Watertakenplan Heerenveen 2021-2024 Samenwerken aan de wateropgaven

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Watertakenplan Heerenveen 2021-2024 Samenwerken aan de wateropgaven

Samenvatting

Met de watertaken werken we aan een gezonde en veilige leefomgeving en maken we Heerenveen meer klimaatbestendig, duurzaam en toekomstbestendig. Goede riolering en robuuste wateren zijn hiervoor nodig. Ze zorgen voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu, ook spelen ze een belangrijke rol in het tegengaan van wateroverlast. Als gemeente hebben we de taak om voor die riolering en wateren te zorgen: vanuit de Wet milieubeheer en de Waterwet hebben we zorgplichten voor stedelijk afvalwater, voor hemelwater en voor grondwater. In dit watertakenplan beschrijven we de invulling van de zorgplichten in de periode van 2021 tot en met 2024.

Met het aflopende watertakenplan wilden we een uitgebreid, toegankelijk en leesbaar plan opstellen wat vele jaren gebruikt kon worden. Dat is gelukt. We gaven al invulling aan de watertaken (en noemden het daarom ook meteen een watertakenplan), zetten stappen in klimaatadaptatie en keken naar de opgave voor stedelijk waterbeheer. Er is veel gebeurd: we hebben vele kilometers riolen vervangen en hemelwater afgekoppeld van het gemengde riool, nieuwe wijken aangelegd en voorzien van riolering, een veel groter areaal gekregen door de herindeling met de gemeente Boarnsterhim en het beheer van de stedelijke wateren overgedragen aan het Wetterskip Fryslân.

De komende jaren willen we een goede invulling blijven geven aan de watertaken. Nieuwe ontwikkelingen, kansen en mogelijkheden geven we hier een plek in. Dit hebben we uitgewerkt in 7 doelen:

  • We willen voldoen aan wetten en regels.

  • We willen het areaal goed beheren.

  • We willen in al ons handelen naar de waterketen en watersysteem kijken.

  • We willen Heerenveen klimaatadaptief maken.

  • We willen toekomstgericht werken aan een duurzame waterketen.

  • We willen integraal werken.

  • We willen samenwerken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen.

Met onze 19.000 kolken, 450 kilometer vrijvervalriolen, 950 gemalen en andere onderdelen van de waterketen en het watersysteem vervullen we onze watertaken. Samen hebben ze een vervangingswaarde van ruim 330 miljoen euro. Dit grote kapitaal onderhouden we, vervangen we waar nodig en verbeteren we waar nodig en mogelijk. We zetten de komende jaren onder andere in op het invoeren van risicogestuurd beheer, het vergroenen van Heerenveen, het creëren van meer ruimte voor water, het repareren en vervangen van slechte riolen en een goede samenwerking met bewoners en bedrijven.

Om alle watertaken uit te voeren hebben we in de planperiode gemiddeld 7 miljoen per jaar aan rioolheffingsinkomsten nodig. De benodigde rioolheffingsinkomsten liggen hiermee in lijn van het aflopende watertakenplan en de eerder genomen besluiten met betrekking tot de rioolheffing.

1. Het nieuwe watertakenplan 2021-2024

1.1 Aanleiding

Goede riolering en robuuste wateren zijn nodig voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu, ook spelen ze een belangrijke rol in het tegengaan van wateroverlast. Als gemeente hebben we de taak om voor die riolering en wateren te zorgen: vanuit de Wet milieubeheer en de Waterwet hebben we zorgplichten voor stedelijk afvalwater, voor hemelwater en voor grondwater. In dit watertakenplan beschrijven we de invulling van de zorgplichten in de periode van 2021 tot en met 2024.

In 2008 is het vorige Watertakenplan 2009-2012 vastgesteld. Met dit plan keken we – zoals later gebruikelijk werd – al breed naar alle watertaken. Vele jaren konden we er goed mee werken, maar met de tijd werden er nieuwe onderwerpen belangrijk(er); klimaatadaptatie en duurzaamheid kwamen op, de omgevingswet komt eraan en het deltaprogramma ruimtelijke adaptatie werd vastgesteld. Ook is er in de afgelopen (ruim) 10 jaar veel veranderd aan het rioolstelsel en de watergangen. Enerzijds is door herindelingen het areaal fors toegenomen. Anderzijds is het areaal gegroeid doordat we nieuwe wijken en bedrijventerreinen aanlegden en doordat we op veel plekken verbeteringen aanbrachten in het aanwezige stelsel. Deze verandering in onderwerpen en in areaal is dan ook de aanleiding om het Watertakenplan te vernieuwen.

1.2 Het watertakenplan

De manier waarop we kijken naar de watertaken wordt voor een groot deel bepaald door wat we belangrijk vinden. Het geeft aan wat onze aandacht heeft en waar we onze tijd aan besteden. Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Als gemeente hebben we de taak om voor die riolering te zorgen: we hebben de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, voor afvloeiend hemelwater en een inspanningsverplichting voor grondwatermaatregelen. Dit Gemeentelijk watertakenplan van 2021 tot en met 2024 geeft aan hoe wij met deze drie zorgplichten omgaan. Onder de nieuwe Omgevingswet is een watertakenplan of GRP (Gemeentelijk Rioleringslan) niet meer verplicht. Toch wordt in de memorie van toelichting aangegeven dat een, niet verplicht, Gemeentelijk Watertakenplan of GRP zeer belangrijk is voor het beleid rondom riolering en stedelijk water en voor de onderbouwing van de rioolheffing. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 1 januari 2022. Tot die tijd is een vigerend Watertakenplan of GRP nog steeds wettelijk verplicht op basis van de Wet milieubeheer (wm) 4.22.

Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Dit watertakenplan helpt daarbij en speelt in op ontwikkelingen zoals het veranderende klimaat en duurzaamheid. Ook het financiële beleid en de inzet van middelen zijn belangrijke aandachtspunten.

Memorie van toelichting op de Omgevingswet

”Het gemeentelijk rioleringsplan, zoals dat op grond van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer door de gemeenteraad moet worden vastgesteld, wordt overgeheveld naar de Omgevingswet als facultatief programma. Het gemeentelijk rioleringsprogramma is in het wetsvoorstel weliswaar niet meer een verplicht programma, maar het is om verschillende redenen voor gemeenten, medeoverheden en burgers en bedrijven van belang. Dit instrument stelt gemeenten in staat het beleid en de maatregelen die worden opgesteld om de taken op het gebied van stedelijk afvalwater (volgend uit de richtlijn stedelijk afvalwater), afvloeiend hemelwater en voor het treffen van grondwatermaatregelen na te komen en in samenhang te beschrijven. Het stimuleert gemeenten het rioolstelsel op orde te houden en maakt aan burgers en bedrijven inzichtelijk wat zij op dit gebied van de gemeente kunnen verwachten. Ook bevordert het gemeentelijk rioleringsprogramma een goede beleidsafstemming tussen gemeenten en waterschappen en maakt het de besteding van de rioolheffing transparant.” (”Memorie van toelichting”, op de Omgevingswet, hoofdstuk 4.3.9, 2014).

1.3 Opstellen van het watertakenplan

Dit watertakenplan is opgesteld in de periode juni 2020 tot en met oktober 2020. Bij het opstellen is een brede vertegenwoordiging vanuit de gemeente Heerenveen betrokken (riolering, RO, duurzaamheid, financiën). Ook Wetterskip Fryslân heeft in de samenwerking actief meegedacht en meegewerkt aan dit plan. In de vorm van een drietal thematische workshops is met deze partijen in wisselende en bij het thema passende samenstelling stilgestaan bij de onderwerpen: riolering, duurzaamheid & water in de (leef)omgeving en de financiën voor de watertaken.

1.4 Inhoud van het watertakenplan

In hoofdstuk 1 wordt de achtergrond en aanleiding voor het plan beschreven. Vervolgens kijken we in hoofdstuk 2 terug op de periode vóór dit watertakenplan. In hoofdstuk 3 tot en met 10 gaan we in op de doelen die we onszelf hebben gesteld voor de waterketen. Per hoofdstuk geven we aan wat we willen bereiken (de visie), hoe we dat gaan doen (de strategie) en wat we hiervoor gaan doen (de acties). In hoofdstuk 11 schetsen we de benodigde personele bezetting, tonen de uitgaven voor de komende jaren en laten de uitkomsten van de kostendekkingberekening zien. In hoofdstuk 12 gaan we in op de uitvoering van dit plan.

1.5 Voorbereiding op de Omgevingswet, samenhang met andere plannen

Bij het opstellen van dit watertakenplan hebben we waar mogelijk rekening gehouden met de nieuwe plannen die worden gemaakt: de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en het Omgevingsplan. De verschillende hoofdstukken sluiten aan bij deze plannen en worden gebruikt bij het opstellen hiervan.

Voor de watertaken is het belangrijk dat er heldere regels zijn over onder andere het lozen van afvalwater, het aansluiten op de riolering en het afstromen van hemelwater. De huidige landelijke regelgeving hierover verdwijnt met het invoeren van de Omgevingswet. Elke gemeente kan zelf deze regels gaan vaststellen in het eigen Omgevingsplan. Om de overgang te vergemakkelijken is landelijk afgesproken dat de huidige regels tot 2029 behouden blijven (de zogenaamde ’bruidsschat’), zolang er geen andere regels worden vastgesteld. Voorlopig behouden we daarom de huidige regels.

Het watertakenplan moet worden bekeken in samenhang met andere plannen over de leefomgeving. Zo is er bijvoorbeeld het plan Feanetië over het bevaarbaar maken van het (centrum)gebied van de kern Heerenveen, maar ook een (provinciale) veenweidevisie. Bij het opstellen van het watertakenplan is rekening gehouden met deze plannen. Deze plannen kennen echter elk ook hun een eigen status, context en (autonome) proces, daarom worden ze hier niet verder benoemd en wordt verwezen naar deze zelfstandige plannen. Bij de uitwerking van delen van dit Watertakenplan in de komende jaren (de acties uit de hoofdstukken 3 t/m 10) worden waar mogelijk koppelingen gelegd met deze en/of andere plannen. Meekoppelkansen worden waar mogelijk benut.

1.6 Beleidswijzigingen met dit watertakenplan

Op veel onderwerpen is dit watertakenplan een voortzetting van het beleid uit het tot 2020 verlengde watertakenplan 2009-2012. De belangrijkste beleidswijzigingen hebben we hieronder kort benoemd.

Tabel 1 Beleidswijzigingen

Onderwerp

Beleid 2009

Beleid 2021

Hemelwater

Capaciteit bepaald op basis van het voorkomen van overlast.

Inspanning gericht op het verwerken van een bui die 1x per 5 jaar valt zonder problemen door water op straat, een bui die 1x per 100 jaar valt verwerken zonder water in panden.

Grondwater

Minimale ontwateringsdiepte bij nieuwbouw is 0,7 meter onder maaiveld, bij bestaande bouw 0,5 meter onder maaiveld.

Samenwerken bij grondwateroverlast. Minimale ontwateringsdiepte blijft gelijk. Alleen maatregelen wanneer sprake is van structurele overlast en maatregelen doelmatig zijn.

Beheer

Doelmatig beheren.

Beheer baseren op meer expliciete afweging van risico’s, prestaties en kosten (principes assetmanagement).

Klimaatadaptatie

Beleid maken en uitvoeren van stedelijke wateropgaven. Opgaven voor hitte en droogte ontbraken nog.

Ambities gesteld voor omgang met neerslag, hitte en droogte.

Circulariteit

-

Circulair zoveel mogelijk als uitgangspunt hanteren en waar mogelijk toepassen.

Energietransitie

-

Energie besparen in de waterketen en samenwerken bij de energietransitie.

Integraal werken

Vooral gericht op combinatie met ”grijze en groene” (onderhouds)werkzaamheden.

Als het kan gebiedsgericht werken en meekoppelkansen zo maximaal mogelijk meenemen.

Samenwerking

Streven naar gezamenlijk beheer van de waterketen en het watersysteem, samen met Wetterskip Fryslân.

Streven naar een goede samenwerking met Wettersckip Fryslân en andere partners in waterketen en watersysteem.

Financiën

Mogelijke splitsing van de heffing in deel afvalwater en deel hemelwater.

Mogelijke herziening van de heffingsmaatstaf, waarbij de verhouding tussen woningen en bedrijfspanden nader wordt bekeken. Ook wordt de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater hierbij goed mee- en afgewogen.

2. Terugkijken

2.1 Terugkijken op wat er gebeurde in de planperiode

Met het aflopende watertakenplan wilden we een uitgebreid, toegankelijk en leesbaar plan opstellen wat vele jaren gebruikt kon worden. Dat is gelukt. We gaven al invulling aan de watertaken (en noemden het daarom ook meteen een watertakenplan), zetten stappen in klimaatadaptatie, noemden het toen robuust en keken naar de opgave voor stedelijk waterbeheer. Dit zijn nog steeds belangrijke thema’s en we vullen het in op de manier die we destijds hebben beschreven. We konden er goed mee werken en hebben het watertakenplan daarom twee keer verlengd. Het financiële deel is tussentijds wel vernieuwd en vastgesteld, dit was onder andere nodig vanwege het aangepaste areaal door de herindeling met de voormalige gemeente Boarnsterhim. Dit hebben we gebruikt om alle uitgaven tegen het licht te houden en vast te leggen welke uitgaven we toerekenen aan de rioolheffing.

In oktober 2016 hebben we met het Wetterskip Fryslân de overeenkomst Overdracht Stedelijk Water getekend. Hierin staat dat de verantwoordelijkheid voor het watersysteem is overgegaan naar het Wetterskip en zijn afspraken vastgelegd over het onderhoud dat wij als gemeente blijven uitvoeren.

In deze periode zijn er twee gebeurtenissen geweest die een grote invloed hadden op ons werk. In mei 2018 zorgden zware regenbuien voor wateroverlast in meerdere straten. Het water stroomde nergens de panden in, maar het zorgde wel voor hinder. In 2019 knapte ’s nachts één van onze twee hoofdpersleidingen (de Greiden). Gelukkig konden we door adequaat ingrijpen er voor zorgen dat de afvoer van deze grote wijk (ruim 7.200 inwoners) spoedig weer kon plaatsvinden.

2.2 Terugkijken op wat we hebben bereikt

Met het watertakenplan hebben we ingezet op doelgericht investeren en het oprekken van de levensduur van de riolering. We hebben hiervoor een vorm van assetmanagement toegepast in onze beslissingen rondom investeringen, keuzes van renovatie of nieuwe aanleg. In de uitvoering hebben we vooral gekeken naar koppelkansen, zodat we werkzaamheden optimaal konden combineren. Verder is in de afgelopen periode doorgewerkt aan het verbeteren van de data. We hebben een hydraulisch model opgebouwd en houden dit actueel. Met deze betere data kunnen we goed inschatten wat er voor de riolering nodig is en kunnen we aantonen welke ingrepen doelmatig zijn.

Het werk aan de rioolbuizen vroeg gaandeweg minder tijd, terwijl opgaven in kwaliteit, energiebesparing, risicobeheersing, samenwerken en klimaatadaptatie meer aandacht kregen. Zo hebben we door de pompsturing te verbeteren de gemalen efficiënter gemaakt en energie bespaard. Ook hebben we het systeem robuuster gemaakt, door pompinstallaties dubbel uit te voeren. En we hebben veel regenwaterriolen aangelegd om in te spelen op ”de brede” klimaatopgaven.

