Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

Geldend van 12-11-2019 t/m heden

Intitulé

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

De raad van de gemeente Heerenveen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 september 2019;

overwegende dat het wenselijk is om een Nadeelcompensatieregeling vast te stellen met het oog op nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van burgemeester en wethouders of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van in of op (niet-) openbare grond aanwezige kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen (met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet).

besluit:

vast te stellen de volgende verordening: Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019.

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

1.1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Werkingssfeer

De begripsbepalingen van de Verordening zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in de Verordening;

  • b.

    kabels en/of leidingen: kabels en/of leidingen als bedoeld in de Verordening, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • c.

    nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen: het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen;

  • d.

    aanvraag: een aanvraag voor het nemen van een besluit aangaande nadeelcompensatie;

  • e.

    belanghebbende: netbeheerder als bedoeld in de Verordening;

  • f.

    schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van een besluit van burgemeester en wethouders tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (inclusief eventueel door belanghebbende aan derden verschuldigde BTW);

  • g.

    financieel nadeel: de totale projectkosten minus de kosten die buiten de initiële noodzakelijke maatregelen vallen;

  • h.

    nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende;

  • i.

    aanwijzing: aanwijzing ingevolge artikel 10, lid 2, van de Verordening;

  • j.

    NKL'99: vigerende nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL 1999).

Artikel 3 Instandhouding gemeentelijk eigendom en vrijhouden leidingtracé

  • 1. In geval van voorgenomen vervreemding (verkoop, verhuur of uitgifte in erfpacht) van onroerend goed door burgemeester en wethouders, zullen burgemeester en wethouders onderzoek doen naar de aanwezigheid van kabels en of leidingen. Burgemeester en wethouders kunnen daartoe een oriëntatiemelding doen bij KLIC/Kadaster en informeert de betrokken netbeheerder indien zij tot vervreemding wil overgaan en eventueel de vergunning wil intrekken.

  • 2. Indien er kabels en/of leidingen in grond liggen die verkocht of verhuurd gaat worden of in erfpacht wordt uitgegeven, dan zijn er in beginsel drie keuzemogelijkheden:

    • verleggen van de kabels en/of leidingen;

    • vestigen van een zakelijk recht voor de kabels en/of leidingen;

    • afzien van de voorgenomen vervreemding.

  • 3. Bij verkoop, verhuur of vestiging van erfpacht van gemeentelijke grond aan derden, zijn grofweg twee situaties te onderscheiden:

    • a.

      uitgifte ten behoeve van stads- of stedelijke ontwikkeling / projectontwikkeling (“nieuwe situaties”). Hierbij is verleggen vaak een reële optie. In dit geval geldt de verleggingsregeling;

    • b.

      uitgifte van relatief kleine stukken grond (snippergroen e.d.) aan particulieren (“bestaande situaties”). In bestaande situaties kan verleggen in een afweging van betrokken belangen een te zwaar middel blijken te zijn. In dat geval zal het vestigen van een zakelijk recht eerder voor de hand liggen. Maar ingeval vanuit technische noodzaak een verlegging nodig is, kunnen burgemeester en wethouders deze kosten bij de koper neerleggen door dit in de koopovereenkomst op te nemen.

  • 4. In eerste instantie wordt de beoordeling of verlegging noodzakelijk is voorgelegd aan de netbeheerder. Burgemeester en wethouders wegen na overleg met de netbeheerder of verleggen een (maatschappelijk) wenselijke keuze is ten opzichte van de andere bovengenoemde keuzemogelijkheden. Het is daarbij aan de netbeheerder om af te wegen of hij voor de ligging uitgaat van de oriëntatie-melding (zie lid 1) of dat hij een proefsleuf wil graven om de werkelijke ligging van de kabels en leidingen vast te stellen.

  • 5. Verhuur van openbare ruimte kan kortlopend of langlopend zijn. In beide gevallen wordt een tijdelijke situatie geschapen. Bij verhuur moeten kabels en leidingen in geval van een calamiteit direct bereikbaar zijn voor de netbeheerder. Ook moet schade aan de ondergrondse infrastructuur voorkomen worden. Bij situaties van jarenlange verhuur moet rekening worden gehouden met noodzakelijk (spoedeisend) onderhoud aan kabels en leidingen. Deze onderwerpen kunnen worden geregeld in een huurovereenkomst of in voorschriften.

