Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

Geldend van 12-11-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

De raad van de gemeente Heerenveen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 september 2019;

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare gronden met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149 en 229 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening: Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019 inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen.

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. belanghebbenden

de omwonenden en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

b. breekverbod

verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel;

c. gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

d. instemmingsbesluit

besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

e. kabels en/of leidingen

een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar (elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

f. marktconforme kosten

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

g. netbeheerder

degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;

h. netwerk

samenstel van kabels of leidingen;

i. openbare gronden

openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken; wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor eenieder toegankelijk zijn;

j. registratiesysteem

digitaal systeem dat de gemeente gebruikt om meldingen en/of vergunning-/instemmingsaanvragen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

k. spoedeisende werkzaamheden

werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden of afsluitingen vanwege wanbetaling;

l. werkzaamheden

handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

m. werkzaamheden van niet ingrijpende aard

werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 10 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;

het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 4 m².

n. vergunning

besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, behoudens voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden door of namens een netbeheerder in of op openbare gronden binnen de gemeente Heerenveen.

  • 2. Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      ondergrondse ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden;

    • e.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt.

HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN

Artikel 4 Instemmings- en vergunningsvereiste

  • 1. Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit of verstrekte vergunning.

  • 2. Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan burgemeester en wethouders. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.

  • 3. De werkzaamheden dienen binnen een jaar na de datum waarop het instemmingsbesluit of vergunning onherroepelijk is geworden te zijn voltooid.

  • 4. Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.

  • 5. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden zijn bij extreme weersomstandigheden en/of evenementen burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van extreme weersomstandigheden is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. De termijnen zoals bedoeld in het derde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk één dag voor beëindiging van het breekverbod, zullen burgemeester en wethouders de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 4, bij burgemeester en wethouders te worden aangevraagd. De aanvraag tot instemming van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.

  • 2. In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met burgemeester en wethouders teneinde de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden. Ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden, worden zo nodig per geval concrete afspraken gemaakt.

  • 3. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager burgemeester en wethouders hiervan op de hoogte.

  • 4. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij burgemeester en wethouders.

  • 5. Spoedeisende werkzaamheden dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij de burgemeester van de gemeente Heerenveen of bij een daartoe door hem gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen een werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem.

  • 2. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegeven van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      vereiste vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen;

    • e.

      een digitale GBKN/BGT tekening (DWG- en/of PDF-formaat) met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:

      • 1°.

        een opgave van het gewenste tracé;

      • 2°.

        een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen;

    • f.

      overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden binnen de beschikbare ruimte, waaruit ook blijkt dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

    • g.

      de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking;

    • h.

      de voorgenomen datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • i.

      een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen.

  • 3. Voor een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem. De volgende gegevens dienen daarbij in ieder geval te worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegeven van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      de uitvoerende partij, het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;

    • d.

      de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • e.

      de daadwerkelijke startdatum van de werkzaamheden.

Artikel 7 Voorschriften en weigeringsgronden

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verstrekken van een vergunning, instemmingsbesluit of toestemming ingeval van meldingsplicht, voorschriften of beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      voorkoming van schade (aan nutsvoorzieningen, bouw- en wegconstructies en bomen);

    • d.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • e.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • f.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten zoals archeologische vondsten.

  • 2. De voorschriften en weigeringsgronden, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente Heerenveen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

  • 3. De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden dienen schriftelijk te worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4. Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

  • 5. Bij grote projecten met meer dan 10 km tracélengte is het college bevoegd om maatwerkafspraken te maken voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen.

  • 6. De beheerder of exploitant van een kabel of leiding die niet langer in gebruik is, meldt dit terstond aan burgemeester en wethouders en is verplicht deze binnen een door hen gestelde termijn te verwijderen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Op verzoek van burgemeester en wethouders wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2. In het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9 Termijnen

  • 1. Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, delen burgemeester en wethouders dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3. De termijnverlenging als bedoeld in het vorige lid bedraagt maximaal vier weken.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

  • 1. Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in (privaatrechtelijke) schriftelijke afspraken tussen partijen.

  • 2. De netbeheerder is verplicht op verzoek van burgemeester en wethouders over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk.

  • 3. Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het tweede lid wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling.