2.3 Terugkijken op wat we hebben uitgevoerd

Niet alle plannen uit het vorige watertakenplan hoefden uitgevoerd te worden. Sommige investeringen bleken (nog) niet nodig en zijn daarom niet uitgevoerd. Er is ook geëxperimenteerd met innovaties. Zo is er een speciaal riool aangelegd voor de zuivelfabrieken, is er een warmtewisselaar aangelegd in de riolering, is er geëxperimenteerd met glasvezel door drukriolering en hebben we onze eigen pompbesturing voor (druk)gemaaltjes ontwikkeld en toegepast. Tevens zijn al onze gemalen die rechtstreeks lozen op de RWZI voorzien van geavanceerde debietmeting die realtime inzicht geven en pompsturing op afstand mogelijk hebben gemaakt. De tabel in bijlage 1 toont welke onderzoeken/projecten van het vorige watertakenplan zijn uitgevoerd en welke (nog) niet.

2.4 Een steeds groter areaal

Sinds het opstellen van het aflopende watertakenplan is het areaal van de watertaken sterk gegroeid. In Figuur 1 en Figuur 2 is te zien hoe het areaal veranderd is tussen 2008 en 2020. Vrijwel alle objecten die we in beheer hebben zijn in aantal gegroeid. Deze groei komt onder andere door de herindeling met de voormalige gemeente Boarnsterhim en de aanleg van riolering in het buitengebied.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Areaal gemalen en bergbezinkbassins

Ook het aantal meter vrijvervalleiding is flink gestegen. Dit komt onder andere door de herindeling met delen van voormalig Boarnsterhim, nieuwbouwwijken, nieuwe bedrijventerreinen en het afkoppelen van hemelwater (bij het vervangen van een gemengd riool wordt soms een hemelwaterriool en vuilwaterriool aangelegd).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Areaal rioolleidingen

3. Onze visie op de watertaken

3.1 Wat willen we bereiken?

Met de watertaken geven we invulling aan onze zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Zo wordt vuilwater weggehaald uit de leefomgeving, zodat onze inwoners een veilige en gezonde leefomgeving hebben. Door het rioolwater te zuiveren op de RWZI’s van het waterschap wordt het milieu beschermd. En ook wordt overtollig hemelwater en grondwater ingezameld, zodat onze inwoners en bedrijven een prettige leefomgeving hebben. Hierbij zijn de oppervlaktewateren belangrijk, omdat we hiermee het water vasthouden en als het nodig is afvoeren. Het omvangrijke systeem dat we hiervoor hebben aangelegd houden we in stand en verbeteren we waar dat nodig en mogelijk is. Hierbij kijken we goed naar de wettelijke verplichtingen, risico’s die we wel en niet accepteren en de manier waarop we water naar een bovengrondse of ondergrondse plek in de leefomgeving leiden.

Door klimaatverandering zullen extreme weersomstandigheden vaker voorkomen en dit zal gevolgen hebben voor Heerenveen. We zullen bijvoorbeeld merken dat water in de straten blijft staan, het soms erg warm kan zijn en dat droogte erg schadelijk is voor de natuur. De gevolgen van klimaatverandering willen we zoveel mogelijk beperken, waarbij we wel afwegen welke kans er is dat extreem weer voorkomt, de gevolgen die er dan zijn en de mogelijkheden die wij hebben om die gevolgen te beperken. Inwoners en bedrijven zullen zelf hun eigen terrein ook moeten aanpassen aan het veranderende klimaat, hier helpen we hen bij.

Bij dit alles sluiten we aan op ontwikkelingen en wensen in de samenleving. We werken samen met onze inwoners en bedrijven, zodat we samen de watertaken kunnen invullen op een manier die past bij Heerenveen. Duurzaamheid is belangrijk en we pakken gebieden zoveel mogelijk integraal aan, om hiermee een toekomstbestendig systeem achter te laten. We zien water als een waardevol (ruimtelijk) aspect in/van de leefomgeving en geven het daarom – als het kan – een zichtbare plek. Voor zover het past binnen de regelgeving financieren we de werkzaamheden die hiervoor nodig zijn vanuit een kostendekkende rioolheffing.

3.2 Uitgewerkt in zeven doelen

De watertaken zijn op veel manieren zichtbaar in de leefomgeving en zijn daarmee verweven met vele gemeentelijke taken, doelen en werkzaamheden. Om de visie hierop verder uit te werken hebben we 7 doelen benoemd:

  • We willen voldoen aan wetten en regels.

  • We willen het areaal goed beheren.

  • We willen in al ons handelen naar de waterketen en watersysteem kijken.

  • We willen Heerenveen klimaatadaptief maken.

  • We willen toekomstgericht werken aan een duurzame waterketen.

  • We willen integraal werken.

  • We willen samenwerken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen.

In de volgende hoofdstukken geven we per doel aan hoe we er invulling aan geven.

4. We willen voldoen aan wetten en regels

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

4.1 Visie over het voldoen aan wetten en regels

We willen voldoen aan wetten en regels. Belangrijk hiervoor zijn de drie zorgplichten die

zijn opgenomen in de Wet milieubeheer en de Waterwet. Hierin staat dat alle Nederlandse

gemeenten:

  • zorg moeten dragen voor de inzameling en afvoer van stedelijk afvalwater;

  • zorg moeten dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater;

  • zorg moeten dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van grondwater.

In de Gemeentewet is opgenomen dat de kosten hiervan mogen worden gedekt uit de rioolheffing. Ook belangrijk zijn de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), de Keur van het Wetterskip Fryslân en het waterhuishoudingsplan van de provincie. Hierin staan regels over de oppervlaktewateren, zowel over de waterkwaliteit als de waterkwantiteit (de hoeveelheid water) en beschermingsniveau bij hevige en langdurige neerslag.

4.2 Strategie voor het voldoen aan wetten en regels

Al vele jaren werken we aan een goede invulling van de wetten en regels. We hebben een groot areaal aan voorzieningen aangelegd om deze zorgplichten in te kunnen vullen. In al ons handelen willen we voldoen aan wetten en regels. Hoe we dit doen leggen we hieronder uit.

Aansluiten van percelen waar stedelijk afvalwater vrijkomt

We willen dat alle percelen waar stedelijk afvalwater vrijkomt – en waarbij aansluiten doelmatig is – aangesloten zijn op de riolering. Hiervoor:

  • Houden we toezicht op alle bestaande panden die zijn aangesloten op het riool of een voorziening met een vergelijkbaar milieurendement.

  • Verplichten we dat alle nieuwbouw het afvalwater en hemelwater gescheiden aanlevert aan de perceelgrens. De rioolaansluiting op het gemeentelijk riool wordt na aanvraag bij de gemeente gemaakt, volgens de geldende regeling.

  • Uit doelmatigheid kan bij een nieuwbouwwoning in het landelijk gebied worden gekozen voor een decentrale zuivering/ IBA, als er een grote afstand is tot het riool en de decentrale zuivering een vergelijkbaar milieurendement biedt als een RWZI.

  • Volgen we de trits: schoonhouden – scheiden – zuiveren. Bij nieuwbouw moet hemelwater daarom gescheiden worden aangeleverd aan de perceelgrens. Bij bestaande bouw kunnen wij de regenpijpen afkoppelen als we werkzaamheden uitvoeren in de straat. Ook stimuleren we dat eigenaren dit zelf doen.

  • Zijn alternatieve sanitatie en decentrale zuivering een optie, zolang er kan worden aangetoond dat deze doelmatig zijn en op lange termijn goed blijven functioneren.

Inzamelen en verwerken hemelwater

Hemelwater houden we gescheiden van het stedelijk afvalwater, door het waar mogelijk bovengronds te laten afstromen naar groen en oppervlaktewateren. Bij nieuwbouw is dit (scheiding) een verplichting, bij rioolvervanging gaan we ervan uit dat dit in ongeveer 25% van de projecten mogelijk en doelmatig is. Waar het niet mogelijk/doelmatig is om het gescheiden te houden, zorgen we ervoor dat bovengronds ruimte ontstaat om het hemelwater tijdelijk te bergen. Dit kan bijvoorbeeld op straat, door stoepranden en drempels aan te leggen.

Capaciteit die we verwerken

Om ervoor te zorgen dat het stedelijk afvalwater kan wegstromen leggen we rioolbuizen aan op een capaciteit van een bui die theoretisch 1x per 5 jaar kan vallen (’bui 09’ uit de landelijke Kennisbank stedelijk water). Vroeger legden we het aan op een bui die 1x per 2 jaar valt, daarom is de capaciteit niet overal gelijk (’bui 08’ uit de landelijke Kennisbank stedelijk water).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Op bedrijventerrrein Haskerveen is veel verharding aanwezig. Dit bepaalt mede de benodigde capaciteit van het systeem

Doelmatigheid

Technisch is het mogelijk om grote hoeveelheden water te verwerken, maar de benodigde investeringen zijn vaak hoog. Om de doelmatigheid te bepalen kunnen de investeringen worden afgezet tegen de (verwachte) vermeden schade. Zo kan er een optimum worden bepaald: het punt waarop een extra investering niet meer opweegt tegen de vermeden schade.

Hierboven houden we voor zware regenbuien rekening met een bui die theoretisch 1x per 100 jaar voorkomt (in het huidige klimaat is dit ongeveer 60 millimeter in één uur). Bij zo’n bui mag er geen water in panden stromen. Dit bereiken we door ondergronds en bovengronds voldoende ruimte te maken voor water, waarbij het water langdurig op straten en in groen mag blijven staan. Dit passen we overal toe, tenzij uit een doelmatigheidstoets van verwachte schade en kosten van de maatregelen blijkt dat dit ondoelmatig is.

Hoe beoordelen we de waterkwaliteit?

Met afkoppelen en andere aanpassingen aan het rioolstelsel hebben we ervoor gezorgd dat we voldoen aan de basisinspanning. Dit blijft voor ons een ondergrens in wat we willen bereiken. We kijken nu echter breder: of de waterkwaliteit voldoende is bepalen we aan de hand van veldbezoeken en theoretische berekeningen van overstortvolumes en frequenties. Hierbij bekijken we of er zichtbare vervuiling is (bijvoorbeeld resten van toiletpapier) en maken we een inschatting van de gevolgen van een riooloverstorting op het ontvangende water.

Riooloverstortingen op oppervlaktewateren

(Verdund) Rioolwater kan via overstorten in oppervlaktewateren terechtkomen. Samen met het waterschap hebben we onderzoek gedaan naar de gevolgen hiervan. Hieruit bleek dat met de maatregelen die we al hebben genomen – de gevolgen beperkt zijn. Dit niveau willen we in stand houden, daarom zullen we samen met het waterschap scherp letten op signalen wanneer de waterkwaliteit rondom overstorten verslechtert (op basis van meldingen of metingen).

Alternatieve sanitatie en decentrale zuivering

Er ontstaan steeds meer varianten op het ’normale’ systeem van afvalwater inzamelen en zuivering op een RWZI. Onder de noemer alternatieve sanitatie heb je verschillende systemen die afvalwaterstromen apart houden, zodat er beter grondstoffen uit terug kunnen worden gewonnen. En je hebt de decentrale zuivering, wat kleine rioolwaterzuiveringen zijn die zorgen voor een kortere afstand tussen inzameling en zuivering en het water vasthouden in het gebied. We staan positief over de toepassing hiervan, zolang er kan worden aangetoond dat ze voldoende zuiveren en op lange termijn goed blijven functioneren.

Omgaan met grondwater

Om grondwateroverlast en -onderlast te voorkomen is het belangrijk dat gebouwen en omliggende terreinen worden aangelegd met oog op de grondwaterstanden in onze gemeente. Dit houdt in dat er een goede fundering wordt aangelegd (zoals het bouwbesluit eist), gebruiksruimtes als kelder waterdicht zijn (zoals het bouwbesluit eist), panden op voldoende hoogte worden gebouwd (vloer minimaal 0,7 meter boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en de onderkant van de vloer (bij kruipruimteloos bouwen) minimaal 0,2 meter boven de GHG en de beplanting kan omgaan met de grondwaterstanden in het gebied). Zo worden veel grondwaterproblemen voorkomen.

Bij bestaande bebouwing is dit lastig, gelukkig krijgen we weinig meldingen over grondwateroverlast en -onderlast. Op een paar plekken in Heerenveen hebben we drainage aangelegd om grondwater in te zamelen en af te voeren (Vogelbuurt, Waterbuurt en omgeving Kempaerssingel). Voor oudere bomen is extra aandacht nodig als er een wijziging is in het grondwaterpeil, want dit kan ernstige schade veroorzaken aan de boom. Bij een melding van grondwateroverlast of -onderlast gebruiken we het kader in Tabel 2.

Tabel 2 Kader voor grondwatermeldingen

Taak allen

bij aanpassingen en bouwwerkzaamheden kunnen grondwaterstanden worden beïnvloed, het is aan degene die de aanpassingen en/of werkzaamheden uitvoert om dit te voorkomen of achteraf te herstellen als hiermee de gestelde normen worden overschreden. Het uitvoeren van noodzakelijke werkzaamheden kan als resultaat hebben dat de grondwaterstanden stijgen, bijvoorbeeld het vervangen van een lek riool

Taak eigenaren

een gebouw dat voldoet aan bouwregelgeving, als gebruiksruimtes niet waterdicht zijn, dan is het aan de eigenaar om ze waterdicht te maken, ook is het aan de eigenaar om het gebruik aan te laten sluiten op de beoogde grondwaterstanden en om een deugdelijke fundering te verzorgen

Taak waterschap

grondwateroverlast kan voortkomen uit oppervlaktewaterpeilen, het waterschap beheert de oppervlaktewaterpeilen

Taak provincie

grondwateronttrekkingen (of het stopzetten ervan) kunnen overlast veroorzaken, de provincie besluit over de grotere grondwateronttrekkingen

Taak gemeente

als geen enkele partij een taak heeft, dan is het aan de gemeente om te beoordelen of er sprake is van structurele grondwateroverlast die doelmatig kan worden opgelost

Grondwateroverlast

bij schade die aantoonbaar voortkomt uit grondwaterstanden en/of bij gezondheidsklachten die aannemelijk veroorzaakt worden door grondwaterstanden

Structurele overlast

bij grondwaterstanden die meer dan 3 maanden per jaar hoger zijn dan 0,5 meter onder maaiveld bij gebouwen en wegen, waarbij buitengewone omstandigheden hier geen rol in mogen spelen (bijvoorbeeld bij een zeer langdurige periode van neerslag)

Doelmatige maatregelen

als de kosten van de maatregelen in verhouding staan tot de geleden (of nog te leiden) schade, hierbij gaan we er vanuit dat de kosten niet hoger zijn dan de schade en dat meekoppelen met andere werkzaamheden altijd de voorkeur heeft

Grondwaterstanden en droogte

In het landgoederengebied Oranjewoud zijn de gevolgen van een lage grondwaterstand steeds meer zichtbaar. De grondwaterstand is hier in het verleden verlaagd vanwege de landbouw en de aanleg van Skoatterwald. De bomen in de kenmerkende lanenstructuur kunnen de verlaging niet snel genoeg volgen en gaan hard achteruit.

Om de historische waarde van het gebied (beschermd dorpsgezicht) te behouden zijn we met meerdere partijen in overleg om samen een plan op te stellen. Het probleem wordt door alle partijen onderkend, maar een oplossing is complex en duur. In een pilot wordt de komende jaren gebiedsgericht het waterpeil hoger gehouden, om zo het water vast te houden.

afbeelding binnen de regeling

4.3 Acties om te voldoen aan wetten en regels

4.3.1 Wat hebben we nu?

Om de watertaken in te vullen hebben we een areaal van:

  • 450 kilometer vrijvervalriolering;

  • 950 gemalen, waarvan:

    • 11 transportgemalen;

    • 14 grote gemalen;

    • 64 middelgrote gemalen;

    • 144 kleine gemalen;

    • 706 mini-gemalen;

    • 11 RWA-gemalen.

