Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsregeling gemeente Heemstede 2010

Geldend van 09-12-2010 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2010

Intitulé

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE HEEMSTEDE 2010

I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.

ambtenaar:

de ambtenaar in de zin van de CAR en in dienst van de gemeente Heemstede;

b.

salaris:

het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR;

c.

uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR;

d.

schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR, opgenomen in bijlage IIa van de CAR-UWO;

1. salarisschaal: de schaal (of schalen) zoals hierboven omschreven volgens welke de ambtenaar bezoldigd wordt;

2. functie-schaal: de schaal (of schalen) zoals hierboven omschreven volgens welke de functie(s), conform de conversietabel uit de gekozen functiewaarderingssystematiek, ingedeeld wordt;

3. aanloopschaal: één of meerdere schalen lager dan de functie-schaal zoals hierboven omschreven;

e.

maximum-salaris:

het hoogste bedrag van de salarisschaal;

f.

bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR;

g.

betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR;

h.

conversie:

de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

i.

volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR;

j.

overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR;

k.

beschikbaarheidsdiensten:

wacht-, consignatie- en piketdiensten, die buiten de voor de ambtenaar vastgestelde werktijden worden verricht;

l.

CAR:

Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

m.

UWO:

Uitwerkingsovereenkomst;

n.

(organieke) functie:

het geheel van werkzaamheden dat uit de doel- en taakstelling van de organisatie is af te leiden en dat door één of meerdere medewerkers is te verrichten;

o.

stagiair:

een scholier of student, niet zijnde een ambtenaar in dienst van de gemeente Heemstede, die vanwege een opleiding, studie, reïntegratie of outplacement stage loopt om:

- kennis te maken en/of praktische ervaring op te doen met gemeentelijke werkzaamheden, en/of;

- (onderzoeks)opdrachten te verrichten met een relevante onderwijsleerfunctie.

II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat.

    Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar van toepassing zijnde salarisschaal of salarisschalen, tenzij de wijze van functioneren van betrokkene zich daartegen nog verzet.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 3. De uitkomst van de functiewaardering geeft geen automatisch recht op bezoldiging volgens het vastgestelde niveau. Dit vereist een besluit van burgemeester en wethouders. Dit besluit zal slechts in uitzonderlijke gevallen afwijken van de uitkomst van de functiewaardering.

  • 4. Indien de ambtenaar aangesteld is in meer dan één organieke functie, vindt voor elke organieke functie een separate inschaling plaats conform lid 1.

  • 5. De bezoldiging van de ambtenaar die hoofdzakelijk is aangesteld ten behoeve van een wetenschappelijke of praktische opleiding of vorming conform artikel 1:2:1 lid 3 van de CAR-UWO, wordt in afwijking van het eerste lid van dit artikel bezoldigd conform de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) en volgens de leeftijd van de ambtenaar.

Artikel 6 Aanloopschaal

  • 1. De ambtenaar die een functie voor het eerst gaat vervullen, wordt in een aanloopschaal geplaatst wanneer redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat de ambtenaar de functie met al zijn taken en verantwoordelijkheden in voldoende mate kan vervullen.

  • 2. Per de datum dat de ambtenaar de functie in zijn volle omvang in voldoende mate uitoefent, wordt hij in de functie-schaal geplaatst.

  • 3. Het streven is de ambtenaar bij voldoende functioneren één jaar na benoeming in de functie te bevorderen en uiterlijk binnen twee jaar.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de plaatsing in de aanloopschaal.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem van toepassing zijnde salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Artikel 8 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, zoals vastgesteld aan de hand van het geldende beoordelingssysteem, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. De salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid van dit artikel achterwege is gelaten, kan op een later moment al dan niet met terugwerkende kracht alsnog worden toegekend.

  • 3. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 4. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 9 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 10 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking, mits deze niet uitgaat boven het maximumsalaris.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 11 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan een ambtenaar kan door burgemeester en wethouders een arbeidsmarkttoelage voor bepaalde of onbepaalde tijd worden toegekend om redenen van werving.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde toelage kan ten hoogste het verschil bedragen tussen de maxima van de functie-salarisschaal en de naasthogere salarisschaal.

