Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsplan gladheidsbestrijding

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsplan gladheidsbestrijding

Inleiding

De gemeente Heerenveen is verantwoordelijk voor de gladheidbestrijding op de gemeentelijke wegen. Een vraag die vaak gesteld wordt, is waar nu de verantwoordelijkheid van de gemeente ligt ten opzichte van het te voeren beleid in gladheidbestrijding. Algemeen geldt dat een gemeente als wegbeheerder aansprakelijk kan worden gehouden, wanneer zij verwijtbaar verzuimd heeft in de redelijkerwijs van haar te verwachten zorg. Wat houdt dat in voor de aansprakelijkheid in gevallen van schade veroorzaakt door gladheid? Bij de gladheidbestrijding dient een zorgvuldige afweging van belangen plaats te vinden, waarbij naast het waarborgen van de veiligheid van de weggebruiker ook het financieel belang en milieuaspecten een rol spelen. Binnen de zorgplicht van de wegbeheerder, voor veilige en goed begaanbare wegen met betrekking tot gladheidbestrijding, is ruimte voor een selectief strooibeleid. Er wordt nadrukkelijk gekeken naar de functie (gebruik) van de wegen binnen de totale verkeersstructuur van de gemeente Heerenveen. Het mag duidelijk zijn dat het niet haalbaar is om alle wegen en fiets- voetpaden in de hele gemeente te strooien. Daar ontbreekt eenvoudig de tijd, het personeel en het materiaal voor.

In dit beleidsplan komen alle aspecten aan de orde om te komen tot een goed strooiplan voor 2006 / 2007 en de komende jaren.

Juridische aansprakelijkheid

Steeds regelmatiger worden gemeenten (wegbeheerders) geconfronteerd met schadeclaims als gevolg van wintergladheid, sneeuw, ijzel en bevroren weggedeelten. Burgers zijn vaak van mening dat de wegbeheerder te allen tijde aansprakelijk is voor de geleden schade, ongeacht de weersomstandigheden. Dit is niet geheel juist. De wegbeheerder heeft een inspanningsverplichting, geen garantieverplichting. De weggebruiker mag in redelijkheid van de wegbeheerder niet verwachten dat de weg over zijn gehele oppervlakte altijd aan alle eisen van stroefheid voldoet. Ook gelet op de beperkingen van het machinaal strooien en de onzekere factoren die het resultaat van het strooien mede bepalen, mag de weggebruiker niet verwachten dat het wegdek over de gehele breedte veilig is. Je mag van een weggebruiker verwachten dat hij of zij bij winterse omstandigheden met grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid aan het verkeer deelneemt.

Wel dient aangetoond te worden dat de gemeente aan haar zorgplicht voldaan heeft. Hiertoe dient mede een gladheid bestrijdingsplan, hierin zijn de strooiroutes en schema’s opgenomen. Dit plan wordt jaarlijks opgesteld. Ook de burgers worden geïnformeerd over het strooiplan middels een publicatie in Crackstate Nijs. Daarnaast ligt het gladheid bestrijdingsplan ter inzage.

Strooibeleid

Gemeente Heerenveen heeft altijd een curatief strooibeleid gevoerd. Curatief strooien houdt in dat de gladheid pas wordt bestreden als het daadwerkelijk glad is.

In juli van dit jaar (2006) heeft de gemeenteraad vastgesteld dat de gemeente Heerenveen een preventief strooibeleid gaat voeren. Preventief strooien houdt in dat er, voor het daadwerkelijk glad wordt, al een strooiactie plaatsvindt. Om het preventieve strooibeleid uit te kunnen voeren is ondersteuning van een weerbureau, gekoppeld met een gladheid meldsysteem, noodzakelijk.