  • 4. Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 11 Efficiënte ordening kabels en leidingen

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de regie voor een efficiënte ordening van kabels en/of leidingen in gronden die in eigendom zijn van de gemeente. Hierbij worden de NEN-normen NEN 7171-1 en NPR 7171-2 zo veel mogelijk in acht genomen.

  • 2. Burgemeester en wethouders zorgen er tevens voor dat het tracé waarin zich kabels en leidingen bevinden vrij wordt gehouden van diep wortelende beplanting, waaronder bomen, en straatmeubilair.

  • 3. Burgemeester en wethouders organiseren ten minste twee maal per jaar een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Heerenveen bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 4. In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden uitgewisseld met betrekking tot alle uit te voeren infrastructurele projecten in de openbare gronden op de korte-, middellange- en lange termijn.

Artikel 12 Niet-openbare kabels en/of leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing. Het betreft kabels en/of leidingen, dan wel het netwerk waartoe deze behoren, die niet gebruikt worden om openbare, zijnde voor het publiek beschikbare, diensten aan te bieden.

  • 2. Het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Heerenveen met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 13 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding dan wel dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.

  • 2. De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

HOOFDSTUK 4: HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN

Artikel 14 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders vaststellen dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een vergunning of instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en hun overige wettelijke bevoegdheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd het instemmingsbesluit of de vergunning in te trekken, dan wel de werkzaamheden stil te leggen indien er wordt gewerkt:

    • a.

      zonder vergunning of instemmingsbesluit of zonder melding;

    • b.

      de vergunning of instemming is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • c.

      de vergunning of instemming in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • d.

      in afwijking van de voorschriften van de vergunning of het instemmingsbesluit;

    • e.

      in afwijking van de nadere regels;

    • f.

      in strijd met het geldende breekverbod.

HOOFDSTUK 5: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekking oude verordening

Er zijn geen oude verordeningen die worden ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsbepalingen

  • 1. De verordening, genoemd onder artikel 15, en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) blijven van kracht op instemmings- en vergunningsverzoeken en meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordeningen is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op de kabels en leidingen die aanwezig zijn op het moment dat deze verordening in werking treedt, ongeacht op welke grondslag deze zijn aangelegd.

  • 3. Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening of deze buiten toepassing te laten.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heerenveen in zijn openbare vergadering van 10 oktober 2019.

de griffier,

de voorzitter,

Toelichting Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019

Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

Algemeen

Het doel van deze toelichting is om informatie, aanvulling en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Verordening kabels en leidingen (de Verordening), zowel voor gebruik binnen de gemeente als voor de netbeheerders. De actuele versie van de toelichting is steeds bepalend.

Het doel van de Verordening is om over het proces van aanleg, verlegging, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen voorwaarden te stellen en afspraken te maken teneinde:

  • het hebben en houden van boven- en ondergrondse infrastructurele werken van de gemeente en de netbeheerders af te stemmen;

  • een vlotte en zoveel mogelijk gelijktijdige uitvoering van de werkzaamheden te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werkzaamheden tot een minimum te beperken;

  • de regisserende rol van de gemeente in de openbare gronden op het gebied van gebruik, samenwerking en ordening vast te leggen, inclusief de wederzijdse verantwoordelijkheden van netbeheerders en gemeente;

  • te bevorderen dat bij noodzakelijke verleggingen van kabels en leidingen de uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt tegen de laagst verantwoorde maatschappelijke kosten;

  • te bevorderen dat de gemeente voor het hebben en houden van kabels en leidingen een tracé beschikbaar stelt dat zo efficiënt mogelijk gebruik maakt van gemeentegrond;

  • de veiligheid voor personen en gebouwen bij de aanleg, verlegging, onderhoud of verwijdering van kabels en leidingen te waarborgen;

  • te waarborgen dat de gemeente nader overleg tussen alle betrokken partijen initieert en faciliteert over alle uit te voeren infrastructurele projecten van alle betrokken partijen in de openbare gronden op middellange- en lange termijn;

  • te waarborgen dat de initiatiefnemer van een project in de planfase van een project overleg initieert met de desbetreffende netbeheerder(s), gemeente en overige betrokken partijen teneinde de gevolgen van dat project voor de boven- en ondergrondse infrastructuur, daarbij inbegrepen de ligging en het noodzakelijk/wenselijk uit te voeren onderhoud van kabels en leidingen te analyseren en in gezamenlijk overleg te besluiten over aanpassingen van het projectplan;