HOOFDSTUK 2: NADEELCOMPENSATIE

2.1 Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 4 Nadeelcompensatie

Indien een netbeheerder, als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 10, lid 2, van de Verordening, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

Artikel 5 Schadebedrag

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit en in bedrijf stellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

2.2 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende ligt in de openbare ruimte

Artikel 6 Nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg

Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.

Artikel 7 Nadeelcompensatie met ingang van het 6e jaar tot einde technische levensduur

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen van het 6e jaar tot aan het einde van hun technische levensduur, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zullen burgemeester en wethouders het schadebedrag vergoeden conform of analoog aan het "overzicht technische levensduur" bij de vigerende NKL'99, zie bijlage 7. Het schadebedrag bestaat dan uit de kosten van de te nemen maatregelen minus de afschrijving als gevolg van het verlopen van de technische levensduur van de kabels en/of leidingen. Van het resterende schadebedrag wordt door burgemeester en wethouders 75% vergoed.

Artikel 8 Nadeelcompensatie na einde technische levensduur

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing na einde van de technische levensduur als weergegeven in bijlage 7, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning, wordt er geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

2.3 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in de openbare ruimte

Artikel 9 Nadeelcompensatie tot einde technische levensduur

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing tot aan het einde van hun technische levensduur, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zullen burgemeester en wethouders het schadebedrag vergoeden conform of analoog aan het "overzicht technische levensduur" bij de vigerende NKL'99, zie bijlage 7. Het schadebedrag bestaat dan uit de kosten van de te nemen maatregelen minus de afschrijving als gevolg van het verlopen van de technische levensduur van de kabels en/of leidingen. Van het resterende schadebedrag wordt door burgemeester en wethouders 100% vergoed.

Artikel 10 Nadeelcompensatie na einde technische levensduur

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing na einde van de technische levensduur als weergegeven in bijlage 7, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning, wordt er geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Artikel 11 Schadebeperking

Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2. of 2.3. voortvloeit, kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 13 Meerdere verleggingen op dezelfde locatie

  • 1. Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen, ten aanzien van dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste maatregel deze regeling (zoals aangegeven in paragraaf 2.2) van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van burgemeester en wethouders. Bedoeld worden meerdere verleggingen op dezelfde locatie van dezelfde kabel en/of leiding binnen een periode van 5 jaar.

  • 2. Lid 1 is niet van toepassing op tijdelijke voorzieningen van fysieke aard, zoals extra kabel- en leidingvoorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd in samenhang met de voortgang van het infrastructuurproject. Dit wordt niet gezien als (tijdelijke) maatregelen, maar als een noodzakelijke uitvoeringswijze.

Artikel 14 Geen nadeelcompensatie

  • 1. Als blijkt dat een kabel of leiding niet in overeenstemming met de daarvoor verleende vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen compensatie toe te kennen.

  • 2. Geen nadeelcompensatie vindt plaats als in de vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, het nemen van maatregelen ten aanzien van de desbetreffende kabel en/of leiding is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing wordt gegeven.

Artikel 15 Aanwijzing

Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 14 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in de paragrafen 2.2. of 2.3. van deze regeling is opgenomen.

HOOFDSTUK 3: BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

Artikel 16 Vooroverleg

Burgemeester en wethouders streven naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Burgemeester en wethouders voeren hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

Artikel 17 Nemen van maatregelen

Burgemeester en wethouders nemen het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, op grond van de Verordening, zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg, als bedoeld in artikel 16. In het besluit is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen.

Artikel 18 Termijn indienen verzoek

Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen bij burgemeester en wethouders een verzoek in om vaststelling van nadeelcompensatie.