  • 14 bergbezinkbassins;

  • 225 kilometer pers- en drukleidingen;

  • 1,1 kilometer drains;

  • 38 kilometer duikers;

  • 119 overstortriolen;

  • 19.000 kolken.

Vooral in de periode 1960-2010 is een groot deel van dit areaal aangelegd, zoals te zien is in Figuur 4 over de aanleg van vrijvervalriolen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4 Aanlegperiode vrijvervalriolering

Van het totaal van 22.931 huishoudens zijn er enkele honderden niet aangesloten op riolering. Al het stedelijk afvalwater wordt afgevoerd naar de RWZI Heerenveen, RWZI Akkrum of RWZI Gorredijk, of wordt gezuiverd in een lokale zuivering/ IBA. Het hemelwater wordt bij een gemengd rioolstelsel afgevoerd naar de RWZI en bij een hemelwaterriool wordt het afgevoerd naar een oppervlaktewater. Op enkele plekken wordt hemelwater direct geïnfiltreerd in de bodem, bijvoorbeeld met waterpasserende verharding.

4.3.2 Wat gaan we doen?

Jaarplannen

In jaarplannen leggen we vast welke projecten we oppakken. Door jaarplannen te maken kunnen we inspelen op gewijzigde inzichten en een betere afstemming vinden met andere werkzaamheden binnen de organisatie.

Onderzoeken en werkzaamheden ten dienste van wet en regelgeving,

In Tabel 3 Programma hebben we de onderzoeken en werkzaamheden opgenomen die we de komende jaren willen uitvoeren. In Bijlage 5 is per actie een uitleg gegeven.

Tabel 3 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

1.

Data op orde

Jaarlijks

intern

Voldoen aan wetten en regels

2.

Opzetten grondwatermeetnet en later beheer

2023

jaarlijks

€ 50.000,-

€ 5.000,-

Voldoen aan wetten en regels

Nieuwe aanleg

Bij nieuwe aanleg willen we een toekomstbestendige riolering en watersysteem. In wet- en regelgeving, regels van het Wetterskip Fryslân en in onze eigen plannen maken we afspraken over wat dit inhoudt. Hierin kunnen we onderscheid maken tussen grootschalige nieuwbouw en kleinschalige nieuwbouw, omdat bij grootschalige nieuwbouw meer mogelijkheden bestaan om de toekomsbestendige riolering en watersysteem aan te leggen.

Voor deze planperiode wordt op basis van de woningbouwprogrammering uitgegaan van een toename van ruim 800 woningen. Voorzichtheidshalve gaan wij aan de inkomstenkant in dit watertakenplan voor deze planperiode uit van een toename van 400 woningen. De kosten van de eerste aanleg van riolering bij grootschalige nieuwbouwprojecten schrijven we toe aan de rioolheffing. Hier hebben we een jaarlijks bedrag van € 250.000,- voor geraamd (ook in de jaren na de planperiode).

Onderhoud en vervanging

Het gehele rioleringsstelsel van de gemeente Heerenveen is opgenomen in een beheersysteem. Met behulp van dit systeem (Obsurv) is - op basis van uitgevoerde inspecties en gebaseerd op een normsystematiek - een voorspelling gemaakt voor het toekomstig onderhoud en/of vervanging van (delen) van de (vrijverval)riolering. Er zijn verschillende scenario’s gemaakt en deze zijn geanalyseerd en beoordeeld door beheerders/rioolspecialisten, om te komen tot het voorstel voor reparatie en vervanging dat opgenomen is in dit plan.

Onderhoud duikers

In het aflopende watertakenplan hielden we nog geen rekening met het vervangen van duikers. Nu de duikers ouder worden merken we dat een structureel onderhoudsplan nodig is. We hebben daarom een inspectiebudget opgenomen en een eerste raming voor de vervangingskosten van duikers. Bij het volgende watertakenplan kunnen we deze voorlopige raming dan scherper neerzetten.

In Heerenveen ligt een relatief jong rioolstelsel. Slechts zo’n 4% is ouder dan 70 jaar, mede hierdoor is er een relatief kleine vervangingsopgave in de planperiode van dit watertakenplan. Op de langere termijn zal uiteraard een groter deel van het areaal voor vervanging in aanmerking komen (zie Figuur 4).In totaal verwachten we in deze planperiode dat ongeveer 5,8 kilometer vrijvervalriool moet worden vervangen en ongeveer 1,5 kilometer vrijvervalriool moet worden gerelined. Dit relinen passen we toe als er geen schades zijn die de afstroming beïnvloeden. Het is een veel goedkopere maatregel dan vervanging. Bij relinen wordt er een nieuwe buis aan de binnenkant van het oude riool aangebracht waarbij geen graafwerkzaamheden nodig zijn. We gaan er vanuit dat riolen gemiddeld ongeveer 80 jaar meegaan, daarom houden we dit aan voor de lange termijn doorkijk in werkzaamheden en financiën. Waar mogelijk en doelmatig koppelen we het hemelwater af van het gemengde riool als we het riool vervangen. Op basis van ervaring gaan we er vanuit dat dit bij 25% van de rioolvervangingen mogelijk is.

Naast de opgave voor vervanging is er ook een opgave voor reparaties. Uit de (door de jaren heen) uitgevoerde inspecties blijkt waar er schades zijn en hoe ernstig deze zijn. Ook hiervoor is op basis van het systeem Obsurv een overzicht gemaakt van de schades en heeft een nadere beoordeling van deze schades door de beheerder/ rioolspecialisten plaatsgevonden. Op basis van deze beoordeling is een jaarlijks benodigd budget van € 275.000,- geraamd om het noodzakelijk onderhoud (reparaties) aan de vrijvervalriolering doelmatig en adequaat uit te voeren.

Ook voor gemalen en persleidingen is onderhoud en vervanging nodig. Hiervoor is een plan gemaakt. Ook hiervoor geldt dat door vooral risicogestuurd te werken (eerder repareren dan vervangen, acceptatie van kleine mankementen) de vervangingsinvesteringen waar mogelijk beperkt worden gehouden.

Op enkele plekken in Heerenveen is drainage aangelegd. We onderhouden deze leidingen door ze gemiddeld één keer per 3 jaar schoon te spuiten. We hebben geen grondwatermeetnet en daarmee een beperkt zicht op de grondwaterstanden in onze gemeente. De komende jaren richten we een grondwatermeetnet in om meer zicht te krijgen op de grondwaterstanden.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5 Prognose budgetten vervangen en relinen vrijvervalriolen (korte periode o.b.v. inspecties en lange periode o.b.v. leeftijd)

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6 Prognose (en inschatting) budget vervangen gemalen (o.b.v. leeftijd)

afbeelding binnen de regeling

Figuur 7 Prognose budget vervangen pers- en drukleidingen (o.b.v. leeftijd)

5 We willen het areaal goed beheren

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

5.1 Visie voor goed beheer van het areaal

Al tientallen jaren werken we aan het aanleggen, onderhouden en vervangen van een areaal van honderden kilometers riolering, een groot aantal gemalen en kilometers aan watergangen en vijvers. Dit areaal (als onderdeel van onze kapitaalgoederen) is aangelegd om stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater in te zamelen, af te voeren en te verwerken. We moeten het goed beheren, zodat het goed blijft functioneren (i.c. afweging prestaties, kosten en risico’s). Hier zijn we in vergelijking met andere werkzaamheden veel tijd aan kwijt, omdat het een groot areaal is en er veel beheertaken zijn. We doen dit op een doelmatige manier, waarbij we de prestaties en kosten afwegen tegen de risico’s.

5.2 Strategie voor goed beheer van het areaal

Ons areaal beheren we risicogestuurd. Zo zetten we onze tijd en financiën gericht in op de plekken waar dat volgens ons het meest nodig is. De komende jaren werken we uit welke risico’s we belangrijk vinden, welke risico’s we willen mijden en waar we dus tijdig op willen handelen. Per onderdeel leggen we vast welke risico’s we willen voorkomen en welke prestaties we verwachten. Hierbij maken we keuzes in de gevolgen, zo heeft het plaatselijk bezwijken van een vrijvervalriool in een woonstraat minder gevolgen dan het bezwijken van een persleiding tussen twee gemalen. We pakken de meest risicovolle locaties versneld aan.

Om het beheer makkelijker te maken willen we dat voorzieningen zoveel mogelijk gelijksoortig zijn en bij voorkeur in de openbare ruimte worden/zijn geplaatst. Door de eenduidigheid en goede bereikbaarheid (eigen openbare gronden) is onderhoud en/of vervanging eenvoudiger en op de langere termijn minder kostbaar.

5.3 Acties om het areaal goed te beheren

5.3.1 Wat hebben we nu?

Met reiniging, inspecties, reparaties en als het nodig is vervanging, zorgen we voor een goede technische staat van ons areaal. Volgens vaste onderhoudsschema’s wordt dit uitgevoerd. Een aandachtspunt zit bij de persleidingen. In 2019 is een hoofdpersleiding geknapt (de Greiden) waardoor overlast en hoge kosten ontstonden. We hebben nog te weinig zicht op de toestand van de persleidingen. Alleen vanuit de draaiuren van gemalen kunnen we afleiden of persleidingen goed functioneren t.a.v. de afvoer. Eind 2020 proberen we een voor ons nieuwe inspectietechniek uit om meer zicht te krijgen op de kwaliteit van de persleiding van De Greiden.

In basisrioleringsplannen toetsen we of de riolering goed functioneert. Onze meeste basisrioleringsplannen komen uit de periode 1998-2004 en zijn dus verouderd. In Bijlage 4 staat een overzicht van alle basisrioleringsplannen. Vanuit de praktijk hebben we ervaring met het functioneren. In mei 2018 bijvoorbeeld zijn enkele zware regenbuien over Heerenveen getrokken. Hierdoor kwamen enkele straten blank te staan.

5.3.2 Wat gaan we doen?

Door meer inzicht in het areaal te verkrijgen en slimme planningen te maken gaan we het areaal beter beheren. Hiervoor hebben we verschillende onderzoeken en nieuwe plannen opgenomen in het programma voor de komende jaren (zie Tabel 4).

Tabel 4 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

3.

Onderhoudsprogramma persleidingen

2021

€ 10.000,-

Areaal goed beheren

4.

Basisrioleringsplan Heerenveen

2021

€ 60.000,-

Areaal goed beheren

5.

Opstellen calamiteitenplan

2022

€ 20. 000,-

Areaal goed beheren

6.

Verbeterslag drukriolering

2023

€ 20.000,-

Areaal goed beheren

7.

Actualiseren SAM (beheer gemalen)

2023

€ 20.000,-

Areaal goed beheren

8.

Opstellen Beheer- en Onderhoudsplan Stedelijk waterbeheer

2023

€ 20.000,-

Areaal goed beheren

9.

Opstellen nieuw Watertakenplan

2024

€ 30.000,-

Areaal goed beheren

10.

Toezicht en handhaving

jaarlijks

Intern

Areaal goed beheren

11.

Onderzoek naar risicogestuurd beheer

2021

€ 30.000,-

Areaal goed beheren

Ook verwachten we dat investeringen nodig zijn om op enkele locaties de risico’s te verkleinen. Dit werken we uit met de invoering van risicogestuurd beheer, hierbij gaan we prestaties, risico’s en kosten zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Dit doen we voor de vrijvervalriolen, gemalen, persleidingen, watergangen en bijzondere objecten (bijvoorbeeld waterpasserende verharding). We beginnen met de persleidingen, vanwege de plotselinge persleidingbreuk in 2019. Om beheersmaatregelen te nemen voor risicovolle locaties ramen we voor de planperiode een budget van € 100.000,- per jaar.

6. We willen in al ons handelen naar de waterketen en naar het watersysteem kijken

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

6.1 Visie op het beschouwen van de waterketen en het watersysteem

We merken dat de verbondenheid van de waterketen en watersysteem ervoor zorgt dat onze watertaken goed worden uitgevoerd. De waterketen bestaat uit het door de mens ’gemaakte’ stelsel dat bestaat uit het oppompen van drinkwater, transport via drinkwaterleidingen naar woningen en bedrijven, gebruik van het water, inzameling en transport via het rioolstelsel (in veel situaties aangevuld met hemelwater) en het afvoeren van dit rioolwater naar de RWZI of een riooloverstort. Het watersysteem is het ’natuurlijke’ stelsel van oppervlaktewateren en grondwater (soms aangevuld met technische voorzieningen). Om tot de beste acties te komen moeten we de gehele waterketen en het gehele watersysteem beschouwen. Zo houden we bij al ons handelen rekening met de waterkwantiteit en waterkwaliteit. Door de verbondenheid is dit nodig: als één onderdeel niet goed functioneert, dan ontstaan er problemen bij de andere onderdelen. We willen daarom bij al ons handelen de verschillende onderdelen beschouwen en periodiek de hele waterketen en het watersysteem tegen het licht houden. De samenwerking met andere (Friese) overheden (gemeenten, provincie en Wetterskip) is juist in de (water)keten en het –systeem van groot belang, aangezien ook veel verantwoordelijkheden bij het Wetterskip liggen. Met het Wetterskip hebben we afspraken gemaakt over het beheer van de stedelijke wateren (’overdracht stedelijk water’), zodat verantwoordelijkheden helder zijn en we goed kunnen samenwerken aan de watertaken.

6.2 Strategie op het beschouwen van de waterketen en het watersysteem

De waterketen (drinkwater, riolering, RWZI) en het watersysteem (neerslag, oppervlaktewater, grondwater) zijn beide belangrijk voor ons en zijn nauw verbonden met elkaar. Het is belangrijk dat:

  • 1)

    de waterkwaliteit goed is,

  • 2)

    dat er voldoende water is bij droogte en

  • 3)

    dat er voldoende ruimte is om water op te vangen bij neerslag.

Samen met het Wetterskip Fryslân en onze partners in het Fries Bestuursakkoord Waterketen (FBWK) werken we hieraan.

Een goede waterkwaliteit

Om de waterkwaliteit op orde te houden doen we het volgende:

  • Waar mogelijk voorkomen we dat hemelwater vervuild raakt. We volgen de trits: vasthouden, bergen, afvoeren en schoonhouden, scheiden en zuiveren.

  • We onderhouden de watergangen. Samen met het Wetterskip Fryslân maken we een onderhoudsplan, waarin per watergang het onderhoud is aangegeven. In het kader van ecologie kan (indien wenselijk) de begroeiing van de kanten om en om blijven staan, dit leggen we vast in het onderhoudsplan. Ook geven we hierin aan hoe we met invasieve exoten omgaan.

Samen met het wetterskip kijken we naar waterkwaliteitsknelpunten. Er is één locatie in Jubbega waar mogelijk vanuit de Kaderrichtlijn Water aanpassingen nodig zijn. Mogelijk dat de aanwezige nooduitlaten/overstort hierbij een rol spelen. Dit wordt onderzocht.

Voldoende water bij droogte

Onze oppervlaktewateren houden we op voldoende diepte, zodat er voldoende water kan worden vastgehouden. Het Wetterskip stelt peilbesluiten op en houdt zo rekening met het vasthouden van dit water.

