Regeling vervallen per 01-01-2022

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN HEEMSTEDE EN BLOEMENDAAL PLANPERIODE 2017-2021

Geldend van 19-12-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 09-08-2017

Intitulé

GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN HEEMSTEDE EN BLOEMENDAAL PLANPERIODE 2017-2021

SAMENVATTING

Met de blik vooruit…

Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan Heemstede en Bloemendaal voor de planperiode 2017-2021. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is een goed planinstrument om mee te kunnen bewegen met de veranderingen om ons heen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van verandering in wetgeving, meer neerslag door klimaatverandering, een veranderende verhouding tussen overheid en burgers en meer focus op doelmatig beheer. Door toekomstige ontwikkelingen af te zetten tegen de huidige situatie ontstaat een opgave. In dit GRP brengen we deze opgave voor de komende planperiode in beeld en laten we zien op welke strategische wijze we hier invulling aan geven.

afbeelding binnen de regeling

Schotse Hooglanders in Heemstede (Bron: gemeente Heemstede)

…volksgezondheid voorop…

De zorg voor riolering draagt bij aan een gezonde leefomgeving en is uitgewerkt in zorgplichten.

Volgens deze zorgplichten draagt de gemeente, vanuit het oogpunt van volksgezondheid en veiligheid, zorg voor een doelmatige inzameling, berging, transport en/of lokale zuivering van stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater (regenwater) en grondwater. De kans op overlast dient hierbij te worden beperkt tot maatschappelijk aanvaardbare normen. Deze taakverantwoordelijkheid geldt alleen indien de burger niet zelf op eigen terrein het hemel- en grondwater doelmatig kan verwerken.

…de focus op klimaatverandering, verduurzaming en een goede leefomgeving…

Door klimaatverandering krijgen we vaker en langer te maken met hevige buien, hogere temperaturen en perioden van droogte. De gevolgen uiten zich in materiële, economische en volksgezondheidsschade. Door de openbare ruimte anders – klimaatrobuust - in te richten brengen we het water naar plekken waar het minder overlast geeft of geen schade veroorzaakt. Concreet betekent dit dat we het water oppervlakkig afvoeren naar tijdelijke bergingsplekken in het groen, oppervlaktewater en andere minder kwetsbare laagten. Ook bergen we meer water tussen de stoepranden. Door mee te koppelen met andere werkzaamheden in de openbare ruimte zijn de benodigde extra financiële inspanningen te overzien.

Op het vlak van duurzaamheid en milieuemissies kan de afvalwaterketen nog een verbeterslag maken. Speerpunten hierbij zijn energieterugwinning, hergebruik van reststoffen en emissiebeperking, ook van nieuwe stoffen als medicijnresten en hormonen. Met de waterketenpartners voeren we een ketenschouw uit om kansen en (gezamenlijke) acties om het onderhoud, beheer, beleid en investeringen over de eigen grenzen heen te verbeteren. Met diezelfde partners streven we ook naar een aanbod van geconcentreerder afvalwater dat ook minder wisselend van samenstelling is. Dit verhoogt de (kosten)efficiëntie van de afvalwaterzuivering van Rijnland en voorkomt mogelijk een kostbare uitbreiding ervan.

Om problemen te voorkomen is het de komende jaren noodzakelijk om riolen te vervangen en verhard oppervlak af te koppelen in de buitenruimte en op particulier terrein op plaatsen waar dit mogelijk en haalbaar is. Rioolvervanging en wegrenovaties grijpen we aan om de buitenruimte waterrobuust in te richten en meer groen aan te brengen. Communicatie naar de inwoners speelt hierbij een belangrijke rol. Door de levensduur van riolen waar nodig op te rekken verhogen we de kans op werk met werk maken en hiermee de kansen om wijkgericht te werk te gaan en de leefomgeving te verbeteren.

afbeelding binnen de regeling

Rioleringswerken in Heemstede (Bron: gemeente Heemstede)

…enkele aandachtspunten…

Uit de evaluatie blijkt dat de gemeente Heemstede goed op koers ligt met het uitvoeren van plannen. Dit komt omdat er, vanwege de invoering van de nieuwe financiële systematiek, voor is gekozen om de uitvoering van investeringen te temporiseren. Dit is gedaan om de verhoging op de rioolheffing als gevolg van het hanteren van een andere systematiek te verminderen en daardoor de kosten voor de burger niet te ver op te laten lopen. Met de huidige beperkte personeelsbezetting is het echter niet mogelijk gebleken om alle noodzakelijke vervangingsinvesteringen uit te voeren.

De meeste beheer- en onderzoeksactiviteiten zijn conform het aangepaste plan uitgevoerd. Ook uit de meldingen blijken geen (nieuwe) knelpunten. Zo meldden relatief weinig bewoners (een tiental) de afgelopen planperiode grondwateroverlast. Ook zijn geen klachten ontvangen over nadelige gevolgen van een te lage grondwaterstand.

Wel zijn enkele aandachtspunten voor het GRP naar voren gekomen. Zo is het de afgelopen planperiode lastig gebleken om met de zeer beperkte capaciteit te kunnen voldoen aan de beoogde doelstellingen, taken en werkzaamheden. Betere afstemming tussen middelen en doelstellingen is te bereiken door verhoging van de personele interne capaciteit. Vermindering van de kwetsbaarheid kan, bijvoorbeeld, door een intensieve samenwerking met de gemeente Bloemendaal. Een aantal onderzoeken (waterloket, aansluitverordening, hemel- en grondwaterverordening) zijn uitgesteld in afwachting van ontwikkelingen binnen de regio. Deze onderzoeken dienen in de komende planperiode te worden opgepakt binnen de sub-regio Kennemerland.

Met het oog op klimaatverandering en de toename van extreme buien dienen de komende planperiode bouwstenen te worden ontwikkeld ter bepaling van het beschermingsniveau en benodigde maatregelen. Ook de kennisuitwisseling met de Omgevingsdienst IJmond kan nog worden verbeterd. Door elkaar intensiever te informeren is optimalisatie van beheer- en uitvoeringstaken mogelijk. Om efficiënt te kunnen blijven werken is het van belang om het gegevensbeheer goed op orde te houden.

…koersen we verder…

De algemene doelen van de riolering, bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede en een gezonde leefomgeving, beschermen van natuur en milieu en de algemene doelen van het oppervlaktewater zijn vertaald in de volgende doelen voor Heemstede:

  • -

    Zorgplicht voor inzameling en transport stedelijk afvalwater (Wet Milieubeheer);

  • -

    Zorgplicht voor afvloeiend hemelwater (Waterwet);

  • -

    Zorgplicht voorkomen structureel nadelige gevolgen van grondwater (Waterwet).

Randvoorwaarden hierbij zijn een moderne en flexibele bedrijfsvoering gericht op een optimale bediening van burgers en bedrijven en een doelmatig beheer en goed gebruik van het riolerings- en stedelijk watersysteem.

De ambitie van de gemeenten Heemstede en Bloemendaal met betrekking tot de invulling van de zorgplichten riolering is hoog. De ontwikkelingen binnen de gemeenten zijn echter van dien aard dat het lastig is om deze ambitie te realiseren. Het tempo van de ontwikkelingen binnen het bebouwde gebied van de gemeenten is leidend en de ruimte is beperkt. Om deze reden wordt voor de bestaande situatie ingezet op het ambitieniveau basis (doorgaan op hetzelfde niveau) en voor nieuw-/ en verbouw op ambitieniveau hoog. Het hoge ambitieniveau kenmerkt zich door een anticiperende houding. Water drukt een belangrijke stempel op de inrichting van de openbare ruimte. Er worden voor de burger aantrekkelijke centrale vijverpartijen aangelegd/heringericht voor de opvang van hemelwater waarmee zowel de grondwaterstand wordt gereguleerd als overtollig water wordt gebufferd. Ook wordt op wateroverlastgevoelige locaties de bovengrond zodanig ingericht dat extreme neerslaghoeveelheden bovengronds worden afgeleid naar plaatsen waar het water geen kwaad kan (plantsoenen, bermen).

…naar een robuust en doelmatig ingericht systeem…

De gezamenlijke inspanning om duurzaam te bouwen, verhard oppervlak af te koppelen en de openbare ruimte waterslim in te richten zal zich in de toekomst uitbetalen in droge voeten. Stedelijk water is dan duidelijk herkenbaar in de bebouwde omgeving en de belevings- en gebruikswaarde van het water is hoog. Het grondwater bezorgt geen overlast en er is nauwelijks sprake van een piekbelasting op het oppervlaktewater. De bewoners en bedrijven zijn zich bewust van hun rol bij de verwerking van hemel- en grondwater en dragen met hun gedrag bij aan een goed functionerend riool en brengen meer groen aan in de tuin daar waar praktisch mogelijk. Ook de kwaliteit van het effluent is zodanig van kwaliteit dat wordt voldaan aan de EU-normen en hergebruik mogelijk is, bijvoorbeeld als zoetwaterbron.

afbeelding binnen de regeling

Groene robuuste inrichting in Bloemendaal (Bron: gemeente Bloemendaal)

Door gezamenlijke doelmatigheidsafwegingen binnen de keten worden aanzienlijke kosten bespaard en staat de kwaliteit van dienstverlening op een hoog peil. De uitwisseling van kennis met bedrijven en kennisinstituten verloopt steeds intensiever en er is sprake van gedeelde innovatie. Dit vertaalt zich in een acceptabele riool- en zuiveringsheffing, tevreden inwoners en werkplezier bij de betrokken medewerkers in de waterketen.

…tegen aanvaardbare kosten.

Om te voldoen aan de doelen die we ons in dit GRP hebben gesteld voeren we als gemeente Heemstede verschillende maatregelen uit. Via de rioolheffing wordt het benodigde geld bijeengebracht door de burgers en bedrijven van onze gemeente. Voor de komende planperiode is de hoogte van de rioolheffing in getallen als volgt uitgedrukt:

afbeelding binnen de regeling

Op de lange(re) termijn is het verloop van de rioolheffing als volgt:

afbeelding binnen de regeling

De vervangingsinvesteringen activeren we nog in de huidige situatie. Echter, met ingang van het voorgaande GRP wordt gewerkt aan de geleidelijke opbouw van een spaarvoorziening, om vanaf 2023 een volledige overstap te kunnen maken naar direct afboeken. Direct afboeken heeft als voordeel dat geen schuldpositie wordt opgebouwd, ofwel duurzame financiering.

De personele capaciteit voor Heemstede bedraagt 1,5 fte bestaande uit ca. 0,5 fte (beleid, projectleiding, werkvoorbereiding) voor de binnendienst en 1 fte voor de buitendienst (directievoering, toezicht, onderhoud). Op basis van een landelijke gemiddelde bedraagt de benodigde personele bezetting ca. 2,8-5,7 fte voor een gemeente met ca. 27.000 inwoners (binnendienst + inhuur + buitendienst). De huidige beschikbare personele capaciteit is erg laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

1 INLEIDING

1.1Aanleiding

Voor u ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan Heemstede en Bloemendaal (GRP) voor de planperiode 2017- 2021. Het GRP is een goed planinstrument om mee te kunnen bewegen met de veranderingen om ons heen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van verandering in wetgeving, meer neerslag door klimaatverandering, een veranderende verhouding tussen overheid en burgers en meer focus op beheer in plaats van nieuwbouw. Door toekomstige ontwikkelingen af te zetten tegen de huidige situatie ontstaat een opgave. In dit GRP brengen we deze opgave voor de komende planperiode in beeld en laten we zien op welke strategische wijze we hier invulling aan geven.

1.2Samen ritsen naar een nieuw GRP

De zorg voor riolering is een wettelijke taak en draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Deze zorg is uitgewerkt in de volgende zorgplichten (zie bijlage 2):

  • -

    Zorgplicht voor inzameling en transport stedelijk afvalwater (Wet Milieubeheer);

  • -

    Zorgplicht voor afvloeiend hemelwater (Waterwet);

  • -

    Zorgplicht voorkomen structureel nadelige gevolgen van grondwater (Waterwet).

Volgens deze zorgplichten draagt de gemeente, vanuit het oogpunt van volksgezondheid en veiligheid, zorg voor een doelmatige inzameling, berging, transport en/of lokale zuivering van stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater (regenwater) en grondwater. De kans op overlast dient hierbij te worden beperkt tot maatschappelijk aanvaardbare normen. Deze taakverantwoordelijkheid geldt alleen indien de burger niet zelf op eigen terrein het hemel- en grondwater doelmatig kan verwerken.

De zorgplichten zijn in juridische zin duidelijk afgebakend, maar water kent geen grenzen. Particulieren en overheden moeten daarom goed de inrichting op elkaar afstemmen. Ook onderling moeten de overheden de watertaken zo goed mogelijk op elkaar afstemmen voor doelmatig waterbeheer en een (kosten)efficiënte bedrijfsvoering.

De gemeenten Heemstede en Bloemendaal werken al goed samen en willen dit uitbouwen. Om deze reden is besloten het GRP voor de eigen gemeenten gezamenlijk op te stellen. Dit vertaalt zich in het in elkaar ritsen van bestaand en toekomstig beleid om te komen tot een gezamenlijke visie en strategie. De gemeenten Heemstede en Bloemendaal werken hierbij samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland aan de ontwikkeling van een strategische samenwerkingsagenda. Deze agenda geeft invulling aan de waterparagraaf uit het vGRP+ van Heemstede, het Waterplan Bloemendaal en de samenwerking tussen de gemeenten en het hoogheemraadschap.

De samenwerkingsagenda kent thema’s en projecten waaraan we als gemeenten en hoogheemraadschap gezamenlijk gaan werken. Ook de omgevingsdienst IJmond speelt een rol bij het rioleringsbeheer.

1.3Rol van het GRP

Volgens de Wet milieubeheer is de gemeente verantwoordelijk voor het rioleringsbeheer. De gemeente is echter niet de enige speler in de afvalwaterketen en het watersysteem. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is verantwoordelijk voor het water- en zuiveringsbeheer en betrokken via visie en beleid op de afvalwaterketen.

Het GRP bevat, conform art. 4.22 van de Wet milieubeheer, de volgende zaken:

  • -

    Een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater (behandeld in bijlage 4);

  • -

    Een overzicht van in de planperiode aan te leggen of te vervangen voorzieningen (behandeld in Hoofdstuk 5);

  • -

    Een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen worden of zullen worden beheerd (behandeld in Hoofdstuk 4;

  • -

    De gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen (behandeld in bijlage 3);

  • -

    Een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten (behandeld in Hoofdstuk 6).