  • te waarborgen dat de initiatiefnemer van een project in de uitvoeringsfase, voor aanvang van de werkzaamheden een startvergadering belegt met de desbetreffende netbeheerder(s), gemeente en overige direct betrokken partijen teneinde afspraken te maken over de frequentie van informatie-uitwisseling tijdens de duur van het project;

  • te waarborgen dat burgemeester en wethouders incidentele ingrepen in de openbare gronden die voor een netbeheerder van belang kunnen zijn, zoals een significante wijziging van de maaiveldhoogte, melden aan de desbetreffende netbeheerder(s).

Volgens de Verordening wordt iedere aanvraag van elke netbeheerder eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag voor de diverse kabel- en leidingeigenaren (Telecommunicatiewet e.a.) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. Immers, in de praktijk gaat het om dezelfde werkzaamheden. Belangrijk uitgangspunt is dat werkzaamheden alleen in en op de openbare ondergrond mogen worden uitgevoerd na voorafgaande instemming, vergunning of toestemming van de gemeente.

Voor de aanvraag van een instemmingsbesluit of vergunning zijn aan de gemeente leges verschuldigd, aangezien de instemming en vergunning als een dienst van de gemeente aan de netbeheerder is te beschouwen. Leges kunnen ook worden geheven voor de melding van werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan meldingen in het kader van in en uit gebruik nemen van kabels en niet ingrijpende werkzaamheden. Aangezien in bedoelde gevallen in de praktijk ook een dienst door de gemeente wordt geleverd, maar een lichtere procedure geldt, zal dit invloed hebben op de hoogte van de legestarieven. Dit leidt op dit punt tot minder leges voor de netbeheerder.

Via nadere regels (Handboek kabels en leidingen, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten en een Nadeelcompensatieregeling) kunnen op publiekrechtelijke wijze aanvullende voorwaarden, eisen en regels voor de werkzaamheden van de netbeheerder door burgemeester en wethouders worden vastgesteld.

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet, de Belemmeringenwet privaatrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene plaatselijke verordening, de WIBON, de Telecommunicatiewet en uit contractuele afspraken met netbeheerders. De gemeente is in vele rollen betrokken bij werkzaamheden in de openbare ruimte, onder andere als grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, enzovoorts.

In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en netbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. De gemeente heeft hierin een coördinerende rol voor een goed verloop van het integrale proces met betrekking tot de werkzaamheden van alle netbeheerders. Mede doordat de fysieke ondergrond vol raakt met een groot aantal kabels en leidingen, is goede afstemming van werkzaamheden en belangen noodzakelijk. De coördinerende rol van de gemeente is bijvoorbeeld terug te vinden in de artikelen 4, 5 en 6 van de Verordening.

Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente efficiëntie, harmonisering en uniformering van de uitvoering van werkzaamheden nagestreefd. Het opbreken van de openbare gronden dient tot zo min mogelijk overlast te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening.

Twee regimes voor kabels en leidingen

Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk en werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding en opruiming van overige kabels en leidingen.

Voor de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk bepaalt de Telecommunicatiewet (Tw), dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren, slechts overgaat tot het verrichten van deze werkzaamheden indien het voornemen daartoe schriftelijk is gemeld aan burgemeester en wethouders en de aanbieder van burgemeester en wethouders instemming heeft verkregen voor de uitvoering van de werkzaamheden (artikel 5.4, eerste lid, van de Tw). De Telecommunicatiewet bepaalt daarbij eveneens dat burgemeester en wethouders in het instemmingsbesluit bijzondere voorschriften kunnen opnemen (artikel 5.4, tweede en derde lid, van de Tw) en dat de raad met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden bij verordening regels vaststelt (artikel 5.4, vierde lid, van de Tw).

Voor de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van de overige kabels en leidingen ontbreekt een dergelijke vorm van wetgeving. In veel gemeenten wordt de vergunning voor de werkzaamheden verleend op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV), enkele gemeenten kennen reeds een afzonderlijke kabel- en leidingenverordening.

