Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregels behorende bij Verordening werkleeraanbod WIJ, Maatregelenverordening WIJ, Verordening handhaving WWB/WIJ, Toeslagenverordening WIJ en Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ en samenvatting inhoud verordeningen

Geldend van 01-07-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Beleidsregels behorende bij Verordening werkleeraanbod WIJ, Maatregelenverordening WIJ, Verordening handhaving WWB/WIJ, Toeslagenverordening WIJ en Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ en samenvatting inhoud verordeningen

1. Verordening werkleeraanbod WIJ

Het uiteindelijke doel bij het bieden van een werkleeraanbod is duurzame arbeidsparticipatie. Een werkleeraanbod dat aangeboden wordt moet gericht zijn op het doormaken van een ontwikkeling van de jongeren richting duurzame participatie, direct of in stappen. Een belangrijk middel om dit te bereiken is inzet van scholing, waarbij het halen van een kwalificatie, en meer specifiek het behalen van een startkwalificatie, het doel dient te zijn.

Daarom zetten wij per doelgroep zoveel mogelijk in op:

a. Werkzoekende jongeren met startkwalificatie

Voor deze groep jongeren heeft bemiddeling naar werk of een leerwerkplek prioriteit. Ook verder leren naar een hoger niveau kan de inzet zijn juist tijdens een periode van recessie.

b. Werkzoekende jongeren zonder startkwalificatie

De inzet voor deze groep jongeren is erop gericht hen te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Om dit te bereiken zullen zij in het onderwijs of in een leerwerkplek geplaatst moeten worden. Uitgangspunt is het behalen van een startkwalificatie, als dit niet lukt dan wordt ingezet op het behalen van een alternatieve kwalificatie, zoals bijvoorbeeld AKA.

1

c. Kwetsbare groepen

Deze groep is heel divers en bestaat onder anderen uit de ‘overbelaste jongeren’ in het onderwijs, jongeren met een zwakke arbeidsmarktpositie, jongeren met een beperking, jongeren met meer kans op langdurige werkloosheid en allochtone jongeren. Voor deze groep moet inzet in het onderwijs gepleegd worden als zij dreigen uit te vallen en op de werkplek als zij hun baan dreigen te verliezen. Verder moet de actie erop gericht zijn jongeren te plaatsen op een beschermde leerwerkplek, eventueel met opleidingscomponent, of in een aangepaste werkomgeving.

Inhoud werkleeraanbod

Een werkleeraanbod bestaat uit het aanbieden van:

- Algemeen geaccepteerde arbeid of;

- Een voorziening gericht op arbeidsinschakeling (scholing, opleiding, sociale activering) of;

- Ondersteuning bij arbeidsinschakeling.

Bij het aanbod wordt enerzijds zoveel mogelijk rekening gehouden met de ambities en kwaliteiten van de jongere. Anderzijds wordt vooral ingezet op zgn. ‘kansensectoren’ (sectoren waarin meer vraag naar arbeid is, zoals de zorgsector, de bouwnijverheid, de installatie-, elektro- en metaaltechniek) om jongeren aan een baan/leerplek te krijgen.

Het recht op een werkleeraanbod is meer dan een recht op een eenmalige voorziening. Het is zo nodig een recht op een reeks van voorzieningen met als doel duurzame arbeidsinschakeling van de jongere. Hoe lang de weg daar naar toe is, verschilt per jongere. Maatwerk is geboden.

Er zijn geen verdere eisen gesteld aan de vorm van het aanbod en wij kiezen er daarom voor om het aanbod van voorzieningen zo ruim mogelijk te houden.

Instrumenten

Wij stellen voor om het instrumentarium dat al beschikbaar is voor de re-integratie in het kader van de WWB ook in te zetten voor de doelgroep van de WIJ.

Op grond van de WIJ kunnen wij geen participatieplaatsen, vrijlating van inkomsten uit arbeid en stimuleringspremies inzetten.

De belangrijkste voorzieningen die wij daarom kunnen aanbieden zijn:

- Re-integratietrajecten

- Diagnose-instrumenten (inclusief assessment-programma)

- Stagetrajecten

- Sociale activeringstrajecten

- Zelfstandig ondernemerschap

- Ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang, schuldhulpverlening, onderzoeken door deskundigen, taal- en beroepsgerichte scholing, EVC trajecten

- Loonkostensubsidies

- Nazorg bij arbeidsinschakeling

- Work first

De voorzieningen zijn primair bedoeld voor jongeren die niet direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, maar kan in een krimpende arbeidsmarkt ook worden aangeboden aan jongeren zonder directe belemmeringen.