Met het in werking treden van de Omgevingswet zal het GRP mogelijk facultatief worden en opgaan in de omgevingsvisie, het omgevingsplan en het omgevingsprogramma. Er blijven echter genoeg valide redenen over voor de gemeenten om wel een rioleringsprogramma vast te stellen: uitwerking van de gemeentelijke watertaken, onderbouwing van de rioolheffing en vrijstelling van de vergunningplicht voor lozen vanuit de openbare riolering op oppervlaktewater.

1.4Raakvlakken

Het GRP is een planinstrument wat meerdere raakvlakken heeft met andere plannen en beleidsvelden. Op het vlak van regionaal waterbeheer is in dit plan rekening gehouden met het Waterbeheerplan 2016-2021 van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de watervisie van de Provincie Noord-Holland.

Bouwstenen voor dit GRP zijn ook de basisrioleringsplannen en het grondwaterbeleidsplan van beide gemeenten, het afkoppelplan Heemstede, de grondwaterbeheerplannen van beide gemeenten, de waterparagraaf van het vGRP+ 2011-2015 van Heemstede en het waterplan Bloemendaal.

Het grondwaterbeleidsplan en het grondwaterbeheerplan zijn als separate deelrapporten als onderdeel van het GRP te beschouwen.

afbeelding binnen de regeling

1.5Leeswijzer

De opbouw van dit GRP verschilt ten opzichte van de voorgaande GRP’s. In dit GRP staat de gezamenlijke visie van Heemstede en Bloemendaal op de toekomstige inrichting centraal in hoofdstuk 2. Deze visie vormt de stip op de horizon voor de planperiode en vormt de basis voor een lange termijn strategie.

Om vanuit de visie te kunnen focussen benoemen we in hoofdstuk 3 de speerpunten voor het beleid. Door bij alle activiteiten in de buitenruimte tenminste rekening te houden met deze speerpunten ontstaat synergie in de activiteiten en de samenwerking met Bloemendaal. De ambitie van de gemeenten en de bijbehorende strategieën zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5, Uitvoeringsprogramma, en hoofdstuk 6, Benodigde Middelen, besluiten het rapport.

De evaluatie van de vorige planperiode en de beschrijving van de huidige situatie zijn in de bijlagen 3 en 4 opgenomen.

2 TOEKOMSTVISIE

2.1Trends en ontwikkelingen

De wereld om ons heen verandert. De ontwikkelingen gaan snel, zowel maatschappelijk en technologisch als op het gebied van ruimtelijke inrichting. Hoe we de toekomst zien hangt af van trends en ontwikkelingen die een belangrijke invloed hebben op het verwerken van regenwater, grondwater en afvalwater.

Maatschappelijke ontwikkelingen

We merken dat mensen zich meer bewust zijn dat ze onderdeel uitmaken van de natuurlijke leefomgeving. Ze realiseren zich dat de huidige levenswijze niet duurzaam is. Het gifvrij kweken van eigen groenten is daar een praktisch voorbeeld van. Bedrijven sluiten aan op deze ontwikkeling. Veel plaatsen in Nederland hebben te kampen met ernstige wateroverlast. Op veel plekken in Europa komen zware overstromingen voor als gevolg van hevige neerslag. Klimaatverandering krijgt een gezicht. Het is ineens niet meer zo vanzelfsprekend dat de waterveiligheid in Nederland geborgd is. We zullen daarom slim moeten inspelen op hevige regenval.

Ruimtelijke ontwikkelingen

De wereld om ons heen verandert en de ruimtelijke inrichting verandert voortdurend mee.

Nu de ontwikkeling van nieuwe gebieden met grootschalige woningbouw in de afgelopen decennia sterk is afgenomen, zit de uitdaging vooral in de bestaande gebouwde omgeving. Daar moeten transities een plek krijgen. Bij het doelmatig verwerken van neerslag speelt de inrichting van de openbare ruimte een belangrijke rol. Kleine ingrepen in de bovengrondse inrichting kunnen hoge investeringen in ondergrondse infrastructuur voorkomen. Overtollig regenwater moeten we tijdelijk vasthouden of afvoeren naar plekken waar het geen overlast veroorzaakt. Verkeersdrempels blijken dan soms onverwachte obstakels in de afstroming van regenwater. Daartegenover kan het straatprofiel tussen de stoepranden een uitstekende opslagplaats van regenwater zijn. Kwetsbare voorzieningen kunnen worden beschermd door ze net iets hoger te leggen dan de omgeving. De terpengedachte keert terug.

afbeelding binnen de regeling

Klimaatbestendige inrichting 2050 (Bron: Rapportage Ambitie Klimaatbestendige Stad 2050, BVR Adviseurs)

Technische ontwikkelingen

De natuur kent geen afval. We leren dat steeds beter te begrijpen. We ontwikkelen van een lineaire, op productie en gebruik gerichte economie, naar een circulaire economie. Gebruikte goederen en reststoffen zijn grondstof voor nieuwe producten. Het denken in kringlopen heeft zich ook doorvertaald in de afvalwaterketen. De focus verplaatst zich van het scheiden van schone en vuile waterstromen naar het terugwinnen van nutriënten en energie en het hergebruik van het gezuiverde water. Afvalwater krijgt waarde. We noemen het ook wel gebruikt water. De techniek vormt in deze duurzame transitie geen belemmering.

Als er vraag is, is haast alles mogelijk. De techniek wordt steeds kleinschaliger en meer modulair. Verschillende schaalniveaus zijn daardoor mogelijk. Er is experimenteerruimte nodig om nieuwe mogelijkheden uit te testen en te ervaren. Een goed samenspel tussen de 5 O’s (overheden, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving) zorgt voor een maximaal leereffect en maakt snelle verbetering mogelijk.

afbeelding binnen de regeling

Routekaart afvalwaterketen bebouwde omgeving (Bron: Visiebrochure Afvalwaterketen tot 2030)

2.2Gidsprincipes, handvatten voor toekomstig waterbeheer

De gidsprincipes beschrijven hoe we in de toekomst idealiter willen omgaan met hemelwater, grondwater en afvalwater. Voor nieuwbouw proberen we die ideale situatie steeds meer te benaderen op basis van de stand van de techniek. In de bestaande stad bestaat die ideale situatie natuurlijk niet. De voorzieningen, zoals riolering en zuiveringsinstallatie zijn nog steeds nodig en lang niet afgeschreven. Toch bieden de gidsprincipes ons de juiste handelingsperspectieven om die ideale situatie iets dichterbij te brengen.

We doen dat door o.a. het regenwater zoveel mogelijk lokaal te verwerken als daar ruimte voor is, bouwpeilen af te stemmen op een neutrale waterhuishouding en op de rioolwaterzuivering energie en grondstoffen uit het afvalwater terug te winnen.

We integreren water op een slimme manier in de openbare ruimte

Om toenemende extreme buien op te kunnen vangen zouden we de buisdiameters van ons huidig ondergrondse afvoerstelsel moeten blijven verruimen. Dat is te kostbaar en niet persé noodzakelijk.

We zorgen daarom dat bovengrondse berging, afstroming en infiltratie beter worden benut. Daarnaast willen we regenwater tijdens extreme neerslag bovengronds afvoeren naar laaggelegen plekken waar het geen kwaad kan. Op deze manier beperken we de kosten van de ondergrondse infrastructuur. Op plaatsen waar we het regenwater tijdelijk parkeren, moeten de gebruikers van de openbare ruimte even wachten tot het water alsnog kan worden afgevoerd of in de bodem wegzakt.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld stedelijke waterberging in stadspark (Bron: Arcadis)

We spreiden de belasting op het systeem

We vangen het hemelwater op daar waar het valt en spreiden zo de druk op het systeem. We zetten groene daken en waterpasserende verharding in op plaatsen waar dit praktisch en financieel haalbaar is. In bouwplannen zorgen we dat er voldoende hoogteverschil is om water bovengronds af te voeren en stemmen de bouwpeilen af op extreme neerslag.

We mengen niet onnodig schoon water met vuil water

Door schone en vuile stromen zoveel mogelijk gescheiden te houden kunnen we het schone water benutten voor de leefomgeving en het vuile water voor terugwinning van energie en grondstoffen.

We zien afvalwater als bron van energie en grondstoffen

We zamelen afvalwater op een effectieve manier in. Het temperatuurverschil van het afvalwater gebruiken we om riothermie te winnen. Dit betekent dat we zoveel mogelijk thermische energie terughalen uit het systeem, bijvoorbeeld door douchewarmte-wisselaars. Daarnaast halen we nuttige stoffen als fosfaat, alginaat en cellulose uit het afvalwater en toiletpapier. Deze stoffen hergebruiken we, bijvoorbeeld als meststoffen in de landbouw of bioplastics. Met het sluiten van de energiekringloop en grondstoffenkringloop groeien we richting zelfvoorzienendheid en maken we efficiënt gebruik van onze eigen middelen.

2.3Heemstede en Bloemendaal rond 2050

Het is 2050: de gemeente, het hoogheemraadschap, de inwoners en bedrijven van Heemstede en Bloemendaal en de waterketenpartners zijn blij dat ze vroegtijdig hebben geanticipeerd op klimaatverandering. De gezamenlijke inspanning om duurzaam te bouwen, verhard oppervlak af te koppelen en de openbare ruimte waterslim in te richten betaalt zich uit in droge voeten. Tijdens extreem zware buien stroomt de neerslag tussen de trottoirbanden naar wateropvangplaatsen, bijvoorbeeld in de vorm van groenvoorzieningen of waterpartijen. Het afgekoppelde regenwater wordt met name in Bloemendaal gebruikt voor aanvulling van het grondwater en bodemvocht. De kansen voor groen om te overleven gedurende lange droge perioden zijn hiermee toegenomen. In Heemstede vloeit afgekoppeld regenwater naar het oppervlaktewatersysteem omdat infiltratie moeilijk is door hoge grondwaterstanden en kweldruk.

Stedelijk water is duidelijk herkenbaar in de bebouwde omgeving. De belevings- en gebruikswaarde van het water is hoog doordat veel aandacht is besteed aan het voorkomen van verkeerde aansluitingen en het beperken van microverontreinigingen. Zo worden medicijnresten en andere prioritaire stoffen op díe plek eruit gehaald waar dit het meest effectief is. Bijvoorbeeld bij een grote afvalwaterzuivering (AWZI) die daarop is aangepast of ter plekke van geconcentreerde lozingshoeveelheden.

afbeelding binnen de regeling

Bronsteevijver Heemstede (Bron: gemeente Heemstede)

Door hydrologisch neutraal te bouwen en aandacht voor bouwpeilen is voldoende rekening gehouden met het grondwater en het regionale oppervlaktewater. Hiermee wordt ongewenste wateroverlast en -onderlast zo veel als mogelijk geminimaliseerd. Het grondwater is nog steeds inzetbaar voor drinkwater en bezorgt geen overlast en er is nauwelijks sprake van een piekbelasting op het oppervlaktewater. De bewoners en bedrijven zijn zich bewust van hun rol bij de verwerking van hemel- en grondwater en dragen met hun gedrag bij aan een goed functionerend riool en brengen meer groen in hun tuin daar waar praktisch mogelijk.

Voor een optimale werking van het afvalwatersysteem wordt de aansturing van de hoofdrioolgemalen op elkaar afgestemd. De kwaliteit van het effluent is zodanig van kwaliteit dat wordt voldaan aan de EU-normen en hergebruik mogelijk is, bijvoorbeeld als zoetwaterbron. Het afvalwater van de gemeenten Heemstede en Bloemendaal wordt buiten de gemeentegrenzen verwerkt op drie centraal gelegen grote afvalwaterzuiveringen (AWZI’s). Deze zuiveringen hebben een speciale zuiveringstrap die op een rendabele manier de microverontreinigingen afvangt. De AWZI Waarderpolder in Haarlem is hét regionale voorbeeld voor centrale slibverwerking, energiebenutting, nutriënten-terugwinning en hergebruik van waardevolle grondstoffen.

Water kent geen grenzen, dus samenwerking tussen de partners in de waterketen is noodzakelijk. Door gezamenlijke doelmatigheidsafwegingen binnen de keten zijn aanzienlijke kosten bespaard en staat de kwaliteit van dienstverlening op een hoog peil. De uitwisseling van kennis met bedrijven en kennisinstituten verloopt goed en er is sprake van gedeelde innovatie. Dit vertaalt zich in een acceptabele riool- en zuiveringsheffing, tevreden inwoners en werkplezier bij de betrokken medewerkers in de waterketen.

3 SPEERPUNTEN

3.1Inleiding

Het rioleringsbeheer van de gemeenten Heemstede en Bloemendaal is goed op orde. De gezamenlijke vervangingswaarde van onze ondergrondse stelsels van € 150-200 miljoen is in goede handen en dat houden we zo. Om een bijdrage te leveren aan het toekomstbeeld zoals beschreven in hoofdstuk 2, hebben we voor de komende planperiode ook gezamenlijke speerpunten benoemd. Deze speerpunten zijn gericht op het nemen van maatregelen die én bijdragen aan het invullen van zorgplichten riolering én bijdragen aan leefbaarheid en duurzaamheid. Dit is een hele opgave, maar als het lukt ontstaat er duidelijk maatschappelijke meerwaarde en ruimtelijke kwaliteit. In dit hoofdstuk benoemen we een aantal speerpunten.

3.2Inspelen op klimaatverandering

We weten het allemaal: door klimaatverandering krijgen we vaker en langer te maken met hevige buien, hogere temperaturen en perioden van droogte. Dit is niet alleen een probleem voor de toekomst; het klimaat verandert nu al. De gevolgen uiten zich in materiële, economische en volksgezondheidsschade.

De kosten van de klimaatopgave in Nederland (neerslag, schade, droogte) zijn becijferd op €44 miljard tot 2050 (Manifest Klimaatbestendige stad, Deltares 2012). Het nieuwe Deltaplan vraagt dan ook dat iedere gemeente vanaf 2020 klimaatbestendig gaat handelen.