Voldoende ruimte voor water bij neerslag

Er moet voldoende capaciteit zijn om het vrijkomende hemelwater te verwerken. Dat kan met het aanleggen van extra oppervlaktewater, maar ook met berging op het maaiveld, onder het maaiveld, of door minder verharding te realiseren of infiltratie te bevorderen. Bij het verminderen van de verharding bekijken we hoe breed de straat en stoep moeten zijn voor het verwachte aantal gebruikers. Ook passen we waar mogelijk meer open verharding toe, zodat water kan infiltreren. We kijken of we in rustige wijken groen kunnen toevoegen en/of de oppervklakte verharding kunnen beperken.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 8 Voor een goede waterkwaliteit wordt vuil regelmatig verwijderd uit de oppervlaktewateren

6.3 Acties voor een integrale benadering van waterketen en watersysteem

6.3.1 Wat hebben we nu?

In Heerenveen liggen tientallen kilometers watergangen en (berm)sloten die door ons worden beheerd. We verwijderen het vuil, zorgen dat ze op voldoende diepte zijn en beheren de sturing van het water met peilen en gemalen.

6.3.2 Wat gaan we doen?

Om alle belangen bij de waterketen en het watersysteem goed in beeld te brengen, stellen we een nieuwe watervisie op. En we onderzoeken de mogelijkheid om de verbeterd gescheiden rioolstelsels om te bouwen, zodat er minder hemelwater naar de RWZI’s gaat en meer hemelwater in de oppervlaktewateren terechtkomt.

Tabel 5 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

12.

Watervisie/waterplan Heerenveen

2022

€ 30.000,-

Integrale benadering waterketen en watersysteem

13.

Onderzoek ombouwen verbeterd gescheiden rioolstelsel*

2022

€ 20.000,-

Integrale benadering waterketen en watersysteem

* Mogelijk leidt dit onderzoek tot investeringen. We hebben hier nog geen budget voor geraamd en wachten de uitkomsten van dit onderzoek af.

Bij de overdracht van de stedelijke wateren zijn er afspraken gemaakt over de toestand van de wateren. Over de achterstanden in baggerwerkzaamheden en onderhoud aan peilregulerende kunstwerken zijn afspraken gemaakt. De werkzaamheden blijken echter duurder uit te vallen dan destijds geraamd. We zijn nog in gesprek met het waterschap over de exacte bedragen, maar hebben nu alvast de volgende bedragen geraamd:

  • Een bedrag van € 129.000,- éénmalig voor achterstallige baggerwerkzaamheden. We zijn hierover nog in gesprek met het Wetterskip en hebben dit voorlopig afgedekt door opname van deze éénmalige post in het watertakenplan en via het risicoprofiel (weerstandsvermogen).

  • Een bedrag van € 50.000,- per jaar voor de aanpak van knelpunten in de baggeropgave. Dit hebben we meegenomen in de kostendekkingsberekening van de rioolheffing.

  • Een bedrag van € 10.000,- éénmalig voor achterstallige werkzaamheden aan de peil-regulerende kunstwerken. Dit hebben we meegenomen in de kostendekkingsberekening van de rioolheffing.

7. We willen Heerenveen klimaatadaptief maken

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

7.1 Visie op een klimaatadaptief Heerenveen

Met de Friese Klimaatstresstest (www.frieseklimaatatlas.nl) hebben we in beeld gebracht hoe klimaatverandering ook de gemeente Heerenveen kan raken. Hierin is te zien dat er op meerdere plekken water op straat kan blijven staan bij hevige neerslag, veel gebieden gevoelig zijn voor hittestress en dat droogte grote gebieden kan treffen. Extreem ”wateroverlast”-weer heeft Heerenveen tot nu toe nog niet vol getroffen. Droogte en hitte merken we de laatste jaren wel, zo zijn er gebieden waar de grondwaterpeilen na de natte winter niet terug zijn gekomen op het normale niveau. We willen ons voorbereiden op de verwachte extremere weersomstandigheden. Dit doen we door de leefomgeving zo in te richten dat extremere weersomstandigheden minder invloed hebben, maar ook door te accepteren dat er extremer weer kan zijn en hiermee om leren te gaan. We voldoen aan de verplichtingen uit het landelijke Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA).

7.2 Strategie voor een klimaatadaptief Heerenveen

We willen dat Heerenveen klimaatadaptief is in 2050. Hiervoor volgen we de stappen uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Het is een grote opgave die is meegenomen in het Programma Duurzaamheid en het Deelprogramma Klimaatadaptatie en Biodiversiteit. Hier leggen we uit wat het voor de watertaken betekent: in de kaders op de volgende pagina’s is beschreven wat we willen bereiken en hoe we dat gaan doen.

Het klimaatbestendig maken van Heerenveen zal lange tijd duren. Ook kunnen we niet op alle plekken hetzelfde niveau van klimaatbestendigheid bereiken, omdat het niet altijd mogelijk is om aanpassingen te doen aan bestaande bouw en/of aanwezige infrastructuur. Op sommige locaties willen we ons extra inzetten om Heerenveen klimaatadaptief te maken, omdat hier functies zijn die grote invloed hebben op de omgeving (bijvoorbeeld het ziekenhuis). We zoeken hierin een kostenefficiënt optimum, door de potentiële schade en gevolgen per gebied af te wegen tegen de kosten van de investeringen. Er zal in sommige gevallen dan ook sprake (moeten) zijn van acceptatie in plaats van het nemen van (te) kostbare adaptatiemaatregelen.

Voorlopig voldoen we nog niet aan onze kaders voor klimaatadaptatie. Wel nemen we reeds (investerings)middelen op in dit watertakenplan om de eerste – water(taken) gerelateerde – klimaatadaptatiemaatregelen te kunnen uitvoeren en een verder uitgewerkt plan hiervoor op te stellen. Ook hier geldt dat zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij ruimtelijke ontwikkelingen (zoals het centrum) en/of grootschalig onderhoud/renovatie (meekoppel kansen benutten). Waar mogelijk kiezen we voor bovengrondse maatregelen aangezien die ook vaak bijdragen aan (klimaat)bewustwording en aan verbetering van de leefomgeving.

Kader voor wateroverlast

- bekeken vanuit de Heerenveense watertaken -

Wat we willen is:

  • Geen water op straat bij een bui die 1x per 5 jaar voorkomt. (Bui 09 uit de Kennisbank van brancheorganisatie stichting RIONED, dit is een bui van ongeveer 27mm in één uur.)

  • Geen schade door water dat afstroomt van de openbare ruimte richting panden bij een bui die 1x per 100 jaar voorkomt.* (Dit is volgens het huidige klimaatscenario een bui van ongeveer 60mm in één uur, door klimaatverandering zal dit in 2050 naar verwachting ongeveer 70 mm in één uur zijn.)

  • Geen ontwrichtende gevolgen bij een bui die zwaarder is. Hiervoor hebben we een calamiteitenorganisatie die ondersteuning biedt als het nodig is.

Dit doen we door:

  • Te accepteren dat water in de openbare ruimte blijft staan, als dit bij een hevige bui gebeurt en geen schade geeft. Hier moeten we ook rekening mee houden in het normale leven. We willen beter communiceren dat er een verschil is tussen hinder van water en overlast van water.

  • De hoeveelheid verharding te verminderen: we bekijken hoe breed de straat en stoep moet zijn voor de verwachte gebruikers ervan. Ook passen we waar mogelijk meer open verharding toe, zodat water kan infiltreren. We kijken of we in rustige wijken stoepen kunnen vervangen voor groen.

  • Gebieden te verlagen, zodat bij hevige neerslag het water daar naartoe stroomt en tijdelijk kan blijven staan zonder problemen te veroorzaken. Hiervoor gebruiken we bermen, groenstroken, parkeerplaatsen en straten. Per gebied kijken we wat er mogelijk is.

  • Meer rekening te houden met stroombanen van regenwater ten tijde van hevige neerslag. Deze stroombanen zijn aangegeven op de wateroverlast stresskaart. Hiermee willen we voorkomen dat water vanuit andere plekken verzamelt in bijvoorbeeld tunnels. Oplossingen hiervoor vergen creatief en ruimtelijk denkvermogen waar water onder vrijverval en oppervlakkig kan afstromen richting daarvoor bestemde of bedoelde ruimtes.

  • Voldoende oppervlaktewateren aan te leggen en deze goed te beheren, zodat we ruimte hebben om grote hoeveelheden water te bergen en af te voeren. We zorgen voor voldoende ruimte rondom de oppervlaktewateren om ze te kunnen onderhouden.

Kader voor hittestress*

- bekeken vanuit de Heerenveense watertaken -

Wat we willen is:

  • De kans op hittestress verminderen in de openbare ruimte op de plekken waar het het meest nodig is.

  • Prioriteit geven aan de kwetsbare groepen, zoals ouderen, zieken en buitensporters.

  • De oppervlaktewaterkwaliteit waarborgen om de ontwikkeling van blauwalgen en andere verontreiniging te voorkomen.

Dit doen we door:

  • Te accepteren dat het op sommige plekken warm kan worden en hiermee rekening te houden in het normale leven.

  • Meer bomen te planten op de plekken waar die nu nog weinig staan en het mogelijk is om bomen te planten.

  • De hoeveelheid verharding te verminderen: we bekijken hoe breed de straat en stoep moeten zijn voor de verwachte gebruikers ervan. Ook passen we waar mogelijk meer open verharding toe.

  • Nieuwe regels op te stellen voor nieuwbouw en verbouwing. Hierin vragen we om meer groen op en rondom gebouwen, een slimme oriëntatie op de zon en goede isolatie.

  • Waar sprake is van een slechte oppervlaktewaterkwaliteit, zoeken we naar oplossingen. Bijvoorbeeld door een betere doorspoeling te regelen.

* De inzet vanuit de watertaken zal voor hittestress beperkter zijn vergeleken met de inzet voor wateroverlast en droogte.

Kader voor droogte*

- bekeken vanuit de Heerenveense watertaken -

Wat we willen is:

  • Groen beschermen tegen droogte.

  • Waar mogelijk houden we het water vast in het stedelijk gebied, door laagtes te maken waar het water in kan blijven staan en kan infiltreren in de bodem. Ook kijken we naar andere infiltratievoorzieningen die we zouden kunnen toepassen.

  • Waar mogelijk houden we het water vast het in landelijk gebied, door samen met het waterschap te zorgen voor minder afvoer van water in droge periodes.

  • Zo min mogelijk schade ondervinden aan houten paalfunderingen als gevolg van (te) lage grondwaterstanden,

Dit doen we door:

  • De hoeveelheid verharding te verminderen: we bekijken hoe breed de straat en stoep moeten zijn voor de verwachte gebruikers ervan. Ook passen we waar mogelijk meer open verharding en andere infiltratievoorzieningen toe, zodat water kan infiltreren.

  • In overleg te gaan met het waterschap om water vast te houden in landelijk gebied.

  • Infiltratievoorzieningen goed te beheren, zodat ze voldoende (blijven) functioneren.

Van onze bewoners en bedrijven verwachten we dat zij meewerken aan het klimaatbestendig maken van Heerenveen. Een groot deel van het grondgebied is particulier bezit, daar zijn ook aanpassingen nodig. Wij gaan communiceren en stimuleren dat zij:

  • zo min mogelijk verharding aanleggen op hun eigen terrein (en als er wordt gekozen voor verharding, dan bij voorkeur waterdoorlatende verharding);

  • zo min mogelijk hemelwater afvoeren naar openbaar terrein/riolering;

  • zoveel mogelijk hemelwater hergebruiken voor bv. bewateren tuin/ planten;

  • zoveel mogelijk groenaanleggen op eigen terrein;

  • hun pand zo aanleggen en gebruiken dat het minder kwetsbaar is voor hitte, neerslag en droogte. Bijvoorbeeld door slaapruimtes op het noorden te situeren;

  • hun leven aanpassen op de omstandigheden als er extreem weer is. Bijvoorbeeld door niet meer door straten te rijden die (tijdelijk) vol staan met water en door in de schaduw te blijven op het heetst van de dag.

Als we merken dat dit onvoldoende wordt opgepakt, dan kunnen we overgaan op het verplichten van onderdelen hiervan. Voordat we een verplichting instellen doen we onderzoek naar de redelijkheid en doelmatigheid. Alleen als de baten opwegen tegen de kosten stellen we zo nodig een verplichting in. Met dit watertakenplan zetten we vooral in op communiceren, stimuleren en samenwerken om gezamenlijk de opgaven aan te pakken, in plaats van deze in de komende beleidsperiode verplichtend te maken.

7.3 Acties om Heerenveen klimaatadaptief te maken

7.3.1 Wat hebben we nu?

In de Friese Klimaatatlas hebben we de uitkomsten van de klimaatstresstest opgenomen. Voor hevige neerslag, hitte, droogte en overstromingen is op kaarten getoond waar de ergste effecten worden verwacht. Ons beeld hierbij is:

  • Dat bij hevige neerslag op enkele locaties veel water blijft staan, maar dat het aantal locaties waar dit kan gebeuren relatief beperkt is.

  • Dat er meerdere gebieden erg warm worden.

  • Dat overal in Heerenveen een risico bestaat voor droogte en lagere grondwaterstanden.

  • Dat beperkte delen van Heerenveen risico lopen bij een overstroming.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 9 Op www.frieseklimaatatlas.nl zijn de uitkomsten van de klimaatstresstest terug te vinden

7.3.2 Wat gaan we doen?

Om inzichtelijk te maken wat we moeten doen om klimaatbestendig te worden stellen we in 2021 een uitvoeringsprogramma op. Ook gaan we bewoners en bedrijven stimuleren om hun eigen terreinen meer klimaatbestendig te maken, hiervoor voeren we een subsidieregeling in.

Tabel 6 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

14.

Subsidieregeling klimaatadaptatie

jaarlijks

€ 50.000,-

Heerenveen klimaatadaptief

15.

Uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie opstellen*

2021

€ 40.000,-

Heerenveen Klimaatadaptief

* Mogelijk leidt dit onderzoek tot extra investeringen

Om Heerenveen klimaatbestendig en duurzamer te maken gaan we knelpunten aanpakken. Dit doen we locatiegericht: we kijken naar de opgave van de locatie en de mogelijke meekoppelkansen. Op dit moment is de opgave nog niet goed in beeld, daarom hebben we een budget geraamd voor maatregelen die zorgen voor een betere (klimaatadaptieve en duurzame) omgang met water. Een ruwe inschatting voor deze beleidsperiode is dat we jaarlijks 4 kleine locaties en 1 grote locatie kunnen aanpakken. Voor de kleine locaties ramen we € 50.000,- aan budget, voor de grote locaties ramen we € 200.000,- aan budget. Hiermee hebben we een jaarlijks budget van € 400.000,- voor het klimaatbestendig en duurzamer maken van Heerenveen, dit budget loopt in de ramingen vooralsnog mee tot 2050. Met het opstellen van het ”uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie” willen we meer inzicht krijgen in de opgaven en de financiële langetermijn-consequenties hiervan.

8. We willen toekomstgericht werken aan een duurzame waterketen

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

8.1 Visie op toekomstgericht werken aan een duurzame waterketen

Heel Nederland moet in 2050 een energietransitie hebben ondergaan en over zijn gegaan tot een circulaire economie. In het duurzaamheidsprogramma ’Samen duurzaam in Heerenveen’ is dit uitgewerkt voor Heerenveen. Ook de watertaken moeten hierin mee veranderen. Zo zijn we nu, met de vele gemalen die er nodig zijn om het water te verpompen, nog één van de grootste energieverbruikers binnen de gemeentelijke organisatie. We werken voor de lange termijn: vrijvervalriolen gaan vaak langer dan 60 jaar mee, omdat we robuust ontwerpen en robuuste/degelijke materialen gebruiken. Het is belangrijk dat we nu al inzetten op minder energie gebruiken en toepassing van circulaire materialen, om in 2050 een duurzame(re) waterketen te hebben.

8.2 Strategie voor toekomstgericht werken aan een duurzame waterketen

Onze watertaken zijn onderdeel van een grotere inzet om Heerenveen voor te bereiden op de toekomst, waarbij duurzaamheid een belangrijk onderdeel is. Met de watertaken dragen we waar mogelijk bij aan dit grotere doel.

