Regeling vervallen per 13-05-2021

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 12-05-2021

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2015

  

De raad van de gemeente Heerenveen;

  

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

  

gelet op artikel 8b van de Wet werk en bijstand,

  

gelet op artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers,

 

gelet op artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

  

BESLUIT:

  

Vast te stellen de

  

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende: de persoon die zelfstandig of als lid van een gezin mede bijstand ontvangt of heeft ontvangen van de gemeente Heerenveen dan wel de persoon die een uitkering ontvangt of heeft ontvangen van de gemeente Heerenveen;

    • b.

      beleidsregel: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

    • c.

      benadelingsbedrag: het bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als bijstand op grond van de Participatiewet, als uitkering op grond van de IOAW of als uitkering op grond van de IOAZ;

    • d.

      bijstand: algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, en artikel 35 van de Participatiewet;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

    • f.

      fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van bijstand dan wel een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen;

    • g.

      gezin: het gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c van de Participatiewet.

    • h.

      hoogwaardig handhaven: een systematische aanpak van de handhavingsactiviteiten gericht op het verhogen van de spontane nalevingsbereidheid van de wet- en regelgeving;

    • i.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • j.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • k.

      misbruik: het ontvangen van bijstand op grond van de Participatiewet dan wel het ontvangen van een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ, in strijd met de wettelijke voorschriften waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende is te wijten;

    • l.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van bijstand volgens de regels van de Participatiewet dan wel een uitkering volgens de regels van de IOAW of de IOAZ, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wetten heeft bestaan;

    • m.

      participatiedoelstellingen: de doelstellingen die betrekking hebben op het maximale haalbare resultaat op het gebied van de participatie van belanghebbenden waarbij het verkrijgen van reguliere arbeid als einddoel geldt;

    • n.

      uitkering: de uitkering als bedoeld in artikel 5 van de IOAW of artikel 5 van de IOAZ;

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze verordening richt zich op het formuleren van voorschriften op het gebied van handhaving waaronder de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ.

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 3. Doelstellingen

1.Handhaving is gericht op:

  • a.

    bevordering van de zelfredzaamheid van de belanghebbende;

  • b.

    naleving van wet- en regelgeving ter voorkoming van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ;

  • c.

    instandhouding van het maatschappelijke draagvlak voor het sociale zekerheidsstelsel.

Artikel 4. Uitgangspunten

  • 1. Handhaving is ondersteunend en dienstbaar aan de participatiedoelstellingen van de gemeente.

  • 2. Het recht op bijstand dan wel een uitkering is altijd verbonden aan een of meerdere verplichtingen voor de belanghebbende.

  • 3. Klantsituatie staat centraal.

  • 4. Balans tussen preventie en repressie.

  • 5. Een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1. Bij handhaving wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven toegepast.

  • 2. Deze werkwijze bevat samenhangende activiteiten op een viertal gebieden:

    • a.

      vroegtijdig informeren;

    • b.

      optimaliseren van de dienstverlening;

    • c.

      vroegtijdige detectie;

    • d.

      daadwerkelijk sanctioneren.

  • 3. Het college geeft in beleidsregels invulling aan het tweede lid.

Artikel 6. Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

  • 1. Het college draagt zorg voor de terugvordering, de invordering, de kwijtschelding en het verhaal van de kosten van de bijstand of de uitkering.

  • 2. Het college geeft in beleidsregels invulling aan het eerste lid.

Artikel 7. Het afstemmen van de bijstand/uitkering dan wel het opleggen van een bestuurlijke boete

  • 1. Als de belanghebbende de verplichtingen voortvloeiend uit de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ niet of onvoldoende nakomt, stemt het college de bijstand of de uitkering af conform de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015.

  • 2. Als de belanghebbende onvoldoende besef van verantwoordelijkheid toont, stemt het college de bijstand of de uitkering af conform de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015.

  • 3. Als een belanghebbende een schending van inlichtingenplicht pleegt, wordt krachtens de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ een bestuurlijke boete opgelegd.

Artikel 8. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1. Indien gedragingen van de belanghebbende tot benadeling leiden van de gemeente dan is het college verplicht een proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als het benadelingsbedrag hoger is dan de door het Openbaar Ministerie gehanteerde aangiftegrens.

