Regeling vervallen per 01-01-2022

Subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Heerenveen

Geldend van 13-03-2021 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2021

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Heerenveen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanbieder: de aanbieder van Peuteropvang;

  • b.

    Aanvullende Subsidie VVE: Subsidie bestemd voor de Aanbieder om de meerkosten te dekken voor de opvang van Doelgroeppeuters waarvoor door Ouders 4 dagdelen van 4 uur per week Peuteropvang wordt afgenomen;

  • c.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Heerenveen 2017;

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

  • e.

    Doelgroeppeuter: een bij de Gemeente ingeschreven peuter in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar oud die een VVE-indicatie heeft gekregen van de JGZ;

  • f.

    Gemeente: gemeente Heerenveen;

  • g.

    Gemeentetoeslag: het bedrag dat via de Aanbieder wordt toegekend aan Ouders als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van reguliere Peuteropvang, VVE-opbouwaanbod en/of VVE-aanbod;

  • h.

    Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang: Gemeentetoeslag ten behoeve van Peuteropvang voor Ouders die geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag die twee dagdelen omvat met een maximale dagdeellengte van 4 uren, gedurende maximaal 40 weken per kalenderjaar bij een Aanbieder;

  • i.

    Gemeentetoeslag voor VVE-aanbod: Gemeentoeslag ten behoeve van Doelgroeppeuters tussen 2,5 en 4 jaar die twee extra dagdelen van maximaal 4 uur, maximaal 40 weken per kalenderjaar bovenop de Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang of Kinderopvangtoeslag betreft;

  • j.

    Gemeentetoeslag voor VVE-opbouwaanbod: Gemeentetoeslag ten behoeve van Doelgroeppeuters tussen 2 en 2,5 jaar van 1 of 2 dagdelen van maximaal 4 uur, maximaal 40 weken per kalenderjaar bovenop de Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang of Kinderopvangtoeslag;

  • k.

    Kinderopvangtoeslag: de toeslag die ouders onder voorwaarden bij de belastingdienst kunnen aanvragen voor kinderopvang of Peuteropvang;

  • l.

    Koptarief: de door Aanbieders aan Ouders die Gemeentetoeslag of Kinderopvangtoeslag ontvangen toe te kennen tegemoetkoming om het verschil tussen het door de Aanbieder per uur gehanteerde tarief voor Peuteropvang en het Maximum uurtarief te overbruggen;

  • m.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang waarin Aanbieders van Kinderopvang en Peuteropvang en alle locaties zijn opgenomen die voldoen aan de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

  • n.

    Maximum uurtarief: het maximum tarief per uur zoals opgenomen in het geldende Besluit kinderopvangtoeslag;

  • o.

    Ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder/verzorger van een kind op wie de Peuteropvang betrekking heeft;

  • p.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage op basis van de geldende VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang die door Ouders betaald wordt aan de Aanbieder als zij Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang ontvangen;

  • q.

    Overdrachtsformulier: het formulier dat gebruikt wordt door de Aanbieder om kennis zoals opgebouwd in het kindvolgsysteem over te dragen aan de basisschool waar het kind naar toe gaat als het 4 jaar is;

  • r.

    Peuter: een bij de Gemeente ingeschreven kind in de leeftijd van 2 tot 4;

  • s.

    Peuteropvang: peuteropvang met als doel de verzorging, de opvoeding, het stimuleren van de ontwikkeling en het voorbereiden op de basisschool van Peuters vanaf de leeftijd van 2 jaar oud tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs;

  • t.

    Registratieoverzicht: het maandelijks door Aanbieders in te dienen registratieoverzicht. In de beschikking van het College is opgenomen welke informatie moet worden geregistreerd;

  • u.

    Rekentool: document waarmee de hoogte van de Subsidie wordt ingeschat. Aanbieders dienen de ingevulde Rekentool in als onderdeel van de subsidieaanvraag;

  • v.

    Subsidie: de aan de Aanbieder op basis van deze nadere regels verleende subsidie;

  • w.

    VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie. Onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid met als doel om Doelgroeppeuters beter voor te bereiden op de basisschool en ervoor te zorgen dat zij zonder achterstand naar groep 3 kunnen.

Artikel 2. Doel

De Subsidie heeft als doel deelname aan de Peuteropvang te stimuleren en VVE te realiseren. Hiermee worden Peuters goed voorbereid op de start in het basisonderwijs.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. De Subsidie wordt verleend aan de Aanbieder waar de Ouders Peuteropvang afnemen. De Subsidie kan bestemd zijn voor:

    • a)

      het aan Ouders toekennen van Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang, VVE-opbouwaanbod en/of VVE-aanbod;

    • b)

      het aan Ouders toekennen van het Koptarief (uitgezonderd Aanbieders buiten de Gemeente);

    • c)

      Aanvullende Subsidie VVE.