Bovenstaande opsomming van voorzieningen is geen statisch geheel, maar wordt desgewenst uitgebreid als de individuele situatie van de jongeren hierom vraagt: maatwerk dus.

Specifieke aandachtsgroepen

Alleenstaande ouders:

Het hebben van zorgtaken kan worden aangemerkt als een reden van sociale aard. Als bijvoorbeeld door middel van het regelen van kinderopvang kan worden voorzien in de zorgtaak, kan de jongere een volledig werkleeraanbod krijgen. Parallel aan artikel 9a van de WWB kan aan alleenstaande ouders met een kind tot 5 jaar de mogelijkheid worden geboden om een re-integratietraject richting algemeen geaccepteerde arbeid niet direct te accepteren. Deze ouders hebben de mogelijkheid een verzoek in te dienen het werkleeraanbod vorm te geven met scholing of opleiding. Zo wordt geïnvesteerd in het vergroten van de eigen kwalificaties voor toetreding tot de arbeidsmarkt. Als zou blijken dat dit de krachten of bekwaamheden van de jongere alleenstaande ouder te boven gaat, dan dient het aanbod gericht te zijn op een andere voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

Jongeren met handicap:

Voor de groep jongeren die weinig perspectief heeft op arbeidsinschakeling behoord sociale activering tot de mogelijkheden. Is arbeidsinschakeling in het geheel (nog) niet aan de orde, dan wordt (tijdelijk) geen werkleeraanbod gedaan. Er bestaat gedurende die periode wel aanspraak op een inkomensvoorziening. Zodra de belemmeringen zijn opgeheven, dient een gericht werkleeraanbod te worden gedaan dat aansluit bij de (medische) mogelijkheden.

Jongeren met een handicap die geïndiceerd zijn voor de Wajong vallen niet onder de WIJ maar vallen onder de (re-integratie) verantwoordelijkheid van het UWV.

Jongeren met WSW-indicatie:

Deze groep komt in aanmerking voor een werkleeraanbod dat hen voorbereidt op de WSW-arbeidsplaats.

Overbelaste jongeren:

Jongeren met multiproblematiek, waarbij scholing (tijdelijk) niet haalbaar is en zorg/ sociale activeringstrajecten meer op hun plaats zijn.

Routing

Als onderdeel van de uitvoering van de integrale dienstverlening laten wij de aanvragen voor een werkleeraanbod WIJ uitvoeren door het Jongerenloket.

2. Maatregelenverordening WIJ

Evenals in de WWB geldt binnen de WIJ een stelsel van rechten en plichten. De gemeente is verplicht een werkleeraanbod en eventueel een inkomensvoorziening aan te bieden, de jongere is daartegenover gehouden aan diverse verplichtingen, zoals de inlichtingenverplichting en de verplichting mbt arbeidsinschakeling en het werkleeraanbod. Worden deze verplichtingen geschonden, dan dient op grond van de WIJ de inkomensvoorziening verlaagd te worden. Die verlaging geschiedt conform de regels die in een gemeentelijke verordening zijn vastgelegd: de Maatregelenverordening WIJ.

In de voorgelegde verordening is aansluiting gezocht bij de VNG/Stimulansz-modelverordening. De categorieën en percentages wijken deels af van de huidige maatregelenverordening WWB.

Enerzijds komt dit doordat maatregelen van 100% uit de categorie 4 en 5 van de huidige maatregelenverordening WWB in de WIJ van rechtswege zijn komen te vervallen omdat bij het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van werk geen maatregel toegepast kan worden. Wel kan bij het onvoldoende medewerking verlenen het werkleeraanbod worden ingetrokken, waarmee tevens geen recht meer bestaat op een inkomensvoorziening. Anderzijds wordt met een maatregel een gedragsverandering beoogd. Dit te stimuleren door hoge sancties op te leggen bij een doelgroep die rond moet komen van een minimuminkomen is een ter discussie staande theorie. In den lande wordt steeds meer omgeschakeld naar relatief lagere sancties, ook om schuldenproblematiek te voorkomen. Voorgesteld wordt om voor de WIJ-doelgroep direct aan te sluiten bij de VNG/Stimulansz-modelverordening. Mede als gevolg hiervan zal ook de Maatregelenverordening WWB worden aangepast. Bovenstaande argumenten zullen hierin worden meegenomen.