  • 2. Onverminderd het eerste lid blijft de mogelijkheid om de bijstand of de uitkering te kunnen aanpassen dan wel terug te vorderen toepasbaar.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9. Uitvoering

  • 1. Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 11. Citeertitel, inwerkintreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015”

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2014.

 
De griffier,
mevrouw W.J.M.A. Jansen
 
De voorzitter,
de heer T.J. van der Zwan

Toelichting op de Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Inleiding

De VNG kent geen model Handhavingsverordening.

Ter bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden is de WWB per 1 januari 2012 aangepast. Het pakket maatregelen had tot doel het versterken van het activerende karakter van bedoelde WWB. Dit gebeurde enerzijds door het aanscherpen van de verplichtingen waaraan uitkeringsgerechtigden moeten voldoen, anderzijds door een aantal maatregelen te treffen waardoor de vangnetfunctie van de Wet werk en bijstand werd versterkt.

De belangrijkste maatregelen waren het aanscherpen van de regels ten aanzien van jongeren tot 27 jaar die onder de Wet investeren in jongeren vielen en het overhevelen van deze categorie van belanghebbenden naar de Wet werk en bijstand, de maximering van het gemeentelijk minimabeleid en de introductie van de mogelijkheid om de verplichting op te leggen om maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten als tegenprestatie voor bijstandsverlening.

Daarnaast had de gemeente Heerenveen nog geen handhavingsverordening op het gebied van de IOAW en IOAZ. Door de invoering van de Wet aanscherping en handhaving sanctiebeleid SZW-wetgeving per 1 januari 2013 en in het verlengde daarvan de controlesystematiek van de toestingscommissie Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) en de Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) in het kader van de WWB-bijdrage van het Rijk aan de gemeente dienden IOAW en IOAZ wel te worden meegenomen in de handhavingsverordening.

Het vervallen van Wet investeren in jongeren per 1 januari 2012 en het ontbreken van een handhavingsverordening IOAW en IOAZ bracht met zich mee dat er een nieuwe Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen in plaats van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2009 werd vastgesteld.

Afgezien van deze korte bepalingen in de WWB, de IOAW en de IOAZ was er geen nadere aanduiding met betrekking tot wat er precies in deze op genoemde artikelen gebaseerde verordening moest worden geregeld. Van belang is echter wel dat gemeenten 100% financieel verantwoordelijk waren voor de bijstand of de uitkering die op grond van genoemde wetten werden verstrekt, wat als prikkel ervaren werd om meer aandacht te besteden aan handhaving. Aan de andere kant is adequaat handhaven zeer tijdrovend. Het zoeken naar methoden om zo effectief en efficiënt als mogelijk te handhaven ligt voor de hand.

Hoogwaardig handhaven

Heerenveen past in ieder geval sinds 2007 de werkwijze van de Hoogwaardige handhaving toe. Het uiteindelijke doel van het hoogwaardig handhaven is dat de belanghebbende de wet- en regelgeving uit zichzelf naleeft. Om dit te bereiken wordt gebruik gemaakt van een aantal samenhangende maatregelen op het gebied van:

  • ·

    het vroegtijdig informeren van de klanten over de regelgeving, zodat een juist beeld ontstaat van de rechten en plichten van de bijstand of de uitkering en daarmee ook de verwachtingen;

  • ·

    het bevorderen van de acceptatie van de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende controlepraktijk door de dienstverlening te optimaliseren en onnodige belemmeringen weg te nemen;

  • ·

    het toepassen van het principe van controle op maat; een vroegtijdige detectie en afhandeling van signalen zal klanten het gevoel geven dat er voldoende hoge pakkans bestaat;

  • ·

    daadwerkelijke sanctionering; deze dient dusdanig te zijn dat de klant de sanctie proportioneel en ook als afschrikwekkend ervaart.

De kunst van hoogwaardige handhaving is om preventieve en repressieve elementen in samenhang uit te voeren, zodat ze elkaar wederzijds versterken.

Aangezien op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treedt dient er een verordening vastgesteld te worden op grond van de Participatiewet.