  • 2. Aanbieders buiten de Gemeente die Subsidie aanvragen, laten Ouders voorafgaand aan de start van de Peuteropvang of VVE contact opnemen met de Gemeente.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de Aanbieder die:

  • a.

    geregistreerd staat in het LRK;

  • b.

    werkt met een door het Nederlands Jeugd Instituut erkend VVE-programma of een programma dat voldoet aan de voorwaarden zoals geformuleerd door de Inspectie van het Onderwijs;

  • c.

    werkt met een kind- of ontwikkelvolgsysteem;

  • d.

    in overwegende mate positief wordt beoordeeld door de GGD en Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van de kwaliteit van het aanbod door GGD;

  • e.

    samenwerkt met het basisonderwijs zodat een doorgaande (leer)lijn met het basisonderwijs ontstaat;

  • f.

    zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het basisonderwijs en daarbij gebruik maakt van een overdrachtsformulier;

  • g.

    zorgt voor een ‘warme’ overdracht, bestaande uit een overdrachtsgesprek tussen Aanbieder, basisschool en Ouders als het gaat om een Doelgroeppeuter;

  • h.

    Ouders betrekt en ondersteunt bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen;

  • i.

    actief gebruik maakt van de Verwijsindex Fryslân;

  • j.

    actief gebruik maakt van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

  • k.

    samenwerkt met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en het Team Jeugd en Gezin van de Gemeente;

  • l.

    meewerkt aan het verder ontwikkelen en verbeteren van het aanbod Peuteropvang, VVE en eventueel aanverwante onderwerpen;

  • m.

    aangesloten is bij en deelneemt aan de gemeentelijke overlegstructuur.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden

  • 1. De Gemeente keert de Subsidie maandelijks achteraf uit aan de Aanbieder. De Aanbieder stuurt daarvoor het Registratieoverzicht aan de Gemeente.

  • 2. De Aanbieder is verantwoordelijk voor het innen van de Ouderbijdrage bij de ouders en eventueel optredend debiteurenverlies.

  • 3. De Aanbieder houdt een jaaroverzicht bij van eventuele mutaties die zich voordoen nadat de Registratieoverzichten bij de Gemeente zijn ingediend (mutatieoverzicht). Dit mutatieoverzicht wordt samen met het vaststellingsverzoek bedoeld in artikel 13 ingediend bij de Gemeente. De mutaties worden verrekend met de reeds op basis van de Registratieoverzichten uitgekeerde Subsidie.

  • 4. De Subsidie wordt definitief vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde uren Peuteropvang en VVE.

  • 5. De Aanbieder vormt een voor de Gemeente controleerbaar dossier waarvan de inhoud bij beschikking wordt bepaald.

  • 6. Er worden geen subsidievoorschotten uitgekeerd.

Artikel 6. Hoogte Subsidie ten behoeve van Gemeentetoeslag

De Subsidie ten behoeve van de Gemeentetoeslag is gelijk aan het door de Aanbieder gehanteerde uurtarief minus de Ouderbijdrage in het geval van Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang, met als maximum het Maximum uurtarief.

Artikel 7. Hoogte Subsidie ten behoeve van het Koptarief

De Subsidie ten behoeve van het Koptarief bedraagt maximaal € 0,53 per uur in 2021, te indexeren op basis van de begroting van de Gemeente.

Artikel 8. Hoogte Aanvullende Subsidie VVE

De Aanvullende Subsidie VVE bedraagt maximaal € 37,25 per Doelgroeppeuter per maand in 2021, te indexeren op basis van de begroting van de Gemeente.

Artikel 9. Algemene uitvoeringsregels Subsidie

  • 1. Gemeentetoeslag voor reguliere Peuteropvang wordt aan Ouders toegekend als zij geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag.

  • 2. Gemeentetoeslag voor VVE-opbouwaanbod wordt toegekend aan Ouders van Doelgroeppeuters tussen 2 en 2,5 jaar oud. Ouders en Aanbieders maken afspraken over de opbouw van het VVE-opbouwaanbod waarbij in elk geval geldt dat het volledige VVE-aanbod wordt afgenomen vanaf het moment dat de Doelgroeppeuter 2,5 jaar oud is.

  • 3. Gemeentetoeslag voor VVE-aanbod wordt toegekend aan Ouders van Doelgroeppeuters tussen 2,5 en 4 jaar oud.

  • 4. Koptarief wordt door de Aanbieder aan de Ouders toegekend als zij recht hebben op Kinderopvangtoeslag of op Gemeentetoeslag.

Artikel 10. Specifieke uitvoeringsregels Subsidie

  • 1. Ouders vullen een door de Aanbieder opgesteld aanvraagformulier in en overleggen een inkomensverklaring aan de Aanbieder of, in het geval van zelfstandig ondernemers, een kopie van de meest recente definitieve aanslag inkomstenbelasting.

  • 2. Op basis van de gegevens bedoeld in het vorige lid voert de Aanbieder een toetsing uit en bepaalt hij de hoogte van de Gemeentetoeslag en Ouderbijdrage.

  • 3. Ouders gaan een schriftelijke overeenkomst aan met de Aanbieder. In de beschikking van het College is opgenomen welke onderdelen in de overeenkomst worden opgenomen.

