Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen

Geldend van 01-10-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen

De raad der gemeente Heerenveen;

overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuurs- recht noodzakelijk is om de "Verordening speelautomatenhallen en speelautomaten" aan te passen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 september 1994,

preadvies nummer 94.2000301;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en de Gemeentewet;

B E S L U I T:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de wet

de Wet op de kansspelen;

b.

Speelautomatenbesluit

K.B. van 24 november 1986, Stb. 589;

c.

speelautomaat

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

d.

behendigheidsautomaat

een speelautomaat waarvan:

1.

het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

2.

het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

e.

kansspelautomaat

een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

f.

aanwezigheidsvergunning

de vergunning, als bedoeld in artikel 30b van de wet;

g.

speelautomatenhal

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet;

h.

exploitatievergunning

de vergunning tot het exploiteren van een speelautomatenhal, zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

i.

ondernemer

de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

j.

beheerder

degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

k.

openbare weg

alle voor het openbaar rij of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

l.

horeca-exploitant de natuurlijke of rechtspersoon die een horeca-inrichting exploiteert;

m.

laagdrempelige inrichting

een inrichting in de zin van artikel 30c, lid 1, aanhef en onder a en b van de wet, die het publiek niet in de eerste plaats pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholhoudende drank, maar voor andere doeleinden zoals bijvoorbeeld het kopen en nuttigen van geringe eetwaren, recreatie of sport;

n.

convenant

een schriftelijke overeenkomst, waarin afspraken worden gemaakt met belangenorganisaties zoals Horeca Nederland en VAN Speelautomaten branche-organisatie, over onder andere soort en aantal speelautomaten, preventie en hulpverlening.

Speelautomatenhallen

Artikel 2 Verbod

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan voor maximaal twee speelautomatenhallen een vergunning verlenen.

Artikel 3 Over te leggen gegevens

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en fabrieken;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen acht weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 5 Inhoud vergunning

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het pu-bliek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Nieuwe beheerder

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen 26 weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekking

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan 26 weken wordt onderbroken.

Artikel 9 Overname

  • 1.

    Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van onderneming dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

    Aanwezigheidsvergunning speelautomaten in horeca-inrichtingen

Artikel 10 Voorschriften en beperkingen

Aan aanwezigheidsvergunningen voor horeca-inrichtingen worden door de burgemeester de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a.

    in de horeca-inrichtingen, als bedoeld in artikel 30c lid 1 sub a van de wet zullen per inrichting ten hoogste twee speelautomaten mogen worden opgesteld, waarvan maximaal één kansspelautomaat;

  • b.

    in de laagdrempelige horeca-inrichtingen zullen per inrichting ten hoogste twee speelautomaten -behendigheidsautomaten zijnde- mogen worden opgesteld;

  • c.

    op een duidelijk zichtbare plaats zal op elke kansspelautomaat een sticker aanwezig moeten zijn met een waarschuwing tegen de gevaren van overmatig spelen en gokverslaving.

Artikel 11 Intrekking aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    Bij het niet naleven van het bepaalde in artikel 10 kan de burgemeester toepassing geven aan het bepaalde in artikel 30f, leden 2 tot en met 5 van de wet.

  • 2.

    De speelautomatenexploitant dient in dat geval de kansspelautoma(a)t(en) uit de inrichting te verwijderen.

    Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Strafbepaling

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13 Opsporingsambtenaren

De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14 Binnentreden

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde is vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal of een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder j en k, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden, verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 15 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de 1 oktober 1994, met inachtneming van het hierna bepaalde.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 10, treedt pas in werking 1 jaar nadat het convenant is opgezegd.

  • 3.

    In de exploitatievergunningen voor de speelautomatenhallen wordt met ingang van 1 jaar nadat het convenant is opgezegd, een voorschrift opgenomen, op grond waarvan de volgende maximale percentages kansspelautomaten zijn toegestaan:

    • na 1 jaar: 70 % van het aantal toegestane speelautomaten;

    • na 2 jaar: 60 % van het aantal toegestane speelautomaten;

    • na 3 jaar: 50 % van het aantal toegestane speelautomaten.

  • 4.

    Op het in lid 2 bedoelde tijdstip vervalt de "Verordening speelautomatenhallen en speelautomaten", vastgesteld bij raadsbesluit van 28 september 1992.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 september 1994.
De secretaris,
De voorzitter,
(drs. H.C. Witbraad-Wiltink)
(drs. P.M.M. de Jonge)

In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.