  • 3. Een krachtens het eerste lid van dit artikel toegekende toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop deze werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

  • 4. De ondernemingsraad ontvangt per kalenderjaar een opgave van het aantal toegekende arbeidsmarkttoelages en de redenen voor de toekenning.

Artikel 12 Persoonlijke toelage

  • 1. Aan de ambtenaar die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere persoonlijke kwaliteiten bezit, welke voor de vervulling van zijn/haar betrekking van belang zijn, kan een persoonlijke toelage voor bepaalde of onbepaalde tijd worden verleend.

  • 2. Een persoonlijke toelage kan worden ingetrokken, indien de redenen op grond waarvan de toelage is toegekend, niet meer aanwezig zijn.

  • 3. Een persoonlijke toelage, als genoemd in het eerste lid, kan niet meer bedragen dan 20% van het salaris.

  • 4. De ondernemingsraad ontvangt per kalenderjaar een opgave van het aantal toegekende persoonlijke toelages en de redenen voor de toekenning.

Artikel 13 Gratificatie

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kunnen burgemeester en wethouders aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO toekennen.

Artikel 14 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13 van deze regeling.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 15 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van het maximumsalaris van schaal 11 wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR-UWO. Voor de overige salarisschalen worden de overwerkuren uitsluitend in tijd gecompenseerd.

Artikel 16

  • 1. De ambtenaar die verzocht wordt te werken op verplicht door het college aangewezen vrije dagen komt in aanmerking voor een uitbetaling van de gewerkte uren (exclusief overwerktoeslag) of ontvangt zoveel extra verlofuren als op deze dag is gewerkt, indien de uren samenvallen met het normale werkrooster van de ambtenaar.

  • 2. De ambtenaar die conform artikel 15 in aanmerking komt voor een overwerkvergoeding, en verzocht wordt te werken op verplicht door het college aangewezen vrije dagen komt in aanmerking voor een overwerktoeslag voor deze gewerkte uren conform artikel 3:2 van de CAR indien de uren niet samenvallen met het normale werkrooster van de ambtenaar.

Artikel 17 Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van het maximumsalaris van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de CAR, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR.

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar van toepassing zijnde salaris per uur en wel:

    • a.

      maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur: 20%;

    • b.

      maandag tot en met vrijdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur en op zaterdagen: 40%;

    • c.

      op zondagen en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR-UWO: 65%; van het salaris per uur, dat wordt gesteld op 1/156 van het salaris per maand met dien verstande, dat de genoemde percentages ten hoogste worden berekend over een bedrag gelijk aan 1/156 deel van het salaris, behorende bij salarisnummer 11 van salarisschaal 6, bijlage IIa.

  • 3. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

    Artikel 17 lid 2 in tabelvorm:

    Tijden

    Ma t/m vrij

    Za

    Zo

    Opmerking:

    0.00

    6.00 uur

    40%

    Gebaseerd op uursalaris, maximaal schaal 6, nummer 11 en uitgezonderd schaal 12 en hoger.

    6.00

    8.00 uur

    20%

    8.00

    18.00 uur

    -

    40%

    65%

    18.00

    22.00 uur

    20%

    22.00

    24.00 uur

    40%

Artikel 18 Inconveniëntentoelage

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke hij per kalenderjaar die arbeid heeft verricht, een toelage toegekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt worden en in welke mate.

Artikel 19 Beschikbaarheidsdiensten

  • 1. Aan de ambtenaar aan wiens betrekking is verbonden dat hij zich gedurende daarvoor vastgestelde uren buiten de voor die betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking dient te houden voor de dienst, wordt een vergoeding voor beschikbaarheidsdiensten toegekend krachtens een daarvoor door burgemeester en wethouders getroffen regeling.

  • 2. Voor de ambtenaar die in het kader van de regionale rampenbestrijding werkzaam is stellen burgemeesters en wethouders een vergoeding vast voor piketdiensten.

  • 3. Op verzoek van de medewerker kan het opgebouwde verlof vanwege piketdiensten voor de regionale rampenbestrijding worden uitbetaald.

Artikel 20 Eigen vervoermiddelen

De vergoeding voor het gebruik van eigen vervoermiddelen in dienst van de gemeente wordt door burgemeester en wethouders geregeld.

