandicapten) uit andere budgetten kan worden geput.

Uitstroom naar betaald werk

Het doel van het huidige beleid is om zoveel mogelijk klanten uit te laten stromen naar betaald werk. Werk leidt namelijk tot economische zelfstandigheid en participatie in de samenleving . Het stimuleert de eigenwaarde en de zelfontplooiing van mensen. Van een klant wordt verwacht dat deze actief meedoet in de maatschappij bij voorkeur door werk. ‘Meedoen’ is belangrijk maar betaald werk staat voorop. Parttime arbeid wordt ook gestimuleerd.

Participeren naar vermogen

De gemeente Heemstede ziet graag dat iedereen actief meedoet in de maatschappij.

Blijkt betaald werk (nog) niet haalbaar dan dient de klant toch te participeren naar vermogen; dat wil zeggen meedoen in de samenleving door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of mantelzorg of het verrichten van een tegenprestatie. De inzet van deze voorzieningen betekent echter niet dat niet meer gekeken wordt naar de mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt. Tenminste één keer per jaar wordt door de consulenten van de IASZ in overleg met de klanten gekeken of het vrijwilligerswerk dat wordt verricht, mogelijkheden biedt om de arbeidsmarkt te betreden en alsnog een re-integratietraject te starten.

Integratie en participatie van statushouders

De statushouders die afgelopen jaren in de gemeente zijn komen wonen moeten zo snel als mogelijk kunnen participeren in onze samenleving. In 2016 is ten opzichte van eerdere jaren het aantal statushouders verdubbeld.

Hiervoor zijn van het Rijk via het ”Uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom” extra middelen beschikbaar gekomen waarvan een deel ingezet kan worden voor werk en inkomen. Hiervoor is een apart sociaal programma gemaakt welke in februari 2017 aan de gemeenteraad is voorgelegd. De screening en matching van statushouders op het gebeid van scholing en werk zal hierbij uitgevoerd worden door gebruik van een matchingsintrument InCheck van L&D Support en de intakemethode van Startbaan. Ook bij onze reguliere inkoop van re-integratie producten houden wij rekening met deze doelgroep.

Meedoen met een arbeidsbeperking

Sinds de invoering van de Participatiewet ondersteunt de IASZ nieuwe doelgroepen bij het vinden van werk. Het betreft mensen die arbeidsvermogen hebben maar tegelijk beperkingen van zeer diverse aard. De IASZ streeft naar maatwerk voor alle klanten en verdiept zich daarbij in de specifieke problematiek van deze mensen. Door de invoering van de banenafspraak 1 en het verplicht stellen van beschut werk komt er betaald werk beschikbaar voor deze doelgroep, maar daar is wel ondersteuning en begeleiding bij nodig. Instrumenten voor ondersteuning en begeleiding voor klanten met een arbeidsbeperking, zijn opgenomen in de re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015. Het vinden en behouden van werk met ondersteuning is het eerste doel maar als dat niet mogelijk is dan wordt er gezocht naar andere mogelijkheden voor participatie, zoals vrijwilligerswerk.

3. Uitvoering re-integratiebeleid

Voor wie?

De instrumenten die de IASZ inzet om mensen te bemiddelen naar arbeid zijn divers. Deze worden afgestemd op de doelgroep die een uitkering heeft en bemiddelbaar is naar werk. Niet alle cliënten die een uitkering levensonderhoud ontvangen zijn bemiddelbaar naar werk. In onderstaand overzicht kunt u zien wat de potentiele doelgroep is voor re-integratie in 2017

Doelgroep 2017 (peildatum 27-2-2017)

 

 

 

(gedeeltelijke) arbeidsverplichting

236

Tijdelijke ontheffing arbeidsverplichting

58

Verblijvend in een WLZ instelling

7

Ontheffing volledig en duurzaam

11

 

Opgemerkt kan worden dat van bovenstaande doelgroep 116 personen een niet Nederlandse nationaliteit bezitten, ruim 1/3 van het uitkeringsbestand.

Het aantal jongeren < 27 jaar in bovenstaande doelgroep is 32 personen.

Werkwijze IASZ

Snelle activering en uitstroom naar werk

Klanten die afhankelijk worden van een bijstandsuitkering worden zo vroeg mogelijk geactiveerd richting werk. Op het Werkplein kan de klant zich melden voor een uitkering en daar vinden ook de gesprekken plaats tussen de consulenten van de IASZ en de klant. Als iemand ‘job ready’ is worden direct de contacten gelegd met onze re-integratiepartners.

