Regeling vervallen per 07-02-2023

Verordening vertrouwenscommissie benoeming en herbenoeming burgemeester gemeente Heerenveen

Geldend van 30-10-2019 t/m 06-02-2023

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie benoeming en herbenoeming burgemeester gemeente Heerenveen

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Fryslân;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • d.

    de raad: de gemeenteraad van Heerenveen.

TAAK COMMISSIE

Artikel 2

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2. De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3. Indien de commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich uit eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan direct mededeling aan de commissaris.

  • 4. Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 6. De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de commissie, haar adviseurs, de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 7. De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 3 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1. Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de commissaris.

  • 2. De commissie brengt haar in artikel 3, lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie, ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3. De commissie doet haar verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4. De commissie kan, indien sprake is van een eerste benoeming na herindeling, gemotiveerd afwijken van het in lid 3 genoemde aantal kandidaten in de conceptaanbeveling.

  • 5. De commissie geeft in het onder lid 3 bedoelde verslag tevens een beredeneerde volgorde van aanbeveling aan.

Artikel 4 Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

  • 4. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

    En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

    • d.

      het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

Artikel 5

  • 1. Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 4 en de conceptaanbeveling aan de raad, bedoeld in artikel 3, lid 3 en 4 worden zo mogelijk met algemene stemmen maar in elk geval bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2. In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering.

  • 4. Is uitstel van beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5. De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

GEHEIMHOUDINGSPLICHT

Artikel 6

  • 1. De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2. De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden, die geen lid zijn van de commissie of lid van de commissie zijn geweest.

  • 3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4. De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de voorzitter, de griffier, die op grond van artikel 7 de commissie ambtelijke bijstand verleent, en op de andere adviseurs van de commissie.

  • 5. De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen –schriftelijk of mondeling– kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitanten verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

SAMENSTELLING COMMISSIE

Artikel 7

  • 1. De commissie bestaat uit alle fractievoorzitters dan wel in geval van langdurige afwezigheid ten tijde van de start van de werkzaamheden van de commissie, uit hun plaatsvervangers.

  • 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3. Indien een lid van de commissie tijdens de werkzaamheden van de commissie langdurig niet beschikbaar is, kan hij zich doen vervangen door een ander gemeenteraadslid. De vervanging geldt voor de resterende zittingsperiode van de commissie.

  • 4. De plaatsvervangend raadsvoorzitter is voorzitter van de Vertrouwenscommissie, maar geen lid; de fractievoorzitter van de grootste fractie is plaatsvervangend voorzitter.

  • 5. De plaatsvervangend raadsvoorzitter heeft als voorzitter van de Vertrouwenscommissie geen advies- en stemrecht.

Artikel 8

  • 1. De commissie laat zich in haar werkzaamheden bijstaan door de griffier.

  • 2. Eén wethouder en de gemeentesecretaris worden als adviseur aan de commissie toegevoegd.

  • 3. De adviseurs en griffier zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

WERKWIJZE COMMISSIE

Artikel 9

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als nodig is of als twee leden dit noodzakelijk achten. De eerste keer wordt de commissie bijeengeroepen door de fractievoorzitter van de grootste fractie in de gemeenteraad.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

  • 3. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 10

  • 1. De fractievoorzitter van de grootste fractie treedt op als woordvoerder en contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan het huisadres van de griffier gericht en door deze bewaard. Van ingekomen stukken geeft de griffier direct kennis aan de leden van de commissie. De griffier draagt zorg voor adequate archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de griffier verzonden.

Artikel 11

  • 1. De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen dat waar mogelijk voorkomen wordt, dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens de procedure bij de commissie met elkaar in contact komen.

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 12

  • 1. De voorzitter van de commissie en de griffier dragen er zorg voor, dat op het in artikel 11 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, direct in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. Originele bescheiden die de commissie van derden of de commissaris heeft ontvangen worden onmiddellijk aan hen teruggezonden.

  • 4. De voorzitter ziet er op toe dat alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd. Ten aanzien van de uitvoering ervan kan hij de griffier hiermee belasten.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de procedureregels niet voorzien beslist de commissie bij meerderheid van stemmen.

Artikel 14

De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Op dat tijdstip vervalt de Verordening Vertrouwenscommissie benoeming burgemeester vastgesteld bij raadsbesluit van 19 september 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 oktober 2019.

De griffier,

mevrouw L. Roest-Jonkers

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan