Regeling vervallen per 30-04-2013

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2009

Geldend van 20-05-2009 t/m 29-04-2013

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2009

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 24 maart 2009;

gelet op artikel 35, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

I. In te trekken de verordening regelende het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde vastgesteld op 28 januari 2002.

II. Vast te stellen de Verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heerde.

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen.

Artikel 1 Algemeen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    "begraafplaats": de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen aan:

    • 1

      de Kamperweg/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie k, nr. 5771;

    • 2

      de Meester Nijhoffstraat/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie K, nr. 5782;

    • 3

      de Elburgerweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie I, nr. 426 (begraafplaats "Engelmanskamp");

    • 4

      de Kwartelweg/Grote weg te Wapenveld, op het perceel kadastraal bekende gemeente Heerde, sectie C, nr. 5275.

  • b

    eigen graf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3

      het doen verstrooien van as;

  • c

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken namens de gemeente;

  • d

    een kindergraf: een algemeen of eigen graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar,

  • e

    eigen urnengraf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f

    eigen urnennis: een element in een colombarium, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus met of zonder urn;

  • g

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j

    verstrooiveld: een permanent daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k

    grafbedekking: gedenkteken, grafomranding en grafbeplanting op een graf;

  • l

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • m

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Bestemming.

De begraafplaatsen zijn bestemd voor:

  • 1.

    Het begraven van lijken van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking der gemeente Heerde, alsmede lijken van hun echtgenoot of levenspartner.

  • 2.

    Het bijzetten van bussen, bevattende de as van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking der gemeente Heerde, alsmede as van hun echtgenoot of levenspartner.

  • 3.

    Het verstrooien van as van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde, alsmede de as van hun echtgenote of levenspartner, met dien verstande dat dit slechts geldt voor de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen begraafplaats.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen toestaan, dat ook lijken en asbussen van andere dan de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde personen op de begraafplaats worden begraven, respectievelijk worden bijgezet.

Hoofdstuk II. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats.

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen.

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Deze tijden zijn openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen.

  • 1

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • A

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • B

      sneller dan 10 km per uur;

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a. van het tweede lid.

  • 4

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Herdenkingen/onthullingen.

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgraven en ruimen.

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dat degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk III. Voorschriften voor lijkbezorging.

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging.

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

Artikel 8 Openen van graven en het bijzetten van asbussen.

  • 1

    Alleen van gemeentewege geschiedt, tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de begraafplaats verschuldigde bedrag, :

    • A

      het openen van graven en grafkelders;

    • B

      het verwijderen en het weer aanbrengen van grafbedekking op graven, in verband met begrafenissen;

    • C

      het bijzetten in en het verwijderen van asbussen uit graven;

    • D

      Het opgraven van lijken en het verwijderen van asbussen uit graven, met het doel deze in respectievelijk op een ander graf op de begraafplaats te herbegraven respectievelijk opnieuw bij te zetten.

  • 2

    Het graven van grafruimten vindt, behoudens het bepaalde in het volgende lid, uitsluitend plaats door de beheerder en personeel van de begraafplaats.

  • 3

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van het voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als een werkdag. Zij dienen de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 9 Gebruik geluid-muziekinstallatie.

  • 1.

    Het gebruik van een geluidsmuziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de installatie gebruik zal worden gemaakt, worden gemeld bij de beheerder.

  • 2.

    Bij het gebruikmaken van de installatie als in het eerste lid bedoeld, dienen de aanwijzingen van de beheerder te worden opgevolgd.

Artikel 10 Over te leggen stukken.

  • 1.

    Begraven mag alleen plaatsvinden als van tevoren het verlof tot begraven aan de beheerder is overhandigd.

  • 2.

    Als het begraven of het bezorgen van as in een eigen graf zal plaatsvinden, wordt een machtiging daartoe aan de beheerder overhandigd ondertekend door de rechthebbende of, als deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    De beheerder onderzoekt de juistheid van de overhandigde stukken.

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders regelen de tijd van begraven en het bezorgen van as op de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de door hen vastgestelde tijden afwijken.

Hoofdstuk IV. Indeling en uitgifte der graven.

Artikel 12 Indeling begraafplaatsen.

  • 1

    Elke begraafplaats wordt verdeeld in vakken. De vakken worden verdeeld in afdelingen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen eigen graven, eigen kindergraven en algemene graven en, voor zover van toepassing op de begraafplaats, eigen urnengraven, algemene urnengraven en eigen urnennissen. Elk vak wordt in genummerde graven c.q. nissen verdeeld.

  • 2

    Bij nader vast te stellen regels bepalen burgemeester en wethouders de afmetingen van graven.

  • 3

    Van elke begraafplaats wordt door burgemeester en wethouders een plattegrondtekening aangelegd en bijgehouden waarop tenminste staat:

    • A

      de indeling van elke begraafplaats;

    • B

      de graven met grafnummers en nissen met nummer;

    • C

      de gebouwen, wegen en paden.

Artikel 13 Aantal overledenen/asbussen per graf.

  • 1.