Klimaatrobuuste inrichting van de openbare ruimte

Regenwater wordt in het stedelijk gebied voor een belangrijk deel afgevoerd via de riolering. In tijden van hevige regenval is deze afvoer echter niet toereikend. Het rioolstelsel hiervoor vergroten is erg kostbaar en limitatief. Voor de korte termijn lijkt vergroten van riolen een goede oplossing, maar dit biedt op de lange termijn onvoldoende perspectief. Door de openbare ruimte anders – klimaatrobuust - in te richten brengen we het water naar plekken waar het minder overlast geeft of geen schade veroorzaakt. Concreet betekent dit, dat we het water oppervlakkig afvoeren naar tijdelijke bergingsplekken in het groen, oppervlaktewater en andere, minder kwetsbare, laagten. Ook bergen we meer water tussen de stoepranden. Bij verkeers- drempels en andere niveauverschillen houden we beter rekening met de waterafvoer. De ondergrond van Bloemendaal is beter geschikt voor de infiltratie van regenwater dan de ondergrond in Heemstede. De Gemeente Bloemendaal heeft hierdoor een groter adaptatievermogen dan de Gemeente Heemstede.

afbeelding binnen de regeling

Water op straat in Bloemendaal (Bron: gemeente Bloemendaal)

Meekoppelen

Klimaatverandering is gelukkig een geleidelijk proces en er is tijd beschikbaar om te anticiperen. Herinrichting van stedelijk gebied biedt bijvoorbeeld kansen om de openbare ruimte direct klimaatadaptief in te richten. Het is zaak om de huidige werkwijze van meekoppelen/combineren voort te zetten. Afwachten maakt het lastiger en kostbaarder om aanpassingen door te voeren. De cyclus van groot onderhoud en herinrichting van het openbare gebied neemt immers een aantal decennia in beslag. Door meekoppelen/combineren met andere werkzaamheden in de openbare ruimte, zijn de extra financiële inspanningen te overzien.

3.3Verduurzamen van de afvalwaterketen

In de afvalwaterketen worden als gevolg van historische ontwikkelingen afvalwater en regenwater voor een groot deel nog gezamenlijk ingezameld. Op het vlak van duurzaamheid en milieuemissies kan de afvalwaterketen een verbeterslag maken. Speerpunten hierbij zijn energieterugwinning, hergebruik van reststoffen en emissiebeperking, ook van nieuwe stoffen als medicijnresten en hormonen. Net als bij klimaatadaptatie betekent nietsdoen dat het steeds lastiger wordt om de duurzaamheidsprincipes kostenefficiënt na te streven, de speelruimte wordt immers steeds kleiner. Met de effectbestrijding van microverontreinigingen zijn hoge investeringskosten gemoeid. Als de wet- en regelgeving op dit vlak aanscherpt zijn dit onvermijdbare kosten.

Ketenschouw

Het afvalwater van Heemstede en Bloemendaal zal in de toekomst naar 3 grote AWZI’s worden getransporteerd. Aangezien het verzorgingsgebied van de AWZI’s groter is dan het grondgebied van Heemstede en Bloemendaal biedt het voordelen de afvalwaterketen over de eigen gemeentegrenzen heen te beschouwen. De waterketenpartners van de sub-regio Kennemerland1file:///G:/AJZ%20HMS/Lokale%20regelgeving/Regelingen,%20Reglementen%20e.d/GEMEENTELIJK%20RIOLERINGSPLAN%20HEEMSTEDE%20EN%20BLOEMENDAAL%20PLANPERIODE%202017-2021.docx#_ftnref1 hebben daarom gezamenlijk afgesproken een ketenschouw uit te voeren. De ketenschouw heeft tot doel de samenhang en het functioneren van de totale keten van riolering tot en met de zuivering en de relatie met het oppervlaktewatersysteem inzichtelijk te maken. Het inzicht wordt benut voor het benoemen van kansen en (gezamenlijke) acties om het onderhoud, beheer, beleid en investeringen over de eigen grenzen heen te verbeteren. Zonodig wordt de ketenschouw ondersteund met modelberekeningen. De ketenschouw wordt ook benut om te bepalen waar microverontreinigingen op de meest efficiënte manier kunnen worden verwijderd of energiewinning perspectief biedt. Het doorvoeren van nieuwe technieken is eenvoudiger bij nieuwbouw dan in de bestaande situatie. Voor nieuwbouw zit de grootste potentie in het benutten van thermische energie via bijvoorbeeld douche-warmtewisselaars of riothermie (warmteterugwinning uit afvalwatertransportleidingen). De ketenschouw kan als opmaat dienen voor een eventueel op te stellen integraal waterketenplan.

afbeelding binnen de regeling

Samenwerken met afvalwaterketenpartners

De efficiëntie van het verwerken van afvalwater op de AWZI neemt toe naarmate het afvalwater geconcentreerder (minder hemelwater) en minder wisselend van samenstelling is. Aangezien op een AWZI de afvalwaterstromen van verschillende partijen bij elkaar komen, is het van belang dat alle partijen zich inspannen om een zo maximaal mogelijk effect te behalen. Bij een voldoende gezamenlijke inspanning kunnen we uitbreiding van de AWZI voorkomen.

3.4Omgevingsgericht te werk gaan

Om problemen te voorkomen is het de komende jaren noodzakelijk om verhard oppervlak af te koppelen en riolen te vervangen. Niet alleen in de buitenruimte, maar ook op particulier terrein ligt nog een groot potentieel aan afkoppelbaar verhard oppervlak. Zo kunnen terrastegels weer plaatsmaken voor groen, kan de regenpijp afwateren in de tuin/regenton, een vijverpartij of in de bodem. Het garagedak kan mogelijk worden voorzien van een groen dak. Door verschillen in de grondwaterstand zijn de kansen voor hemelwater infiltratie in delen van Bloemendaal aanzienlijk hoger dan in Heemstede.

Rioolvervanging en wegrenovaties grijpen we aan om de buitenruimte waterslim in te richten en meer groen aan te brengen. Bijvoorbeeld door regenwater af te koppelen in de openbare ruimte, daarover te communiceren en bewoners te stimuleren ook zelf regenwater af te koppelen. Dit draagt bij aan de bewustwording van inwoners en bedrijven en verhoogt de kans dat zij sneller meewerken bij afkoppelprojecten of zelf in de wijk aan de slag gaan om wateroverlast te voorkomen, bijvoorbeeld door meer groen (in tuinen) aan te brengen. Door de levensduur van riolen waar nodig op te rekken, verhogen we de kans op werk met werk te maken en de leefomgeving te verbeteren. Voor een goede synergie stemmen de afdelingen/teams groen, water en wegen de ontwerpen in de buitenruimte goed op elkaar af.

De Omgevingswet draagt positief bij aan een omgevingsgerichte benadering. Met de nieuwe Omgevingswet worden alle regels/verordeningen ondergebracht in één Omgevingsplan. Dit is een goed moment om de bestaande regels/verordeningen tegen het licht te houden en eventueel nieuwe noodzakelijke regels te introduceren (om bijvoorbeeld te kunnen inspelen op klimaatverandering). De waterpartners van sub-regio Kennemerland overwegen om Omgevingswet-gerelateerde bouwstenen gezamenlijk op te stellen (voor zover dat niet op landelijk niveau gebeurt). Zo wordt gezamenlijk een aansluitverordening en een verordening voor warmte-koudeopslag opgesteld door de waterpartners.

afbeelding binnen de regeling

Waterrijke inrichting (Bron: Arcadis)

4 AMBITIES EN OPGAVEN

4.1Inleiding

De doelen voor de rioleringszorg zijn met de komst van de Waterwet uitgebreid richting regen- en grondwater. Met de komst van de Omgevingswet neemt ook de aandacht voor een gezonde en veilige leefomgeving en het centraal stellen van burgers en bedrijven toe. De ambitie van de gemeenten Heemstede en Bloemendaal om een gezonde en veilige leefomgeving te realiseren stemt hiermee goed overeen. De daaruit voortkomende opgaven sluiten goed op elkaar aan, maar kunnen vanwege lokale omstandigheden van elkaar afwijken. Waar dit het geval is wordt dat specifiek aangegeven.

4.2Doelen

De algemene doelen van de riolering, bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede en een gezonde leefomgeving, beschermen van natuur en milieu en de algemene doelen van het oppervlaktewater zijn vertaald in de volgende doelen voor Heemstede en Bloemendaal:

  • -

    Zorgen voor een doelmatige inzameling en transport van stedelijk afvalwater;

  • -

    Zorgen voor een doelmatige inzameling en verwerking van overtollig hemelwater;

  • -

    Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.

Randvoorwaarden hierbij zijn een moderne en flexibele bedrijfsvoering gericht op een optimale bediening van burgers en bedrijven en een doelmatig beheer en goed gebruik van het riolerings- en stedelijk watersysteem.

4.3Ambities

Bij de invulling van de gemeentelijke zorgplichten gelden wetten en regels. De taakstellingen en verplichtingen die hieruit voortvloeien bieden wel een zekere ruimte om te differentiëren of te nuanceren.

Er is een bepaalde mate van bestuurlijke vrijheid om te kiezen, bijvoorbeeld in welke mate we wateroverlast accepteren of welk risico we acceptabel achten bij het uitstellen van rioolvervanging. We onderscheiden hierin drie ambitieniveaus, een laag ambitieniveau (reactief), een basis ambitieniveau (voortzetting huidig beleid inclusief nieuwe wettelijke eisen) en een hoog ambitieniveau (anticiperen).

Het lage ambitieniveau kenmerkt zich door het net voldoen aan de wettelijke verplichtingen die voortkomen uit de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Dit geeft een minimale invulling van de drie zorgplichten, waarbij er geen ruimte is om synergie na te streven. Daarnaast leidt dit tot een ad hoc benadering van de rioleringszorg. Riolen worden zo lang als mogelijk benut waarbij een reële kans op instorten bestaat. De kans op instorten neemt in de loop van de komende jaren verder toe omdat de groep sterk verouderde riolen met de jaren steeds groter wordt. Deze benadering leidt tot een toename van spoedeisende werkzaamheden waardoor de vervangingskosten hoger zijn dan gemiddeld (ca. 15%).

Bovendien kunnen calamiteiten een zware wissel trekken op de bereikbaarheid. Bij dit ambitieniveau wordt ook nauwelijks werk met werk gemaakt. De kans dat binnen enkele jaren dezelfde straat meer dan één keer open moet neemt toe. Nadelen van de ad hoc benadering zijn, dat er wordt ingeteerd op de kwaliteit van het riool en dat de onontkoombare vervangingspiek de rioolheffing op enig moment fors omhoogstuwt.

afbeelding binnen de regeling

Rioleringswerkzaamheden in Heemstede (Bron: gemeente Heemstede)

Het basis ambitieniveau is een voortzetting van het huidige ambitieniveau met een inpassing van de nieuwe wettelijke eisen. Het tempo van rioolvervanging houdt gelijke tred met de optredende slijtage.

De riolen worden, ondersteund met kwaliteitsinspecties, op tijd vervangen. Hierbij wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk werken met elkaar te combineren. Bij dit ambitieniveau wordt voldaan aan de wettelijke verplichtingen, wordt de kans van water op straat bij hevige buien zoveel mogelijk beperkt en wordt ingespeeld op de nieuwe zorgplichten voor hemel- en grondwater. Dit geeft een gemiddelde invulling van de nieuwe zorgplichten waardoor er ruimte is om projecten af te stemmen op andere projecten in de strategische wateragenda.

Nieuwbouw vindt waterneutraal plaats, ofwel levert geen extra belasting voor het omringende systeem, zowel kwantitatief als kwalitatief. Bij nieuwbouw worden dubbele riolen aangelegd, één voor de afvoer van stedelijk afvalwater en één voor de afvoer of infiltratie van hemelwater. Inbreidingen worden uitgevoerd of voorbereid op ontvlechting van waterstromen. Waar haalbaar en doelmatig worden ook bij rioolvervanging dubbele riolen aangelegd. Basis voor het treffen van verbeteringsmaatregelen is een goed inzicht in het daadwerkelijk functioneren van de riolering en de drainagesystemen.

Het hoge ambitieniveau kenmerkt zich door een anticiperende houding. Water drukt een belangrijke stempel op de inrichting van de openbare ruimte. Er worden voor de burger aantrekkelijke centrale vijverpartijen aangelegd/heringericht voor de opvang van hemelwater waarmee zowel de grondwaterstand wordt gereguleerd als overtollig water wordt gebufferd. Ook wordt op wateroverlastgevoelige locaties de bovengrond zodanig ingericht dat extreme neerslaghoeveelheden bovengronds worden afgeleid naar plaatsen waar het water geen kwaad kan (plantsoenen, bermen). Hiermee wordt op een hoger niveau ingespeeld op de nieuwe zorgplichten voor hemel- en grondwater.

Er worden, op basis van werk met werk maken, rioolvervangingen uitgevoerd waarbij omliggende straten worden meegenomen. Door deze bredere aanpak wordt tempo gemaakt, waarbij soms niet kan worden voorkomen dat riolen vroegtijdig worden vervangen. Het voordeel van een dergelijke aanpak is dat de frequentie voor overlast voor de burger wordt verminderd en een plus op de leefomgeving kan worden gezet.

afbeelding binnen de regeling

Omgang met hemelwater op je eigen perceel (Bron: Rioned )

Keuze ambitieniveau

De ambitie van de gemeenten Heemstede en Bloemendaal met betrekking tot de invulling van de zorgplichten riolering is hoog. De ontwikkelingen binnen de gemeenten zijn echter van dien aard dat het lastig is om deze ambitie te realiseren. Het tempo van de ontwikkelingen binnen het bebouwde gebied van de gemeenten is leidend en de ruimte is beperkt. Om deze reden wordt voor de bestaande situatie ingezet op het ambitieniveau basis en voor nieuw-/ en verbouw op ambitieniveauhoog. Uitgaande van deze ambitieniveaus zijn in het navolgende de strategieën beschreven.

4.4Afvalwaterzorg

Bij de inzameling en transport van afvalwater streven we naar doelmatigheid en het voorkomen van toekomstige problemen volgens onderstaande strategieën:

Inzameling stedelijk afvalwater

“Bijdragen aan dikker water, waar nodig door afkoppelen”

Om afvalwater zo effectief mogelijk te kunnen zuiveren streven we als gemeenten en het hoogheemraadschap naar een gescheiden inzameling en transport van afval- en hemelwater.

Als gemeenten geven we hieraan invulling door waar mogelijk verhard oppervlak af te koppelen indien dit doelmatig is. Hierbij is afkoppelen geen doel op zich, maar een middel om op lange(re) termijn de doelen te bereiken. Door het gescheiden houden van (afval)waterstromen zijn we samen met het hoogheemraadschap in staat om op een zo efficiënt mogelijke wijze invulling te geven aan het proces van inzameling, transport en zuivering. De locaties waar afkoppelen van verhard oppervlak het meest doelmatig is volgt uit de ketenschouw.