Artikel 19 Datum vergunning aanleg kabel en/of leiding

Voor het bepalen van het moment van aanleg is de datum van de vergunning voor het aanleggen van de kabel of leiding bepalend. Bij gebreke van een vergunning wordt door de netbeheerder opgave gedaan van de vermoedelijke datum van aanleg en wordt door de netbeheerder onderbouwd hoe die datum is vastgesteld.

Artikel 20 Verzoek

Het verzoek bevat – onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 en artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht – ten minste:

  • a)

    een verwijzing naar de aanwijzing van burgemeester en wethouders aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen;

  • b)

    een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het bepaalde in bijlage 8;

  • c)

    de hoogte van de nadeelcompensatie waarop belanghebbende aanspraak maakt;

  • d)

    het rekeningnummer van de netbeheerder ten behoeve van de betaling.

Artikel 21 Besluit vaststelling nadeelcompensatie

  • 1. Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 18;

    • b)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de netbeheerder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan netbeheerder;

    • c)

      om het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • d)

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn eenmalig met acht weken verdagen.

Artikel 22 Betaling nadeelcompensatie

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het vaststellen van de keuze voor een vaste prijs of op basis van voor- en nacalculatie.

  • 2. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden en nadat burgemeester en wethouders hebben besloten op het verzoek om nadeelcompensatie een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.

  • 3. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie en nadat burgemeester en wethouders hebben besloten op het verzoek om nadeelcompensatie de belanghebbende een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.

HOOFDSTUK 4: KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

Bij het vaststellen van de omvang van de schade als gevolg van het verleggen van kabels en/of leiding worden de volgende uitgangspunten en berekeningsmethoden gehanteerd.

Verleggingen worden gerealiseerd op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden. Schade betreft de kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt om de verlegging uit te voeren. De hoogte van de kosten van een verlegging wordt gecorrigeerd indien zich door de verlegging een kwantificeerbare voordeeltoerekening voordoet.

Artikel 23 Algemeen

De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van en werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:

  • kosten van ontwerp en begeleiding;

  • kosten van uit en in bedrijfstellen;

  • kosten van uitvoering;

  • kosten van materiaal.

Artikel 24 Kosten van ontwerp en begeleiding

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • overleg en correspondentie;

  • directievoering en toezicht houden;

  • detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • juridisch vrij maken van tracé;

  • kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • kosten van benodigde vergunningen en leges.

Artikel 25 Kosten van uit en in bedrijfstellen

  • 1. Onder de kosten van het uit en in bedrijfstellen worden verstaan:

    • kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

    • kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

  • 2. Het eerste lid is alleen van toepassing op de initiële kosten van het uit en in bedrijfstellen. Alle extra kosten die voortkomen uit het uit en in bedrijfstellen, bijvoorbeeld na het afkeuren van een waterleiding, komen voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 26 Uitvoeringskosten

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels en/of leidingen;

  • kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

Artikel 27 Materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de kabel en/of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Artikel 28 Bundeling werkzaamheden

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de belanghebbende burgemeester en wethouders inzicht in de verdeling van het gezamenlijke financiële nadeel.

HOOFDSTUK 5: OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 29 Overgangsregeling en uitsluitingen

  • 1. Deze regeling is van toepassing op werken en werkzaamheden waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen burgemeester en wethouders en belanghebbende.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op gemeentelijke kabels en/of leidingen.

  • 3. Deze regeling is niet van toepassing op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen in niet-openbare grond van de gemeente door of in verband met haar eigen aansluitingen (als afnemer van elektriciteit of gas). Alsdan geldt het reguliere regime voor afnemers.

Deze verordening wordt aangehaald als:

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heerenveen in zijn openbare vergadering van 10 oktober 2019

de griffier,

de voorzitter,

BIJLAGE 1: OVERZICHT TECHNISCHE LEVENSDUUR NKL’99

Overzicht technische levensduur

Dit overzicht is niet uitputtend zodat de technische levensduur van een kabel of leiding die niet in dit overzicht is opgenomen naar redelijkheid en billijkheid bepaald dient te worden.