Aparte aanpak voor jongeren tot 27 jaar

Voor jongeren tot 27 jaar geldt een wettelijke zoektijd van vier weken. Deze jongeren worden tijdens de zoekperiode begeleid door het Leerplein. Het Leerplein onderzoekt of scholing mogelijk is. Jongeren die na vier weken nog geen baan hebben gevonden en niet in aanmerking komen voor scholing kunnen een aanvraag voor een uitkering indienen.

Als er bij een jongere sprake is van een arbeidsbeperking wordt er tijdens de wettelijke zoektijd van 4 weken een aanvraag ‘beoordeling arbeidsvermogen’ aangevraagd bij het UWV.

Voor statushouders en klanten met ernstige psychische klachten (GGZ), woonachtig in een instelling wordt ook een andere aanpak toegepast. Zij komen met hun aanvraag niet binnen op het Werkplein maar krijgen direct een intake-gesprek bij de IASZ-consulenten

Regierol consulenten

De consulenten van de IASZ hebben de regie op de begeleiding van de klant naar werk.

De consulenten vormen zich een beeld van de klant op basis van scholing, werkervaring, medische beperkingen of andere omstandigheden die mogelijk de toegang tot de arbeidsmarkt belemmeren. Op basis van de beschikbare informatie wordt een ‘plan van aanpak gericht op arbeidsinschakeling’ gemaakt. Als de verwachting is dat een klant snel weer aan het werk kan, ligt het voor de hand dat de consulent zelf de voortgang op de

re-integratie bewaakt. Is de verwachting dat de klant op weg naar werk meer ondersteuning nodig heeft, dan maakt de consulent een inschatting van de benodigde re-integratievoorziening. Bij klanten die weinig tot geen uitzicht hebben op betaald werk, zoekt de consulent naar andere vormen van maatschappelijke participatie en biedt de consulent ondersteuning op het gebied van inkomensondersteunende regelingen.

Doelgroepenbeleid

Omdat niet alle klanten direct bemiddelbaar zijn, maakt de IASZ onderscheid tussen verschillende groepen werkzoekenden en de re-integratieactiviteiten die de IASZ in 2017 voor deze groepen wil inzetten.

Werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt

 

Deze groep klanten is in principe voldoende geschoold, heeft werkervaring en wordt daarom als kansrijk en direct bemiddelbaar op de arbeidsmarkt gezien.

 

Eigen bemiddeling door consulenten

Indien de verwachting is dat een klant snel weer aan het werk kan, neemt de consulent zelf de bemiddeling naar werk ter hand en bewaakt de voortgang van het traject.

 

Als er meer ondersteuning nodig is, dan kunnen de consulenten voor bovengenoemde groep klanten de volgende voorzieningen inzetten.

   

Bemiddeling naar werk door Agros

Als bij aanvang van de procedure op het Werkplein geen snelle match naar werk heeft kunnen plaatsvinden, wordt in het vervolg van de aanvraagprocedure gekeken hoe dit wel kan worden gerealiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met de re-integratiepartner Agros. Er zijn met Agros afspraken gemaakt voor bemiddeling tijdens en na de aanvraagprocedure. In de praktijk blijkt dat Agros vaak over een concreet aanbod van banen beschikt die zij de klant kan aanbieden. Door het bieden van een werkaanbod, wordt ook de eigen kracht van klanten gestimuleerd om zelf op zoek te gaan naar werk. Voor 2016 waren de resultaten van deze aanpak goed. Agros heeft van de in traject genomen klanten 50% naar een baan weten te bemiddelen. Voor 2017 wordt gestreefd naar een percentage van 55%.

 

Bemiddeling naar werk door Pasmatch

De IASZ heeft ook een samenwerkingsovereenkomst met Pasmatch. Dit traject is geschikt voor personen die beschikken over een voldoende opleidingsniveau en werkervaring, maar toch nog wat persoonlijke begeleiding nodig hebben. Pasmatch brengt door middel van een assessment de kwaliteiten van de klant in beeld en beschikt over diverse instrumenten die kunnen worden ingezet om de arbeidsmarktsituatie van de klant te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn: empowermenttraining, sollicitatietrainingen en de mogelijkheid om werkervaring op te doen. Met inzet van al deze middelen wordt een klant geschikt gemaakt voor een matching op bestaande vacatures maar ook voor specifieke banen die Pasmatch zelf werft.

Voor deze klanten is voor 2016 een uitstroomdoelstelling afgesproken van tenminste 30%. Deze afspraak is gehaald. In 2017 wordt de samenwerking voort gezet.

Werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt

 

Deze groep is -op de korte termijn- nog niet bemiddelbaar naar een baan of heeft blijvende ondersteuning nodig. De competenties van de klant, zoals opleiding en werkervaring sluiten over het algemeen niet aan op het reguliere banenaanbod. Steeds vaker is een gebrek aan taalvaardigheid een reden waarom klanten niet direct bemiddelbaar zijn op de arbeidsmarkt.

 

Voor deze personen kunnen de volgende activiteiten en instrumenten worden ingezet:

 

Werkstages

Pasmatch heeft voor deze groep (die vaak toch nog scholing en begeleiding nodig heeft) een werkstage ontwikkeld. De werkstage is bedoeld om klanten binnen een periode van maximaal acht maanden klaar te stomen voor ‘bemiddeling naar werk’. Het traject start met een assessment en een uitgebreide aan werk gerelateerde diagnose. Als het assessment voldoende vertrouwen geeft, wordt een trajectplan gemaakt, waarbij empowerment, vitaliteitstraining, jobcoaching, workshops en zelfs gerichte vakscholing worden verzorgd om de aansluiting te vinden bij ‘bemiddeling naar werk’.

Pasmatch gaat de werkstage ook inzetten als re-integratiemiddel voor statushouders die door de taalachterstand nog niet aan het werk kunnen. De werkstage met taaltraining op de werkvloer is een goede aanvulling op de taalcursus die de klant in het kader van de inburgering volgt. Deze stage kan naast het volgen van de inburgering opgestart worden.

 

Bemiddelingstrajecten Startbaan

Vluchtelingenwerk heeft een pilot voor statushouders ontwikkeld waarbij een individueel maatwerktraject wordt ingezet, afgestemd op de situatie van de statushouder en gericht op de Nederlandse taal, cultuur en scholing. Gedurende maximaal één jaar wordt doelgericht gewerkt aan werk, opleiding of vrijwilligerswerk. Dit project heet Startbaan. De IASZ is eind 2015 met deze pilot gestart. In 2016 heeft Heemstede 21 statushouders aangemeld. Dit heeft geleid tot volledige uitstroom van 3 personen door het verkrijgen van een fulltime baan, één realisering van een parttime baan, twee plaatsingen op een werkervaringsplek en vier plaatsingen op vrijwilligerswerk. Werkgevers zijn met deze doelgroep voorzichtig waardoor direct full time banen moeilijk te realiseren zijn. Na plaatsing kan de jobcoach van Startbaan een nazorgtraject aanbieden waarbij begeleiding van bijv. 0-uren contracten of uitbreiding van part-time dienstverband wordt begeleid.  

Gezien het gegeven dat veel aanmeldingen pas in de tweede helft van 2016 zijn gedaan zijn de resultaten voor deze moeilijk te bemiddelen doelgroep zodanig dat we deze dienst ook in 2017 willen inkopen.

 

Bemiddeling door Agros voor schoolverlaters uit het speciaal onderwijs

Agros is in september 2015 in Zuid-Kennemerland een pilot gestart om schoolverlaters uit het speciaal onderwijs zo te begeleiden en te bemiddelen dat door afstemming van de kwaliteiten van deze jongeren op beschikbaar werk, werkgevers worden verleid om deze jongeren een baan aan te bieden, zonder dat loonkostensubsidie noodzakelijk is. Vanaf de start van deze pilot zijn drie Heemstedenaren in traject genomen. Agros heeft twee van hen naar een baan weten te bemiddelen. De begeleiding is daarmee zeer effectief gebleken. Daarom wil de IASZ ondanks dat dit een kleine doelgroep is doorgaan met dit traject.

 

Voorzieningen voor de doelgroep banenafspraak

Bijstandsklanten en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen en opgenomen zijn in het doelgroepenregister, kunnen in aanmerking komen voor de banenafspraak (garantiebanen). Voor werkgevers die personen uit de doelgroep banenafspraak aan een baan helpen bestaan specifieke ondersteuningsinstrumenten. In de arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond is de ondersteuning voor deze doelgroep op elkaar afgestemd. Het gaat om de volgende instrumenten:

  • 1.

    Proefplaatsing

  • 2.

    Loonkostensubsidie: regulier of forfaitair

  • 3.

    Jobcoaching

  • 4.

    Werkplekaanpassingen

  • 5.

    Uniforme no-risk polis

  • 6.