Bij nieuwbouw en grote ontwikkelingen sluiten we hemelwater niet aan op de riolering indien percelen zelf voldoende hemelwater kunnen verwerken. In principe leggen we een gescheiden stelsel aan.

De percelen voorzien we altijd van gescheiden aansluitingen.

Bij kleine binnenstedelijke ontwikkelingen in gemengd gebied beoordelen we per situatie of de aanleg van een gescheiden stelsel doelmatig is. Aansluiting op een bestaand gemengd systeem is acceptabel om de termijn te overbruggen naar een volledig gescheiden systeem.

Inzameling afvalwater in het buitengebied

“In het buitengebied is doelmatigheid leidend voor de keuze van het systeem en het beheer en onderhoud”

De zorgplicht voor het verwerken van afvalwater in het buitengebied speelt met name in de gemeente Bloemendaal. Vanwege het relatief beperkte aantal IBA-voorzieningen (individuele behandeling afvalwater) en de ervaring dat deze voorzieningen niet altijd het gewenste rendement behalen wordt bij renovatie van IBA’s/drukriolering een doelmatigheidsafweging gemaakt. Een verbeterde septic tank (VST) wordt hierbij als volwaardig alternatief beschouwd. Ook wordt bekeken of overdracht van beheer en onderhoud richting de perceeleigenaar haalbaar is. Door de verantwoordelijkheid voor een goede werking bij de perceeleigenaar neer te leggen zal deze meer gemotiveerd zijn om de voorziening goed te gebruiken en te onderhouden.

Deze doelmatigheidsafweging werken we nader uit in het Omgevingsplan.

Rioolvervanging

“Het combineren van rioolrenovatie met wegreconstructies bespaart kosten en biedt kansen”

Voor het vervangen van de riolering zetten we onze huidige koers voort en sturen, waar mogelijk, op rioolvervanging in combinatie met wegreconstructies. Door middel van rioolinspecties en rioolreparaties rekken we de levensduur van de riolering op tot het meest optimale moment. Op deze manier besparen we kosten en verruimen we de mogelijkheden om tevens een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van de omgeving. Hoe meer en gedetailleerder inzicht in de toestand van de riolering des te beter een prognose kan worden gedaan van de restlevensduur. Een goede opbouw van beheerdata is hiervoor van belang evenals het monitoren van de kwaliteitsontwikkeling van het stelsel. Door periodiek de werkwijzen te evalueren wordt gestreefd naar (kosten)efficiëntie.

Lozingen van open WKO-systemen op het stelsel

WKO’s mogen geen negatief effect hebben op het functioneren van het afvalwatersysteem”

De Omgevingsdienst IJmond (ODIJ) verwerkt aanvragen voor warmte-koude-opslag installaties (WKO), voor zowel open als gesloten systemen. De ODIJ treedt voor het beoordelen van de milieueffecten op het oppervlaktewater in overleg met het hoogheemraadschap. Als ten gevolge van lozing door een open WKO- systeem negatieve effecten worden verwacht, wordt lozing op het rioolstelsel geadviseerd.

Pieklozingen kunnen echter het functioneren van het afvalwaterstelsel verstoren. Om deze reden wordt de komende planperiode in regionaal verband onderzoek uitgevoerd en zo nodig een verordening opgesteld.

Monitoren van de systeemwerking en toestand van de riolering

“Monitoren van de werking en de toestand van de riolering verhoogt de kwaliteit van het rioleringsbeheer”

Het verrichten van sensormetingen in het rioolstelsel verschaft inzicht in het daadwerkelijk functioneren van de riolering onder verschillende omstandigheden. Doordat we de meetresultaten combineren krijgen we een overzicht van de knelpunten en de potentie in het stelsel. Dit overzicht vormt de basis voor de validatie van onze hydraulische rekenmodellen en het opstellen van doelmatige en integrale maatregelen.

Daarnaast gebruiken we de inspectieresultaten voor het doelmatiger uitvoeren van het beheer en onderhoud. We baseren onze operationele jaarplannen op de inspectieresultaten.

Emissiereductie

“We blijven streven naar een goede waterkwaliteit”

afbeelding binnen de regeling

Door maatregelen in het verleden zijn er geen directe volksgezondheids- of milieuproblemen in de gemeenten Heemstede en Bloemendaal. Om wateroverlast te voorkomen zijn lozingen vanuit het rioolstelsel soms onvermijdbaar. Om de gevolgen te beperken volgen we in samenwerking met het hoogheemraadschap een emissiegerichte aanpak. Het denkstappenmodel van STOWA en Rioned vormt hierbij een belangrijk handvat. Het denkstappenmodel dwingt tot een beschouwing van maatregelen in perspectief van het grotere plaatje.

Hierdoor wordt doelmatigheid nagestreefd.

afbeelding binnen de regeling

Mogelijke oplossingsrichtingen zijn de sturing van gemalen, afkoppelen van verhard oppervlak en watersysteemmaatregelen. Geconstateerde knelpunten in de waterkwaliteit, een bureaustudie, veldbezoek, onderlinge afspraken of resultaten van onderzoek kunnen aanleiding geven voor het treffen van aanvullende verbetermaatregelen.

Lozing nieuwe stoffen

“Nieuwe stoffen pakken we aan op strategische locaties”

Nieuwe stoffen zoals medicijnresten, hormoonstoffen en andere microverontreinigingen zijn alleen met geavanceerde technieken te verwijderen. Aanpak bij centrale AWZI’s die in de toekomst worden uitgerust met een extra verwijderingsstap lijkt het meest effectief. Maar ook het afvangen en behandelen van stromen op locaties waar deze stoffen in hoge concentraties voorkomen biedt perspectief.

Foutaansluitingen

“Voorkomen is beter dan genezen”

Bij gescheiden riolering komt het voor dat vuilwater is aangesloten op het hemelwaterstelsel of andersom. Dit kan leiden tot milieu- of capaciteitsproblemen. Het percentage foutaansluitingen is relatief laag in de gemeenten Heemstede en Bloemendaal. Bij nieuwe aanleg of reconstructies wordt specifiek aandacht besteed aan het voorkomen van foutaansluitingen. Bij bestaande bebouwing worden foutaansluitingen opgespoord en opgeheven via een kleinschalige aanpak op het moment dat zich (waterkwaliteits)problemen voordoen. De lozing van hemelwater op drukriolering is in principe niet toegestaan. In bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken door een geringe lozing van hemelwater toe te staan om de werking van het systeem te optimaliseren (creëren van doorspoeling bij geringe droogweerafvoer).

4.5Hemelwaterzorg

Ook bij de inzameling en transport van hemelwater streven we naar doelmatigheid en het voorkomen van toekomstige problemen. Hiervoor volgen we de volgende strategieën:

Beschermingsniveau water op straat

“We accepteren wat vaker water op straat”

Omdat de capaciteit van het rioleringssysteem beperkt is, kan het voorkomen dat water op straat komt te staan als gevolg van extreme neerslag. Hierbij maken we onderscheid in hinder, ernstige hinder en overlast.

Stichting RIONED: Normen wateroverlast

Tijdens hevige neerslag kan er ‘water op straat’ optreden. Bij ‘water op straat’ wordt onderscheid gemaakt in 3 verschillende gradaties voor de praktisch ervaren mate van overlast:

Hinder:

kortdurend beperkte hoeveelheden ‘water op straat’, met een duur in de orde van 15-30 minuten.

Ernstige hinder:

forse hoeveelheden ‘water op straat’, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels, met een duur in de orde van 30-120 minuten.

Overlast:

langduriger en op grotere schaal ‘water op straat’, water in winkels, woningen met materiële schade en mogelijk ook ernstige belemmering van het (economische) verkeer.

In geval van hinder treffen we niet direct maatregelen, we doen een beroep op het acceptatievermogen van de burgers en aanpassing van hun gedrag (o.a. aanpassen rijgedrag om hekgolven te voorkomen).

Ingeval van ernstige hinder treffen we bij de uitvoering van reconstructiewerken zodanige maatregelen, dat de kans op het optreden van ernstige hinder aanmerkelijk kleiner wordt. Bijvoorbeeld door aanpassingen van het dwarsprofiel van de weg.

In geval van overlast treffen we allereerst tijdelijke bovengrondse kostenefficiënte maatregelen om het acute risico op schade te beperken. Op de lange termijn onderzoeken we ter voorkoming van structurele overlast de oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen en brengen deze, mits doelmatig, ten uitvoer.

Hierbij richten we ons op een water slimme inrichting. Bij nieuwbouw is bijvoorbeeld het verhogen van het bouwpeil een optie. Locaties die economisch gevoelig zijn voor wateroverlast, zoals ontsluitingswegen en ziekenhuizen, krijgen specifieke aandacht.

afbeelding binnen de regeling

Ernstige hinder in Nederland (Bron: Martin de Jongh)

“We handhaven het huidige beschermingsniveau ter bepaling van de ondergrondse afvoercapaciteit”

In de wetenschap dat er altijd wel een bui kan vallen die zwaarder is dan de ontwerpnorm handhaven we de ontwerpnorm waarop de riolering is gedimensioneerd. Voor de gemeente Heemstede is dit de huidige toekomstbestendige ontwerpnorm bui 09 en bui 10. De gemeente Bloemendaal hanteert tot nu toe ontwerpbui 07 en 08. Bloemendaal gaat in het nieuw op te stellen basisrioleringsplan (BRP) ook de zwaardere ontwerpnorm met bui 09 en 10 hanteren. Dit BRP wordt na afloop van het meetprogramma riolering in 2021 opgesteld Door deze ontwerpbuien aan te houden wordt een groot deel van de buien in de riolering opgevangen en verwerkt. Uit het basisrioleringsplan volgt de hoeveelheid hemelwater dat via de riolering kan worden afgevoerd en hoeveel water-op-straat er ontstaat.

Klimaatadaptatie

“Door klimaatadaptatie blijven we wateroverlastproblemen voor”

De kans is erg groot dat we door klimaatverandering in de toekomst hevige buien of juist perioden van droogte te verduren gaan krijgen. Gedurende de planperiode gaan we de totale klimaatopgave in beeld brengen met gebruikmaking van een 3D-model. Met een dergelijk model krijgen we inzicht in de stroming over het maaiveld en locaties waar water kosteneffectief kan worden opgevangen.

Verder gaan we onderzoek doen naar de effecten van klimaatverandering (hevige buien en periodes van droogte) op het afvoerstelsel en grondwaterregime. Ook binnen sub-regio Kennemerland bestaat het voornemen om gezamenlijk een klimaatadaptatie onderzoek uit te voeren.

Heemstede en Bloemendaal vinden water op straat acceptabel, zolang het water tussen ‘de banden’ van de weg blijft en het water binnen 12 uur weer weg is en het niet vaker dan gemiddeld tweemaal per jaar gebeurt (praktijknorm). Richting burgers gaan we communiceren dat het kan voorkomen dat er water op straat staat.

“Klimaatadaptatie vraagt intensieve samenwerking tussen afdelingen binnen de gemeente”

Het is niet mogelijk om extreme neerslag volledig ondergronds te verwerken. De capaciteit van het rioolstelsel is hiervoor ontoereikend en het verhogen van de ondergrondse capaciteit is bovendien erg kostbaar. De oplossing zoeken we daarom vooral in slimme bovengrondse maatregelen, zoals berging in groenvoorzieningen en binnen het wegprofiel, en het stroomlijnen van zichtbare afvoer.

Daarnaast kunnen we het oppervlaktewater als tijdelijke berging gebruiken. De uiteindelijke keuze voor de wijze van omgaan met afvloeiend hemelwater bepalen we op lokaal niveau op basis van een integrale afweging. Dit vergt intensieve samenwerking met andere disciplines binnen de gemeente, zoals Ruimtelijke Ordening, en Openbare Ruimte.

afbeelding binnen de regeling

Een park of tuin met veel groen en water helpt! (Bron: Arcadis)

Voorkeursvolgorde verwerking hemelwater

“We geven op een doelmatige en verantwoorde wijze invulling aan hemelwaterverwerking”

Voor het verwerken van hemelwater volgen we in integrale projecten het principe “Vasthouden – Bergen – Afvoeren”. Met dit principe wordt hemelwater zoveel als mogelijk lokaal vastgehouden om vertraagd aan de riolering af te geven of te infiltreren in de bodem. Voor het afvoeren van het hemelwater is het vertrekpunt in principe dat we stedelijk afval- en hemelwater gescheiden inzamelen. Als wegreconstructies en rioolvervanging/verbetering aan de orde zijn, wordt voorafgaand de meest doelmatige manier van hemelwaterverwerking onderzocht. We investeren daar waar dit het meeste oplevert voor de doelmatige verwerking. Afkoppelen is hierbij geen doel op zich, maar een middel om doelen te bereiken. Bij bestaande bebouwing bepaalt de gemeente per locatie of afkoppelen doelmatig is. Het hoogheemraadschap adviseert hierbij. Bij nieuwbouwlocaties wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Als percelen zelf voldoende hemelwater kunnen verwerken worden deze niet aangesloten op de hemelwaterriolering.

4.6Grondwaterzorg

De invulling van de grondwaterzorgplicht is opgenomen in het grondwaterbeleidsplan van Heemstede en Bloemendaal. Op hoofdlijnen gaat het om het verkrijgen van inzicht in de systeemwerking, het valideren van modellen en communicatie met de inwoners. Het Grondwaterbeleidsplan gemeenten Heemstede en Bloemendaal en het Grondwaterbeheerplan gemeente Heemstede maken onderdeel uit van dit GRP.

Handelen bij grondwaterproblemen

“We faciliteren bij eventuele grondwaterproblemen”

Van de perceeleigenaren verwachten we dat zij bij eventuele grondwaterproblemen de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen treffen op eigen terrein. Als particulieren de grondwaterproblemen niet zelf kunnen oplossen ondersteunen we als gemeente in voorlichting en onderzoek. Samen met de betrokkenen maken we dan een analyse van de oorzaken, gevolgen en mogelijke maatregelen. Voor maatregelen tegen wateroverlast en –onderlast houden we de voorkeursvolgorde aan zoals beschreven in het grondwaterbeleidsplan. We treffen alleen maatregelen in het openbaar gebied.