De gemeente heeft besloten om zowel de instemmingsplicht uit de Tw als de vergunningplicht uit de APV op te nemen in de Verordening. De gemeente voldoet hiermee aan de eis uit de Tw om een Telecommunicatieverordening op te stellen en de gemeentelijke wens om uniformering te realiseren in het kabel- en leidingbeleid van de gemeente met betrekking tot alle netbeheerders (telecom en nuts).

Publiekrechtelijke vergunning of instemming en privaatrechtelijke toestemming

De vergunning of instemming voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen is publiekrechtelijk van aard. Dat wil zeggen dat de verkrijger van de vergunning of instemming het recht krijgt om (tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden) de openbare orde te mogen verstoren, dit om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

De vergunning of instemming tot het uitvoeren van werkzaamheden geeft geen privaatrechtelijke toestemming aan de vergunning- of instemmingverkrijger om daadwerkelijk de werkzaamheden uit te voeren. De verkrijger van de vergunning of instemming dient daartoe eveneens een privaatrechtelijke toestemming te verkrijgen van de eigenaar van de openbare gronden. Indien de gemeente eigenaar van de gronden is, dan kan de gemeente tegelijkertijd met de vergunning of instemming eveneens een privaatrechtelijke toestemming geven aan de vergunning verkrijger, zodat deze kan overgaan tot de uitvoering van de werkzaamheden. Als een derde eigenaar van de grond is, ligt dat anders. Burgemeester en wethouders kunnen in dat geval de aanvrager erop wijzen dat hij niet eerder met de werkzaamheden kan aanvangen alvorens hij ook privaatrechtelijke toestemming heeft verkregen van deze derde.

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Gedoogplichtige

De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige ziet in deze verordening ook op de gemeente indien zij gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins kabels en/of leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan privaatrechtelijk afspraken tussen gemeente en een kabel- en/of leidingeigenaar of indien voor deze een aansluitplicht geldt. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in en op hun gronden. Onder instandhouding van de kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden en onderhouden van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden. Ook het enkel hebben en houden van de kabels en/of leidingen, zonder dat daaraan werkzaamheden worden verricht, geldt als instandhouding.

Kabels en/of leidingen

Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een openbaar netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten. Voorbeelden van kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen, waterleidingen en leidingen ten behoeve van stadsverwarming (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Voorbeelden van distributie- of mutatiepunten zijn handholes, afsluiters, brandkranen, lassen, enzovoort. Het begrip kabels en/of leidingen omvat ook lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, duikers) en beschermingswerken. Het gaat om kabels en/of leidingen die onderdeel uitmaken van openbare netwerken, dus niet om verbindingen die liggen binnen de installatie c.q. het domein van een (eind)gebruiker (producent of een afnemer), of uit gebruik genomen kabels en/of leidingen.

Marktconforme kosten

De gemeente streeft ernaar om het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen) te stimuleren. Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn. Hierbij is aansluiting gezocht bij de definitie zoals die in de Telecommunicatiewet wordt gebruikt.

Netwerk

De omschrijving maakt met name duidelijk dat het gaat om het geheel van kabels of leidingen die bestemd zijn voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, bijvoorbeeld de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) en de elektronische communicatienetwerken (zoals geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet, artikel 1.1.).

Netbeheerder

Netbeheerders zijn de beheerders van (niet-)openbare netwerken bestemd voor het transport van water, energie en informatie. Dat zijn dus ook de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken. Vaak zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van opdrachtgever op zich nemen. Onder een netbeheerder wordt tevens verstaan degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels en/of leidingen ten dienste van een dergelijk netwerk aanlegt, in stand houdt en opruimt, ook indien hij niet zelf dit netwerk of de diensten via dit netwerk dan wel de bijbehorende faciliteiten aanbiedt.

Openbare gronden

Hiertoe worden, conform de definitie van openbare gronden uit de Telecommunicatiewet, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).

Spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

Werkzaamheden

(Graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 10 van de Verordening en in de Telecommunicatiewet. Onder sleufloze technieken wordt verstaan het maken van een holle ruimte in de grond, met behulp van een (gestuurde) boring of persing, zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen. De regels van de Verordening hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De Verordening ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen.

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet. De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WIBON, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.

Aansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de Verordening kabels en leidingen gemeente Heerenveen 2019. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, te denken valt daarbij aan werkzaamheden die slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld.