    Mobiliteitsbonus

 

De plaatsing van een persoon, die behoort tot de doelgroep baangarantie, bij een werkgever brengt voor de gemeente kosten met zich mee. Uit het inkomensdeel (BUIG) worden de kosten voor de loonkostensubsidies betaald. De kosten voor de loonwaardebepaling, ondersteuning door middel van jobcoaching en werkplekaanpassingen komen ten laste van het re-integratiebudget. Aan de proefplaatsing, uniforme no-risk polis en mobiliteitsbonus zijn voor de gemeente geen extra kosten verbonden.

Beschut werk

Beschut werk is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking niet in een reguliere baan kunnen werken en uitsluitend mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden.

Pilot

In het uitvoeringsprogramma 2015 werd afgesproken dat de IASZ-gemeenten samen met Haarlem en Zandvoort een pilot beschut werk zouden opzetten, in samenwerking met Pasmatch. De afspraken voor invulling van deze pilot zijn gemaakt, echter de pilot beschut werk is niet van start gegaan, omdat er geen indicaties zijn afgegeven voor beschut werk. Er zijn regionaal indicaties bij het UWV aangevraagd voor beschut werk, maar deze zijn afgewezen of nog in behandeling. De criteria voor het verkrijgen van een indicatie zijn strenger dan bij de voormalige WSW het geval was en dat betekent dat minder mensen toegelaten worden. De strenge toelatingscriteria door het UWV zijn landelijk een aandachtspunt.

Wettelijke verplichting

Het realiseren van beschut werk is voor gemeenten per 1 januari 2017 verplicht geworden. Hierbij moet sprake zijn van loonvormende arbeid en een dienstbetrekking. Landelijk wordt geraamd hoeveel beschutte werkplekken gemeenten moeten realiseren. Voor Heemstede zijn dit in 2017 twee plekken.

Procedure

Inwoners mogen in de nieuwe wet vanaf 2017 ook zelf een indicatie beschut werk aanvragen bij het UWV. Dit geldt ook voor inwoners die een uitkering via het UWV hebben. De mogelijkheid blijft bestaan om als college zelf ook inwoners voor te dragen voor een indicatie. Doordat inwoners in de nieuwe wet ook zelf een indicatie mogen aanvragen, hebben gemeenten minder controle op het aantal indicaties. In de re-integratieverordening moet worden vastgelegd wat de werkwijze is bij meer positieve adviezen dan de landelijke raming. De geactualiseerde re-integratieverordening wordt in april 2017 aan de gemeenteraad voorgelegd. Hierin wordt opgenomen dat bij meer dan de wettelijk verplichte plaatsen voor de mensen op de wachtlijst een alternatief wordt ingezet, te denken valt aan een maatwerk traject ter voorbereiding op beschut werk, dat niet regulier is ingekocht. Hiervoor ramen wij dan ook een klein bedrag.

Projecten

 

Re-integratie anderstaligen

De ontwikkelingen in onze bijstandspopulatie dwingen ons tot een nieuwe aanpak.  De afgelopen jaren is het aantal mensen in de bijstand dat de Nederlandse taal niet of slechts matig beheerst, toegenomen. Ook bij de IASZ-gemeenten betreft dit een substantieel deel van het bestand. In 2016 zijn hier door de opvang van statushouders 40 bijstandscliënten bijgekomen en is het totaal aantal anderstaligen in de uitkering nu 116.

In 2017 zullen voornamelijk gezinsherenigers nareizen. Zij komen niet via asielzoekerscentra naar de gemeente maar komen rechtstreeks vanuit het buitenland. Van hen is niets bekend qua opleiding, beroep en competenties. Om deze doelgroep goed te kunnen begeleiden willen wij in een vroeg stadium met deze mensen in gesprek om dit helder te krijgen. De keuze voor het inburgeringsniveau, diplomawaardering en eventueel vervolgopleiding en beroep zijn dan bekend, wat bemiddeling zowel door de gemeente als de begeleiding van vluchtelingenwerk eenvoudiger maakt. Het Novacollege gaat in samenwerking met het RMC voor jongeren een intake verzorgen om het juiste scholingstraject in te gaan. Voor de jongeren tot 27 jaar geldt dat een opleiding gericht op betaald werk bittere noodzaak is om uiteindelijk op eigen kracht een inkomen te verwerven.  Dit sluit ook aan bij de scholingsplicht die in de Participatiewet voor een ieder geldt tot 27 jaar.