Verbetermaatregelen voeren we wanneer mogelijk uit in combinatie met afkoppelen, rioolvervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Maatregelen op particulier terrein, waaronder de kosten voor het maken van een aansluiting op het gemeentelijk afvoerstelsel, zijn voor rekening van de particulier.

“We informeren de inwoners over de zorgplicht”

Met de waterpartners van sub-regio Kennemerland hebben we afgesproken om een gezamenlijk digitaal waterloket op te zetten voor bewoners en bedrijven. Zo mogelijk wordt aangesloten bij het landelijke waterloket “Ons Water”. Via het waterloket kunnen inwoners informatie vinden met betrekking tot grondwater(problemen) en eventuele oplossingen. Ook kunnen inwoners er terecht met klachten of meldingen. Als blijkt dat er veel meldingen binnenkomen voor een locatie, voeren we een gebiedsgericht grondwateronderzoek uit. Bij een mogelijke relatie tussen het probleem en veranderingen in grondwateronttrekkingen stemmen we met het hoogheemraadschap af wat de beste maatregelen zijn.

Monitoren grondwaterstanden

“Inzicht in het grondwaterverloop draagt bij aan doelmatige oplossingen”

Klimaatverandering heeft hoogstwaarschijnlijk ook effect op de grondwaterstanden. Naar verwachting zal door verdroging in de zomer de gemiddelde grondwaterstand dalen. Daartegenover staat dat door extreme buien of langdurige neerslag de grondwaterstand kan stijgen. De precieze invloed van klimaatverandering op de grondwaterstanden in stedelijk gebied is nog lastig in te schatten. Om het effect van klimaatverandering op de grondwaterstand in beeld te krijgen maken we gebruik van een grondwatermodel. Dit model verifiëren we aan de hand van meetgegevens. In regionaal verband (sub-regio Kennemerland) wordt gewerkt aan de totstandkoming van een regionaal grondwatermodel.

Het grondwatermeetnet gebruiken we om meer inzicht te krijgen in de werkelijke grondwaterstanden binnen de bebouwde kom en de invloed van de stopzetting drinkwaterwinning in duingebieden. De meetgegevens worden gebruikt om te controleren of aan de uitgangspunten van de grondwaterzorg wordt voldaan en om mogelijke effecten van klimaatverandering op het grondwaterregime in te schatten. Ter bevordering van de uniformiteit, uitwisselbaarheid van data en kwaliteitsborging is in regionaal verband (sub-regio Kennemerland) een Basismeetplan Grondwater opgesteld. Het basisplan dient als handreiking voor het ontwerpen, aanleggen, beheren en onderhouden van grondwatermeetnetten.

Heemstede

Het grondwatermeetnet in Heemstede bestaat uit ca. 80 peilbuizen die tweemaal per maand handmatig worden bemeten. Er is behoefte om het grondwatermeetnet te optimaliseren en de meetmethode te optimaliseren conform het regionaal vastgestelde Basismeetplan Grondwater. Deze optimalisatie staat gepland voor deze planperiode.

Bloemendaal

Het grondwatermeetnet in Bloemendaal bestaat uit 87 peilbuizen waarvan 25 meetpunten specifiek dienen om deepwells actief aan te sturen en te bewaken. De peilbuizen worden automatisch bemeten met op afstand uit te lezendataloggers. De data wordt ontsloten via een online viewer. De meetpunten worden door een externe partij onderhouden. Bloemendaal voldoet hiermee aan het recent vastgestelde regionale Basismeetplan Grondwater.

afbeelding binnen de regeling

Peilbuisgegevens grondwaterstanden op portaal Bloemendaal (Bron: gemeente Bloemendaal)

Ontsluiten meetgegevens

“We gaan grondwaterstanden centraal ontsluiten”

Binnen de regio is het streven erop gericht om meetgegevens onderling te delen, om zodoende te komen tot een uniforme en centrale ontsluiting van meetgegevens via een flexibel en modulair portal.

De komende planperiode wordt dit verder uitgewerkt.

4.7Bedrijfsvoering

De overkoepelende activiteiten voor het kunnen uitvoeren van de zorgplichten riolering vallen onder de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering van beide gemeenten zal de komende jaren steeds meer naar elkaar toegroeien.

Samenwerking

“We intensiveren de samenwerking met de Omgevingsdienst IJmond”

Voor een zo doelmatige uitvoering van watertaken moeten we in toenemende mate samen met de Omgevingsdienst IJmond optrekken.

“We continueren de samenwerking met het samenwerkingsverband Kennemerland”

Op basis van de zuiveringskringen zijn gemeenten Heemstede en Bloemendaal ingedeeld in de sub-regio Kennemerland samen met de gemeenten, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Hillegom, Velsen, Zandvoort, het hoogheemraadschap van Rijnland en de waterleidingbedrijven PWN en Waternet. In deze samenwerkingsregio zijn doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de afspraken in het Bestuursakkoord Water aangaande kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit. De samenwerking wordt gecontinueerd waarbij de gemeenten Heemstede en Bloemendaal als trekker (zowel ambtelijk als bestuurlijk) optreden voor de projecten Ketenschouw en Monitoring grondwater.

“We harmoniseren de werkwijzen tussen gemeente Heemstede en gemeente Bloemendaal”

De afgelopen planperiode is intensief samengewerkt tussen gemeente Heemstede en gemeente Bloemendaal. Samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland is gewerkt aan de ontwikkeling van een strategische samenwerkingsagenda ter vervanging van de waterparagraaf uit het vGRP+ van Heemstede en het Waterplan Bloemendaal. In de samenwerkingsagenda zijn thema’s en projecten opgenomen waaraan de gemeenten en Rijnland gezamenlijk gaan werken. Om makkelijker elkaars taken over te kunnen nemen streven we een uniforme aanpak na.

Communicatie

“Een verhoogd waterbewustzijn draagt bij aan waterbewust handelen”

Om te bereiken dat de inwoners waterbewust gaan handelen (goed gebruik van de riolering, zuinig met water, meer groen in de tuin e.d.) wordt eerst geïnvesteerd in waterbewustzijn. Dit doen we met gebruikmaking van publiekscampagnes, een waterloket en door als gemeenten zelf het goede voorbeeld te geven.

Structurele vernieuwing

“We zijn volgend in structurele vernieuwing”

De beperkte personele capaciteit staat niet toe dat we pionieren om te komen tot structurele vernieuwing. Om deze reden sluiten we aan bij initiatieven binnen het samenwerkingsverband Kennemerland.

Reiniging en inspectie

“We brengen waar nodig differentiatie aan in het reinigen en inspecteren”

(Diep)drainage wordt in Heemstede 1x per 2 a 3 jaar gereinigd en in Bloemendaal 1-2x per jaar.

De hogere onderhoudsfrequentie in Bloemendaal is nodig vanwege ijzer in het grondwater. Oxidatie van dit ijzer leidt tot snelle vervuiling (dichtslibben) van de drainageleidingen.

Ook de inspectiestrategie voor riolering verschilt. Bloemendaal streeft naar een kerngewijze aanpak. Aan het einde van de komende planperiode is alle riolering gereinigd en geïnspecteerd. De inspectiecyclus herhaalt zich daarna om de twaalf jaar. De reinigingsfrequentie herhaalt zich om de zes jaar. De aanpak in Heemstede wijkt hier niet veel van af. In Heemstede wordt nu iedere vijf jaar gereinigd. De stap om te harmoniseren met de reinigings- en inspectiefrequentie van Bloemendaal is niet groot. Binnen de planperiode van dit GRP gaan we tot harmonisatie over.

De reinigingsfrequentie voor kolken verloopt in beide gemeenten volgens vast patroon. Op plaatsen met veel bomen is extra aandacht voor het vrijhouden van de kolken.

Revisie

“Revisie is en blijft belangrijk”

Beide gemeenten hebben blijvende aandacht voor revisie. Data wordt in algemene zin steeds meer beschouwd als grondstof. Goede/betrouwbare data draagt positief bij aan kostenefficiënte en doelmatige oplossingen. Gemeenten onderzoeken de aanstelling van een gezamenlijke databeheerder om hiermee extra efficiëntie en kwaliteit te kunnen behalen.

Juridische aspecten

“Minder regels, meer duidelijkheid”

Voor de aansluiting op riolering hanteren beide gemeenten een toestemmingssysteem, geen vergunningverlening. Het opstellen van een aansluitverordening wordt in regionaal verband opgepakt (modelverordening). Aandachtspunt voor beide gemeenten is het opnemen van de eigendomsgrens huisaansluitleiding in de aansluitverordening om duidelijkheid te creëren richting de burgers over de scheiding tussen gemeente en burger. In regionaal verband wordt ook een model hemel- en grondwaterverordening opgesteld.

Met de komst van de Omgevingswet medio 2019 worden wetten en regels gebundeld en komen er minder regels. Dit heeft ook consequenties voor de rioleringszorg. Om de consequenties in beeld te brengen wordt de komende planperiode een impactanalyse uitgevoerd.

5 UITVOERINGSPROGRAMMA HEEMSTEDE

In onderstaande uitvoeringsprogramma’s staan de benodigde acties/maatregelen in de planperiode 2017 - 2021 om invulling te kunnen geven aan de ambities en de daaruit voortvloeiende opgaven voor de zorgplichten riolering met bijbehorende kosten.

Tabel 1 - Uitvoeringsprogramma onderdeel Beheer (facilitair / overig / loonkosten / overhead)

afbeelding binnen de regeling

Tabel 2 - Uitvoeringsprogramma onderdeel Onderhoud/ Maatregelen

afbeelding binnen de regeling

Tabel 3 - Uitvoeringsprogramma onderdeel Onderzoek

afbeelding binnen de regeling

Tabel 4 - Uitvoeringsprogramma onderdeel Planvorming

afbeelding binnen de regeling

Tabel 5 - Uitvoeringsprogramma onderdeel Aanleg en Vervanging

afbeelding binnen de regeling

6 BENODIGDE MIDDELEN HEEMSTEDE

6.1Inleiding

Om te voldoen aan de doelen die we ons in dit GRP hebben gesteld voeren we als gemeente Heemstede verschillende maatregelen uit. Via de rioolheffing wordt het benodigde geld bijeengebracht door de burgers en bedrijven van onze gemeente. In dit hoofdstuk beschrijven we de middelen die nodig zijn om een goed en doelmatig rioleringsbeheer te kunnen financieren. Daarnaast laten we zien hoe we de komende tijd onze uitgaven gaan financieren zodat we invulling kunnen blijven geven aan onze drie zorgplichten in de toekomst.

6.2Toerekening van kosten

Alleen kosten die verband houden met het invulling geven aan de drie zorgplichten kunnen we verhalen op de rioolheffing. Dit zijn in eerste instantie kosten die verband houden met het in stand houden van een goed functionerend rioleringssysteem. Daarnaast nemen we ook andere kosten mee die ten gunste komen van een goede invulling van de zorgplicht.

In het overzicht van uitgaven maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringsuitgaven. Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse kosten voor beheer- en onderhoudsactiviteiten.

Deze kosten schrijven we toe aan het boekjaar waarin we ze uitgeven. Door algemene prijsstijgingen, stijging van lonen, vergroting van het areaal en uitbreiding van taken stijgen deze exploitatiekosten op lange termijn.

Investeringsuitgaven bestaan uit vervangingsinvesteringen (bijvoorbeeld vervanging van versleten riolering), verbeterings-investeringen (bijvoorbeeld buisvergroting of afkoppelmaatregelen) en uitbreidingsinvesteringen (bijvoorbeeld nieuwe aanleg van riolering). Investeringen zijn uitgaven voor zaken die meerdere jaren meegaan en kunnen worden geactiveerd. De jaarlijkse kosten die daaruit voortkomen (de kapitaallasten) bestaan uit rentelasten en afschrijvingen.

Strategische wateragenda met Rijnland

Voor de uitvoering van de maatregelen en onderzoeken die voortkomen uit de Strategische wateragenda met Rijnland is vanaf 2018 tot en met 2021 € 40.000 per jaar geraamd. Deze kosten worden niet gedekt door de rioolheffing maar vallen onder de Algemene Middelen. De kosten worden in de Kadernota opgenomen. Deze Strategische wateragenda wordt aan het einde van dit jaar bestuurlijk door de gemeente en Rijnland vastgesteld.

6.3Kosten en uitgaven

Om de te verwachten kosten en uitgaven over de beschouwde periode in beeld te brengen hebben we financiële berekeningen uitgevoerd. De periode waarvoor deze berekeningen zijn uitgevoerd is ongeveer gelijk aan de technische levensduur van de riolering. Op deze wijze is het effect van een complete vervangingscyclus op de hoogte van de rioolheffing in beeld. In het geval geld wordt geleend voor bekostiging van de vervangings-/verbeteringsmaatregelen is de lengte van de afschrijvingstermijn sterk bepalend voor de hoogte van de lasten. Hoe korter de looptijd van de afschrijvingstermijn, des te eerder de schuld is afgeboekt, maar des te groter de invloed van de kapitaallasten op de hoogte van de rioolheffing.

Tabel 1 bevat een overzicht van de gehanteerde uitgangspunten met betrekking tot kosten en uitgaven.

Tabel 1 – Uitgangpunten financiële doorrekening kosten en uitgaven gemeente Heemstede

afbeelding binnen de regeling

Het moment waarop de riolen aan vervanging toe zijn wordt bepaald door de toestand van de buizen.

Door periodiek rioolinspecties uit te voeren wordt inzicht verkregen in het verloop van mogelijke schadebeelden en daarmee het risico op instorten. Voor de korte termijn geeft dit een goed beeld, maar voor de langere termijn is dit vaak onvoldoende. De investeringslijn voor de korte termijn bepalen we daarom op basis van inspectieresultaten van de riolering. Voor de lange termijn gebruiken we de kengetallen uit de Leidraad Riolering (2015) en rekenmethoden uit de beheersystemen als basis. In Tabel 2 staan de uitgangspunten die we hebben gebruikt bij verschillende type investeringen om de investeringslijn te bepalen.

Tabel 2 – Uitganspunten bepalen investeringslijn op de lange termijn voor de gemeente Heemstede

afbeelding binnen de regeling

Voor een uitgebreid overzicht van de uitgangspunten, basisgegevens en rekenresultaten over de volledige beschouwde periode wordt verwezen naar Bijlage 5.

