Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening ‘’Participatieraad: meedenken is meedoen’’

Geldend van 15-07-2011 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening ‘’Participatieraad: meedenken is meedoen’’

VERORDENING PARTICIPATIERAAD: MEEDENKEN IS MEEDOEN

wettelijke grondslag: Artikel 150 Gemeentewet, artikel 11 Wmo, artikel 47 Wwb, artikel 42 Ioaz en artikel 42 Ioaw en artikel 12 van de WIJ

datum inwerkingtreding: 15 juli 2011

De gemeenteraad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 mei 2011;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 3 en 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), artikel 47 van de Wet werk en bijstand (Wwb), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en artikel 12 van de Wet investering in jongeren (WIJ);

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Verordening ‘’Participatieraad: meedenken is meedoen’’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Participatieraad: adviesraad voor participatie inzake Maatschappelijke ondersteuning en Sociale Zaken

participatie: betrokkenheid bij en deelname aan de samenleving

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

Artikel 2 Taakstelling participatieraad

De participatieraad heeft tot taak om desgevraagd of uit eigen beweging het college te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van de Wmo, Wwb, WIJ en aanverwante wetten die participatie in de samenleving beogen en van invloed zijn op de positie van de inwoners van de gemeente Heerenveen.

Artikel 3 Samenstelling participatieraad

  • 1.

    De participatieraad bestaat uit een oneven aantal leden, de voorzitter daaronder begrepen, met een minimum van negen en een maximum van vijftien leden.

  • 2.

    De samenstelling van de participatieraad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van de Heerenveense samenleving, rekening houdend met de werkterreinen van de wetten waarop deze verordening van toepassing is.

  • 3.

    De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last.

Artikel 4 Voordracht en benoeming leden

  • 1.

    De leden van de participatieraad worden door het college, op voordracht van de participatieraad, benoemd, waarbij de voorzitter in functie wordt benoemd.

  • 2.

    Het college benoemt de leden van de participatieraad voor een periode van vier jaar.

  • 3.

    Leden van de participatieraad kunnen eenmalig voor maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 4.

    De participatieraad draagt zelf zorg voor de continuïteit van haar werkzaamheden.

  • 5.

    De participatieraad kiest uit zijn midden een vice-voorzitter en secretaris.

  • 6.

    De leden mogen geen lid zijn van een bestuursorgaan van de gemeente Heerenveen, in dienst zijn van de gemeente Heerenveen of in dienst zijn van een organisatie waarmee de gemeente contractuele afspraken of een subsidierelatie heeft op het gebied van de taakstelling.

Artikel 5 Beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Leden van de participatieraad zijn woonachtig in de gemeente Heerenveen.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de participatieraad eindigt: • door het aflopen van de zittingsperiode; • door overlijden; • door ontslag te nemen als lid; • bij vertrek uit de gemeente Heerenveen; • bij belangenverstrengeling, zulks ter beoordeling van het college.

  • 3.

    Een lid van de participatieraad dat ontslag neemt, blijft indien mogelijk in functie totdat in zijn of haar vacature is voorzien.

  • 4.

    Het college kan, op verzoek van de participatieraad, een lid van de participatieraad ontslaan als deze zonder geldige redenen zijn of haar taak verzuimt of veronachtzaamt.

  • 5.

    Het college zal in elk geval toepassing geven aan lid 4 indien een lid van de participatieraad zonder opgaaf van redenen drie keer een bijeenkomst van de participatieraad niet bijwoont.

  • 6.

    In vacatures wordt zo mogelijk binnen twee maanden voorzien.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Voor de ondersteuning van de participatieraad wordt door het college een ambtelijk secretaris aan de participatieraad toegevoegd.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de participatieraad.

  • 3.

    Tot de taken van de ambtelijk secretaris behoren:

    • a.

      het bewaken van de voortgang en de afhandeling van de adviezen van de participatieraad aan het college

    • b.

      in zijn algemeenheid het zorg dragen voor een goede ondersteuning van de participatieraad, zodat deze zijn taak op een goede wijze kan vervullen, waaronder verslaglegging van vergaderingen en archivering.

Artikel 7 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is lid van de participatieraad.

  • 2.

    De zittingsduur van de voorzitter is gelijk aan de zittingsduur van de leden van de participatieraad.

  • 3.