Intrekken werkleeraanbod

Duurzame arbeidsparticipatie van de jongeren is het hoofddoel in de WIJ. Het intrekken van het werkleeraanbod dient daarom met terughoudendheid te worden toegepast.

Intrekking is slechts aan de orde als er een situatie is ontstaan dat niet langer kan worden gevergd dat het werkleeraanbod wordt voortgezet en een andere invulling (via gedeeltelijke herziening) evenmin soelaas biedt. Gedacht kan worden aan herhaalde misdragingen op de werk/leerplek of veelvuldig verzuim, waarbij het gedrag van de jongere zich niet laat corrigeren. Het intrekken van het werkleeraanbod betekent tevens het intrekken van de inkomensvoorziening.

3. Verordening handhaving WWB/WIJ

De WIJ geeft de gemeente de opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Het gemeentelijke beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is in de Verordening handhaving WWB vastgelegd.

Gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten stellen wij voor om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in de Verordening handhaving WWB en in deze verordening onder ‘uitkeringsgerechtigde’ mede te verstaan ‘de jongere op grond van de WIJ’.

4. Toeslagenverordening WIJ

De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft.

De inkomensvoorziening in het kader van de WIJ is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens:

- In de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is of,

- Dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of,

- Er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan.

Evenals in de WWB bestaat de inkomensvoorziening uit een rijksgeregeld deel (de norm) die binnen bepaalde grenzen verhoogd of verlaagd kan worden op grond van gemeentelijk beleid (toeslag en verlaging).

De verordening kent een hardheidsclausule waardoor individueel maatwerk mogelijk wordt en de klantgerichtheid wordt bevorderd.

Wijziging t.o.v. de Toeslagenverordening WWB

De voorliggende verordening wijkt op twee punten af van de Toeslagenverordening WWB, nl:

De toeslag voor jongeren inwonend bij een of beide ouders, en

Kamerbewoners.

Omdat het oogmerk van de WIJ niet is geweest de normen van de inkomensvoorziening voor jongeren te verlagen is, gelet op de gewenste aansluiting met de WWB en uit overwegingen van uitvoerbaarheid, in deze Toeslagen- en verlagingenverordening WIJ aansluiting gezocht bij de Toeslagenverordening WWB, waarbij kritisch is gekeken naar de hoogte van de uitkeringsnormen ten opzichte van het inkomensniveau bij de Wet Studiefinanciering.

In deze verordening hebben jongeren die inwonend zijn bij hun ouders nog maar recht op een toeslag van 5% en kamerbewoners van 15%. De reden hiervan is de grote overgang van een WSF-norm naar een WIJ-norm. Deze bepalingen zijn opgenomen in de modelverordening van de VNG/Stimulansz en worden ook overgenomen in de nog aan te bieden nieuwe Toeslagenverordening WWB.

Overgangsregeling

Voor die jongeren die op grond van het overgangsrecht na 1 januari 2010 nog een uitkering bleven ontvangen o.g.v. de WWB en die jongeren aan wie voor de inwerkingtreding van deze verordening een volledige toeslag is toegekend is een overgangsregeling opgenomen, waarbij zij voor de duur van maximaal 6 maanden de volledige toeslag blijven ontvangen.

5. Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ

Met een verordening cliëntenparticipatie Wet investeren in jongeren (WIJ) wordt invulling gegeven aan de verplichting in de WIJ om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ.

In het kader van efficiency en gelet op het feit dat de WWB en WIJ veel overlap en raakvlakken kennen, stellen wij voor de huidige ‘Verordening cliëntenparticipatie WWB gemeenten Bennebroek, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede’ te wijzigen en aan jongeren de mogelijkheid te bieden om jongeren in de toekomst zitting te laten nemen in de cliëntenraad.

Gewijzigd zijn:

De tenaamstelling: Bennebroek is door fusie bij Bloemendaal gevoegd.

Art. 1 wordt toegevoegd: a. WIJ: Wet investeren in jongeren

Het 2e lid van artikel 5 komt te luiden: De leden van de cliëntenraad zijn qua leeftijd en diversiteit zoveel mogelijk een afspiegeling van de samenleving binnen het IASZ-gebied. Het college streeft ernaar ook jongeren, of hun vertegenwoordigers zitting te laten nemen in de cliëntenraad.