Op basis van deze uitgangspunten verwachten we een uitgavenpatroon zoals weergegeven in Figuur 1.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 - Verwacht uitgavenpatroon gemeente Heemstede voor de periode 2017-2087 (prijspeil 2016)

Onderdeel van de uitgaven zijn de exploitatielasten. We hebben als gemeente Heemstede in deze planperiode 4,8 miljoen aan exploitatielasten. Het volledige overzicht van de opbouw van de exploitatielasten is opgenomen in tabel 3.

Tabel 3 – Opbouw exploitatielasten gemeente Heemstede

afbeelding binnen de regeling

De vervangingsinvesteringen zijn op verschillende manieren te verwerken.

Met de financieringsmethode ‘Activeren’ betalen we vervangingsinvesteringen door het volledige bedrag te activeren. Dat wil zeggen: we gaan een krediet aan, op basis waarvan er gedurende lange tijd afschrijvingen en rente worden doorberekend. We kunnen de gang van zaken vergelijken met een hypotheek. De investeringen zijn over het algemeen goedkoper op korte termijn, maar op lange termijn duurder als deze worden geactiveerd. Dit komt omdat de totale kosten van de investering uiteindelijk hoger zijn dan het oorspronkelijke investeringsbedrag door de rentelasten. In de regel betekent het financieren door te activeren dat de rioolheffing laag kan blijven op korte termijn, maar uiteindelijk flink zal moeten stijgen.

Met de financieringsmethode ‘Sparen vooraf (Direct afboeken)’ betalen we vervangingsinvesteringen uit geld waarvoor we van tevoren hebben gespaard. Het gespaarde bedrag wordt dan telkens in mindering gebracht op het bedrag dat we moeten activeren (lenen) voor een investering. Zo houden we de aangroei van rentelasten beperkt. Hoewel de rioolheffing op korte termijn in de regel omhoog moet om een spaarvoorziening op te kunnen bouwen, kan het op de langere lager blijven dan wanneer we alle investeringen zouden blijven activeren. Daarnaast dragen we met het programma riolering op een positieve manier bij aan het gemeentelijke EMU-saldo doordat minder kredieten voor de riolerings-uitgaven nodig zijn. We verwachten dat dit EMU-saldo (kort gezegd: de schuldpositie van de gemeente) naar verwachting een steeds belangrijker graadmeter gaat zijn waarop de gemeente beoordeeld zal worden door de hogere overheden (en met name Europa).

In de gemeente Heemstede verwerken we de vervangingsinvesteringen op dit moment nog volgens de methode “Activeren”. Met ingang van het voorgaande GRP wordt gewerkt aan de geleidelijke opbouw van een spaarvoorziening, om vanaf 2023 een volledige overstap te kunnen maken naar de methode “Sparen Vooraf” (ofwel: Direct Afboeken). De gespaarde bedragen brengen we dan in mindering op de spaarvoorziening, waarbij het jaarlijkse spaarbedrag passend is voor de geplande investeringen in de komende 10 jaar. Als het gespaarde bedrag toch onvoldoende blijkt, activeren we het resterende investeringsbedrag. Hier komen boekwaarden met bijbehorende nieuwe kapitaallasten uit voort.

Ook de resterende boekwaarden van in het verleden geactiveerde investeringen in de beschouwde periode leiden nog tot kapitaallasten. Figuur 2 geeft het totale boekwaardenverloop van de gemeente Heemstede weer.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 - Verwacht boekwaardenverloop gemeente Heemstede voor de periode 2017-2087 (prijspeil 2016)

6.4Opbrengsten

De kosten die we maken om aan de drie zorgplichten te voldoen, betalen we via de rioolheffing.

De hoogte van de heffing is afhankelijk van het aantal heffingseenheden. In onze gemeente komt het aandeel van de rioolheffing dat wordt kwijtgescholden, voor rekening van de rioleringsbegroting. Dit heeft dus een licht tarief verhogend effect. Hoe sterk de heffing moet stijgen of dalen is afhankelijk van de rioolheffing in het startjaar en het startsaldo in de voorzieningen. De uitgangspunten die we hebben gehanteerd om tot een kostendekkend heffingsverloop te komen zijn weergegeven in Tabel 4.

Tabel 4 – Uitgangspunten financiële berekeningen opbrengsten gemeente Heemstede

afbeelding binnen de regeling

Met het berekenen van het heffingsverloop dienen we rekening te houden met een aantal wettelijk bepaalde voorwaarden:

  • -

    De rioolheffing mag maximaal kostendekkend zijn: de geraamde opbrengsten mogen de geraamde lasten niet overstijgen (Gemeentewet artikel 229b);

  • -

    Reserveren voor toekomstige vervangingsinvesteringen - door dotaties aan de reserves en/of (spaar)voorziening - is toegestaan;

  • -

    Reserveren enkel voor uitbreiding van het voorzieningenniveau is niet toegestaan;

  • -

    De opbrengsten van de rioolheffing mogen niet voor andere doeleinden dan voor het gemeentelijk rioolstelsel (inclusief grond- en hemelwatervoorzieningen) worden aangewend ofwel hebben een relatie met de verbrede watertaken.

Het uitgavenpatroon gecombineerd met het boekwaardenpatroon leidt tot een lastenpatroon. In Figuur 3 is het berekende lastenpatroon van de gemeente Heemstede weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 - Verwacht lastenpatroon versus inkomsten voor gemeente Heemstede over de periode 2017-2087 (prijspeil 2016)

In tabel 5 is bovenstaande grafiek in getallen weergegeven voor de planperiode 2017 – 2021.

Tabel 5 – Totale lasten planperiode GRP gemeente Heemstede 2017 - 2021 (exclusief inflatie in euro)

afbeelding binnen de regeling

De jaarlijks benodigde inkomsten zijn omgerekend naar een rioolheffing per equivalente heffingseenheid (zie Figuur 4).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 – Verwacht heffingsverloop voor gemeente Heemstede over periode 2017-2087 (prijspeil 2016).

Uitgaande van kostendekking is in tabel 6 het verloop van de rioolheffing voor de periode 2017-2027 weergegeven.

Tabel 6 - Verwachtte benodigde inkomsten, heffingseenheden en rioolheffing gemeente Heemstede in periode 2017 – 2027 (prijspeil 2016)

afbeelding binnen de regeling

6.5 Personeel

De personele capaciteit voor Heemstede bedraagt 1,5 fte bestaande uit ca. 0,5 fte (beleid, projectleiding, werkvoorbereiding) voor de binnendienst en 1 fte voor de buitendienst (directievoering, toezicht, onderhoud). Op basis van een landelijke gemiddelde bedraagt de benodigde personele bezetting ca. 2,8-5,7 fte voor een gemeente met ca. 27.000 inwoners (binnendienst + inhuur + buitendienst). De huidige beschikbare personele capaciteit is erg laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Een bezetting van 2,8 fte wordt gehanteerd bij een volledige uitbesteding van diensten en een bezetting van 5,7 fte bij alles zelf doen.

Voor het uitvoeren van de taken die vallen onder de gemeentelijke watertaken is uitbreiding van de personele capaciteit nodig. Zowel bij de afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte, als bij de toezichthouder riolering bij de afdeling Uitvoering Openbare Ruimte.

Met de uitvoering van de gemeentelijke watertaken zijn loonkosten gemoeid. Daarnaast worden overheadkosten doorbelast, volgens de geldende regels en richtlijnen uit het BBV. De loonkosten en overheadkosten zijn opgenomen in tabel 7.

Tabel 7 - Loonkosten en overheadkosten gemeente Heemstede (afgerond)

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Vastgesteld bij collegebesluit van 29 juni 2017.

BIJLAGE 1, BEGRIPPEN

Aanbod op AWZI

De totale hoeveelheid afvalwater die wordt aangeboden aan de AWZI.

Afvalwaterakkoord

Een akkoord tussen waterschap en gemeente. Het bevat afspraken over overnamepunten en afnamehoeveelheden. Daarnaast staat in het afvalwaterakkoord hoe partners omgaan met uitwisseling van (meet)gegevens, elkaar informeren in de situatie van groot onderhoud of calamiteiten, enzovoort.

Afvloeiend hemelwater

Neerslag die tot afstroming komt.

Afkoppelen/niet-aankoppelen

Het op de gemengde of vuilwaterriolering aangesloten afvoerend verhard oppervlak loskoppelen en aansluiten op een hemelwatervoorziening. Bij nieuwbouw: het niet aansluiten van afvoerend verhard oppervlak op een vuilwatersysteem.

Afnamehoeveelheid

De toegestane hoeveelheid regenwater dat op het overnamepunt wordt aangeboden.

Afvalwater

Al het water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

Afvalwaterketen

De inzameling, het transport en de verwerking van afvalwater.

Afvalwatersysteem

Het geheel van rioleringstechnische en zuiveringstechnische werken (waaronder riolering, gemalen, persleidingen, AWZI)

Algemene regels

De lozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB’s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu.

AWZI

Een installatie waar het afvalwater wordt ontdaan (van een groot deel) van de verontreinigingen.

Basisrioleringsplan (BRP)/verbreed BRP.

Plan waarin de hydraulische afvoercapaciteit, de vuilemissie en het aanbod op de AWZI wordt getoetst voor de bestaande en toekomstige plansituatie (planhorizon ca. 10-15 jaar). Het plan bevat in de regel verbeteringsmaatregelen om in de toekomstige situatie te voldoen aan de wensen/eisen van gemeente en waterbeheerder. In een verbreed BRP zijn de zorgplichten grondwater en hemelwater meer expliciet uitgewerkt.

Bedrijfsafvalwater

Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.

Boorkernonderzoek

Inspectiemethode waarbij door middel van een boring een kern uit de bovenkant van de rioolbuis wordt genomen en beproefd op sterkte.

Buitenriolering

Het geheel van rioleringsobjecten voor inzameling en transport van afvalwater dat zich buiten gebouwen bevindt. Het gaat hierbij om riolen, putten, kolken, perceel- en kolkaansluitleidingen, rioolgemalen, riooloverstorten, zinkers, randvoorzieningen etc.

Classificatie

Indeling van de toestandsaspecten riolering in schadeklassen.

Doelmatig

Wanneer de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten en de inspanningen daadwerkelijk bijdragen aan een verbetering van de situatie kan een maatregel als doelmatig worden beschouwd. Bij de doelmatigheidsafweging dient ook te worden nagegaan of eventuele maatregelen niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. Dit ligt vooral voor de hand in het buitengebied.

DoFeMaMe 2.0

Een vervolg op de traditionele DoFeMaMe methodiek (Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden) waarin prestaties van een gemeente niet langer worden getoetst op basis van gehanteerde normen (DoFeMaMe) maar op basis van behaalde resultaten (DoFeMaMe 2.0). Zie ook ‘van normgericht naar effectgericht’.

Drukriolering

Een mechanisch rioleringssysteem waarbij het afvalwater via kleine pompjes en persleidingen wordt verpompt naar een ontvangstput. Drukriolering wordt vaak toegepast in het buitengebied.

DWA-systeem

Zie vuilwatersysteem.

Gemeentelijk rioleringsplan GRP

Een strategische beleidsnota waarin op hoofdlijnen de visie van het gemeentebestuur voor de komende planperiode is neergelegd met betrekking tot aanleg en beheer van het rioleringssysteem, hemelwatersysteem en grondwatersysteem. Het GRP is een verplicht planinstrument volgens de Wet Milieubeheer (in de toekomst Omgevingswet).

Gemengd rioolstelsel (GEM)

Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door één buizenstelsel worden ingezameld en afgevoerd.

Gescheiden rioolstelsel (GS)

Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door afzonderlijke buizenstelsels worden ingezameld en afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een AWZI, (een groot deel van) het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater.

Groene berging

Verdiepte groenvoorziening voor de tijdelijke opvang van overtollig regenwater.

Grondwater

Spreekt voor zich, geen wettelijke definitie.

Hemelwatersysteem

Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van hemelwater.

Hoofdrioolgemaal

Eindgemaal, meestal in beheer en eigendom van een waterbeheerder, via welke het afvalwater wordt getransporteerd naar een AWZI.

Huishoudelijk afvalwater

Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden.

HWA

Hemelwaterafvoer

Hydraulische afvoercapaciteit

De capaciteit van een rioolstreng of rioleringssysteem om overtollig water af te voeren.

IBA

Systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Vergelijkbaar met een verbeterde septic-tank.

Industrieel afvalwater

Afvalwater afkomstig van industrieën of bedrijven.

Immissiegerichte aanpak

Het tegengaan van verontreinigingen in het (water)milieu door het effect van lozingen van afvalwater op het oppervlaktewater zo veel mogelijk te beperken.

Ingrijpmaatstaf

Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij ingrijpen noodzakelijk is en maatregelen moeten worden opgesteld.

Inspecteren

Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand van rioleringsobjecten.

Microverontreiniging

Verontreiniging die in een concentratie van een miljoenste gram of minder per liter of kilogram voorkomt en biologische effecten kan veroorzaken. Bijvoorbeeld: zware metalen PCB's, PAK's (organische microverontreinigingen), bestrijdingsmiddelen maar ook medicijnresten en hormoonstoffen.

Openbare riolering

Het gedeelte van de buitenriolering in eigendom en beheer bij de overheid (in de meeste gevallen is dit de gemeente).

Operationeel aanlegprogramma

Beschrijving van op korte termijn aan te leggen riolering naar aard, omvang en tijdstip.

Operationeel maatregelenprogramma

Beschrijving van op korte termijn uit te voeren (beheer)maatregelen met betrekking tot onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering naar aard, omvang en tijdstip.

Operationeel onderzoeksprogramma

Beschrijving van de op korte termijn uit te voeren benodigde onderzoeken.

Overlastfrequentie

Het theoretisch gemiddeld aantal malen per jaar dat ernstige hinder of wateroverlast optreedt als gevolg van o.a. een gebrekkige hydraulische afvoercapaciteit.

Overnamepunt

Punt waar de overdracht plaatsvindt van het afvalwater uit de riolering aan het transportsysteem van het waterschap.

Persleiding

Een leiding waardoor rioolwater met gebruikmaking van één of meerdere pompen onder overdruk wordt afgevoerd.

Randvoorziening

Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel met als het doel het afvangen van vuil en/of bergen van overtollig afvalwater. Dergelijke voorzieningen worden toegepast ter verbetering van de waterkwaliteit.

Regenwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van afstromend regenwater.

Regenwatersysteem

Zie "RWA-systeem".

Regenwateruitlaat

Voorziening bedoeld voor de directe lozing van regenwater op oppervlaktewater of groene berging.

