Regeling vervallen per 05-12-2017

Reïntegratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Heerde

Geldend van 01-01-2015 t/m 04-12-2017

Intitulé

Reïntegratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Heerde

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014;

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;

overwegende dat het college ondersteunt bij arbeidsinschakeling aan de doelgroep en, indien het college daarbij het aanbieden van een voorziening noodzakelijk acht, deze voorziening bepaalt en aanbiedt;

besluit:

vast te stellen de “Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Heerde”.

Kenmerk:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt vestaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerde

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Heerde

    • d.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet.

Artikel 2. Beleid en financién

  • 1.

    Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en

  • b.

    de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

    Hoofdstuk 3. Voorzieningen

Artikel 3. Beëindigen van voorzieningen

  • 1.

    Het college kan een voorziening beëindigen als:

  • a.

    de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;

  • b.

    de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

  • c.

    de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet;

  • d.

    naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

  • e.

    de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;

  • f.

    de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;

  • g.

    de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden zoals vastgesteld door het college

Artikel 4. Proefplaatsing

  • 1.

    Het college kan een persoon, die behoort tot de doelgroep een proefplek gericht op arbeidsinschakeling aanbieden voor zover dit gezien zijn afstand tot de arbeidsmarkt passend is.

  • 2.

    Het doel van een proefplek is het beoordelen of een persoon voldoende competenties heeft voor een beoogde arbeidsplaats.

  • 3.

    Het college plaatst de persoon uitsluitend als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 4.

    Er wordt een schriftelijke overeenkomst opgesteld met de beoogde werkgever en de persoon die op de proefplek wordt geplaatst.

  • 5.

    Het college vergewist zich ervan voor de plaatsing dat de aansprakelijkheids- en ongevallenrisico’s ten behoeve van de persoon zijn afgedekt.

Artikel 5. Indienstnemingssubsidie

  • 1.

    Het college kan indienstnemingssubsidie verstrekken aan werkgevers die met een persoon, die behoort tot de doelgroep een arbeidsovereenkomst sluiten voor zover dit gezien zijn afstand tot de arbeidsmarkt passend is.

  • 2.

    De subsidie wordt uitsluitend verstrekt als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en geen verdringing plaatsvindt;

    De subsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere gemeentelijke regeling aanspraak maakt op subsidie in verband met de indiensttreding van de werknemer.

Artikel 6. No-risk polis

  • 1.

    Een werkgever kan in aanmerking komen voor een no-riskpolis als:

    • a.

      de werkgever voor ten minste de duur van 6 maanden een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer;

    • b.

      de werknemer voorafgaande aan de aanvang van de arbeid behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de werknemer een structurele functionele of andere beperking heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt;

    • d.

      artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is, en

    • e.

      de werknemer zijn woonplaats heeft binnen de gemeente.

  • 2.

    De no-riskpolis vergoedt:

    • a.

      Het loon van de werknemer tot 120 procent van het miniumloon, en

    • b.

      15 procent boven de dekking voor extra werkgeverslasten.

  • 3.

    Om de werkgever een no-riskpolis te kunnen verstrekken, sluit de gemeente een verzekering af met een verzekeraar en treedt op als verzekeringnemer. De begunstigde is de werkgever.

  • 4.

    Het college verstrekt de no-riskpolis tot en met 24 maanden na indiensttreding van de werknemer bij de werkgever.

Artikel 7. Detacheringsbaan

  • 1.

    Het college kan zorgen voor toeleiding van een persoon die behoort tot de doelgroep naar een dienstverband met een werkgever, waaronder een detacheerder.

  • 2.

    De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende organisatie. Een werknemer wordt uitsluitend geplaatst als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

Artikel 8. Participatievoorziening beschut werk

Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.

  • 1.

    Het college kan uit de personen uit de doelgroep een voorselectie maken en wint bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 2.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

  • 3.

    Het college bepaalt de omvang van de participatievoorziening beschut werk. In verband hiermee overlegt het college met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.

Artikel 9. Participatieplaats

  • 1.

    Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten voor zover dit gezien zijn afstand tot de arbeidsmarkt passend is.

  • 2.

    Er wordt een schriftelijke overeenkomst opgesteld met de werkgever die de participatieplaats aanbiedt en de persoon die de onbeloonde additionele werkzaamheden gaat verrichten.

  • 3.

    Het college vergewist zich ervan voor de plaatsing dat de aansprakelijkheids- en ongevallenrisico’s ten behoeve van de persoon zijn afgedekt.

  • 4.

    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 300,- per 6 maanden als voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

Artikel 10. Werkstage

  • 1.

    Het college kan een persoon een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze:

    • a.

      behoort tot de doelgroep, en

    • b.

      nog niet actief is geweest op de arbeidsmarkt of een afstand tot de arbeidsmarkt heeft door langdurige werkloosheid.

  • 2.

    Het doel van een werkstage is het opdoen van werkervaring of het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    Het college plaatst de persoon uitsluitend als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 4.

    Er wordt een schriftelijke overeenkomst opgesteld met de werkgever die de werkstage aanbiedt en de persoon die de werkstage gaat verrichten.

  • 5.

    Het college vergewist zich ervan voor de plaatsing dat de aansprakelijkheids- en ongevallenrisico’s ten behoeve van de persoon zijn afgedekt.

Artikel 11. Ondersteuning leer-werktraject

Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:

  • a.

    van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of

  • b.

    van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.

Artikel 12. Scholing

Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep scholing aanbieden.

  • 1.

    Scholing voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

  • a.

    de persoon moet de mogelijkheden en capaciteiten hebben om de scholing binnen de gestelde termijn met goed gevolg af te kunnen ronden, en

  • b.

    de scholing vergroot de kansen op de arbeidsmarkt

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de wet.

Artikel 13. Sociale activering

  • 1.

    Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.

Artikel 14. Persoonlijke ondersteuning

Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.

Artikel 15. Verwervingskosten

Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep een bijdrage verstrekken in de directe en voorwaardenscheppende kosten die gemaakt moeten worden in het kader van het re-integratietraject.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel, intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als: “Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Heerde”.

  • 2.

    Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2012, behoudt deze voorziening voor de duur als vóór 1 januari 2015 is overeengekomen, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2012.

  • 3.

    De “Reintegratieverordening WWB, Ioaz en Ioaw gemeente Heerde 2012” wordt per dezelfde datum ingetrokken.

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 15 december 2014

    griffier, voorzitter,

Algemene toelichting behorende bij Reïntegratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Heerde.pdf