Waterleidingen

Transportleidingen

Materiaal

Diameterrange [mm]

Verwachte technische levensduur [jaar]

Staal

> 300

> 100

Beton

> 300

> 100

Asbestcement

> 300

70

Nodulair GIJ

> 300

> 100

Laminair GIJ

> 300

> 100

Aansluitleidingen (Kleinere leidingen (tot 50 mm) niet relevant, grotere conform de distributieleidingen.)

Materiaal

Diameterrange [mm]

Verwachte technische levensduur [jaar]

PVC vóór 1975

> 315

40

PVC van en na 1975

> 315

70

PE

> 300

70

GVK

> 300

70

Distributieleidingen

Materiaal

Diameterrange [mm]

Verwachte technische levensduur [jaar]

Asbestcement

50-300

70

Nodulair GIJ

80-300

>100

Laminair GIJ

80-300

80

PVC vóór 1975

32-315

40

PVC van en na 1975

32-315

70

PE

60-300

70

Staal

60-300

80

Gasleidingen

Transportleidingen (8, 4 en 1 bar)

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

Staal

>100

Nodulair GIJ

>100

PE 1e en 2e generatie

70

PE 3e generatie

>100

Distributieleidingen (100 en 30 mbar)

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

Asbestcement

70

Staal

80

Nodulair GIJ

>100

Laminair GIJ

>100

PE 1e en 2e generatie

70

PE 3e generatie

>100

Slv PVC

>100

HPVC

70

Electriciteitskabels

Hoogspanningsmasten

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

Stalen masten

>100

Transportkabels (>30 kV)

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

Oliedruk kabel < 1970

55

Oliedruk kabel > 1970

70

Gasdrukpijpkabel

70

Gepantserd papier lood kabel (GPLK)

60

(XL)PE kabel, gegrafiteerd, niet waterdicht of voorzien van waterboombestendige isolatie

20

(XL)PE kabel, niet gegrafiteerd, niet waterdicht of voorzien van Waterboombestendige isolatie

40

(XL)PE kabel, waterdicht of voorzien van waterboombestendige isolatie

70

Distributiekabel middenspanning (tot 30 kV)

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

Gepantserd papier lood kabel (GPLK)

60

(XL)PE kabel, gegrafiteerd, niet waterdicht of voorzien van waterboombestendige isolatie

20

(XL)PE kabel, niet gegrafiteerd, niet waterdicht of voorzien van waterboombestendige isolatie

40

(XL)PE kabel, waterdicht of voorzien van waterboombestendige isolatie

70

Distributiekabel laagspanning (0,4 kV)

Materiaal

Verwachte technische levensduur [jaar]

GPLK

100

PVC

100

Aardgas. K1, K2 EN K3 transportleidingen ( > 8 bar)

Distributieleidingen

Materiaal

Diameterrange [mm]

Verwachte technische levensduur [jaar]

Staal

>100

>100

BIJLAGE 2: REKENVOORBEELD KOSTENSPECIFICATIE

(als bedoeld in artikel 20 van de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019)

Netbeheerder:

Leiding (kenmerk):

Materiaal, medium, leeftijd, diameter:

Prijspeil kostenraming (dd-mm-jjjj):

Onnauwkeurigheidsmarge (%):

Omschrijving

Eenheid

Prijs per eenheid

Aantal

Geraamd / begroot bedrag

1. materiaal

...........................

...........................

Subtotaal

Totaal materiaalkosten

2. kosten van uit en in bedrijf stellen

...........................

...........................

Subtotaal

Totaal uit en in bedrijf stellen

3. kosten van ontwerp en begeleiding

...........................

...........................

Subtotaal

Totaal ontwerp en begeleiding

4. uitvoeringskosten

...........................

...........................

Subtotaal

Totaal uitvoeringskosten

Totaal raming / begroting

Opmerkingen bij dit tabel:

  • Indien werkzaamheden voor meerdere leidingen van netbeheerders worden verricht, moet worden aangegeven welke verdeelsleutel voor de verdeling van kosten naar kostensoorten per leiding wordt gehanteerd.

  • Ingeval sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient de netbeheerder zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen leidingbeheerders en het totaal geraamde bedrag dient te worden bijgevoegd bij de kostenraming).