Voor de statushouders van 27 jaar en ouder kan via Startbaan een uitgebreide intake met tolken worden verzorgd.  Ook L&D Support heeft een tool “In Check” ontwikkeld die door verschillende gemeenten in het land al wordt gebruikt. Statushouders kunnen in hun eigen taal verschillende tests doorlopen waarna een rapport wordt gegenereerd voor de consulenten om zo goede keuzes te maken voor inburgering, scholing of werk. Voor o.a. deze instrumenten kunnen wij komende twee jaar een beroep doen op een budget van € 30.000 per jaar uit het sociaal programma voor statushouders.

 

Statushouders zullen zich veelal eerst moeten richten op hun inburgeringstraject om de Nederlandse taal te leren. We proberen binnen een half jaar na de start met behulp van vluchtelingenwerk en het platform vluchtelingen deze mensen te laten participeren in de samenleving door een snuffelstage of vrijwilligerswerk bij bedrijven of welzijnsinstellingen in de gemeente. WIJ Heemstede zal in 2017 en 2018 ook de integratie van statushouders binnen hun programma’s intensiveren en samenwerking zoeken met de partijen rondom de statushouders.

Pilot anderstaligen door Agros

Bij deze pilot lag in 2016 de focus op de bemiddeling naar banen waarvoor niet direct de beheersing van de Nederlandse taal nodig is omdat dat voor het werk niet nodig is en/of omdat bijvoorbeeld een ander persoon in het bedrijf als tolk kan fungeren. Agros heeft afgelopen jaar moeite gehad om binnen het bestaande netwerk van werkgevers anderstaligen te plaatsen. Het basaal kunnen communiceren door de werkzoekende blijkt toch een voorwaarde voor werk. In bepaalde beroepsgroepen blijkt de taal echter minder van belang. Agros zal zich qua acquisitie op deze bedrijven gaan richten. Omdat er in de komende jaren veel behoefte zal zijn aan bemiddeling naar werk voor klanten met een blijvende taalachterstand willen wij de pilot verlengen nu Agros zich op een specifiekere arbeidsmarkt voor statushouders gaat begeven.

Taalverhogingstrajecten

In 2017 kunnen consulenten van de IASZ hun klanten aanmelden voor zogenaamde taalverhogingstrajecten. De gezamenlijke gemeenten van de arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond hebben een Educatieplan 2015-2017 met budget waaruit de doelgroep kan worden bediend. Dit plan heeft als doel de beheersing van de Nederlandse taal door uitkeringsgerechtigden, jongeren zonder startkwalificatie, opvoeders en mensen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt te verbeteren door middel van een taalverhogingstraject. In het educatieplan is er een prioriteit opgenomen voor uitkeringsgerechtigden. In 2017 wil de IASZ dit instrument blijven inzetten voor bijstandsklanten die niet meer inburgeringsplichtig zijn, maar de taal nog onvoldoende beheersen om een positie te verwerven op de arbeidsmarkt. In 2016 namen 11 Heemstedenaren deel aan de trajecten. De uitkeringsgerechtigde zijn na een traject van 20 weken beter bemiddelbaar doordat zij de taal beter spreken. Soms is verlenging van 20 weken noodzakelijk.

De kosten van deze trajecten worden bekostigd uit de WEB gelden die door Haarlem als contractgemeente worden beheerd.

Economische zelfstandigheid vrouwen

In 2017 neemt de IASZ deel aan het programma ‘Economische zelfstandigheid vrouwen’. Dit project is opgezet door de gemeente Haarlem, met inzet van subsidie van het ministerie van OCW. De doelgroep bestaat uit vrouwen die een inkomen hebben van zeventig procent van het minimumloon of minder. Het doel is om deze vrouwen te bereiken en hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. Het gaat om een tweedaags programma met trainingen, workshops en daarna mogelijk scholing.

Overige re-integratie instrumenten en keuringen

  • .

    Vrijlating van inkomsten bij deeltijd arbeid

In het re-integratiebeleid is ook de mogelijkheid van vrijlating van inkomsten uit deeltijdarbeid opgenomen. Op grond van de re-integratieverordening wordt na afloop van de wettelijke vrijlating van een deel van de inkomsten, jaarlijks een premie verstrekt die ambsthalve wordt toegekend, zo dat ook parttime werk blijft lonen en niet alles in mindering wordt gebracht op de uitkering.

 

  • .