Gladheid meldsysteem

Zoals eerder genoemd houdt een preventief strooibeleid in; strooien voordat het glad wordt. Om in te kunnen schatten wanneer het glad wordt is er een meetsysteem aangelegd. Op vastgestelde kritische locaties zijn, in het wegdek, sensoren aangebracht. Deze locaties zijn verkregen door middel van een infrarood meting. De metingen zijn uitgevoerd op een koude, heldere winternacht. Onder deze omstandigheden zijn de verschillen in de wegdektemperatuur het grootst. Vanuit een voertuig wordt met een infrarood camera elke vijf meter de wegdektemperatuur gemeten. Uit de meetresultaten zijn de koudste plaatsen in het wegennet duidelijk naar voren gekomen. Deze punten zijn: Bornego, Terband en de Eerste Compagnonsweg in de Bontebok. De aangebrachte sensoren meten verschillende waarden, zoals temperatuur, de vochtigheid, het zoutgehalte op het wegdek en de temperatuur in de ondergrond. Deze sensoren staan in verbinding met een meetstation. De via sensoren en het meetstation verkregen meetwaarden worden verwerkt tot representatieve alarmeringsinformatie voor de strooileider. De actuele meetgegevens van het meetstation kan met behulp van een computer, voorzien van een modem, rechtstreeks uit het meetstation worden opgevraagd. Op basis van de verzamelde meetwaarden, gecombineerd met actuele en lokale meteorologische informatie, kan de strooileider het besluit nemen om te gaan strooien voordat er daadwerkelijk sprake is van gladheid. Hierbij wordt de strooileider ondersteund door een meteorologische dienst van een weerbureau. De meteodienst heeft een online verbinding met het meldsysteem. Een meteoroloog interpreteert de gegevens en maakt een prognose van de weersverwachting voor de korte en lange termijn. Bij alarmerende weersverwachtingen wordt rechtstreeks contact opgenomen met de strooileider.

Strooimethode

Bij een preventief strooibeleid hoort de natzout strooimethode. Natzout strooien is een methode waarbij het strooimiddel wordt vermengd met een vloeistof, in verhouding 70% droog en 30% nat. De vloeistof wordt vlak voor het verspreiden van het zout toegevoegd. Een voordeel van deze methode is een betere hechting van het zout aan het wegdek, waardoor ook op een droog wegdek preventief kan worden gestrooid. Het zoutverbruik is lager omdat het strooiproces efficiënter is. Er treedt minder verwaaiing op, tijdens en na het strooien, wat weer het voordeel heeft dat er minder zout in de bermen terechtkomt. Een ander voordeel is dat het dooimiddel sneller werkt omdat het zout al deels opgelost is. Om de natzout strooimethode uit te kunnen voeren zijn er 8 nieuwe strooiunits aangeschaft, de overige units zijn aangepast om ook natzout te kunnen strooien. Tevens is er een vul /menginstallatie aangeschaft voor het aanmaken van de vloeistof die benodigd is voor het natzout strooien.

Milieubewust strooien

Het strooien van zout is niet goed voor het milieu. Door het afvloeien en opspatten van smeltwater verspreidt het zout zich in de wegber¬men. Hier aanwezige bomen en ander groen kunnen er schade van onder¬vinden. Wij willen deze schade zoveel mogelijk beperken. Dankzij het gebruik van moderne apparatuur en nu ook door het natzout strooien is dat goed mogelijk. Met name het natzout strooien levert een besparing op van het zout verbruik, een besparing van 20% tot 30% per strooibeurt is mogelijk. Op dit moment komt ± 60% van het smeltwater in de bermen terecht. Dit is met name buiten de bebouwde kom het geval. In een goed doorlatende, zandige bodem spoelt het zout snel uit, hetgeen nog wordt bevorderd als er in deze periode veel neerslag valt. Gezien dat de meest voorkomende, in de gemeente, ondergrond zand is, gaan wij ervan uit dat de zoutbelasting vrij snel uitspoelt. Het resterende deel van het smeltwater wordt via de riolering afgevoerd.

Door bewust te ontwerpen kan de negatieve belasting van het strooien geminimaliseerd worden. Hiervoor moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • boom- groenbeplanting niet te dicht op de verharding plaatsen

  • voorzien in een goede afwatering van de verharding

  • zorgen voor een goed waterdoorlatende grondstructuur

    Het strooien van wegenzout heeft geen noemenswaardige invloeden op verhardingen.

Organisatie

De organisatie van de gladheidbestrijding moet op een goede wijze gestructureerd zijn. Het strooiseizoen loopt van 1 november tot en met 20 maart. In deze periode staat het materiaal en het personeel beschikbaar om uit te kunnen rukken. Om in te spelen op plaatselijke omstandigheden worden ook de wijkteams bij de gladheidbestrijding betrokken.

Het beleid en coördinatie is ondergebracht bij de afdeling Regie, team IBOR. De uitvoerende taken worden verzorgd door de afdeling Realisatie.