Regenweerafvoer (rwa)

Afvoer van huishoudelijk afvalwater vermengd met ingezameld hemelwater.

Relinen

Het inbrengen van een verstevigende constructie ter versterking van de buis. Meestal in de vorm van een in te brengen flexibele kous die door hete lucht, of water en/of licht uithardt en de buis duurzaam herstelt.

Retentiebassin

Een ruimte al of niet overdekt, voor het tijdelijk opslaan van overtollig regenwater.

Riolering

Het geheel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater.

Rioleringsbeheer

Zorg voor het goed functioneren van het rioleringssysteem.

Rioolheffing

De belasting die burgers en bedrijfsleven moeten betalen om gebruik te mogen maken van de riolering. De heffing kan uit een aansluitheffing en een afvoerheffing bestaan. De aansluitheffing wordt geheven wegens het hebben van een aansluiting op het gemeentelijk riool. De rioolheffing wordt geheven wegens het afvoeren van rioolwater afkomstig van de gebruiker van een onroerend goed.

Rioleringsbeheerplan RBP

In een rioleringsbeheerplan staat op welke wijze het rioleringssysteem wordt beheerd. Het bevat o.a. onderhoudsstrategieën en een vervangingsplanning riolering.

In een verbreed RBP is het onderhoud en beheer ook uitgewerkt voor hemelwater- en grondwatervoorzieningen.

RIONED

Stichting RIONED is de koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer en riolering in Nederland. In RIONED participeren alle professioneel betrokken partijen: overheden (gemeenten, waterschappen, rijk en provincies), bedrijven (leveranciers, adviesbureaus, inspectiebedrijven en aannemers) en onderwijsinstellingen. De belangrijkste taak van Stichting RIONED is het beschikbaar stellen van kennis aan de vakwereld.

Rioolbeheerder

Openbaar lichaam belast met de zorg voor (het goed functioneren van) de riolering (meestal een gemeente).

Rioolgemaal

Bouwwerk met een inrichting voor het verpompen van afvalwater.

Riooloverstortput

Voorziening die bij hevige of langdurige neerslag in werking treedt en het overtollige regenwater loost op een voorziening of direct op oppervlaktewater.

Rioleringssysteem

Samenstel van riolen en rioolputten voor de inzameling en het transport van afvalwater.

Riothermie

Het terugwinnen en hergebruiken van warmte uit afvalwater.

RWA-systeem

Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van regenwater.

STOWA

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. STOWA ontwikkelt, vergaart en verspreidt kennis die nodig is om de opgaven waar waterbeheerders voor staan, goed uit te voeren.

Stedelijk afvalwater

Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

Van normgericht naar effectgericht

Het beoordelen van maatregelen en te realiseren doelen op basis van te behalen prestaties en de effectiviteit in plaats van gehanteerde normen. Bijvoorbeeld het voorkomen van storingen in drukriolering (resultaat) als beoordelingsgrondslag in plaats van het hanteren van een dubbele pompopstelling (norm).

Verbeterd gemengd rioolstelsel (VGM)

Gemengd rioolstelsel met ter plaatse van één of meerdere lozingspunten een randvoorziening met als doel vuilemissiereductie.

Verbeterd gescheiden rioolstelsel (VGS)

Gescheiden rioolstelsel waarbij een deel van het (meest vervuilde) regenwater wordt verpompt naar de AWZI of alternatieve locatie voor de behandeling van verontreinigd regenwater.

Verhard oppervlak

Het op de riolering aangesloten oppervlak dat tijdens neerslag regenwater afvoert naar het rioleringssysteem.

Visuele inspectie

Het op (in)directe wijze inspecteren van de toestand van een rioleringsobject. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van optische hulpmiddelen zoals spiegels, fotocamera, tv-camera of maninspectie.

Vrijvervalriolering

Rioleringssysteem waarbij het transport van afvalwater plaatsvindt door middel van de zwaartekracht.

Vuilemissie

Het totaal aan vervuilende stoffen afkomstig uit het rioleringssysteem dat (in)direct via riooloverstortputten wordt geloosd op oppervlaktewater.

Vuilwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.

Vuilwatersysteem

Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van stedelijk afvalwater.

Waterketen

De kringloop van water voor menselijk gebruik: oppompen van grond- of oppervlaktewater voor drinkwater, het bereiden en distribueren van drinkwater, de riolering en rioolwaterzuivering en de lozing ervan op oppervlaktewater

Watersysteem

Samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater, inclusief waterbodem, oevers, infrastructuur, planten en dieren

Waarschuwingsmaatstaf

Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek benodigd.

Water-op-straat

Het verschijnsel tijdens hevige of langdurige neerslag dat water uit de riolering op straat komt te staan of dat regenwater niet in de riolering kan stromen als gevolg van een onvoldoende of belemmerde afvoercapaciteit.

Wateroverlast

Het verschijnsel dat "water op straat" overgaat in wateroverlast in de vorm van ernstige hinder (langdurige onbereikbaarheid) of leidt tot waterschade (bijvoorbeeld water in de woning).

Zorgplicht stedelijk afvalwater

De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen.

Zorgplicht hemelwater

De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.

Zorgplicht grondwater

De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

BIJLAGE 2, WETGEVING EN BELEID

De zorg en verantwoordelijkheid voor het (afval)water is in handen van de gemeente, hoogheemraadschap, provincie, Rijkswaterstaat en perceeleigenaren. Iedere partij heeft hierin zijn eigen verplichtingen en bevoegdheden, die zijn vastgelegd in wetgeving of beleid.

De belangrijkste wetten en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit gemeentelijke rioleringsplan zijn de Europese Kaderrichtlijn Water, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Algemene lozingsbesluiten .

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Waterwet, artikel 3.8

Waterschappen en gemeenten dragen zorg voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater.

Om verder invulling te geven aan samenwerking zijn het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven in het Bestuursakkoord Water (BAW, 2011) afspraken voor een doelmatig waterbeheer overeengekomen. De belangrijkste doelstellingen hierbij zijn:

  • -

    Eenduidigheid en verbetering in kwaliteit van de algemene beleidsuitgangspunten gedragen door de deelnemende partijen;

  • -

    Doelmatigheidswinst, doordat meerdere gemeenten samen beschikken over uniform beleid, en een bredere kennis met als doel kwaliteitsverbetering;

  • -

    Personele kwetsbaarheid verminderen;

  • -

    Toekomstige kostenbesparingen door het realiseren van bovenstaande doelstellingen.

Beleidsmatige ontwikkelingen

De laatste jaren hebben zich een aantal beleidsmatige en vakinhoudelijke ontwikkelingen voorgedaan, die van grote betekenis zijn op de toekomstige status van de riolering. Hieronder wordt op een aantal van deze ontwikkelingen nader ingegaan.

Waterbeheer 21ste eeuw

In het kader van Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) moet de omgang met regenwater veranderen op basis van de trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’. Dit beleid is gericht op het zoveel mogelijk terugkeren naar de natuurlijke wijze van afvoeren, zoals die was voor de verstedelijking. Dat betekent niet alleen dat regenwater door afkoppelen zoveel mogelijk uit de riolering moet worden gehaald, maar ook bij voorkeur via de bodem wordt afgevoerd in plaats van door een (regenwater)riool.

Kaderrichtlijn Water

Vanuit Europa dient de Kaderrichtlijn Water (KRW) te worden geïmplementeerd. De uitwerking van de stroomgebiedvisies om aan dit Europese beleid gestalte te geven verkeert in een vergevorderd stadium. De uitwerking vindt integraal plaats met die voor Waterbeheer 21ste eeuw. De schaalgrootte van de waterlichamen die voor de uitwerking in deze fase zijn gekozen, zijn zodanig dat het aandeel van rioollozingen ten opzichte van andere bronnen (landbouw, verkeer, enz.) mee valt. Op dit moment zijn dan ook nauwelijks maatregelen voor de riolering in KRW-verband te verwachten. Als het uitwerkingsniveau echter zou worden verfijnd tot waterlichamen die beter corresponderen met de situatie in het stedelijk gebied, dan kunnen daaruit alsnog aanvullende maatregelen naar voren komen.

Omgang met regenwater

Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij slechts een adviserende rol.

Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico’s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden.

Bestuursakkoord Waterketen (BWK-2007)

Het regeringsstandpunt ten aanzien van de omgang met hemelwater is uitgewerkt in de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is. Het beleid moet leiden tot het grootschalig onttrekken van hemelwater uit de (afval)waterketen. De besluitvorming is overigens in de wet nadrukkelijk toebedeeld aan de gemeenten. Waterschappen hebben daarbij slechts een adviserende rol.

Lokaal hemelwaterbeleid wordt beïnvloed door een complex van factoren. Risico’s en baten moeten zorgvuldig tegenover elkaar worden afgewogen. Dit roept om lokaal maatwerk om faalkansen te vermijden.

In de waterketen gaat per jaar een omzet om van circa € 3 mld., gelijk verdeeld over de drie sectoren drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering. Alleen voor de riolering geldt bovendien dat die omzet zich in de komende tien jaar minstens gaat verdubbelen. De lasten voor deze hoge uitgaven worden direct doorberekend aan de burger. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden om deze lasten zo laag mogelijk te houden door een hoge mate van doelmatigheid te bereiken in de waterketen.

Algemeen wordt verwacht dat de potentie voor meer doelmatigheid in de waterketen vooral in de rioleringssector aanwezig is. Met deze opgave op de achtergrond hebben de ministeries van VROM en V&W, samen met een aantal koepels in 2007 het Bestuursakkoord Waterketen gesloten. De speerpunten die men daarbij nastreeft hebben betrekking op doelmatigheid, samenwerking, transparantie, innovatie en duurzaamheid. De voortgang wil men in 2009 en 2011 monitoren. Zo nodig zullen aanvullende maatregelen getroffen worden om één en ander te bevorderen.

Lange termijnvisie op de waterketen

afbeelding binnen de regeling

Vanuit BWK-verband is een toekomstvisie voor de waterketen in 2050 gepresenteerd, ‘Verbindend Water’ geheten. De ambities richten zich op het realiseren van een hoog duurzaamheidniveau op basis van het principe ‘cradle-to-cradle’ (wieg tot wieg). De nieuwe woningen in 2050 zullen vrijwel CO2-neutraal uitgerust zijn.

Afvalwaterhoeveelheden nemen drastisch af en het regenwater wordt zoveel mogelijk benut of via de bodem afgevoerd. Vanzelfsprekend heeft dit een grote impact op de hedendaagse ondergrondse infrastructuur. Afvalwater wordt vooral lokaal gezuiverd nadat hieruit de nuttige grondstoffen zijn onttrokken. De betekenis van deze toekomstvisie is groot. Immers, de rioolbuizen die morgen de grond ingaan, maken deze toekomstverwachting mee.

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

In 2008 is het NBW-actueel vastgesteld. De betrokken partijen hebben hierin vastgelegd dat de zogenaamde basisinspanning, ondanks het schrappen van de Wvo-lozingsvergunning in de nieuwe Waterwet, onverkort van toepassing blijft. De basisinspanning is evenwel bedoeld als doelvoorschrift, zodat voor alternatieve, doelmatiger maatregelen gekozen mag worden.

Samenwerking in de waterketen

Eén van de mogelijkheden voor gemeenten om tot betere prestaties te komen is samenwerking met andere partijen in een groter verband. Daar zijn vele mogelijkheden voor. Essentieel is dat de samenwerking moet leiden tot bundeling van activiteiten op een grotere schaal. Hiermee zijn niet alleen schaalvoordelen te behalen, maar wordt ook een professionalisering van de rioleringszorg bereikt. De organisatie wordt daarmee veel minder kwetsbaar voor het vertrek van die ene rioleringsmedewerker, terwijl de rioleringsbeheerder zelf meer gelegenheid krijgt om zich binnen een team te ontwikkelen en bekwamen.

Bestuursakkoord Water 2011

Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben concrete afspraken gemaakt over een doelmatiger waterbeheer. Waterveiligheid blijft topprioriteit. In het bestuursakkoord staan afspraken over: De nieuwe aanpak betekent een structurele besparing die oploopt tot € 550 miljoen in 2020. De stijging van lasten voor burgers en bedrijven blijven daardoor beperkt.

Medio mei 2009 is door het Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en VEWIN het Bestuursakkoord Water getekend.

Naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water is overal in Nederland de samenwerking tussen de verschillende partijen geïntensiveerd. Het primaire doel van deze samenwerking is het verhogen van de kwaliteit, het verminderen van de kwetsbaarheid en het verlagen van de verwachte kostenstijging in de waterketen.

Ontwikkelingen in wet- en regelgeving

Zowel in de afgelopen jaren als in de komende tijd zijn of worden een aantal ontwikkelingen in de wet- en regelgeving doorgevoerd, die in meer of mindere mate van belang zijn voor het rioleringsbeheer.

Onderstaande wetten zijn relevant voor het Gemeentelijk Rioleringsplan. Vanaf 1 januari 2019 treedt de Omgevingswet in werking. Een aantal van onderstaande wetten zal in de Omgevingswet in meer of mindere mate worden geïntegreerd, indien van toepassing op de onderstaande wetgeving is dit aangegeven tussen haakjes achter de betreffende wet. Hetzelfde is van toepassing op een aantal besluiten, deze worden opgenomen in het Besluit activiteiten Leefomgeving (BaL) vanaf 1 januari 2019.

Wet milieubeheer (Gedeeltelijk vervangen in Omgevingswet)

De wettelijke planverplichting uit de Wet milieubeheer, art. 4.22 voor het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) blijft van toepassing. De inhoud van het plan moet drie zorgplichten bevatten. Verder heeft de Minister van Verkeer & Waterstaat de bevoegdheid om een prestatievergelijking van de gemeentelijke rioleringstaken verplichten (art. 4.22, vierde lid).

In de wet is ook een voorkeursvolgorde opgenomen over de omgang met afvalwater, die milieuvervuiling door afvalwater moet tegengaan (art. 10.29a). De gemeenteraad kan bij verordening regels en termijnen vastleggen voor de omgang met afvloeiend hemelwater en grondwater op particulier terrein (art. 10.32a). Artikel 10.33 geeft de gemeente de mogelijkheid om het afvalwater, behalve door een openbaar vuilwaterriool (of gemengd riool) naar een zuiveringsinrichting te leiden, ook door andere gelijkwaardige systemen te verwerken. Dat betekent dus dat bijvoorbeeld IBA’s onder de zorgplicht kunnen komen te vallen.