    Tijdelijke loonkostensubsidie

Tijdelijke loonkostensubsidie is een instrument  voor de werkgevers met als doel de werkgever te stimuleren de kandidaat-werknemer in dienst te nemen. De tijdelijke loonkostensubsidie wordt voor maximaal 6 maanden toegekend. De hoogte van de subsidie wordt, in overleg met de werkgever, door de consulent van de IASZ bepaald.

 

  • .

    Sociaal medische keuringen

In het kader van het re-integratietraject van de klant kan een sociaal-medische keuring noodzakelijk zijn om te bepalen wat de belastbaarheid van iemand is voor werk. Voor de kosten van deze voorzieningen moet de gemeente een reservering uit het Participatiebudget maken.

  • .

    Overige kosten

Voor het slagen van een traject kunnen ook overige kosten zoals reiskosten (> 10 km enkele reis) en de kosten van diplomawaardering voor vergoeding in aanmerking komen.

  

4. Financiën

4.1. Participatiebudget en de rijksmiddelen voor de sociale werkvoorziening

Het Participatiebudget en het rijksbudget voor de sociale werkvoorziening zijn toegevoegd aan de integratie-uitkering sociaal domein. Deze integratie-uitkering omvat ook de budgetten Wmo en Jeugdzorg. Het rijksbudget voor de sociale werkvoorziening loopt jaarlijks terug. Om de tekorten op de uitvoering bij Paswerk terug te dringen is in 2015 het strategische verbeterplan van Paswerk ‘Roadmap 2015-2018’ ingezet. Dit heeft tot gevolg dat Paswerk diverse kostenbesparingen en verbeteringen heeft gerealiseerd. Desondanks wordt in de begroting 2017 van Paswerk voorzien dat de uitgaven voor de sociale werkvoorziening in 2017 hoger liggen dan de beschikbare rijksmiddelen SW. In 2017 blijft aandacht voor het terugdringen van het tekort daarom voorop staan. Daarnaast wordt in 2017 een toekomstvisie op de huisvesting Paswerk opgesteld.  

In het te besteden re-integratiebudget is sinds 2015 ook een budget opgenomen vanuit de middelen voor de bestrijding van armoede. Een eigen inkomen boven de bijstandsnorm is de beste vorm van armoedebestrijding.

Europees Sociaal Fonds

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) stelt middelen ter beschikking rond het thema ‘Actieve Inclusie’. Het gaat om subsidie voor re-integratie van verschillende doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met ingang van 2017 is de doelgroep statushouders hier vanuit het ESF voor het eerst expliciet aan toegevoegd. Als centrumgemeente is Haarlem verantwoordelijk voor het aanvragen en verdelen van de subsidie binnen de arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland/IJmond. In Zuid-Kennemerland is Pasmatch aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de ESF subsidie. De subsidie wordt toegekend onder voorwaarde van cofinanciering. De verwachte baten uit het ESF budget zijn ook in het volgende overzicht meegenomen.

 

 Heemstede

2017

 

 

Participatiebudget

1.735.000

Baten reserve participatiebudget

119.000

Totale baten

1.854.000

af: lasten WSW

1.669.000

 

 

Nog te besteden aan re-integratie

185.000

Extra middelen Sociaal programma statushouders

30.000

Extra middelen vanuit minimabeleid

45.000

ESF subsidie

17.250

Totaal te besteden aan re-integratie

277.250

     

4.2. Begrote kosten re-integratiebeleid 2017

In hoofdstuk 3 is beschreven hoe in 2017 het re-integratiebeleid wordt vormgegeven. In bijgaand overzicht treft u de genoemde activiteiten met de bijbehorende kosten aan. De kosten voor re-integratie zijn geschat op basis van aantallen uitkeringsgerechtigden en prognoses voor de nieuwe doelgroepen (garantiebanen en beschut werken) zoals die zijn bepaald door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Producten en voorzieningen 2017

Heemstede

Produkten  Agros

62.000

Produkten Pasmatch

80.000

Produkten Startbaan

12.500

Screening statushouders

22.500

Economisch zelfstandigheid vrouwen (wordt betaald door Haarlem)

 750

Voorziening doelgroep banenafspraak

20.000

Beschut werken

8.500

Alternatief voorafgaand aan beschut werken

7.000

Overige instrumenten en keuringen

35.000

Budget voor maatwerk door consulenten

29.000

Totaal begrote uitgaven voor re-integratie

277.250

 

Ondertekening

Vastgesteld door het college op 28 maart 2017.


Noot
1

In het sociaal akkoord van 2013, een akkoord van werkgevers, werknemers en het kabinet, is afgesproken dat werkgevers tot 2026 garantiebanen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.