Onder deze werkzaamheden vallen ook:

  • het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, zoals buizen ten behoeve van glasvezelkabels (bijvoorbeeld HDPE-buizen) en mantelbuizen;

  • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 4m².

Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijk kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.

Overige begripsbepalingen

Behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze Verordening geeft onder andere invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen voor werkzaamheden aan kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. De Verordening geldt voor netbeheerders en hun eventuele rechtsopvolger(s). Eventuele bepalingen in de Verordening, zoals artikel 10 van de Verordening, gelden niet voor deze kabels indien en voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet. Vooralsnog is er geen vergelijkbare wettelijke regeling voor andere kabels en leidingen, zoals elektriciteitskabels en waterleidingen. Regels en afspraken met betrekking tot deze netbeheerders werden steeds opgenomen in de APV of privaatrechtelijke overeenkomsten. Met deze verordening wordt voorzien in, zoveel mogelijk uniforme, regelgeving voor alle netbeheerders die binnen de gemeente werken.

Artikel 3 Nadere regels

Burgemeester en wethouders krijgen de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels kunnen worden opgenomen in onder meer een Nadeelcompensatieregeling, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten en Handboek kabels en leidingen. In bijvoorbeeld het Handboek kabels en leidingen kunnen technische en procedurele voorwaarden worden opgenomen in verband met onder andere:

  • feest- of gedenkdagen en/of beperking van overlast voor belanghebbenden, bijvoorbeeld een winkelier;

  • de wijze van uitvoering;

  • het opstellen van voorschriften op het gebied van markering en afzetting;

  • het maken van proefsleuven;

  • opruimen van buiten gebruik zijnde kabels en/of leidingen.

HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN

Artikel 4 Instemmings- en vergunningsvereiste

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare gronden verboden zijn, tenzij men beschikt over een instemmingsbesluit of een vergunning.

In dit artikel wordt voor de instemmings- en vergunningsprocedure onderscheid gemaakt tussen reguliere werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en/of leidingen tot 10 meter gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, schriftelijk of digitaal melden vooraf onmogelijk is.

De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door de gemeenteraad op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangegeven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen spoedeisende werkzaamheden uitgevoerd mogen worden zonder voorafgaand instemmingsbesluit of vergunning.

Voorbeelden van dergelijke gebieden die op de kaart kunnen staan zijn:

  • Risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport met gevaarlijke stoffen;

  • Historische stadskernen of historische straten of natuurgebieden;

  • Toegangswegen van en naar gebouwen van hulpdiensten, brandweerkazernes, politie, en gemeentelijke gebouwen. De gemeente kan voor toegangswegen naar zulke gebouwen de doorgang altijd vereisen.

In bovenstaande gevallen is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na vaststellen van de Verordening.

Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals bijvoorbeeld: riolering, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern zoveel mogelijk na te leven.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een breekverbod in te stellen tijdens door de gemeente vergunde evenementen of als er naar haar oordeel sprake is van extreme weersomstandigheden. Een afweging die hierbij gemaakt wordt is de kans op schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat dit ingaat, gecommuniceerd naar de betrokken uitvoerende partijen. In ieder geval een dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit meegedeeld aan de betrokken uitvoerende partijen. Gedurende het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot geheel of gedeeltelijke stillegging van het werk. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen.

Artikel 5 Aanvragen en melden

In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders moet worden gedaan. Dat kan bij burgemeester en wethouders of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.

De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van burgemeester en wethouders is vereist, is opgenomen in de Verordening en is van toepassing op de werkzaamheden van netbeheerders van openbare elektronische communicatienetwerken. Het vergunningsvereiste in de Verordening is in lijn met de verplichting uit de Telecommunicatiewet en de toestemming of vergunning die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat die instemming of vergunning betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

Voor spoedeisende werkzaamheden, zoals ingeval van storingen, wordt een uitzondering gemaakt. Deze moeten zoveel mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden, als dit niet mogelijk is moet dit in ieder geval binnen een werkdag na uitvoering van de werkzaamheden zijn gedaan. Spoedeisende werkzaamheden dienen bij de burgemeester van de gemeente te worden gemeld dan wel bij een daartoe door hem gemachtigd ambtenaar. De burgemeester kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is.