Energietransitie

Waar mogelijk voeren we werkzaamheden voor rioolvervanging en klimaatadaptatie gelijktijdig uit met de werkzaamheden voor de energietransitie. Op dit moment maken we de plannen om in Heerenveen over te stappen op duurzame energie. De precieze invulling is dus nog niet bekend. Om voor 2050 de energietransitie te hebben doorlopen zullen in ieder geval grote investeringen nodig zijn, waarmee wijk na wijk panden worden aangepast. Hierbij wordt de infrastructuur aangepast en worden de voorzieningen in panden aangepast. In de uitvoering van deze werkzaamheden zoeken we de samenwerking en koppelen we zo veel mogelijk onze maatregelen.

Ondertussen moeten de watertaken ook energiezuiniger worden uitgevoerd. De vele rioolgemalen zorgen voor een grote energievraag, ongeveer 30% van de gemeentelijke energierekening komt voort uit de watertaken. Door de verbeterd gescheiden stelsels als ze aan vervanging toe zijn om te bouwen naar volledig gescheiden stelsels wordt bespaard op pomp(draai)uren en daarmee op energie. Daarnaast lopen er ook onderzoeken naar de mogelijkheden van inzet van riothermie (het halen van warmte uit het rioolwater en elders toepassen).

Circulariteit

In het Rijksbrede Programma Nederland circulair is aangegeven dat we in 2050 circulair moeten zijn. Hiervoor moeten we efficiënter omgaan met grondstoffen, gebruik maken van duurzame en hernieuwbare grondstoffen en producten circulair ontwerpen. In de komende jaren moet dit een plek krijgen in alle aanbestedingen. Op dit moment is circulariteit nog geen verplichting in aanbestedingen van watertaken. We volgen de aanbestedingsregels en kijken wat er aanvullend mogelijk is. Zo worden oude PVC-leidingen ingezameld en afgevoerd naar een organisatie die ze hergebruikt en passen we vaker reparatie toe in plaats van (grootschaliger) vervanging. We nemen als eis altijd op dat restmaterialen moeten worden verwerkt door een gecertificeerde partij, soms leveren we restmaterialen direct bij een organisatie die het hergebruikt. Dit blijven we doen.

Biodiversiteit

Op veel plekken wordt gewerkt aan het verbeteren van de biodiversiteit. Door groen aan te leggen waar het kan en ruimte te geven aan gevarieerde gebiedseigen beplanting, ontstaan meer kansen voor natuur. Bovendien heeft groen een positivieve rol in klimaatadaptatie. Stenen vervangen door groen draagt bij aan het vasthouden en afvoeren van water, maar ook in het voorkomen van hittestress. Met aangepast maaibeleid voorkomen we dat grote gebieden in één keer kaal worden gemaakt. In oppervlaktewateren onderzoeken we de waterkwaliteit, om te zien of er de juiste omstandigheden zijn voor een goede biodiversiteit.

8.3 Acties om te werken aan een duurzame waterketen

8.3.1 Wat hebben we nu?

Op dit moment combineren we werkzaamheden waar dat mogelijk en doelmatig is. Er vindt regelmatig afstemming plaats om zo te onderzoeken waar we kunnen samenwerken.

8.3.2 Wat gaan we doen?

Om vanuit de waterketen bij te dragen aan de energietransitie, ciculaire economie en biodiversiteit gaan we verschillende onderzoeken en experimenten uitvoeren. Hiermee vergaren we kennis en ervaring die we gebruiken om de waterketen duurzamer te maken.

Tabel 7 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

16.

Onderzoek energiezuinige gemalen

2023

€ 5.000,-

Duurzame waterketen

17.

Experiment circulaire materialen

2023

€ 5.000,-

Duurzame waterketen

18.

Experiment biodiversiteit en water

2024

€ 5.000,-

Duurzame waterketen

19.

Optimalisatiestudie beperking afvoer RWZI*

2021

€ 20.000,-

Duurzame waterketen

* Dit onderzoek wordt samen met het Wetterskip uitgevoerd. Zij reserveren dezelfde middelen.

9. We willen integraal werken

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

9.1 Visie op integraal werken

Alleen door integraal te werken kunnen we aan de ambities van Heerenveen uitvoering geven. Onze ondergrondse riolering vormt één van de grootste infrastructuren van de gemeente en bovengronds zorgen watergangen en vijvers voor veel beeldbepalende plekken. Er is veel werk te doen en dat werk is ook zichtbaar voor de omgeving. In de gebieden waar we vanuit de watertaken aan de slag gaan, spelen regelmatig ook ambities voor woningbouw, verkeersveiligheid, biodiversiteit, energietransitie en vele andere thema’s. Door dit samen op te pakken (benutten van meekoppelkansen) kunnen we alle ambities een plek geven. We werken samen binnen de gemeente, maar ook met bewoners en bedrijven en met andere overheden zoals Wetterskip Fryslân. Iedereen draagt zijn/haar steentje bij om de ambities waar te maken.

In onder meer het Provinciaal Bestuurlijk Overleg Water (PBOW) en in het Fries Bestuursakkoord WaterKeten (FBWK) krijgt de samenwerking en afstemming tussen de overheden de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân vorm. Om de samenwerking makkelijker te maken spreken wij duidelijk uit wat verplichtingen zijn en wat verwachtingen zijn. Dit geven we een plek in ondermeer de Omgevingswet-plannen en/of in een nieuw Fries Bestuursakkoord Waterketen (FBWK). Vanuit de watertaken dragen we hieraan bij.

9.2 Strategie voor integraal werken

Met een integrale en gebiedsgerichte aanpak maken we Heerenveen klaar voor de toekomst. Wij brengen onze uitgangspunten voor de watertaken in bij deze gebiedsgerichte aanpak en kijken hoe deze het beste samengebracht kunnen worden bij de andere taken.

Dit betekent echter niet dat we altijd integraal werken. Soms moeten we snel handelen, bijvoorbeeld bij een storing/calamiteit. Dan is het handelen enkel vanuit de watertaken aan de orde.

Integraal werken doen we als:

  • Er meerdere opgaven samenkomen in één gebied en deze een logisch verband hebben. Zo hebben groen, wegen en RO vaak verband met water. Ook zien wij een meerwaarde in de combinatie van buiten spelen en oppervlaktewater. Speelplekken kunnen ideale plekken zijn om (verkoeld) te ontmoeten in de openbare ruimte.

  • Er de mogelijkheid is om onze opgaven een plek te geven. Dit betekent dat we in een vroeg stadium meedenken over de wijze waarop we integraal gaan werken. Dit zal vooral gebeuren samen met Wetterskip Fryslân.

  • Er een duidelijke opgave ligt voor de watertaken. Soms is de opgave er pas op langere termijn. Als we werkzaamheden meer dan 5 jaar naar voren moeten halen om integraal te kunnen werken, dan achten we dit (in principe) ondoelmatig.

  • Er de mogelijkheid is om een andere opgave (deels) in te vullen met de werkzaamheden die wij uitvoeren. Bijvoorbeeld doordat wij vanuit de watertaken minder verharding willen en op die plekken de biodiversiteit kunnen versterken.

9.3 Acties om integraal te werken

9.3.1 Wat hebben we nu?

Om samenwerking mogelijk te maken hebben we regelmatig contact met de belangrijkste partijen voor de waterketen, zoals het waterschap en de provincie. We delen informatie en plannen, participeren in overleggen en houden betrokkenen actief op de hoogte van projecten.

9.3.2 Wat gaan we doen?

In een meerjarenplanning tonen we de projecten die vanuit de watertaken nodig zijn. Dit is een startpunt om verbinding te zoeken met andere vakgebieden. Ook blijven we bijdragen aan de Friese samenwerking in de waterketen.

Tabel 8 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

20.

Meerjarenplanning integraal werken – watertaken

2022

€ 5.000,-

Integraal werken

21.

Samenwerking in de waterketen (waaronder inzet waterambassadeurs)

jaarlijks

€ 25.000,-

Integraal werken

10. We willen samenwerken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen

Voor de uitvoering van de watertaken hebben we onszelf 7 doelen gesteld. Per doel beschrijven we onze visie, de strategie om dit te bereiken en de acties die we de komende jaren uitvoeren.

afbeelding binnen de regeling

10.1 Visie op samenwerken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen

We willen werken vanuit de positieve gedachte dat we Heerenveen prettiger, veiliger en mooier maken door uitvoering te geven aan de watertaken. Dit doen we voor en met de inwoners van Heerenveen. Veel mensen zoeken hun ontspanning bij het water en in het groen, door er te wandelen, te spelen of te sporten. Met de watertaken zorgen wij voor dat water en groen. Om Heerenveen klimaatbestendig te maken willen we samen met de inwoners - en andere overheden - meer groen en (open) water toevoegen. Ondertussen voorkomen wij overlast en schade door afvalwater af te voeren en bij hevige neerslag het (regen)water naar tijdelijke bergingen te brengen. Zo is er zo min mogelijk overlast van water. Daarnaast gebruiken we de oppervlaktewateren om water vast te houden, onder andere voor de vegetatie in droge periodes.

Met dit alles werken we aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen en koppelen we waar mogelijk onze watertaken aan het Duurzaamheidsprogramma. We werken vanuit het vertrekpunt dat water een toegevoegde waarde is voor de leefomgeving en dat iedereen kan bijdragen aan een goed functionerend watersysteem. Voor recreatie, natuur en een waardevolle leefomgeving is het belangrijk dat er mooi, veilig en schoon water beschikbaar is. Dit kunnen we alleen bereiken als iedereen eraan meewerkt.

10.2 Strategie voor samenwerken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen

Vanuit ieders verantwoordelijkheid werken we aan onze visie. Om iedereen duidelijk te maken wat we van hen verwachten verstrekken we informatie op onze website over goed gebruik van de riolering en oppervlaktewateren. Ook gaan we een subsidie aanbieden om het klimaatbestendig maken van particuliere terreinen te stimuleren. Ondertussen houden we met onze toezichthouders en handhavers toezicht op naleving van de regels die we hebben vastgelegd in wetten en verordeningen. Waar nodig treden we op.

10.3 Acties om samen te werken aan een toekomstbestendig en duurzaam Heerenveen

10.3.1 Wat hebben we nu?

Op onze website geven we uitleg over de watertaken. Ook betrekken we omwonenden en gebruikers bij grootschalige projecten in hun omgeving.

10.3.2 Wat gaan we doen?

Aanvullend op wat we al doen gaan we actief communiceren over lozingsgedrag en verwachtingen. Daarnaast doen we onderzoek naar de heffingsgrondslag. Met dit onderzoek bekijken we of de grondslag nog voldoende aansluit op de veroorzakers van de kosten en of deze past bij de opgaven die we hebben (zoals bijvoorbeeld klimaatadaptatie).

Tabel 9 Programma

Acties

Jaar

Budget

Doel

22.

Communicatie lozingsgedrag en verwachtingen

jaarlijks

€ 5.000,-

Een duurzaam Heerenveen

23.

Onderzoek herziening heffingsgrondslag/-maatstaf

2021

€ 10.000,-

Een duurzaam Heerenveen

11. Personele capaciteit en financiën

11.1 Organisatie

Alleen met voldoende mensen die verstand hebben van de watertaken kunnen we de werkzaamheden goed uitvoeren. Op dit moment is er 6,7 fte beschikbaar voor werkzaamheden aan de watertaken. Hiervan is 2,7 fte werkzaam aan planvorming, onderzoeken en onderhoud, 1,5 fte is werkzaam aan de voorbereiding en uitvoering van maatregelen en 2,5 fte is werkzaam aan onderhoudswerkzaamheden in de buitendienst. Het is een diverse groep, bestaande uit verschillende leeftijdsgroepen en met verschillende vakgebieden. Hiermee hebben we voldoende mensen beschikbaar en kunnen we goed werken aan de vele verschillende vraagstukken van de watertaken.

Om een beeld te krijgen voor de komende jaren hebben we de benodigde personele capaciteit berekend met de tool hiervoor van de brancheorganisatie Rioned. Hier komt uit dat er bij het maximaal uitbesteden van werkzaamheden een capaciteit van 5,9 fte nodig is om alle werkzaamheden uit te voeren. Bij maximaal uitbesteden van werkzaamheden wordt uitgegaan van enkel een binnendienst, daarom moet de benodigde 5,9 fte worden vergeleken met de beschikbare fte’s voor planvorming, onderzoeken, onderhoud en de voorbereiding en het toezicht op werkzaamheden (samen 4,2 fte). Dit geeft een tekort van 1,7 fte. We verwachten dit tekort te kunnen invullen door extra inhuur van 1 fte en het grootschaliger uitbesteden van projecten en onderzoeken. Dit is meegenomen in de kostenramingen.

Tabel 10 Uitkomst berekening personele capaciteit

afbeelding binnen de regeling

11.2 Financiën

Eerder zijn een aantal uitgangspunten gekozen voor de financiën. Deze blijven van kracht, in bijlage 2 hebben we ze beschreven. In het Kostendekkingsplan riolering van 2016-2020 is hiermee de benodigde rioolheffing berekend. Deze rioolheffing zou met 4,75% per jaar stijgen tot en met 2030 om vervolgens in de periode 2031 t/m 2040 te stijgen met 4% per jaar. Voor de periode 2041 t/m 2045 is tot slot nog sprake van een stijgingspercentage van 0,25% per jaar.

In 2021 doen we onderzoek naar de heffingsgrondslag. Met dit onderzoek willen we bekijken of de grondslag aansluit op de veroorzakers van de kosten en past bij de opgaves die we hebben (bijvoorbeeld klimaatadaptatie).

11.2.1 Uitgaven voor de komende jaren

De komende planperiode verwachten we ongeveer 7 miljoen per jaar uit te geven aan de rioleringszorg. In tabel 6.1 is een samenvatting te zien van de posten waaraan dit wordt uitgegeven, een volledig overzicht staat in bijlage 3.