  • Indien de gemeente op verzoek van netbeheerder werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing, waarvan de kosten voor rekening van netbeheerder zijn (bijv. mechanisch grondonderzoek), dan dienen deze kosten zichtbaar te zijn verwerkt in deze raming / begroting.

Toelichting: Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

Hoofdstuk 1 Algemeen

Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor één of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van "égalité devant les charges publiques" (gelijkheid van openbare lasten).

Het college is krachtens artikel 4:81 Awb bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot een haar toekomende of onder haar verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door haar gedelegeerde bevoegdheid. Met het vaststellen van deze nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een verzoek om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.

De gemeente zal alle binnen haar grondgebied aanwezige netbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe worden op reguliere basis coördinatieoverleggen kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netbeheerders worden uitgenodigd. Doel van deze (niet vrijblijvende) bijeenkomsten is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten in de infrastructuur. De netbeheerders hebben dus ook een inspanningsverplichting om de gemeente te informeren. De planningen die onder andere besproken worden zijn meerjarenplannen, jaarplannen en plannen die op korte termijn worden gerealiseerd.

De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat er vanuit dat binnen 5 jaar na het verlenen van een vergunning voor het leggen van een kabel en/of leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werkzaamheden uitvoert, die verlegging van een conform een vergunning aangelegde kabel en/of leiding noodzakelijk maakt. Na deze 5 jaar wordt een periode van 6 jaar tot einde technische levensduur gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd. Voor meer informatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

1.1. Inleidende bepalingen

Artikel 1: Werkingssfeer

Aangezien de nadeelcompensatieregeling is gebaseerd op de Verordening kabels en leidingen zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing.

Artikel 2: Begripsbepalingen

Telecommunicatiekabels zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van deze regeling. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels een geheel eigen regeling kent.

Het centrale begrip in de nadeelcompensatieregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogenschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 3: Instandhouding gemeentelijk eigendom en vrijhouden leidingtracé

Behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

2.1. Nadeelcompensatie algemeen

Voor de vaststelling van de periode waarover nog nadeelcompensatie plaatsvindt is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt. Welke periode kan worden overzien om te bepalen of een vergunning wordt afgegeven? Voor infrastructuur spelen naast voorzienbaarheid nog andere uitgangspunten een rol. De netbeheerder heeft onder andere in verband met zijn leveringszekerheid extra bescherming nodig zodat deze specifieke kabels en/of leidingen voor een langere periode ongestoord in de grond mogen blijven liggen. Projecten waarvoor verlegging van infrastructuren toch noodzakelijk is, rechtvaardigen daarom het uitgangspunt dat de gemeente hiervoor over de periode tot einde technische levensduur nadeelcompensatie verschuldigd is.

Artikel 4: Nadeelcompensatie

Als het college van de gemeente Heerenveen het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk - en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

Artikel 5: Schadebedrag

Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de nadeelcompensatieregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient door de netbeheerder inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.

2.2. Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende ligt in de openbare ruimte

Paragraaf 2.2 bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding van de netbeheerder ligt in de openbare ruimte.

Artikel 6: Nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg

De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van inwerkingtreding van de vergunning, dit omdat het moment vergunnen vaststaat.

Artikel 7: Nadeelcompensatie met ingang van het 6e jaar tot einde technische levensduur

Uitgangspunt van deze regeling is dat een kabel of leiding een bepaalde technische levensduur heeft. Is een kabel of leiding technisch nog niet afgeschreven, dan behoudt de netbeheerder die gedwongen wordt zijn kabel of leiding te verleggen recht op vergoeding van een deel van zijn schade. De schadevergoeding neemt af naarmate de technische levensduur is verstreken.