In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen dan de gemeente. Omdat de gemeente een coördinerende rol heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of het Waterschap.

Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat naast het instemmingsbesluit of de vergunning mogelijk ook andere vergunningen aangevraagd moeten worden voor de voorgenomen werkzaamheden. In het geval dat naast een instemmingsbesluit of een vergunning ook een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan dan de gemeente nodig is, heeft de gemeente hierin een coördinerende rol om afstemming te bevorderen.

Als de aanvrager daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen.

Het is belangrijk dat aanvragers zelf bij het aanvragen van een instemmingsbesluit of vergunning rekening houden met een eventueel vergunning traject waarop de aanvraag voor het instemmingsbesluit of de vergunning betrekking heeft. Dit kan onnodige vertraging voorkomen bij het afgeven van het instemmingsbesluit of de vergunning omdat het verlenen van een andere benodigde vergunning eerst afgewacht dient te worden voordat er instemming of vergunning kan worden verleend.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Zo dienen in het geval dat een netbeheerder opdracht geeft om de werkzaamheden te laten verrichten en daartoe een externe uitvoerder machtigt, behalve de gegevens van de externe partij ook die van de netbeheerder te worden verstrekt.

De aanvraag moet (digitaal) gebeuren door middel van de door burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren en/of registratiesysteem. Voor aanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard behoeft slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt te worden. Voor reguliere aanvragen dienen meer gegevens verstrekt te worden.

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:5 lid 1 Awb.

Bij de aard van de kabels en/of leidingen gaat het erom of het openbare of niet-openbare kabels en/of leidingen betreft.

Het waarborgen van de blijvende bereikbaarheid van de kabels en/of leidingen kan bijvoorbeeld worden aangetoond door een opgave van de doorsnede van de kabel- en/of leidingsleuf of -goot waarin het ruimtebeslag van de aanwezige en de aan te brengen kabels en/of leidingen gezamenlijk is aangegeven. Indien de aanleg van kabels en/of leidingen (mogelijk) hinderlijke ligging teweeg zal brengen moet aan de gemeente overlegd worden wat de uitkomst is van overleg met andere netbeheerders en welke afspraken inzake de hinderlijke ligging er zijn gemaakt tussen netbeheerders. Indien het beoogde tracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen dient een alternatief tracé te worden gekozen.

Op grond van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) is er een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, grondroerders en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. Van de netbeheerders wordt verwacht dat zij hun kabels en/of leidingen zodanig registreren dat steeds inzicht daarin kan worden verkregen door de gemeente.

Er is samenhang tussen de WIBON en de Verordening van de gemeente. De WIBON heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WIBON bepaalt in artikel 30 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over werkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning (in de zin van deze verordening een instemmingsbesluit).

Artikel 7 Voorschriften en weigeringsgronden

Op grond van de Verordening gelden een aantal verplichtingen voor degene die werkzaamheden gaan verrichten. Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders aan het instemmingsbesluit of vergunning aanvullende voorschriften verbinden. In de verordening is geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften dit zijn.

De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Voorts zijn er weigeringsgronden voor het verlenen van een vergunning. Deze gronden zijn gelijkluidend aan de belangen volgens artikel 5.4, tweede lid, van de Telecommunicatiewet. Daarnaast kunnen door burgemeester en wethouders lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.

In het kader van de ondergrondse ordening kan gedacht worden aan bescherming van reeds in de grond aanwezige werken van bijvoorbeeld de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit. Bescherming van deze werken betekent onder meer het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken Voorts kan dit (indirect) met zich meebrengen dat deze werken zo min mogelijk worden gehinderd in hun ligging.

Dit artikel benadrukt dat alle belanghebbenden worden geïnformeerd. Hieronder vallen onder andere bewoners van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebruikers, winkeliers en gebruikers van kantoorpanden.

Als burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven zelf zorg te dragen voor het in oude staat terugbrengen van verhardingen en beplanting dient de netbeheerder de marktconforme kosten daarvan aan de gemeente te vergoeden.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen

Dit artikel heeft als doel om medegebruik zoveel als mogelijk te bevorderen. Op verzoek van een gedoogplichtige dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond en dat er zo effectief mogelijk gebruik wordt gemaakt van de openbare gronden bijvoorbeeld door middel van het delen van voorzieningen. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld kabelgoten en geleidingen.