Tabel 11 Uitgaven in de planperiode (prijspeil 2020)

Posten

2021

2022

2023

2024

Vrijvervalriolen

€ 1.012.000,-

€ 1.012.000,-

€ 1.012.000,-

€ 1.012.000,-

Gemalen

€ 536.000,-

€ 386.000,-

€ 386.000,-

€ 386.000,-

Pers- en drukleidingen

€ -

€ -

€ -

€ -

Klimaatadaptatie en risico’s

€ 500.000,-

€ 500.000,-

€ 500.000,-

€ 500.000,-

Onderzoek

€ 255.000,-

€ 210.000,-

€ 205.000,-

€ 120.000,-

Exploitatie

€ 3.514.000,-

€ 3.440.000,-

€ 3.507.000,-

€ 3.575.000,-

Kapitaallasten uit het verleden

€ 905.000,-

€ 878.000,-

€ 865.000,-

€ 849.000,-

BTW Totaal

€ 1.004.000, -

€ 934.000,-

€ 944.000,-

€ 915.000, -

11.2.2 Benodigde inkomsten

Om de in dit watertakenplan beschreven werkzaamheden uit te voeren zijn inkomsten nodig. In Figuur 10 is aangegeven wat de benodigde inkomsten per jaar zijn, wat de inkomsten zijn als we direct een langjarig kostendekkend tarief invoeren en wat de inkomsten zijn als we hetzelfde stijgingspercentage aanhouden als we tot nu toe deden. In de grafiek is te zien dat de benodigde inkomsten grote pieken en dalen kennen, die worden uitgevlakt door een kostendekkend tarief in te voeren. We hebben bij de benodigde inkosten al rekening gehouden met een jaarlijkse inflatie van 1,5%.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 10 Benodigde inkomsten rioolheffing volgens kostendekkingberekening (nominaal, uitgaande van 1,5% inflatie)

11.2.3 Kostendekkend tarief rioolheffing

Met de benodigde inkomsten is het benodigde rioolheffingstarief berekend. In Figuur 11 staat het kostendekkende tarief voor een gemiddelde woningeigenaar. Ook hier hebben we aangegeven wat het tarief is als je het op jaarbasis berekent, wat het tarief is als we direct een langjarig kostendekkend tarief invoeren en wat het tarief is als we hetzelfde stijgingspercentage aanhouden als we tot nu toe deden. We hebben bij de tariefberekening al rekening gehouden met een jaarlijkse inflatie van 1,5%.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 11 Kostendekkend tarief rioolheffing (gemiddelde woningeigenaar) (nominaal, uitgaande van 1,5% inflatie)

11.2.4 Stand van de rioleringsvoorziening

In Figuur 12 staat de berekende stand van de rioleringsvoorziening. Er is te zien hoe de voorziening wordt opgebouwd om de toenemende investeringen te kunnen bekostigen. Vanaf 2070 neemt de voorziening weer af. De voorziening is altijd positief, dit is een verplichting vanuit boekhoudregels. We hebben al rekening gehouden met een jaarlijkse inflatie van 1,5%.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 12 Berekende stand van de voorziening (einde jaar) (nominaal, uitgaande van 1,5% inflatie)

12 Van watertakenplan naar uitvoering

12.1 Oppakken van watertakenplan

De komende jaren werken we aan de uitvoering van het watertakenplan. Jaarlijks maken we een planning van de uit te voeren werkzaamheden. Zo houden we overzicht op de uit te voeren werkzaamheden en kunnen we relatief eenvoudig terugkijken op de uitgevoerde projecten.

12.2 Bijsturen als het nodig is

Het watertakenplan is bedoeld om richting te geven aan onze werkzaamheden in de komende jaren. Toch weten we ook dat er mogelijk bijsturing nodig is. Bijvoorbeeld door onvoorziene gebeurtenissen als extreem weer, of doordat we ontdekken dat uitgangspunten van dit watertakenplan door omstandigheden veranderen Hieronder beschrijven we voor een aantal gebeurtenissen en uitgangspunten wat ze kunnen betekenen voor de uitvoering van het watertakenplan:

  • Extreem weer. In de jaren dat er extreem weer optreedt vraagt dit veel tijd van alle medewerkers. Geplande werkzaamheden blijven liggen, nieuwe werkzaamheden komen op. We zullen onze planningen hierop aanpassen.

  • Interne samenwerking. Het gezamenlijk – integraal – uitvoeren van werkzaamheden heeft de voorkeur boven sectorale ingrepen. Vanuit de watertaken is er beperkt te sturen in de planning van deze werkzaamheden. Als dit een te grote vertraging geeft van onze werkzaamheden zullen we onze planningen hierop aanpassen.

  • Beschikbaarheid van technisch personeel voor uitvoering van werkzaamheden. Er is al vele jaren een tekort aan technisch personeel, soms lopen projecten hierdoor vertraging op. We zullen onze planningen hierop aanpassen.

  • Plotselinge verslechtering van onderdelen van de waterketen. Met inspecties houden we bij wat de toestand is van alle onderdelen. Soms zien we een plotselinge verslechtering in een gebied, dat kan leiden tot onvoorziene werkzaamheden.

  • Hoogte van de inflatie. Regelgeving schrijft voor welk inflatiepercentage we moeten gebruiken in de kostendekkingsberekening. Op dit moment is dit percentage relatief laag. Als de inflatie stijgt worden producten en diensten duurder.

  • Hoogte van het rentepercentage. Regelgeving schrijft voor welk rentepercentage we moeten gebruiken in de kostendekkingsberekening. Op dit moment is dit percentage relatief laag. Als het rentepercentage hoger wordt, dan hebben we hogere kapitaallasten. Door de kostendekkingsberekening elke 4 jaar te actualiseren nemen we dit mee in de berekening.

Ondertekening

Bijlage 1 Terugblik

Stedelijke wateropgaves

Naam

Omschrijving opgave

Uitkomst

Schoolstraat

Het gebied gelegen tussen de Herenwal en de Parallelweg ligt lager dan de omgeving en in het particuliere terrein ligt een deel van het gemeentelijk riool. Hier is sprake van een gebied waar geen oppervlaktewater aanwezig is. Alle riolering is gemengd uitgevoerd. Bij hevige regenval resulteert dit in een niet functionerende afvoer van het vuilwater, treedt (vuil)water woningen binnen en blijft er water in de achtertuinen staan.

Riolering is gereinigd en er iseenpompje geplaatst op laagste stukken om alleen DWA af te pompen en afvoer te garanderen. Tot nu toe zijn de problemen hiermee beheersbaar.

Heerenveen centrum

In het centrum van Heerenveen is geen oppervlaktewater aanwezig (behalve Lindegracht) en alle verharding is aangesloten op het gemengde riool. De dichtstbijzijnde overstort ligt aan de Karst de Jongweg, waardoor de druk in de riolering hoog is. Hierdoor blijft soms water op straat staan.

Geen noemenswaardige investeringen gedaan. Het Molenplein is gerenoveerd en ook de Gedempte Molenwijk. In beide gevallen is het riool niet vervangen. Relinen in de toekomst is nog een optie. Overwogen is regenwater oppervlakkig te laten afstromen, maar verval bleek te gering.

Heerenveen midden

In Heerenveen-Midden is nagenoeg geen oppervlaktewater aanwezig en is al het verharde oppervlak (dak en terrein) op het gemengde riool aangesloten (riolering dateert globaal uit de jaren vijftig). Dit riool is niet op al het regenwater berekend. Hierdoor blijft soms water op straat staan.

Hier is veel aan wijkrenovatie gedaan. Daarbij is riool mee vervangen en regenwaterstelsels mee aangelegd. Dit heeft geleid tot flinke hoeveelheid afkoppeling van verhard oppervlak.

De Akkers

In de Akkers is voldoende oppervlaktewater aanwezig. Toch is een groot deel van het verharde oppervlak (dak en terrein) aangesloten op de gemengde riolering, waardoor de druk in het riool oploopt. Daarnaast is de berging van het oppervlaktewater beperkt. Hierdoor blijft soms water op straat staan.

In een flink gebied is riool gerenoveerd, Amelandlaan/Gooilandlaan en binnengebied. Daarbij gescheiden riool aangelegd en watersysteem verruimd.

Oudeschoot

In Oudeschoot heeft het riool een beperkte afvoer. Dat resulteert in water op straat. Er is onvoldoende oppervlaktewaterberging aanwezig. Aandachtspunt is de afvoer. Hierdoor blijft soms water op straat staan.

In het deel Uitvindersbuurt is een regenwaterstelsels aangelegd om verhard oppervlak af te koppelen.

Bedrijven-terrein Nieuwe schoot en de Heide

Voor beide geldt dat bij extreme regenval het oppervlaktewaterpeil zo hoog komt dat het de riolering instroomt. Hierdoor wordt de afvoer van het riool beperkt en het oppervlaktewater naar de rioolwaterzuivering verpompt.

In samenwerking met Wetterskip is de aan- en afvoer van het watersysteem geoptimaliseerd. Daarmee is ook een betere aanvoer i.v.m. bluswater gerealiseerd.

Oranjewoud

In Oranjewoud ligt een gemengd riool, waar geen overstort op aanwezig is (reden hiervoor is bezwarenprocedure bewoners bij Raad van State). Het teveel aan water kan niet overstorten en treedt uit via de kolken en loopt de tuinen in.

Nog niet opgepakt.

Projecten

Procedure Calamiteiten

Dit richt zich op twee zaken:

1. De piketdienst, maar ook de storings- en onderhoudsdienst hebben belang bij actuele informatie over de ligging en werking van de rioolsystemen ‘buiten in het veld’. Die informatie ontbreekt en is nu alleen beschikbaar op het computernetwerk in diverse programmatuur. Hiervoor moet een handzame oplossing komen.

2. In de praktijk gebeurt het vaak dat bewoners bellen over een verstopping in de huisaansluiting, maar vaak gaat het om een verstopping op gemeentelijk terrein. Hiervoor is de gemeente aansprakelijk, tenzij de verstopping door de perceeleigenaar is veroorzaakt.

Het probleem is niet zozeer dat bewoners bellen, maar dat er pas laat wordt gebeld en er al hoge kosten zijn gemaakt, soms boven de € 1.000,-. Bijvoorbeeld omdat al drie keer een ontstoppingsbedrijf is geweest. Wanneer direct was geconstateerd dat de verstopping op gemeentelijke terrein ligt, waren de kosten veelal niet nodig geweest of in elk geval veel lager. Het is belangrijk dat bewoners bij een verstopping eerst contact opnemen met de gemeente, zodat wij kunnen kijken of het een particuliere of gemeentelijke aangelegenheid betreft. Het is noodzakelijk om dit vast te leggen in een procedure. Dat geldt ook voor een vaste vergoeding voor gemaakte kosten.

Dit project loopt.

Tevens willen we realiseren dat inwoners locatiegegevens van hun aansluitpunt op de riolering (ontstoppingsput) via de website van de gemeente kunnen benaderen.

Optimalisatie Afvalwater Studie (OAS)

In 2007 hebben wij deelgenomen aan een OAS voor drie zuiveringskringen: Akkrum, Joure en Heerenveen. Die studie richtte zich met name op de strategische keuze van Wetterskip Fryslân over de exploitatie van de rioolwaterzuivering in Akkrum. Het is goed om ook specifiek voor Heerenveen een OAS uit te voeren. Daarvoor kunnen de volgende onderwerpen aan de orde komen: optimalisatie tussen de zuivering Heerenveen en de riolering Heerenveen, en de stedelijke wateropgave en gewenste waterkwaliteit. De doelstelling is om inzichtelijk te maken waar met de meest doelmatige investeringen het meest bereikt kan worden. Over de uitkomsten kan een (afvalwater)akkoord worden gesloten, waarin afspraken worden gemaakt over het toekomstig rioolbeheer, maar ook over verantwoordelijkheden en kosten. Wetterskip Fryslân financiert de helft van de kosten voor de studie.

Hier is geen invulling aan gegeven. De keten is wel geoptimaliseerd, door gemalen van gemeente van debietmeters te voorzien en pompsturing en inzicht in beide systemen op te zetten.

Monitoring functioneren riolering/overstorten

In de gemeente Heerenveen zijn ongeveer 100 overstorten. Daarvan zijn 10 voorzien van meetapparatuur die de hoeveelheid en frequentie van de overstort registreren. Dit kan mogelijk inzicht geven in het functioneren van het riool. Daarnaast is het van belang om te weten wat de overstort doet met de waterkwaliteit. Wetterskip Fryslân heeft hiervoor in Heerenveen een beperkt aantal meetpunten die een goede waterkwaliteit laten zien. Voor een weloverwogen afweging hoe en of regenwater en rioolwater kan worden geloosd op het oppervlaktewater, is het nodig te weten wat het effect op de waterkwaliteit is. Wij willen de bestaande waterkwaliteit in beeld krijgen en de gewenste waterkwaliteit formuleren. Omdat waterkwaliteit een bevoegdheid is van Wetterskip Fryslân, zouden we dit project ook goed samen op kunnen zetten. De keuze voor mogelijk afkoppelen kan dan vanuit de waterkwaliteit worden beargumenteerd. Via dit eerste onderzoek willen wij de noodzaak van monitoren van de waterkwaliteit inzichtelijk maken en meten aan het functioneren van de riolering. Afhankelijk van de uitkomsten stellen we een uitvoeringsplan voor. Hiervan zijn de kosten nog niet inzichtelijk.

Wij hebben op pompsturing ingezet. In Leeuwarden (Bilgaard) loopt een onderzoek naar kwaliteit overstortwater. Insteek is/was beide te combineren. Moet vervolg aan worden gegeven.

Implementatie zorgplicht, reductie afvloeiend hemelwater

Het beleid onder A moet worden onderzocht. Dit heeft interne en externe consequenties die in beeld moeten worden gebracht. De organisatie moet hierop worden ingericht. Informatievoorziening/communicatie is een belangrijk onderdeel. Wij stellen voor hieraan in werkgroepverband invulling te geven.

Hier is geen invulling aan gegeven. We hebben geconcludeerd dat deze opgave veelal collectief is en niet individueel moet worden afgewenteld middels een verordening.

Aansluitverordening aanpassen

De huidige aansluitverordening geeft in sommige gevallen aanleiding tot discussie. De aansluitverordening moet op de discutabele punten worden aangepast.

De aansluitverordening is aangepast.

Natuurlijke afstroming

Voor het bepalen van de stedelijke wateropgave hebben de wijkteamleiders aangegeven waar hinder en overlast voorkomen, door onder andere water op straat. Zij stelden voor om waar mogelijk te zorgen voor een natuurlijke afstroming van het hemelwater naar watergangen of overig openbaar groen. Dit kan bijvoorbeeld door op een aantal plaatsen de trottoirband te verwijderen, zodat het water via de berm kan wegstromen waardoor er minder water op straat blijft staan. De wijkteamleiders inventariseren de mogelijkheden, zodat we samen een plan kunnen opstellen.

Hieraan is weinig invulling gegeven. Is op veel plekken kansrijk, zie hevige regenval 2019, de Greiden, mogelijkheid simpel af te stromen naar oppervlaktewater.

Inventarisatie duikers opnemen in

beheersysteem

In het gemeentelijk beheersysteem zijn alle gemeentelijke rioolleidingen opgenomen. De WION (Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten) verplicht het inzichtelijk hebben van ondergrondse leidingen. De duikers tussen de watergangen maken deel uit van het openbaar hemelwaterstelsel. In verband met graafschade is het goed deze leidingen op te nemen in het (riool)beheersysteem.

Behalve van de duikers is het noodzakelijk dat wij alle voorzieningen voor inzameling en transport van afval-, hemel- en grondwater inzichtelijk hebben. De rioolleidingen zijn goed in het beheersysteem opgenomen. Watergangen vallen echter nu ook onder een voorziening voor inzameling en transport van hemel- en grondwater. De structuur aan watergangen is bij de gemeente en Wetterskip Fryslân deels inzichtelijk. Die structuur moet worden geactualiseerd. Dat is tevens noodzakelijk voor de heffingsgrondslag voor de verbrede watertaken.

Hier wordt aan gewerkt, veel is al opgenomen, dit is een lopend proces. Ook alle watergangen worden nu in beheersysteem opgenomen.

Bijlage 2 Uitgangspunten kostendekkingsberekening

Uitgangspunten vervangingsplanningen

Vrijvervalriolen

Voor de vervangingsplanning vrijvervalriolen hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De technische levensduur van vrijvervalriolen is 60 jaar. Dit betekent dat vrijvervalriolen gemiddeld genomen na 60 jaar worden vervangen.

  • Het vervangingsmoment is gebaseerd op basis van inspectiebeelden. Per type mankement is bepaald hoeveel eerder of later de vervanging kan plaatsvinden. Er is relatief veel ingezet op rioolreparaties om hiermee het vervangingsmoment uit te stellen.

  • Bij 25% van de rioolvervangingsprojecten wordt hemelwater afgekoppeld van het huidige gemengde rioolstelsel. Hierbij worden de makkelijk mee te nemen voorkanten van woningen afgekoppeld en worden lastig toegankelijke daken niet afgekoppeld. Er is een apart budget voor opgenomen.

  • De kostenkengetallen zijn afkomstig van de gemeente Heerenveen.