Deze verordening komt voor wat betreft de inhoud vrijwel overeen met de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Heerenveen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begrippen die in deze verordening worden gehanteerd nader verklaard. En voor zover begrippen niet worden verklaard, wordt aansluiting gezocht bij gelijkluidende omschrijvingen in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Eerste lid, onderdeel f. fraude

De gemeente wordt voor het verkrijgen van inlichtingen en informatie van belanghebbende meer en meer afhankelijk van de ketenpartners. Van belang daarbij is ook het verbod op meervoudige uitvraag van gegevens. Tot fraude moet dan ook niet alleen worden gerekend het verstrekken door belanghebbende van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan het college, maar ook de onjuiste of onvolledige inlichtingen die het college verkrijgt via de ketenpartners. Dit alles uiteraard binnen de grenzen van het bepaalde van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel geeft aan wat de strekking van deze verordening is. Met andere woorden wat wordt er geregeld. Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Artikel 3 Doelstellingen

Het bevorderen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende staat centraal. Handhaving kan als instrument worden ingezet om de klant te motiveren en te activeren om te gaan participeren. Op deze wijze wordt de zelfredzaamheid van de belanghebbende vergroot.

Handhaving heeft betrekking op de naleving van wet- en regelgeving en het in stand houden van het maatschappelijke draagvlak. De geloofwaardigheid van de lokale overheid is in het geding als er niet adequaat wordt omgegaan met gemeenschapsgelden.

Artikel 4 Uitgangspunten

Wanneer er invulling wordt gegeven aan het handhavingsbeleid wordt rekening gehouden met de hier vermelde uitgangspunten.

De belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor het bevorderen van zijn zelfredzaamheid en het verloop van een eventueel participatietraject. De gemeente biedt daarbij de belanghebbende vraaggerichte dienstverlening. Als de belanghebbende onvoldoende zijn verantwoordelijkheid neemt kan de gemeente handhaving inzetten om belanghebbende alsnog te bewegen uitkeringsonafhankelijk te worden.

Het is van belang om een balans tussen preventie en repressie te realiseren. Middels preventie wordt draagvlak verkregen om eventuele repressieve instrumenten te kunnen inzetten.

Voor de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ geldt uitdrukkelijk dat de rechten en plichten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ook de gemeente onderschrijft deze invalshoek. Het recht op bijstand of een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de bijstand dan wel de uitkering te worden of zich in te zetten voor een duurzame arbeidsparticipatie.

Indien belanghebbende zijn plichten niet nakomt heeft dit gevolgen.

Bij het streven naar een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van het beleid is voor wat betreft de inzet van de handhavingsinstrumenten voortdurend een evenwichtige afweging tussen de uitgangspunten noodzakelijk.

Artikel 5 Werkwijze

Om de naleving van de wet- en regelgeving te realiseren wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven gehanteerd. Hoogwaardig handhaven gaat er vanuit dat de naleving van wet- en regelgeving spontaan wordt bevorderd als:

  • ·

    de belanghebbende goed geïnformeerd is met betrekking tot de regelgeving en de daarin opgenomen rechten en plichten;

  • ·

    de uitvoeringsorganisatie zo weinig mogelijk organisatorische en procedurele drempels opwerpt, zodat de belanghebbende de regelgeving en de controlepraktijk die eruit voortvloeit kan accepteren;

  • ·

    ingeval van overtreding van de regels de gevoelsmatige pakkans voldoende hoog is; dit kan worden bereikt door het controle op maat principe: hoe meer risico des te intensiever de benodigde controle;

  • ·

    een opgelegde en uitgevoerde sanctie proportioneel is maar ook voldoende preventief werkt.

De wijze waarop de gemeente, bovenstaande onderdelen in onderlinge samenhang uitvoert, wordt door het college in beleidsregels geformuleerd.

Artikel 6 Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 7 Het afstemmen van de bijstand/uitkering dan wel het opleggen van een bestuurlijke boete

De Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 ziet op het afstemmen van de bijstand of de uitkering met betrekking tot verwijtbare gedragingen. Daarnaast is het onderdeel “schending inlichtingenplicht” per 1 januari 2013 onder de bestuurlijke boete gebracht.

Artikel 8 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 9 Uitvoering

Uiteraard is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van de verordening. Indien noodzakelijk kunnen daarvoor nadere regels worden opgesteld.

Artikel 10 Hardheidsclausule

De hardheidsclausule is in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen. De eventuele toepassing van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.

Artikel 11 Citeertitel, inwerkintreding en overgangsrecht

Daar er sprake is van een nieuwe wet dient de bestaande verordening te worden ingetrokken.

.