Artikel 9 Termijnen

De beslistermijn van burgemeester en wethouders is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van de Awb delen burgemeester en wethouders indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moeten burgemeester en wethouders zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Burgemeester en wethouders kunnen onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.

De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb).

Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de Verordening wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht in de Verordening niet van toepassing verklaard.

HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels conform artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet van toepassing.

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van water- of energievoorzieningen in of op openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s) die gerespecteerd worden voor zover deze regelingen niet aanvullend daarop zijn. Een netbeheerder is verplicht maatregelen, waaronder het verplaatsen, te nemen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzaak moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden vooralsnog berekend aan de hand van de tussen partijen van toepassing zijnde afspraken, totdat er algemeen geldende regels zijn overeengekomen.

Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van de gemeente zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden dienen te worden.

Artikel 11 Overleg

Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (korte-, middellange- en lange termijn) overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van de gemeente. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een goede ondergrondse ordening van kabels en/of leidingen.

Artikel 12 Niet-openbare kabels en/of leidingen

Met niet-openbare kabels en/of leidingen worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezelverbinding tussen twee bankgebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de bankinstelling zelf. De gemeente gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare gronden. De gemeente kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die niet-openbare kabels en/of leidingen wensen aan te leggen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat in het algemeen geen toestemming wordt verleend voor de aanleg van niet-openbare kabels en/of leidingen van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, dienen bij voorkeur gebruik te maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.

Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de Verordening van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare kabels en/of leidingen daar moet worden gelezen niet-openbare kabels en/of leidingen. Dat betekent echter niet dat de gemeente daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.

Artikel 13 Informatieplicht

Ten aanzien van kabels (en bijbehorende voorzieningen) ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken is wettelijk voorzien in regels voor de duur van de gedoogplicht. Het is mede daarom van belang om inzichtelijk te hebben of kabels en/of leidingen nog deel uitmaken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.

Netbeheerders dienen burgemeester en wethouders te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van burgemeester en wethouders moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment kunnen worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.

Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden.

Burgemeester en wethouders moeten op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

Op het eigendom van kabels en leidingen zijn de wettelijke bepalingen van toepassing.

HOOFDSTUK 4:HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN

Artikel 14 Toezicht en handhaving

De gemeente is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit en de vergunning. Dit artikel geeft aan dat burgemeester en wethouders ambtenaren kunnen aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze Verordening. Als een of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften van deze Verordening behouden burgemeester en wethouders zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de hen toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.

Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.

Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kunnen burgemeester en wethouders in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.

In de regel zullen burgemeester en wethouders handhavend optreden, maar onder bijzondere omstandigheden kan worden verlangd dat achteraf een situatie wordt gelegaliseerd. Bijvoorbeeld indien voor reeds uitgevoerde werkzaamheden een melding is gedaan terwijl een instemmingsbesluit of vergunning had moeten worden aangevraagd. Het laten verwijderen of verplaatsen van de kabels en/of leidingen kan zodanig onevenredig zijn in verhouding tot het openbaar belang dat de vereiste instemmings- of vergunningsprocedure alsnog moet worden gevolgd. Daarbij komt dat het van belang is dat moet worden voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de instemmings- of vergunningsprocedure. Te denken valt onder andere aan een aantal (praktische) zaken, zoals het verstrekken van relevante gegevens. De kosten die de gemeente maakt voor het alsnog volgen van de vereiste procedure, is ook te beschouwen als een dienst van de gemeente waarvoor alsnog (verhoogde) leges verschuldigd kunnen zijn. Ook eventuele herstraatkosten enzovoorts kunnen in rekening worden gebracht.

Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid de verleende instemming of vergunning in te trekken of de verleende vergunning te wijzigen als er niet voldaan is aan de voorschriften wat betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot intrekking van het instemmingsbesluit of intrekking dan wel wijziging van de vergunning voordat het burgemeester en wethouders de houder van het instemmingsbesluit hebben gehoord. Aan het besluit tot intrekking van het instemmingsbesluit of intrekking dan wel wijziging van de vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en/of leidingen te verplaatsen of deze te verwijderen.

HOOFDSTUK 5:OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekking oude verordening

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 16 Overgangsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 19 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.