    Tot de taken van de voorzitter behoren:

    • a.

      leiding geven aan de participatieraad;

    • b.

      de participatieraad vertegenwoordigen richting college, de gemeenteraad en burgers;

    • c.

      aansturen van de ambtelijk secretaris;

    • d.

      zich laten informeren door betrokken ambtenaren;

    • e.

      zorgen voor een goede afspiegeling van burgers in de participatieraad;

    • f.

      het (laten) opstellen van adviezen.

Artikel 8 Relatie college en participatieraad

  • 1.

    Het college heeft tenminste twee keer per jaar overleg met de participatieraad.

  • 2.

    De leden van de participatieraad hebben de bevoegdheid om alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van de taakstelling raken op de agenda te laten zetten.

  • 3.

    De participatieraad wordt door het college tijdig betrokken bij de voorbereiding van beleid ten aanzien van wetgeving en alles wat daaruit voortvloeit, waarop deze verordening van toepassing is.

  • 4.

    Het college geeft een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies. Als het college afwijkt van het advies van de participatieraad, wordt de participatieraad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

  • 5.

    In het geval het college een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de participatieraad, wordt dit, indien een raadsbesluit benodigd is, bij het voorstel aan de gemeenteraad vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de participatieraad is afgeweken.

Artikel 9 Taken participatieraad

  • 1.

    De participatieraad adviseert het college gevraagd en ongevraagd en behartigt op deze wijze de belangen van de inwoners.

  • 2.

    Het college stelt de participatieraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming.

  • 3.

    De participatieraad stelt jaarlijks een werkplan en een jaarverslag op. In het jaarverslag zijn ten minste de in het afgelopen jaar door de participatieraad gegeven gevraagde en ongevraagde adviezen opgenomen.

  • 4.

    De participatieraad adviseert niet over klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele inwoners betrekking hebben.

Artikel 10 Werkwijze participatieraad

  • 1.

    De participatieraad legt haar interne werkwijze vast in een huishoudelijk reglement en legt dit reglement ter goedkeuring voor aan het college.

  • 2.

    De vergaderingen van de participatieraad zijn openbaar.

  • 3.

    De participatieraad kan besluiten tot het houden van een besloten vergadering.

Artikel 11 Informatievoorziening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de participatieraad over zaken die tot de taakstelling van de participatieraad behoren.

  • 2.

    De participatieraad krijgt tijdig, spontaan en op verzoek alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft.

  • 3.

    Het college is verplicht gehoor te geven aan een verzoek van de participatieraad om toelichting te geven op de stukken waarover advies is gevraagd of die de participatieraad ter informatie heeft ontvangen. Het college kan zich daarbij laten vertegenwoordigen.

Artikel 12 Vertrouwelijkheidsplicht

  • 1.

    De participatieraad kan bepalen dat de leden van de participatieraad, deskundigen en derden verplicht zijn tot vertrouwelijkheid ten aanzien van stukken c.q. hetgeen ter zitting wordt behandeld.

  • 2.

    De vertrouwelijkheidsplicht kan eveneens worden opgelegd door of namens het college en de raad, ten aanzien van stukken die zij aan de leden van de participatieraad, deskundigen of derden verstrekken.

  • 3.

    De vertrouwelijkheidsplicht vervalt niet door de beëindiging van het lidmaatschap van de participatieraad of van het adviseurschap van externe deskundigen of derden.

  • 4.

    De plicht tot vertrouwelijkheid wordt op de stukken aangegeven of voorafgaande aan de behandeling van de betreffende onderwerpen bekendgemaakt.

  • 5.

    De duur van de vertrouwelijkheidsplicht wordt – voor zover mogelijk – vooraf aangegeven.

Artikel 13 Facilitering participatieraad

  • 1.

    Voor de participatieraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen voor onder meer kosten die verband houden met de ambtelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

  • 2.

    Het college draagt er kosteloos zorg voor dat noodzakelijke faciliteiten aan de participatieraad beschikbaar worden gesteld, zodat de participatieraad naar behoren invulling kan geven aan zijn taakstelling.

  • 3.

    Ten laste van het in het eerste lid genoemde budget ontvangen de leden van de participatieraad voor hun werkzaamheden een door het college vast te stellen onkostenvergoeding.

Artikel 14 Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de participatieraad daarover is gehoord.

Artikel 15 Onvoorziene situaties

In alle andere gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening Participatieraad: meedenken is meedoen’.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

    Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 27 juni 2011.

    griffier, voorzitter,

In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.