Er wordt slechts een percentage van de schade die de netbeheerder lijdt vergoed. Bij het vaststellen van deze regeling is rekening gehouden met het normale maatschappelijke en financiële risico dat iedere inwoner van de gemeente loopt wanneer werken van openbaar belang moeten worden uitgevoerd. De hoogte van de schadevergoeding op grond van deze regeling weerspiegelt de uitwerking van het gelijkheidsbeginsel dat meebrengt dat slechts die kosten worden vergoed die uitstijgen boven het normaal maatschappelijk risico. Zo mag een netbeheerder er niet van uit gaan dat zijn netwerken voor altijd ongestoord in gemeentegrond kunnen blijven liggen. Aan de andere kant mag een netbeheerder er wel op rekenen dat zijn belangen zorgvuldig worden meegewogen bij het uitwerken van gemeentelijke plannen, waarbij het wenselijk is om een regeling te treffen zodat niet over elke gedwongen verlegging hoeft te worden geprocedeerd om de hoogte van de schadevergoeding vast te stellen.

Kabels en leidingen zijn incourante objecten (ze kunnen immers niet meer op de markt verhandeld worden nadat ze zijn gelegd en hun functie zijn gaan vervullen) in de zin van het onteigeningsrecht, wat tot gevolg heeft dat bij de berekening van schade en de vergoeding de werkelijke verleggingskosten als uitgangspunt worden genomen.

Verleggingen dienen te worden gerealiseerd op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de laagst verantwoorde maatschappelijke kosten gerealiseerd kan worden. Dit houdt in dat gestreefd dient te worden naar optimalisatie, wat betekent dat bij een verlegging gekozen zal worden voor het meest aantrekkelijke alternatief onder de voorwaarde dat zulks geen nadelen oplevert voor de verlegger en de gemeente ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant. De meest voor de hand liggende variant is meestal een verlegging ter plaatse van de oorspronkelijke ligging van de te verleggen kabel of leiding.

De technische levensduur van een aantal soorten kabels of leidingen wordt bepaald aan de hand van het overzicht dat in de NKL’99 is opgenomen. De technische levensduur van kabels of leidingen die niet in de NKL’99 zijn opgenomen wordt in redelijkheid bepaald. Leidingen met een technische levensduur van 100 jaar en ouder worden niet geacht aan veroudering onderhevig te zijn. Voor de berekening van de schadevergoeding wordt in die gevallen uitgegaan van een maximale levensduur van 100 jaar.

Nadat de hoogte van de kosten is vastgesteld, wordt een schadevergoeding vastgesteld naar rato van het verstrijken van de technische levensduur van de betreffende kabel of leiding.

Over het 6e tot en met het laatste jaar van de technische levensduur van de kabel of leiding wordt in het 6e jaar 75% van de schade vergoed, aflopend naar 0% in het laatste jaar van de technische levensduur van de kabels of leiding.

Een voorbeeld: een kabel heeft een technische levensduur van 50 jaar. In het 10e jaar na het leggen van de kabel moet de kabel worden verlegd. De verleggingskosten zijn vastgesteld op € 10.000. De schadevergoeding wordt dan als volgt:

De kabel is in het 10e jaar voor 20% afgeschreven.

De schade is in het 10e jaar dan € 10.000 – 20% = € 8.000.

Van die schade wordt 75% vergoed: 75% x € 8.000,- = € 6.000,-

In dit voorbeeld betaalt de netbeheerder € 4.000 (40%) en de gemeente € 6.000 (60%) voor het verleggen van een kabel die voor 20% is afgeschreven.

Een ander voorbeeld: een kabel heeft een technische levensduur van 50 jaar. In het 25e jaar na het leggen van de kabel moet de kabel worden verlegd. De verleggingskosten zijn vastgesteld op € 10.000. De schadevergoeding wordt dan als volgt:

De kabel is in het 25e jaar voor 50% afgeschreven.

De schade is in het 10e jaar dan € 10.000 – 50% = € 5.000.

Van die schade wordt 75% vergoed: 75% x € 5.000,- = € 3.750,-

In dit voorbeeld betaalt de netbeheerder € 6.250 (62,5%) en de gemeente € 3.750 (37,5%) voor het verleggen van een kabel die voor 50% is afgeschreven.

Artikel 8: Nadeelcompensatie na einde technische levensduur

Behoeft geen verdere toelichting.

