Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Heerde 2018

Geldend van 01-03-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Heerde 2018

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 19 december 2017;

overwegende, dat het noodzakelijk is een nieuwe regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente, de schoolbesturen en externe organisaties over het lokaal onderwijsbeleid;

gezien het gevoerde overleg met de deelnemers aan het LEA-overleg;

gezien het advies van de commissie Samenleving d.d. 15 januari 2018;

gelet op artikel 102, vijfde lid en artikel 167a, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs en artikel 118a, eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Heerde 2018.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs, voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    overleg: het overlegorgaan tussen het college en het schoolbestuur of door het schoolbestuur aangewezen vertegenwoordigers over het lokaal onderwijsbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:

  • 1.

    overleg dat betrekking heeft op de voorzieningen huisvesting onderwijs als bedoeld in artikel 102, vijfde lid van de Wet op het primair onderwijs en artikel 76m, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • 2.

    overleg over het vaststellen of wijzigen van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 72, lid 2, onder aa van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • 3.

    overleg over gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in wettelijk voorgeschreven overleg en overleg dat niet wettelijk is voorgeschreven.

  • c.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    het college: het college van Heerde.

    HOOFDSTUK 2 OVERLEG

    Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2. Functie overlegorgaan

  • 1.

    Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin het college met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3, overleg voert over de voorbereiding en uitvoering van de lokale educatieve agenda.

  • 2.

    In het overlegorgaan komen aan de orde:

  • a.

    de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in artikel 102, vijfde lid van de Wet op het primair onderwijs en artikel 76m, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • b.

    overleg over het vaststellen of wijzigen van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 72, lid 2, onder aa van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • c.

    overleg over gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in wettelijk voorgeschreven overleg en overleg dat niet wettelijk is voorgeschreven.

  • 3.

    Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder c, is artikel 8 niet van toepassing.

  • 4.

    Het overleg over het onderwerp genoemd in lid 2, onder b, vindt in afwijking van het gestelde onder lid 1, plaats met de vertegenwoordigers van het schoolbestuur van het voortgezet onderwijs.

Artikel 3. Samenstelling overlegorgaan

  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een schoolbestuur wijst daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voeren.

  • 2.

    Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Ze wijzen daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt het college in het overlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.

  • 4.

    Bij het genoemde in de leden 1 en 2 wordt aangetekend dat slechts één persoon per schoolbestuur, bij een mogelijke stemming in het overlegorgaan, een stem kan uitbrengen.

  • 5.

    Heeft het overleg betrekking op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, dan kunnen vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties aan het overleg deelnemen.

Artikel 4. Derden

  • 1.

    Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of twee vertegenwoordigers van schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan het overleg.

    Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg

Artikel 5. Uitnodiging

  • 1.

    Het college zendt de voorgenomen inhoud van een voorstel met een daarbij behorende toelichting aan het overlegorgaan voordat het college:

  • a.

    de gemeenteraad een voorstel aanbiedt over een onderwerp waar de gemeenteraad het besluitvormende orgaan is en waarop het overeenstemming gericht overleg van toepassing is;

  • b.

    een besluit neemt over een onderwerp dat betrekking heeft op het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    Bij het voorstel wordt eveneens meegezonden de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, van deze Verordening.

  • 3.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

  • 4.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan het college. Het college stelt de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6. Secretariaat

Het college voert het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 7. Voorbereiding

  • 1.

    Het college kan een voorbereidend overleg instellen dat voorafgaat aan het overleg tussen:

  • a.

    vertegenwoordigers van de schoolbesturen en het college en

  • b.

    vertegenwoordigers van andere organisaties voor zover het overleg niet alleen betrekking heeft op de in artikel 2, tweede lid onder a en b genoemde onderwerpen.

  • 2.

    Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen die op welk tijdstip in het overleg aan de orde kunnen komen. Daarbij wordt per onderwerp vermeld:

  • a.

    of al dan niet overeenstemming is bereikt en

  • b.

    of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a, b of c.

  • 3.

    Het overlegorgaan kan werkgroepen instellen, die een onderwerp voorbereiden om te bespreken in het overleg.

    Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg

Artikel 8. Advies Onderwijsraad

  • 1.

    Indien één of meer schoolbesturen of het college een advies van de Onderwijsraad wenst over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Het college is belast met de indiening van een verzoek om advies. Het college doet dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeert het college tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad het college uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    Het college/de gemeenteraad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Het college zendt zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies van de Onderwijsraad toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen het college of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is ontvangen. Het college informeert de gemeenteraad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 9. Verslaglegging; informeren raad

  • 1.

    Het college maakt een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

  • a.

    of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a, b of c van toepassing is;

  • b.

    of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

  • c.

    de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en -indien van toepassing- de zienswijzen als bedoeld in artikel 8, eerste lid;

  • d.

    de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel. Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3.

    Het college zendt het conceptverslag binnen vier weken na de datum van het overleg naar de schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3. In afwijking hiervan kan het college spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3. Binnen tien dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3, die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar.

  • 4.

    Het college verwerkt de door de schoolbesturen of, indien het overleg betrekking heeft op de onderwerpen genoemd onder artikel 2, lid 2, onder c, de vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties genoemd in artikel 3, gegeven reacties in het conceptverslag en neemt een besluit over datgene dat in het betreffende overleg is besproken hierbij rekening houdend met de door de schoolbesturen uitgebrachte reacties.

  • 5.

    Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het overlegorgaan vastgesteld.

  • 6.

    Het college brengt het verslag, voor zover het verslag betrekking heeft op het vaststellen of wijzigen van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heerde gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voor zover het college afwijkt van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geeft zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 10. Heropening overleg

  • 1.

    Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens het college geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg als bedoeld in artikel 5 plaatsvinden. Het college beslist daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2.

    Indien het college het overleg heropent, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Het college informeert de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 9. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

    HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Beslissing het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 12. Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Heerde 2018".

  • 2.

    Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Heerde, in werking met ingang van 1 maart 2018.

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 29 januari 2018.

    griffier, voorzitter,

Raadsvoorstel verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Heerde 2018.pdf