Gemalen en drukrioolunits

Voor de vervangingsplanning van de gemalen en drukrioolunits hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Van alle gemalen en drukrioleringsunits is een uitsplitsing gemaakt naar onderdelen. Per onderdeel is bepaald wat de technische levensduur is en wat de gemiddelde vervangingskosten zijn (op basis van eigen ervaring).

  • Hiermee is een gemiddeld vervangingsbudget per jaar berekend. Dit is uitgesplitst in bouwkundige vervangingen en mechanisch/elektrische vervangingen, omdat deze een andere afschrijvingstermijn hebben.

  • Over de vervangingen is een uitstelfactor van 65% gezet. Dit betekent dat we verwachten dat 65% van de investeringen worden uitgevoerd.

Persleidingen en drukleidingen

Voor de vervangingsplanning gemalen hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De technische levensduur van pers- en drukleidingen is 60 jaar.

  • De kostenkengetallen zijn afkomstig uit de Kennisbank van stichting Rioned en geïndexeerd naar 2020.

Bijzondere voorzieningen

In ons stelsel zitten ’bijzondere voorzieningen’ als bergbezinkbassins, waterpasserende verharding en wadi’s. Voor deze bijzondere voorzieningen hebben we geen vervangingsplanningen gemaakt, want we gaan er vanuit dat de vervanging plaatsvindt bij andere werkzaamheden aan wegen en groen. Alleen voor de vervanging/verwijdering van bergbezinkvoorzieningen hebben we een budget van € 250.000,- per stuk opgenomen in de periode 2080-2089.

Watergangen

De beschoeiingen van watergangen moeten periodiek worden vervangen. Ook moeten de watergangen regelmatig worden gebaggerd. Hier hebben we een op ervaring gebaseerd gemiddeld budget van € 202.000 per jaar voor opgenomen in de exploitatie.

Uitgangspunten toerekening kosten

Door de gemeenteraad is ervoor gekozen om zoveel mogelijk kosten toe te rekenen aan de rioolheffing. Hier leggen we uit hoe dit is meegenomen in de kostendekkingberekening.

Algemeen

Alle aan de rioleringszorgplichten (stedelijk afvalwater, afstromend hemelwater, grondwater te wijten kosten zijn toegerekend aan de rioolheffing. Dit betekent dat bijvoorbeeld rioolvervanging, werkuren en energiekosten worden betaald met de opbrengsten van de rioolheffing.

Specifieke posten

Binnen de gemeente is gedetaileerd bekeken welke posten kunnen worden toegerekend aan de rioolheffing. De posten die we gedeeltelijk toerekenen en de posten die we nader hebben bekeken lichten we hier toe:

  • Hekkelen/maaien watergangen wordt voor 50% toegerekend aan de rioolheffing. Om de zorgplicht voor hemelwater in te vullen wordt hemelwater ingezameld en afgevoerd. We proberen dit zoveel mogelijk met watergangen te doen, omdat deze er al liggen, ruime capaciteit hebben en het water hierdoor schoon blijft (het wordt niet gemengd met rioolwater). De onderhoudskosten van de watergangen rekenen we daarom toe aan de rioolheffing. De watergangen hebben naast de functie voor het inzamelen en afvoeren van hemelwater ook een functie in de ruimtelijke ordening (inrichting en beleving van de openbare ruimte, zwemmen, etcetera). We verdelen de kosten daarom over deze twee functies.

  • Verwerken van hekkelafval wordt ook voor 50% toegerekend aan de rioolheffing. Hiervoor geldt dezelfde toelichting als voor het hekkelen zelf.

  • Baggeren van watergangen wordt voor 75% toegerekend aan de rioolheffing. Door te baggeren wordt de waterdiepte op het gewenste peil gehouden, wat nodig is voor de capaciteit van de watergang. Het is ook nodig voor de waterkwaliteit, want met het baggeren wordt vervuiling van de bodem verwijdert. We schatten in dat baggeren eerder nodig is vanwege de watercapaciteit, dan vanwege de waterkwaliteit. We rekenen daarom een iets groter deel toe aan de rioolheffing, namelijk 75%.

  • Waterbodemsaneringen worden voor 100% toegerekend aan de rioolheffing. Bij een waterbodemsanering wordt zwaarder vervuilde grond verwijderd uit de watergang. Vooral rondom riooloverstorten zijn waterbodemsaneringen nodig. We schatten in dat 75% van de waterbodemsaneringen voortkomen uit riooloverstorten, daarom rekenen we dit deel toe aan de rioolheffing.

  • Onderhoud aan kademuren en damwanden rekenen we voor 20% toe aan de rioolheffing. Kademuren en damwanden hebben twee functies: ze zorgen ervoor dat de watergang zijn profiel behoudt en daarmee voldoende capaciteit heeft en ze zorgen ervoor dat er langs de watergang ruimte ontstaat om bijvoorbeeld te parkeren. We schatten in dat het grootste deel van de kademuren en damwanden bedoeld is om een functie langs de watergang mogelijk te maken en slechts een beperkt deel van de kademuren en damwanden ooit is aangelegd om de capaciteit van de watergang op orde te houden.

  • Onderhoud aan duikers rekenen we voor 75% toe aan de rioolheffing. Ook hier geldt dat het onderhoud vooral bedoeld is om de capaciteit op orde te houden, net zoals bij het baggeren van watergangen. We rekenen daarom 75% toe aan de rioolheffing.

  • Onderhoud aan verhardingen rekenen we voor 8% toe aan de rioolheffing. Dit doen we omdat mankementen aan de riolering soms zorgen voor bovengrondse schade, bijvoorbeeld als een scheur in het riool ervoor zorgt dat zand van onder het wegdek in het riool loopt. Zo’n scheur in het riool hoeven we niet altijd te repareren, maar bovengronds moeten we wel de verharding herstellen. Deze toerekening is gebaseerd op de inschatting dat de onderhoudstoestand van de riolering leidt tot een 10% kortere levensduur van de verharding. Bij 80% van de verharding ligt er een riool onder. We rekenen daarom voor deze 80% een 10% kortere levensduur mee, daarom rekenen we 8% van het verhardingsbudget toe aan riolering.

  • Investeringen in verhardingen rekenen we ook voor 8% toe aan de rioolheffing. Hiervoor geldt dezelfde argumentatie als bij het onderhoud aan verhardingen.

  • Onderhoud aan bermen rekenen we voor 50% toe aan de rioolheffing. Door dichtgroeiende bermen loopt hemelwater niet goed weg en wordt het weggebruik onveiliger. Periodiek moet de berm daarom weer worden verdiept, zodat de berm lager ligt dan de weg. We schatten in dat de benodigde werkzaamheden om beide redenen worden uitgevoerd en daarom rekenen we het voor 50% toe.

  • Verwijderen van olie op het wegdek rekenen we voor 25% toe aan de rioolheffing. Dit doen we vooral vanwege de verkeersveiligheid, maar ook om te voorkomen dat de olie afstroomt naar het riool of een watergang. We schatten in dat de werkzaamheden vooral nodig zijn voor de verkeersveiligheid, daarom rekenen we 25% toe aan de rioolheffing.

  • Straatvegen rekenen we voor 70% toe aan de rioolheffing. Het straatvegen gebeurt om een goede beeldkwaliteit te krijgen en om te voorkomen dat vervuiling in kolken en in het riool terechtkomt (en daar tegen hoge kosten moet worden verwijderd). Doordat de beeldkwaliteit laag/basis is, is het aantal straatveegrondes om deze reden beperkt. Het straatvegen vindt daardoor nog vooral plaats om te voorkomen dat vuil in het riool terechtkomt. We schatten in dat 70% van de straatveegwerkzaamheden toe te rekenen zijn aan de rioolheffing.

  • De stortkosten van het straatveeg-afval rekenen we voor 70% toe aan de rioolheffing. Hiervoor geldt dezelfde argumentatie als voor het toerekenen van het straatvegen.

  • Perceptiekosten rekenen we voor 100% toe aan de rioolheffing. De kosten zijn gebaseerd op de werkelijk bestede uren om de rioolheffing te innen.

  • Kwijtscheldingen rekenen we voor 46% toe aan de rioolheffing. Dit is gebaseerd op het totale bedrag aan kwijtscheldingen, wat we vervolgens op basis van de tarieven hebben omgerekend naar de rioolheffing, afvalstoffenheffing en overige heffingen. Bij een kwijtschelding komt dan 46% van de totale kwijtschelding voort uit de kwijtschelding van de rioolheffing, daarom rekenen we 46% van het totaalbedrag aan kwijtscheldingen toe aan de rioolheffing.

Uitgangspunten kostendekkingberekening

Uitgangspunten die gehanteerd zijn bij de berekening van de rioolheffing:

  • 1.

    Berekeningsmethode

    Er is gebruik gemaakt van twee berekeningsmethoden.

    Contante waardemethode

    De rioolheffingsberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waardemethode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar in de beschouwde periode worden contant gemaakt naar 1 januari startjaar. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per heffingseenheid berekend. Hier houden we ook rekening met de woningbouwprognoses van Heerenveen, We gaan uit van een gemiddelde toename van 100 woningen per jaar voor deze planperiode en een gemiddelde stijging van 60 woningen per jaar na deze planperiode.

    Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen.

    Het totaal aan uitgaven en inkomsten over de beschouwde periode is met elkaar in evenwicht.

    Overal in dit plan is uitgegaan van bedragen op prijspeil 2020, behalve enkele paragrafen in hoofdstuk 11 en enkele tabellen in bijlage 3 (hierbij is aangegeven dat deze tabellen niet op prijspeil 2020 zijn).

    Nominale berekening

    Er is ook een berekening gemaakt die nominaal is, uitgaande van 1,5% inflatie. In hoofdstuk 11.2.2 tot en met 11.2.4 worden de uitkomsten hiervan getoond. Het aflopende kostendekkingplan is ook nominaal gemaakt, daarom is het op deze manier het beste te vergelijken.

  • 2.

    Planningshorizon

    Bij de berekening van de rioolheffing is uitgegaan van een planningshorizon van 80 jaar: 2021 t/m 2100. Binnen een periode van 80 jaar zijn alle objecten minimaal éénmaal vervangen.

  • 3.

    Inflatie

    Contante waardemethode

    De prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 1,5%. Deze wordt in de netto-contante waardemethode vooral gebruikt om de nominale kapitaallasten en de stand van de voorziening/reserve terug te rekenen naar prijspeil startjaar.

    Nominale berekening

    Er is ook een berekening gemaakt die nominaal is, uitgaande van 1,5% inflatie. In hoofdstuk 11.2.2 tot en met 11.2.4 worden de uitkomsten hiervan getoond. De bedragen in deze berekening hoeven niet meer te worden gecorrigeerd voor inflatie.

  • 4.

    Rentevoet

    Alle investeringen worden bekostigd vanuit de voorziening. Over de tegoeden in de tariefegalisatievoorziening wordt geen rente berekend.

  • 5.

    Prijspeil

    Contante waardemethode

    Alle in het Watertakenplan genoemde uitgaven zijn op prijspeil 1 januari 2020, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. De rioolheffingsberekening is inclusief de compensabele BTW. De berekende rioolheffing moet met de jaarlijks optredende inflatie worden gecorrigeerd.

    Nominale berekening

    Er is ook een berekening gemaakt die nominaal is, uitgaande van 1,5% inflatie. In hoofdstuk 11.2.2 tot en met 11.2.4 en in enkele tabellen in bijlage 3 worden de uitkomsten hiervan getoond. De bedragen in deze berekening hoeven niet meer te worden gecorrigeerd voor inflatie.

  • 6.

    Eenheidsprijzen

    Voor de berekening van de investeringskosten van de rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de eenheidsprijzen uit de Kennisbank van stichting Rioned en ervaringscijfers van de gemeente Heerenveen.

  • 7.

    Staartkosten

    Voor de staartkosten zijn bij gebruik van eenheidsprijzen uit de Kennisbank de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post ‘onvoorzien’. Totaal (1,10 * 1.12 * 1,15 - 1) = 42%.

  • 8.

    Indexering rioolheffing

    De in hoofdstuk 11.2.2 tot en met 11.2.4 getoonde bedragen zijn nominaal, uitgaande van 1,5% inflatie per jaar. De hier getoonde bedragen hoeven niet te worden geïndexeerd, tenzij de werkelijk optredende inflatie afwijkt van het hier aangenomen percentage.

  • 9.

    Afschrijvingsmethode

    Investeringen worden direct afgeschreven, behalve de investeringen in nieuwe aanleg van riolering, klimaatadaptatie, risicolocaties en de aanleg van een grondwatermeetnet. Deze investeringen worden in 50 jaar (nieuwe aanleg van riolering, klimaatadaptatie ondergronds, risicolocaties), 30 jaar (klimaatadaptatie bovengronds) en in 5 jaar (aanleg van een grondwatermeetnet) lineair afgeschreven.

  • 10.

    Afschrijvingstermijnen

    Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van de rioolheffing, die bepaalt immers in welk jaar een object op de vervangingsplanning verschijnt. Het is derhalve van belang de technische levensduur van de rioleringsobjecten zo goed mogelijk in te schatten. In de praktijk wordt hierbij gebruik gemaakt van inspectiegegevens. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief berekend met de contante waarde methode (zie 1). De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Afschrijvingstermijnen

Levensduur financieël (jaar)

Levensduur technisch (jaar)

vrijvervalriolen

1

80

gemalen, bouwkundig gedeelte

1

45

gemalen, mech/el gedeelte

1

20

persleidingen

1

45

mechanische riolering, bouwkundig

1

45

mechanische riolering, mech/el deel

1

20

klimaatadaptatie ondergronds

50

60

klimaatadaptatie bovengronds

30

30

risicolocaties

50

60

nieuwe aanleg riolering

50

60

aanleg grondwatermeetnet

5

5

  • 11.

    Egalisatievoorziening

    In Heerenveen wordt gebruik gemaakt van een spaarvoorziening (art. 44, lid 1 BBV). Er wordt in Heerenveen geen rente aan de voorziening toegevoegd.

  • 12.

    Doorlopende kapitaallasten ná 2100

    De na 2100 doorlopende kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten.

  • 13.

    Rioolheffing en BTW

    De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het tarief is inclusief de compensabele BTW verrekend per jaar.

  • 14.

    Nieuwe investeringen voor nieuwbouw

    Nieuwe investeringen voor nieuwbouw worden verrekend via de rioolheffing.

Bijlage 3 Tabellen kostendekkingsberekening

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Tabellen volgens netto-contante waarde methode (alle bedragen nog jaarlijks indexeren)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Tabellen nominaal (alle bedragen zijn al in de toekomst geïndexeerd met 1,5%)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 Overzicht basisrioleringsplannen

Doel

In een basisrioleringsplan wordt getoetst of het rioolstelsel voldoet aan eisen wat betreft kwantiteit (komt er water op straat/ in panden) en kwaliteit (welke overstortfrequentie en -hoeveelheid is er). Dit is een basis voor het bepalen van investeringen om het rioolstelsel te verbeteren.

Ook nuttig voor samenwerking met het wetterskip

In de basisrioleringsplannen wordt het rioolstelsel van de gemeente beschreven. Het wetterskip is betrokken bij het opstellen ervan. Hiermee krijgt het wetterskip een volledig beeld van het rioolstelsel en riooloverstorten. Alle wijzigingen t.o.v. het basisrioleringsplan worden besproken met het wetterskip. Hiermee heeft het wetterskip altijd een volledig beeld van de riooloverstorten die uitkomen op wateren die in beheer zijn van hett wetterskip.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5 Uitleg onderzoeken, communicatie en toezicht

1. Data op orde

We houden databestanden actueel, omdat dit een basis is voor alle andere werkzaamheden die we uitvoeren. Ook is het vanuit de Wet informatieuitwisseling boven- en ondergrondse netten (WIBON) verplicht om een actuele registratie van alle netten te hebben.