De gladheid wordt bestreden door twee teams, van ieder 14 personen, aangestuurd (per team) door een leidinggevende. De dienstdoende strooileider is verantwoordelijk voor het bestrijden van de gladheid en neemt ook de beslissing op welk moment er gestrooid wordt. Zoals boven omschreven. Per strooibeurt worden er 11 strooiunits ingezet. Soms is het niet altijd nodig iedereen op te roepen en alle routes te strooien. Maar kan er worden volstaan met een selectieve strooiactie.

Strooiplan

Jaarlijks wordt er een strooiplan opgesteld, dit plan wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Het strooiplan is als het ware het actie plan voor de gladheidbestrijding. Hierin zijn alle, te strooien, routes opgenomen. Ook wijzigingen, aanvullingen worden in het strooiplan opgenomen. Het strooiplan gladheidbestrijding wordt opgesteld op basis van een zorgvuldige afweging van belangen. Hierbij spelen naast de veiligheid van de weggebruiker ook het milieuaspect en het financieel belang een rol. Het mag duidelijk zijn dat het niet haalbaar is om alle straten en wegen tot in alle uithoeken van de hele gemeente te strooien. Ook het milieu is niet gebaat bij veel zout dat in bermen terechtkomt. Toch is het de bedoeling van het strooiplan dat we ons allemaal, ook bij gladheid, zo veilig mogelijk kunnen verplaatsen. Tevens zijn in het strooiplan eventuele afspraken, omtrent te strooien wegen, met buurgemeenten en provincie opgenomen.

Strooiroutes

Bij het opstellen van de strooiroutes is nadrukkelijk gekeken naar de functie ( het gebruik) van de wegen binnen de totale verkeersstructuur van de gemeente Heerenveen. De maximale tijdsduur van een strooiroute bedraagt, bij normale gladheid, 3 uur. Ook voetpaden zijn opgenomen in het strooiplan, hier is ook weer gekeken naar functie van het voetpad. Via de wijkteams wordt hier invulling aan gegeven. Elk wijkteam heeft een route waar de prioriteiten zijn aangegeven. Daarnaast zijn er voetpaden in een hoofdroute aangegeven, o.a. rondom het ziekenhuis, station en het centrum, die indien nodig ook buiten de werktijden gestrooid worden.

Uitgangspunten

  • Bij gladheid worden eerst alle hoofdwegen en ontsluitingswegen in de gemeente gestrooid, en daarna de andere wegen van het strooiplan.

  • De fietspaden binnen de gemeente Heerenveen worden allemaal gestrooid, met uitzondering van de toeristische fietspaden.

  • Bij het strooien wordt extra rekening gehouden met scholierenroutes. Daarom zijn de ontsluitingsroutes van alle scholen opgenomen in het strooiplan. Dit betekent dat de wegen ( ook woonstraten) die de scholen met de hoofdroutes verbinden, allemaal gestrooid worden. Hetzelfde geldt voor alle zorginstellingen in de gemeente Heerenveen.

  • Van de voetpaden wordt alleen de hoofdroute (o.a. rondom ziekenhuis, station, winkelcentra) buiten werktijden gestrooid. De overige voetpadenroutes worden door het wijkteam alleen op werkdagen gestrooid.

Omleidingen

Indien er wegomleidingen zijn van wegen die behoren tot het strooiplan, zal deze alternatieve route bij gladheid uiteraard wel gestrooid worden.

Extreme weersomstandigheden

Doordat we de afgelopen winters een aantal malen zijn geconfronteerd met extreme weersomstandigheden, ijzel en sneeuw, brengen we het reeds vastgestelde beleid in deze nog eens expliciet onder de aandacht.

IJzel

Onder extreme ijzel verstaan wij een mate van ijzelvorming waarbij na ongeveer 3 uur na aanvang van het strooien nog geen verbetering in de berijdbaarheid van de wegen is waar te nemen. De 3 uur is zo gekozen omdat dit ongeveer de tijd is die maximaal is gemoeid met de uitvoering van het reguliere strooiplan.

Als dergelijke weersomstandigheden zich voordoen wordt besloten om ook de overige wegen te gaan strooien in volgorde van prioriteit, dit gedurende de werkdagen. Mede gelet op het kostenaspect en ervan uitgaande dat de media adviseren om thuis te blijven, worden in het weekend alleen de wegen, opgenomen in het strooiplan, gestrooid.