    Bij nader vast te stellen regels bepalen burgemeester en wethouders het aantal lijken die in eigen en in algemene graven kunnen worden begraven en het aantal asbussen, met of zonder urnen, die hierin kunnen worden bijgezet.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1.

Artikel 14 Uitgifte van graven en asbezorging/volgorde van uitgifte.

  • 1.

    Op de begraafplaatsen genoemd in artikel 1, onder a, kunnen worden uitgegeven: eigen graven. Op de begraafplaats genoemd in artikel 1, onder a 3 kunnen ook eigen urnengraven worden uitgegeven. Op de begraafplaatsen genoemd in artikel 1 onder a 3 en 4 kunnen ook eigen urnennissen worden uitgegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders regelen de volgorde van de uitgifte van graven en nissen. De eigen graven en nissen worden alleen voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een eigen graf of nis toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, als dit gelet op de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Termijnen eigen graven.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dit toelaat en met inachtneming van het in het tweede lid bepaalde, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, het recht op een eigen graf voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde recht wordt verleend tegen betaling van het daarvoor in de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de begraafplaatsen verschuldigde bedrag.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, wordt aan één rechthebbende verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is alleen mogelijk als daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 16 Grafkelders.

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten.

  • 1.

    Het recht op een eigen graf of nis kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende op naam van een ander dan de vorengenoemde personen is alleen mogelijk als daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf of nis worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. De aanvraag hiertoe moet worden gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is alleen mogelijk als daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Als na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, vervalt het recht op het eigen graf of nis zonder dat de gemeente tot enige vergoeding gehouden is.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf of nis alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven.

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf of nis. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk V. Grafbedekkingen.

Artikel 19 Vergunning grafbedekking.

  • 1

    Voor het hebben van een grafbedekking, waaronder in elk geval gedenktekenen worden begrepen, is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent:

    • -

      de wijze waarop de vergunning wordt aangevraagd;

    • -

      de afmetingen, het uiterlijk aanzien, de duurzaamheid, de deugdelijkheid van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen daarvan.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren als:

    • a

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20 Grafbeplanting.

Niet blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen blijven gedurende twaalf weken beschikbaar voor de rechthebbende als deze daartoe van tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 21 Tijdelijk wegnemen van grafbedekking.

  • 1.

    De rechthebbenden op een eigen graf zijn verplicht toe te staan, dat de daarop zich bevindende gedenktekenen dan wel voorwerpen tot het daarin plaatsen van asbussen worden weggenomen of verplaatst voor zolang dit ter begraving van lijken respectievelijk bijzetting van asbussen in de nabijheid van een graf of om andere redenen, noodzakelijk is.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen bomen en andere gewassen, die naar hun oordeel hinderlijk zijn voor de omgeving, verwijderen.

Artikel 22 Onderhoud.

  • 1.

    Het onderhoud van de graven en de grafbedekking geschiedt door de gemeente tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor volgens de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de begraafplaats verschuldigde bedrag. Na het sluiten van de begraafplaats is de gemeente niet gehouden dit onderhoud voort te zetten.

  • 2.

    Onder onderhoud wordt verstaan het schoonhouden van de grafbedekking voor zover hiervoor vergunning is verleend en het in ordelijke staat en onkruid vrij houden van het graf, voor zover hierdoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders het karakter van de begraafplaats niet wordt aangetast.

  • 3.

    Onder onderhoud van de grafbedekking wordt niet het herstel of de vernieuwing daarvan begrepen en ook niet het schoonhouden van daarop geplaatste losse voorwerpen.

  • 4.

    Bij nalatigheid ten aanzien van de noodzakelijke vernieuwing of herstelling dan wel bij nalatigheid in de betaling van het verschuldigde onderhoudsrecht kan, na aanschrijving door burgemeester en wethouders, de grafbedekking door de gemeente worden weggenomen.

  • 5.

    Als het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag binnen twee jaar na de vervaldag niet invorderbaar blijkt vervalt het uitsluitend recht genoemd in artikel 10, tweede lid, voor het desbetreffende graf tenzij de rechthebbende zijn bewijs van onvermogen kan tonen, afgegeven door de burgemeester van zijn woonplaats.

  • 6.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt de geldigheidsduur van het in het vorige lid bedoelde bewijs van onvermogen beperkt tot het kalenderjaar, waarin het is afgegeven.

Hoofdstuk VI. Bijzondere bepalingen.

Artikel 23 Lijst historische graven en bijzondere grafbedekking.

Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

Artikel 24 Inrichting register.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen.

Artikel 25 Overgangsbepaling.

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 26 Strafbepaling.

Hij die handelt in strijd met de verbodsartikelen in deze verordening genoemd, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste de tweede categorie en/of openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 27 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum waarop deze verordening bekend wordt gemaakt.

Artikel 28 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2009.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 6 mei 2009

griffier, voorzitter,

Raadsvoorstel behorende bij beheersverordening begraafplaatsen 2009.pdf

Toelichting behorende bij beheersverordening begraafplaatsen 2009.pdf