  • 4. Als de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat Ouders in aanmerking komen voor Kinderopvangtoeslag, dan vervalt het recht op Gemeentetoeslag zodra het recht op Kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders worden door de Aanbieder verplicht per ommegaande te melden dat zij in aanmerking komen voor Kinderopvangtoeslag.

  • 5. Als een verlaging van het inkomen zodanig is dat Ouders in een lagere inkomenscategorie van de geldende VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang vallen, kan een Aanbieder de Ouderbijdrage herzien op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of de meest recente inkomensverklaring.

  • 6. Als sprake is van inkomenswijziging door werkeloosheid, kunnen kinderopvanggerechtigden nog gedurende 3 maanden aanspraak maken op de Kinderopvangtoeslag. Nadat deze termijn verstreken is kunnen ouders in aanmerking komen voor Gemeentetoeslag en Koptarief.

  • 7. Als op enig moment blijkt dat Ouders de voorgaande periode recht op Kinderopvangtoeslag hebben gehad en zij dit niet (tijdig) hebben gemeld, wordt de Gemeentetoeslag door de Aanbieder teruggevorderd bij de Ouders vanaf de datum dat het recht op de Kinderopvangtoeslag is ingegaan. Hiervan wordt melding gemaakt bij de Gemeente waarna verrekening plaatsvindt.

  • 8. De Gemeentetoeslag en Koptarief worden stopgezet op de dag dat de Peuter 4 jaar oud is of als een tussentijdse wijziging heeft plaatsgevonden waardoor niet meer aan de voorwaarden voor de Gemeentetoeslag wordt voldaan.

  • 9. Als de Aanbieder vaststelt dat Ouders die Gemeentetoeslag of Koptarief ontvangen, drie keer binnen een half jaar de Ouderbijdrage niet betalen aan de Aanbieder en de Aanbieder de ouders daarvoor schriftelijk heeft aangemaand, dan kan de Peuteropvang worden beëindigd door de Aanbieder. De Aanbieder maakt hiervan schriftelijk melding bij de Ouders en voegt alle brieven toe aan het in artikel 5 bedoelde dossier.

Artikel 11. Aanvraag Subsidie

  • 1. De Aanbieder maakt voor het aanvragen van Subsidie gebruik van het aanvraagformulier bedoeld in artikel 6 van de ASV en vult de Rekentool in van het jaar waarvoor Subsidie wordt gevraagd.

  • 2. De aanvraag dient uiterlijk te zijn ontvangen op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Voor Aanbieders buiten de Gemeente geldt, in afwijking van lid 2, dat aanvragen doorlopend kunnen worden ingediend.

  • 4. Aanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Voor het bepalen van de volgorde van binnenkomst geldt het tijdstip waarop de aanvraag compleet is. Als twee of meer aanvragen op hetzelfde tijdstip compleet zijn ingediend, wordt de onderlinge volgorde bepaald door loting.

Artikel 12. Beslistermijn

  • 1. Het College beslist, in overeenstemming met artikel 8 lid 1 van de ASV, op aanvragen bedoeld in artikel 11 uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Voor aanvragen bedoeld in artikel 11 lid 3 geldt dat het College beslist binnen 10 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling Subsidie

  • 1. De Aanbieder die meer dan € 7.500,- Subsidie ontvangt dient uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarvoor de Subsidie is verstrekt de aanvraag voor vaststelling ervan in.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat de volgende informatie:

    • a)

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. In het inhoudelijk verslag worden alle voor vaststelling van de Subsidie relevante wijzigingen vermeld die zich voordeden na indiening van de Registratieoverzichten. In de beschikking van het College worden eventueel nadere instructies opgenomen;

    • b)

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c)

      een balans van het subsidietijdvak waarvoor de Subsidie is verleend met een toelichting daarop;

    • d)

      bij een subsidiering van meer dan € 50.000,- een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het College kan afwijken van de bepalingen in deze regeling voor zover de toepassing daarvan kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen of groepen van gevallen.

Artikel 15. Overgangsrecht 2020/2021

Voor reeds ingediende subsidieaanvragen voor het jaar 2021 geldt, in afwijking van artikel 12, dat het College in maart 2021 op eigen initiatief opnieuw op deze aanvragen beslist voor de maanden maart tot en met december van 2021. Voor zover de subsidiabele bedragen afwijken van de voor de maanden januari en februari van 2021 gesubsidieerde bedragen, vindt een verrekening plaats bij vaststelling van de Subsidie, die in één keer voor geheel 2021 geschiedt. Voor Subsidies tot en met € 7.500,- geldt dat afwijkingen direct in maart 2021 worden verrekend.

Artikel 16. Slotbepalingen

  • a. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2021.

  • b. Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Heerenveen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 maart 2021.

Burgemeester en wethouders van Heerenveen.

De gemeentesecretaris,

de heer J. van Leeuwestijn

De burgemeester,

de heer T.J. van der Zwan