Sneeuwval

Waar voorheen vaak gesproken werd over de winter van 1979, werden we in maart 2005 ook nog een met de neus op de feiten gedrukt. In zeer korte tijd viel er maar liefst ± 40 cm sneeuw. Een gelukkige bijkomstigheid was dat er geen harde wind stond, anders waren de problemen nog groter geweest dan ze nu al waren. In eerdere beleids- strooiplannen is al aangegeven dat we in dit soort situaties meer afhankelijk worden van de inhuur van derden (aannemers en loonbedrijven).

Voor hevige sneeuwval geldt hetzelfde scenario. Hierbij moet wel een kanttekening geplaatst worden. In eerste instantie zal er bij hevige sneeuwval alleen geschoven worden en niet gestrooid. Daar het strooien alleen effect heeft indien de weg “schoon”geschoven is. In een situatie als voornoemd zullen in eerste instantie de hoofdwegen van de strooiroutes geschoven en gestrooid worden en dan de overige wegen van de strooiroutes. Pas hierna zullen de overige wegen in de wijken aangepakt worden.

Bij soortgelijke extreme sneeuwval zal er een crisiscentrum worden ingericht op de gemeentelijke werf aan de Venus. Van hieruit zullen de nodige acties gepland en gestuurd worden. Ook het telefonische verkeer (klachten e.d.) moet doorgeschakeld worden naar het crisiscentrum.

Wat wel duidelijk is geworden, is dat niet in alles kan worden voorzien. Een kant en klaar actieplan is dan ook niet te maken. De ervaringen die we in deze periode opgedaan hebben kunnen alleen maar positief bijdragen indien er weer een soortgelijke situatie zich zal voordoen. Want elk gebied, als voorbeeld: centrum, Skoatterwâld, Sportstad, maar ook de nieuwe inrichting van de Vogel- en Waterbuurt heeft in een extreme situatie als deze een eigen aanpak nodig. Een goede aansturing en begeleiding van de strooi en opruim activiteiten is een must.

Particuliere terreinen

Tijdens iedere winterperiode krijgt de gemeente wel enkele verzoeken van particuliere bedrijven en zorginstellingen om de gladheidbestrijding op hun terrein te verzorgen. Daar wij al onze capaciteit nodig hebben op de vastgestelde routes, en voor eventuele strooiacties in de wijken, kunnen wij niet op deze verzoeken ingaan. Daarnaast zijn er ook particuliere bedrijven die deze diensten, gladheidbestrijding, aanbieden en die beter kunnen inspelen op de specifieke wensen van de klant.

Het leveren van wegenzout aan derden

Een terugkerende vraag van burgers is, of zij ook wegenzout kunnen ophalen van onze werf. Hierin hebben wij het standpunt ingenomen om dit niet te doen daar ook de particuliere markt, bouwmarkten e.d., strooizout verkoopt. Wij zouden als gemeente oneerlijke concurrentie bedrijven om het strooizout gratis weg te geven.

Voorgaande jaren hebben wij wel wegenzout geleverd, tegen betaling, aan particuliere bedrijven. Deze bedrijven verzorgden de gladheidbestrijding dan weer op particuliere terreinen. Ook hier moeten we constateren dat de vraag alleen maar toeneemt. Gelet op de eigen bedrijfsvoering en de administratieve kosten die gemoeid zijn met bovenstaande leveringen nemen we ook hier het standpunt in om geen wegenzout meer te leveren aan derden.

Voorlichting

Voorafgaand aan het winter seizoen worden de inwoners van de gemeente Heerenveen geïnformeerd over de gladheidbestrijding. Informatievoorziening vindt plaats op de voorlichtingpagina, Crackstate Nijs, van de Heerenveense Courant. Ook zal de informatie op de web-site van de gemeente geplaatst worden. De informatie omvat; een uitleg hoe de gladheid in de gemeente bestreden wordt. Prioriteiten worden aangegeven, alsmede hoe de gemeente te werk gaat bij het strooien van wegen, fiets- en voetpaden. Telefoonnummers worden aangegeven waar burgers, bedrijven en overige belanghebbenden met vragen en klachten terechtkunnen. Ook worden de burgers gewezen op eigen verantwoordelijkheid en wordt er een beroep gedaan om voetpaden schoon te houden. Zodat ook ouderen en mensen die slecht ter been zijn in de winter naar buiten kunnen.