Overgangsperiode: gevolgen voor WWB-verordeningen

Met de inwerkingtreding van de WIJ is de WWB voor wat betreft de algemene bijstand in beginsel afgesloten voor jongeren tot 27. Daartoe is de WWB op een aantal onderdelen aangepast. Om te voorkomen dat jongeren die een uitkering op grond van de WWB ontvangen abrupt onder een ander regime komen te vallen is er een overgangsperiode tot 1 juli 2010. Per die datum moet de gemeente alle jongeren van de WWB naar de WIJ overzetten. Dit geldt dus voor de jongeren die per 1 oktober 2009 al een WWB-uitkering ontvangen. Tijdens de overgangsperiode zijn voor de jongeren in de WWB de bestaande WWB-verordeningen nog van toepassing. Deze verordeningen zullen per 1 juli 2010 (redactioneel) moeten worden aangepast, omdat de doelgroep ‘jongere’ er dan niet meer onder valt.

Regionale samenwerking

In het kader van de Wet SUWI heeft de staatssecretaris gemeenten en het UWV-Werkbedrijf opdracht gegeven om regionaal te gaan samenwerken. Dit om de service beter te kunnen afstemmen op de klant. In de regio Zuid Kennemerland hebben de gemeenten en het UWV-Werkbedrijf er voor gekozen om de uitvoering van de WIJ op het gebied van re-integratie/het aanbieden van een werkleeraanbod neer te leggen bij ‘het jongerenloket’. Het jongerenloket is een bestaand loket waarbij de gemeente Haarlem en het UWV-Werkbedrijf samenwerkten om specifiek de doelgroep jongeren te bemiddelen naar duurzame arbeid. Thans is de dienstverlening van het jongerenloket uitgebreid ten behoeve van de overige gemeenten in de regio.

De gemeente Haarlem heeft (als trekker van de jeugdwerkloosheidsbestrijding in de hele regio Kennemerland-Zuid) in overleg en namens de overige gemeenten van deze regio een regionaal actieplan jeugdwerkloosheid opgesteld, waarop de staatssecretaris 1,2 miljoen euro subsidie voor 2009 beschikbaar heeft gesteld. De subsidie voor 2010 is door Haarlem wederom aangevraagd.

Dit actieplan houdt in dat met bestaande re-integratie en scholingspartners convenanten zijn aangegaan die moeten leiden tot een verbreding van de dienstverlening voor de doelgroep. De formatie van het jongerenloket is met een deel van de subsidiegelden opgehoogd.

Hoewel het aanbieden van een werkleeraanbod plaats vindt op het jongerenloket blijven de gemeenten beschikkingsverantwoordelijk, zowel voor het werkleeraanbod als voor de inkomensvoorziening. Dit betekent dat de medewerkers van de IASZ moeten beschikken en veelvuldig overleg hebben met de medewerkers van het jongerenloket over de inhoud van het werkleeraanbod, de bewaking van de termijnen en het opleggen van maatregelen. De uitvoering van de inkomensvoorziening is geheel bij de gemeenten gebleven.

Streven naar uniforme verordeningen in de regio

Vanwege de verschillen in aanpak tussen UWV-Werkplein en gemeenten (ook onderling), de samenwerking met instanties zoals RMC en NOVA-college en het zoeken naar beschikbare leerwerkplekken (door de crisis zien werkgevers nauwelijks mogelijkheden om leerwerkplekken te realiseren) is het zoeken naar mogelijkheden voor jongeren pionieren.

Vanwege bovengenoemde regionale samenwerking is het wenselijk dat de WIJ-verordeningen op het gebied van het aanbod werkleerplekken en maatregelen regionaal op elkaar aansluiten. De vast te stellen verordeningen zijn opgebouwd naar de modelverordeningen van de VNG/Stimulansz. Deze systematiek is in de gehele regio aangehouden.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 18 mei 2010
Gepubliceerd in de Heemsteder op 30 juni 2010

Noot
1

De opleiding AKA- arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent- is een ‘brede’ opleiding op mbo- niveau 1, bedoeld voor leerlingen die nog niet goed weten welk beroep ze moeten kiezen.