Waterwet (Gedeeltelijk vervangen in Omgevingswet)

De Waterwet integreert negen bestaande wetten, waaronder de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), tot één integrale wet. Ook bij deze wet worden de bestaande vergunningen gebundeld tot één nieuwe vergunning: de watervergunning. Ook de Wvo-lozingsvergunning voor het lozen van afvalstoffen op oppervlaktewater wordt vervangen door algemene regels in het Besluit lozen buiten inrichtingen (in voorbereiding). Op grond van dit besluit moet de gemeente in het GRP een overzicht opnemen, waarop alle overstortvoorzieningen en nooduitlaten voorkomen. In de praktijk zal het erop neerkomen dat het waterschap de gemeente alleen kan aanspreken op grond van geconstateerde waterkwaliteitsproblemen als de riolering daarvan een belangrijke veroorzaker is.

Besluit lozing afvalwater huishoudens (Vervangen door Besluit activiteiten Leefomgeving)

Het besluit lozing afvalwater huishoudens (blah) is per 1 januari 2008 in werking getreden. Het bevat algemene regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. In het verleden was de regelgeving op dit gebied nogal onoverzichtelijk. De algemene regels die voor deze lozingen golden, waren verspreid over drie verschillende besluiten. Daarnaast was voor verschillende lozingen een vergunning of ontheffing van het waterschap of de gemeente vereist. Met het nieuwe besluit zijn alle regels voor afvalwaterlozingen door huishoudens samengebracht in één besluit. Voor de lozingen geldt alleen een meldingsplicht. Er is geen vergunning of ontheffing meer vereist. Wel kan een waterkwaliteitsbeheerder maatwerkvoorschriften opleggen, als het belang van de bescherming van het milieu daartoe noodzaakt.

Activiteitenbesluit (Vervangen door Besluit activiteiten Leefomgeving)

Het Activiteitenbesluit is sinds 1 januari 2008 van kracht. Dit besluit geeft regels voor activiteiten in of vanuit een inrichting. Het Activiteitenbesluit is in het leven geroepen om de administratieve lasten van de burgers te verlichten. Het Activiteitenbesluit gaat uit van de één–loketgedachte. Dit houdt in dat contact opgenomen kan worden met één bevoegd gezag en deze coördineert de melding met andere bevoegde gezagen.

Besluit lozen buiten inrichtingen (Vervangen door Besluit activiteiten Leefomgeving)

Het besluit lozen buiten inrichtingen (blbi) is in 2011 in werking getreden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of een particulier huishouden plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen vinden zowel door bedrijven als overheden plaats. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit, waarin alle lozingsroutes (bodem, oppervlaktewater, rioolstelsels) worden geregeld, gebaseerd op de Wet milieubeheer, Wet bodembescherming en de Waterwet. Dit besluit geeft het bevoegde gezag voor verschillende onderwerpen de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften. (Dit geldt ook voor het blah en Activiteitenbesluit).

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingswet vervangt deze wet)

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zorgt ervoor, dat het aantal vergunningen dat nodig is om te mogen bouwen of aanleggen beperkt wordt tot maar één vergunning: de omgevingsvergunning.

Uitgangspunt voor de wet is de één-loket-gedachte. De gemeente is voor de uitvoering van de wet het bevoegde gezag, maar heeft een afstemmingsplicht met andere instanties, waaronder het hoogheemraadschap. Indirecte lozingen op de riolering vallen ook onder deze wet, zodat de Wvo- vergunning, wat het domein van de waterschappen was, komt te vervallen.

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION)

Per 1 juli 2008 is de Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion), beter bekend als de grondroerdersregeling, in werking getreden. De Wet heeft tot doel het voorkomen van graafincidenten bij kabels en leidingen. De wet regelt primair de informatie-uitwisseling over de ligging van kabels en leidingen tussen netbeheerders en grondroerders. De wet bevat eveneens bepalingen over zorgvuldig graven en zorgvuldig opdrachtgeverschap en het treffen van voorzorgsmaatregelen bij gevaarlijke leidingen.

BIJLAGE 3, TERUGBLIK GEMEENTE HEEMSTEDE

In 2011 heeft de gemeenteraad van de Gemeente Heemstede het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 vastgesteld. In 2015 heeft de gemeenteraad besloten het GRP met een jaar te verlengen, zodat de nieuwe planperiode gelijkgeschakeld kan worden aan de planperiode van gemeente Bloemendaal. In deze bijlage evalueren we het GRP, zodat we hieruit lering kunnen trekken voor de planperiode van het nieuwe GRP.

Bij de terugblik en evaluatie hebben we gebruik gemaakt van de volgende deelvragen:

  • -

    Wat waren de doelen?

  • -

    Welke werkzaamheden zijn verricht?

  • -

    Hoe is (samen)gewerkt?

  • -

    Wat waren de kosten?

  • -

    Was de personele capaciteit voldoende?

  • -

    Hoe hoog was de heffing?

Voornemens in het voorgaande GRP

In het GRP 2011-2015 zijn de algemene doelen van de riolering, bescherming van de volksgezondheid, handhaving van een goede leefomgeving, bescherming van natuur en milieu en de algemene doelen van het oppervlaktewater vertaald naar de volgende vier doelen:

  • 1.

    Een afwaterings- en ontwateringssysteem realiseren en in stand houden, waarmee we – nu en in de toekomst – het overtollige regenwater en grondwater opvangen om wateroverlast te voorkomen;

  • 2.

    Een afvalwatersysteem realiseren en in stand houden, waarmee we – nu en in de toekomst – het stedelijk afvalwater doelmatig inzamelen en afvoeren naar een overnamepunt van waaruit het water wordt getransporteerd naar een afvalwaterzuivering;

  • 3.

    Alle bovengenoemde systemen zo inrichten dat we gezond en veilig oppervlaktewater kunnen realiseren en in stand houden;

  • 4.

    Alle bovengenoemde systemen zo inrichten dat we overlast tijdens het transport van overtollig regenwater, grondwater en afvalwater waar mogelijk voorkomen.

Hierbij geldt de randvoorwaarde dat riolering en het oppervlaktewater doelmatig worden beheerd en goed worden gebruikt.

We liggen op koers

Uit de evaluatie blijkt dat de gemeente Heemstede goed op koers ligt met het uitvoeren van de getemporiseerde plannen. De inversteringen zijn getemporiseerd om met de invoering van de nieuwe financieringsmethodiek de stijging van de rioolheffing voor de burger te beperken. De meeste beheer- en onderzoeksactiviteiten zijn conform plan uitgevoerd. Ook uit de meldingen blijken geen (nieuwe) knelpunten. Zo meldden relatief weinig bewoners (een tiental) de afgelopen planperiode grondwateroverlast. Ook zijn geen klachten ontvangen over nadelige gevolgen van een te lage grondwaterstand.

afbeelding binnen de regeling

Ligplaatsen aan de Esdoornkade (Bron: gemeente Heemstede)

Wat waren de doelen?

In het GRP 2011-2015 zijn onderstaande doelen geformuleerd. De doelen zijn op basis van rapportages en interviews geëvalueerd.

afbeelding binnen de regeling

Welke werkzaamheden zijn verricht?

Onderstaande tabellen bieden een overzicht van geplande activiteiten. Bij elke activiteit staat aangegeven of deze is uitgevoerd, in uitvoering of voorbereiding is, is heroverwogen/vervallen of uitgesteld. In het geval de activiteit niet is uitgevoerd staat de reden daarvan vermeld.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen

De gevolgen voor het milieu van de overstortingen van de riolering op oppervlaktewater zijn beschreven in het basisrioleringsplan van de gemeente. Met de uitvoering van maatregelen en studies, zoals geëvalueerd in de bovenstaande tabel geeft de gemeente invulling aan het beperken en bewaken van de gevolgen voor het milieu tot binnen de huidige kaders van het hoogheemraadschap. Met het inrichten van het meetnet wordt het gedrag van de riolering, en daarmee de gevolgen voor het milieu, in de planperiode gemonitord en geanalyseerd. Deze vergaarde kennis over het werkelijke gedrag van de rioolsystemen wordt in 2021 gebruikt om het huidige basisrioleringsplan te actualiseren en eventueel aanvullende milieumaatregelen te treffen.

Hoe is (samen)gewerkt?

In de planperiode 2011-2016 hebben we gedegen samengewerkt met andere partijen in de waterketen. Het Bestuursakkoord Water geeft een landelijke besparingsdoelstelling in de afvalwaterketen van structureel 380 miljoen euro per 2020. Op basis van de zuiveringskring is gemeente Heemstede ingedeeld in cluster Kennemerland samen met de gemeenten Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Hillegom, Velsen, Zandvoort, het hoogheemraadschap Rijnland en waterleidingbedrijf PWN. In deze samenwerkingsregio zijn doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de afspraken in het BAW aangaande kosten, kwetsbaarheid en kwaliteit.

De afgelopen planperiode is intensief samengewerkt met gemeente Bloemendaal. Samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland is gewerkt aan de ontwikkeling van een strategische samenwerkingsagenda ter vervanging van de waterparagraaf uit het vorige vGRP+. In de samenwerkingsagenda, die onderdeel vormt van het nieuwe GRP, zijn thema’s en projecten opgenomen waaraan de gemeenten en Rijnland gezamenlijk gaan werken.

Was de personele capaciteit voldoende?

In het GRP 2011-2015 was gedurende de planperiode voorzien in de inhuur van 1 fte voor uitvoering van de geplande taken voor riolering, hemelwater en grondwater. Echter, inhuur heeft niet plaatsgevonden. In de planperiode is tijdens de uitvoering van de zorgplichten riolering gebleken dat het beschikbare aantal fte’s onvoldoende is voor de uitvoering van de taken gericht op maatregelen en onderhoud.

Wat waren de kosten?

Onderstaande tabellen tonen de geplande en werkelijke investeringsuitgaven en exploitatiekosten. Onder investeringskosten vallen alle vervangingskosten en aanlegkosten. Onder exploitatiekosten verstaan we alle overige beheer- en onderhoudskosten inclusief de onderzoekskosten.

afbeelding binnen de regeling

Hoe hoog was de rioolheffing?

Onderstaand overzicht van de voorgenomen rioolheffing en de werkelijk doorberekende rioolheffing maakt duidelijk dat het werkelijke verloop van het heffingstarief hoger is uitgevallen dan de begrote tarieven. De oorzaak hiervan is dat in 2012 is besloten over te stappen naar een andere, meer duurzame, financieringsvorm van de zorgplichten. De nieuwe financieringsvorm werkt toe naar het, in 2023, kunnen verlaten van het activeringsmodel en vanaf dat jaar investeringen direct af te kunnen boeken. Door de nieuwe financieringsvorm was een forse stijging van de heffing vanaf 2012 noodzakelijk. Om dit enigszins te compenseren zijn geplande investeringen in de planperiode getemporiseerd om de stijging te drukken.

Daarnaast is de rentetoerekening in het tarief hoger uitgevallen dan begroot. In de opvolgende jaren heeft het heffingstarief zich geleidelijk ontwikkeld tot €202,62 in 2016.

afbeelding binnen de regeling

Aandachtspunten

Uit de evaluatie zijn enkele aandachtspunten voor het GRP naar voren gekomen. Zo is het de afgelopen planperiode lastig gebleken om met de beperkte capaciteit te kunnen voldoen aan de beoogde doelstellingen, taken en werkzaamheden. Uitbreiding van de bezetting is dan ook noodzakelijk om de kerntaken van het rioolbeheer naar behoren uit te kunnen blijven voeren. Betere afstemming tussen middelen en doelstellingen is te bereiken door verhoging van de personele interne capaciteit. Vermindering van de kwetsbaarheid kan, bijvoorbeeld, door een intensieve samenwerking met de gemeente Bloemendaal. Een aantal onderzoeken (waterloket, aansluitverordening, hemel- en grondwaterverordening) zijn uitgesteld in afwachting van ontwikkelingen binnen de regio. Deze onderzoeken dienen in de komende planperiode te worden opgepakt binnen de sub-regio Kennemerland.

Met het oog op klimaatverandering en de toename van extreme buien dienen de komende planperiode bouwstenen te worden ontwikkeld ter bepaling van het beschermingsniveau en benodigde maatregelen. Ook de kennisuitwisseling met de Omgevingsdienst IJmond kan nog worden verbeterd. Door elkaar intensiever te informeren is optimalisatie van beheer- en uitvoeringstaken mogelijk. Om efficiënt te kunnen blijven werken is het van belang om het gegevensbeheer goed op orde te houden.

BIJLAGE 4, HUIDIGE SITUATIE HEEMSTEDE

INLEIDING

Het GRP dient een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater te bevatten en inzicht te geven in de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen. Per zorgplicht zijn de areaalgegevens weergegeven en eventuele knelpunten in het functioneren van het systeem.

AFVALWATER

De inzameling van afvalwater binnen de gemeente Heemstede gebeurt met gemengde riolering, vuilwaterriolering van gescheiden stelsels en met drukriolering. De totale lengte van deze stelsels is circa 110 km. Voor het transport van afvalwater naar de afvalwaterzuiveringsinrichting zijn 9 rioolgemalen aanwezig.

afbeelding binnen de regeling

Afvalwater buitengebied

Binnen de bebouwde kom zijn vrijwel alle lozingen van huishoudelijk afvalwater gerioleerd. Een zeer beperkt aantal percelen loost op basis van maatwerkvoorschriften van het Hoogheemraadschap via een septic tank naar het oppervlaktewater.

De door de provincie verleende ontheffing van de zorgplicht is per 13 september 2014 afgelopen. Formeel moet de gemeente voor deze lozingen een nieuw ontheffingsverzoek indienen. Met de komst van de Omgevingswet komt de bevoegdheid van de provincie te vervallen en dient de gemeente samen met het waterschap een doelmatige afweging te maken.

HEMELWATER

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5 - leeftijdsopbouw vuilwater en gemengde riolering (peiljaar 2016)

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 - leeftijdsopbouw hemelwater riolering (peiljaar 2016)

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 - leeftijdsopbouw drainage (peiljaar 2016)

BIJLAGE 5, KOSTENDEKKINGSPLAN GEMEENTE HEEMSTEDE

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 6, OVERZICHTSTEKENINGEN GEMEENTE HEEMSTEDE

Tekening afvalwaterstelsel (los toegevoegd)

Tekening hemelwaterstelsel (los toegevoegd)

Tekening drainage- en hemelwaterstelsel (los toegevoegd)