2.3. Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in de openbare ruimte

Paragraaf 2.3 handelt over de hoogte van de nadeelcompensatie indien de kabel en/of leiding van de netbeheerder verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en niet in de openbare ruimte ligt.

Een verlegging van een kabel en/of leiding in niet-openbare grond is gezien vanuit het standpunt van deze nadeelcompensatieregeling altijd het gevolg van een verlegging van dezelfde kabel en/of leiding in openbare grond. Het is dus een oorzaak-gevolg kwestie.

Artikel 9: Nadeelcompensatie tot einde technische levensduur

Behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 10: Nadeelcompensatie na einde technische levensduur

Behoeft geen verdere toelichting.

2.4. Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Deze paragraaf bevat een aantal artikelen die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag van de nadeelcompensatie.

Artikel 11: Schadebeperking

Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van een kabel en/of leiding schadebeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De te nemen maatregelen moeten gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

Artikel 12: Hardheidsclausule

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netbeheerder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van de paragrafen 2.2 of 2.3 van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen.

Artikel 13: Meerdere verleggingen op dezelfde locatie

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen, is op de eerste maatregelen deze nadeelcompensatieregeling van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere tijdelijke maatregelen op dezelfde locatie in een voorzienbare periode (5 jaar) van dezelfde kabel en/of leiding.

Met betrekking tot het tweede lid geldt dat een noodnet niet kan worden gezien als een (tijdelijke) voorziening. Dit wordt gezien als een uitvoeringswijze.

Artikel 14: Geen nadeelcompensatie

Als een vergunning wordt of is verleend aan een netbeheerder voor het leggen van een kabel en/of leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat de kabel en/of leiding binnen 5 jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in de vergunning daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie plaatsvinden.

Artikel 15: Aanwijzing

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

Artikel 16: Vooroverleg

Het college voert vooroverleg met de netbeheerder nadat de netbeheerder geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor de betrokken kabels en/of leidingen.

Het college streeft ernaar in het overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Tijdens het vooroverleg worden onder andere aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld.

Artikel 17: Nemen van maatregelen

Het college neemt het besluit tot het geven van een aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. Het aanwijzingsbesluit richt zich op de noodzaak tot het nemen van maatregelen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het besluit handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd wordt in artikel 21 en dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. De aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

Artikel 18: Termijn indienen verzoek

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 19: Datum vergunning aanleg kabel en/of leiding

Het moment van leggen van de kabel of leiding wordt bepaald aan de hand van de datum waarop de desbetreffende vergunning is afgegeven. Is die datum niet te achterhalen, dan wordt het moment van leggen van de kabel of leiding naar redelijkheid vastgesteld, waarbij – bijvoorbeeld – het jaar van inrichten van een bepaalde wijk of straat of het oprichten van een aan de kabel of leiding verbonden transformator- of gasstation een bruikbare aanwijzing kan zijn.

Artikel 20: Verzoek

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van de belanghebbende, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen daarom bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten.

Artikel 21: Besluit vaststelling nadeelcompensatie

Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan 5 jaren nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de netbeheerder voor het nemen van maatregelen wordt ingediend. Het verzoek kan ongegrond verklaard worden als de te nemen maatregelen aan de kabel en/of leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. Het verzoek kan ook geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden. Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd. Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan. Het college kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

Artikel 22: Betaling nadeelcompensatie

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen

Artikel 23: Algemeen

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Hierbij is van belang dat de nemen maatregelen gerealiseerd moeten worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant.

Artikel 24: Kosten van ontwerp en begeleiding

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering.

Artikel 25: Kosten van uit en in bedrijfstellen

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

Artikel 26: Uitvoeringskosten

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.

Artikel 27: Materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten.

Artikel 28: Bundeling werkzaamheden

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

Artikel 29: Overgangsregeling en uitsluitingen

Deze bepaling bevat het overgangsrecht. Deze nadeelcompensatieregeling is van toepassing op werken waarvoor op het moment van in werking treden nog geen (schriftelijke) afspraken zijn. Daarnaast is deze regeling niet van toepassing op gemeentelijke kabel- en/of leidingnetwerken.