Artikel 21 Dienstwoning

Wegens het bewonen van een dienstwoning wordt op de bezoldiging van de ambtenaar die deze dienstwoning vanwege zijn functie bewoont een korting toegepast van 12% van het bruto salaris.

Artikel 22 Stagevergoeding

Een stagiair kan in aanmerking komen voor een maandelijkse stagevergoeding indien naar het oordeel van het afdelingshoofd dit passend is gezien de aard en duur van de stage.

  • a.

    De hoogte van een stagevergoeding bedraagt:

    • -

      € 200,- bruto per maand voor een stagiair van een mbo-opleiding en 2e jaars hbo-opleiding bij een 36-urige stageweek.

    • -

      € 300,- bruto per maand voor een stagiair van een hbo-opleiding 3e of 4e opleidingsjaar bij een 36-urige stageweek.

    • -

      € 400,- bruto per maand voor een stagiair van een wetenschappelijke opleiding bij een 36-urige stageweek.

  • b.

    Als de stagiair geen volledige week stage loopt, wordt de hoogte van de vergoeding bepaald naar evenredigheid van het aantal uren.

V Overige bepalingen

Artikel 23 Dienstkleding

Burgemeester en wethouders stellen een regeling vast op grond waarvan aan bepaalde ambtenaren of groepen van ambtenaren dienstkleding kan worden verstrekt.

Artikel 24 Algemene salariswijzigingen

Indien op sectoraal niveau voor ambtenaren in salarissen een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum waarop de wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren

Artikel 25 Garantietoelage ambtenaar

  • 1. De ambtenaar die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling in het genot is van een garantietoelage, behoudt aanspraak op deze toelage.

  • 2. De ambtenaar wiens functie aan de hand van functiewaardering in een salarisschaal is ingedeeld waaraan een lager maximumsalaris is verbonden dan aan de salarisschaal waarin zijn functie vóór die datum was ingedeeld, geniet een garantietoelage als ware de voorheen geldende salarisschaal van toepassing.

  • 3. Bij de indeling in een salarisschaal waaraan een hoger maximumsalaris is verbonden, wordt de garantietoelage geïncorporeerd in het salaris.

  • 4. Ingeval incorporatie, op basis van lid 3 van dit artikel, slechts gedeeltelijk kan plaatsvinden, wordt voor het resterende deel een garantietoelage toegekend.

  • 5. De ambtenaar die vanwege een organisatiewijziging in het kader van het Sociaal Statuut wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.

  • 6. Afspraken in het Sociaal Statuut of een Sociaal Plan hebben voorrang boven het gestelde in lid 5 van dit artikel.

Artikel 26 Afbouwtoelage

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen aan de ambtenaar bij beëindiging van een toelage als bedoeld in de artikelen 11 en 12 een afbouwtoelage toe.

  • 2. De afbouw verloopt gedurende een periode die overeenkomt met de periode dat de toelage is toegekend en tot een maximum van drie jaar.

  • 3. De afbouwperiode wordt bij een periode van drie jaar opgedeeld in drie gelijke delen, waarbij respectievelijk de doorbetalingspercentages gelden: 75%, 50% en 25%. Bij een afbouwperiode van twee jaar wordt de periode opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij respectievelijk de doorbetalingspercentages gelden: 66% en 33%. Bij een afbouwperiode van één jaar wordt de periode opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij respectievelijk de doorbetalingspercentages gelden: 50% en 25%.

  • 4. De afbouwperiode wordt berekend in hele kalenderjaren waarbij de afronding van maanden naar jaren naar boven plaatsvindt.

  • 5. Afspraken in het Sociaal Statuut of een Sociaal Plan hebben voorrang boven het gestelde in lid 4 van dit artikel.

Artikel 27 Overgangsmaatregel

Voor de ambtenaar die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling in het genot is van een arbeidsmarkttoelage of een persoonlijke toelage zijn artikel 11, lid 3 en artikel 12, lid 4 niet van toepassing.

Artikel 28 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 29 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2010 en kan worden aangehaald als de ‘Bezoldigingsregeling gemeente Heemstede 2010’.

Ondertekening

Vastgesteld namens besluit van burgemeester en wethouders door de directeur/gemeentesecretaris op 1 november 2010.