2. Opzetten grondwatermeetnet en later beheer

Vanuit de Waterwet zijn we verplicht om een regierol te vervullen bij grondwatermeldingen. Met een grondwatermeetnet krijgen we een eerste beeld van de grondwaterstanden en kunnen we deze regiorol beter invullen. Voorlopig voorzien we dat een beperkt grondwatermeetnet voldoende is om dit beeld te krijgen, omdat er vaak locatiegericht onderzoek nodig is bij meldingen.

3. Onderhoudsprogramma persleidingen

Met een onderhoudsprogramma voor de persleidingen leggen we vast hoe we persleidingen reinigen, inspecteren, repareren en als het nodig is vervangen.

4. Basisrioleringsplan Heerenveen

Om een beter beeld te krijgen van het functioneren van het rioolstelsel stellen we een nieuw basisrioleringsplan op van de gehele gemeente.

5. Opstellen calamiteitenplan

In een calamiteitenplan benoemen we de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen. We beschrijven de calamiteitenorganisatie.

6. Verbeterslag drukriolering

Op verschillende locaties merken we dat het drukrioolstelsel niet goed genoeg functioneert. Met dit onderzoek willen we achterhalen of dit met beperkte aanpassingen te verhelpen is.

7. Actualiseren SAM (beheer gemalen)

In het beheerpakket SAM houden we alle gegevens over de gemalen bij. Periodiek controleren we deze gegevens, verbeteren ze en voegen waar nodig extra gegevens toe.

8. Opstellen beheerplan oppervlaktewateren

Samen met het Wetterskip stellen we een beheerplan op voor de oppervlaktewateren. Hierin leggen we onder andere vast hoe we het onderhoud uitvoeren en hoe we omgaan met invasieve exoten.

9. Opstellen nieuw watertakenplan

Elke 4 jaar vernieuwen we dit plan.

10. Toezicht en handhaving

Bij aanleg van rioolaansluitingen houden we toezicht op het maken van correcte aansluitingen. En we houden toezicht op lozingen. Als het nodig is handhaven we.

11. Onderzoek risicogestuurd beheer

In dit onderzoek werken we uit hoe we risico’s, prestaties en kosten tegen elkaar afwegen om te komen tot risicogestuurd beheer. Per beheergroep (vrijvervalriolen, gemalen, persleidingen, bijzondere objecten) werken we uit hoe we dit doen.

12. Watervisie Heerenveen

Met de Watervisie werken we een toekomstbeeld uit over de inpassing van water in de leefomgeving. Waar heeft het een plek? Hoe heeft het een plek? Wie maken er gebruik van? Door dit toekomstbeeld te schetsen kunnen we hier in verschillende projecten naartoe werken.

13. Onderzoek ombouwen verbeterd gescheiden rioolstelsel

Op enkele plekken ligt een verbeterd gescheiden rioolstelsel. Hierbij wordt het eerste deel van de neerslag afgevoerd naar de RWZI (dit water is relatief vervuild) en het tweede deel van de neerslag naar een oppervlaktewater. In de praktijk blijkt dat een te groot deel van de neerslag naar de RWZI wordt afgevoerd en dat het systeem daarom kan worden geoptimaliseerd. Dit gaan we onderzoeken.

14. Subsidieregeling klimaatadaptatie

Met een subsidieregeling gaan we inwoners en bedrijven stimuleren hun eigen gebouw en terrein klimaatbestendig te maken. We richten ons hierbij op bestaande bouw. Hier stellen we een subsidieregeling voor op, waarin we uitwerken onder welke voorwaarden er een subsidie wordt verstrekt.

15. Uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie

Met de Friese Klimaatatlas hebben we een stresstest uitgevoerd om de gevolgen van klimaatverandering in beeld te krijgen. Nu moeten we nog komen tot een uitvoeringsprogramma, waarin we aangeven hoe we in 2050 komen tot een klimaatbestendig Heerenveen.

16. Onderzoek energiezuinige gemalen

We gaan onderzoek doen naar de mogelijkheden om het energiegebruik van onze gemalen terug te dringen.

17. Experiment circulaire materialen

In de toekomst moeten we vaker circulaire materialen gebruiken (en waar mogelijk circulair ontwerpen). We zetten in één van onze projecten in op het circulair ontwerpen en gebruik van circulaire materialen. Het budget is bedoeld om hier extra kennis voor te ontwikkelen.

18. Experiment biodiversiteit en water

Waar redelijkerwijs mogelijk willen we de biodiversiteit versterken bij onze werkzaamheden aan de watertaken. We zetten in één van onze projecten extra in op deze versterking. Het budget is bedoeld om hier extra kennis voor te ontwikkelen.

19. Optimalisatiestudie beperking afvoer RWZI

Samen met het Wetterskip willen we bekijken of de afvoer van rioolwater naar de RWZI’s kan worden verminderd. We maken een inschatting van de afvoer in de komende jaren en kijken naar de kansen om dit te verminderen.

20. Meerjarenplanning integraal werken – watertaken

Om integraal te kunnen werken is het belangrijk dat we zicht hebben op nodigde werkzaamheden. Als wij goed kunnen aangeven waar werkzaamheden voor de watertaken nodig zijn wordt het makkelijker om werkzaamheden integraal op te pakken. We stellen daarom een kaart op waarop we aangeven in welke gebieden we aan de slag willen gaan.

21. Samenwerken in de waterketen

In Friesland werken we al vele jaren samen in de waterketen. Waterambassadeurs zorgen ervoor dat men op de hoogte is van wat er speelt in de regio, tijdens bijeenkomsten spreken we elkaar over de waterketen. Hier brengen we een jaarlijkse bijdrage voor in.

22. Communicatie lozingsgedrag en verwachtingen

Met een communicatiekalender zoeken we het juiste moment om een boodschap over water en klimaatadaptatie te brengen aan onze inwoners en bedrijven. Bijvoorbeeld een uitleg over klimaatbestendige tuinen in het voorjaar en een uitleg over oliebollenvet in december. Het budget gebruiken we voor advertentieruimte of acties.

23. Onderzoek herziening heffingsmaatstaf

De watertaken worden steeds breder opgepakt: het begon vanuit de rioolbuizen en richt zich nu steeds meer op het ‘goed omgaan met water’. De heffingsmaatstaf is gericht op het principe dat de vervuiler moet betalen voor de kosten die er worden gemaakt. Met de bredere aanpak van de watertaken verandert er iets in dit principe. In een onderzoek kijken we naar de mogelijke heffingsmaatstaven en onderzoeken we de best passende heffingsmaatstaf voor onze gemeente.

Bijlage 6 Overstortgegevens

Knooppunt

Lozing

Huidig Dr. Niv [m.nap]

Dr. Br. [mm]

X-coordinaat

Y-coordinaat

565

Extern

-1.02

300

191471.23

552054.27

852

Extern

-0.89

9000

191692.98

552408.64

54

Extern

-0.31

700

193161.47

553803.58

139

Extern

-0.31

750

194513.79

553641.92

10

Extern

0.14

160

194842.03

553560.45

151

Extern

-1.00

2000

191261.66

553173.44

152

Extern

-1.00

2000

191239.38

553254.66

901

Extern

-0.89

5000

191405.73

553220.16

180

Extern

0.00

x

189908.82

553859.71

501

Extern

-1.88

300

190361.71

553952.58

105

Extern

-0.06

400

190608.27

552955.78

148

Extern

0.00

x

190775.39

552654.27

BBB002

Extern

-0.67

4000

190118.19

553368.32

25

Extern

-0.51

750

189426.16

554562.94

19

Extern

-0.25

700

189035.07

555351.74

1047

Extern

-0.70

1500

191928.06

552756.86

1060

Extern

-0.90

1500

191989.70

552316.50

1153

Extern

-0.90

1000

191813.70

552353.98

1312

Extern

-0.90

1000

191948.48

552181.63

25

Extern

-2.51

x

191805.61

553423.00

1001

Extern

-1.40

6000

191791.34

554230.27

1002

Extern

-1.40

6000

191778.06

554207.36

1034

Extern

-1.40

3000

191601.14

553546.18

1055

Extern

-1.40

3000

191367.42

553752.77

1076

Extern

-1.40

3000

191167.97

553925.63

1085

Extern

-1.40

3000

191054.08

554170.94

1202

Extern

-1.40

2000

191915.46

554363.65

1206

Extern

0.00

x

191996.08

554514.69

1212

Extern

-1.85

2000

191856.78

554907.52

1218

Extern

-1.85

2000

192257.89

555052.61

1235

Extern

-1.85

2000

191540.99

554438.21

001239A

Extern

-1.85

2000

191743.46

554218.56

1241

Extern

-1.85

2000

191501.47

554565.12

1242

Extern

-1.85

2000

191543.49

554785.60

1272

Extern

-1.85

2000

192391.44

554672.51

1408

Extern

-1.35

2000

192316.50

554543.74

1420

Extern

-1.35

2000

192601.50

553737.79

1432

Extern

-1.35

2000

192520.50

554638.59

1434

Extern

-1.35

2000

192661.86

554690.37

1444

Extern

-1.35

2000

192885.44

554026.97

1460

Extern

-1.35

2000

192642.42

553940.80

1510

Extern

-1.35

2000

192651.83

553944.00

7

Extern

-0.91

1000

194275.65

553918.85

24

Extern

-0.91

1000

194215.39

553765.44

1007

Extern

-1.11

1000

194276.13

553921.22

1024

Extern

-1.11

1000

194216.22

553763.14

2

Extern

-0.16

1000

194427.86

553565.57

1016

Extern

-0.41

1000

194378.75

553557.57

172

Extern

-0.40

800

194296.77

553514.56

3

Extern

-1.37

130

190790.69

555532.10

28

Intern

-1.29

250

190558.11

554837.06

12

Extern

-0.60

250

192016.50

556740.61

5

Extern

0.43

250

192988.54

557324.61

4

Extern

-1.56

250

193382.59

557589.76

20

Extern

-1.80

2000

192542.45

556859.58

456

Extern

-0.80

800

190778.27

551926.98

559

Extern

-1.16

10250

190377.78

551711.55

585

Extern

-0.96

10000

190387.66

551757.82

923

Extern

0.00

x

190687.97

552097.92

803

Extern

-0.36

800

191825.63

550731.71

811

Extern

-0.39

x

191575.28

550923.39

26

Extern

-1.01

2700

190172.86

552504.51

47

Extern

-0.87

3000

189743.34

552839.81

116

Intern

-1.18

5000

190119.58

553025.02

117

Extern

-0.98

5000

190069.58

553100.22

281

Extern

-0.35

3000

189868.14

552689.92

602

Extern

-1.01

6000

190149.81

552542.27

603

Intern

-1.21

6000

190151.09

552505.41

2

Extern

-0.86

200

189888.90

553342.27

1001

Extern

0.00

x

191631.81

549957.70

1057

Extern

0.00

x

192039.68

550211.84

26

Extern

-0.36

1000

191197.55

550821.70

1026

Extern

-0.56

1000

191198.13

550820.67

1013

Extern

-0.25

700

189646.64

552570.11

10

Extern

-0.25

1000

189575.34

552933.89

1010

Extern

-0.53

1000

189577.14

552934.72

146

Extern

-1.01

2000

189382.94

552988.35

153

Extern

-0.81

3500

189479.09

553368.00

425

Extern

-0.76

3900

188870.80

553902.59

471

Extern

-0.76

3000

188633.84

554361.92

77

Extern

-0.89

7200

191903.88

551704.24

621

Extern

-0.50

4500

191889.46

551126.27

146

Intern

-0.20

2000

192630.93

551361.47

36

Extern

0.35

4000

192467.50

549971.07

84

Extern

0.45

1200

192755.34

550002.94

1228

Extern

0.45

1000

192851.23

549437.57

28

Extern

0.35

2000

193418.53

549547.14

25

Extern

0.44

1000

194073.36

549717.44

1026

Extern

0.35

1000

193462.59

549316.50

501

Extern

-0.10

1500

192516.67

549443.07

631

Extern

-0.10

1500

192295.95

549701.44

1003

Extern

-1.00

1250

191974.26

552991.49

1022

Extern

-0.90

1000

192439.70

552876.93

7

Extern

0.84

160

197836.93

553109.44

2

Extern

1.09

160

197399.62

553172.29

6

Extern

0.34

160

197106.83

553215.87

111

Extern

0.24

200

195905.90

553390.46

4

Extern

0.24

160

195562.86

553421.50

5

Extern

0.24

160

196291.39

553301.12

11

Extern

0.24

160

196002.26

553355.58

2

Extern

0.54

160

197820.45

553096.19

12

Extern

0.24

160

197310.05

553169.09

2

Extern

1.34

160

198478.18

553006.66

11

Extern

1.34

160

198647.89

553058.43

21

Extern

1.34

160

198709.31

553100.48

2

Extern

1.24

160

199088.90

553230.85

16

Extern

1.34

200

199534.90

553432.58

26

Extern

1.34

200

199464.02

553401.86

10

Extern

0.57

200

197272.05

551367.42

2

Extern

0.28

160

195678.90

551178.24

3

Extern

0.49

160

197081.89

550338.82

17

Extern

0.60

160

196902.26

550307.84

2

Extern

0.89

160

197691.78

550474.30

7

Extern

2.15

160

198907.18

551326.34

22

Extern

2.55

160

198685.25

550854.14

11

Extern

1.90

160

199358.78

551344.13

12

Extern

2.00

160

199536.42

551456.19

28

Extern

1.40

1000

202832.50

555301.76

5

Extern

2.21

160

201384.99

554297.34

5

Extern

2.21

160

201343.28

554280.13

2

Extern

1.76

200

201105.79

554068.42

2

Extern

1.35

200

200694.02

554042.30

15

Extern

1.30

200

200786.90

553893.18

2

Extern

2.31

160

201847.57

554708.48

5

Extern

2.11

160

202400.90

555058.43

5

Extern

2.11

160

202617.15

554919.55

47

Extern

1.33

2500

200700.78

552328.38

263

Extern

2.25

160

200843.50

551944.19

301

Extern

1.35

2500

200562.13

551647.87

302

Extern

1.35

2500

200601.58

551586.24

1174

Intern

1.76

800

200499.97

551627.07

56

Extern

1.37

1500

202617.39

553690.75

146

Intern

1.62

1000

203509.65

554452.80

9

Extern

2.22

160

204631.38

555019.01

2

Extern

2.14

160

204784.50

555130.24

90

Extern

1.70

800

204050.62

557562.56

104

Extern

1.75

2000

204263.02

557664.06

135

Extern

1.60

800

204461.49

557439.81

205

Extern

2.85

1800

204833.94

557979.01

9

Extern

2.15

160

204509.66

556254.72

17

Extern

1.99

2000

205260.94

555763.71

8

Extern

3.74

160

206250.75

556211.65

11

Extern

4.34

160

207486.58

556985.15

15

Extern

4.06

160

208977.25

557672.77

3

Extern

2.78

160

209746.19

558381.12

1025

Extern

3.26

1000

204953.06

557629.31

AK291A

Extern

0.00

x

186106.72

562960.27

AK470

Extern

-0.80

1000

185329.64

563072.83

AK493

Extern

-0.40

6000

185045.19

562669.38

OB165

Extern

-1.05

4000

188936.60

562751.06

OB233

Extern

-0.96

4000

188698.86

562236.07

OB52

Extern

-1.23

x

188919.63

562719.95

550

Extern

0.00

x

190669.86

553046.20

595

Extern

0.00

x

191639.83

552487.11

647

Extern

0.00

x

190218.26

553461.46