Regeling vervallen per 02-05-2013

Woonschepenverordening 2004

Geldend van 01-02-2004 t/m 01-05-2013

Intitulé

Woonschepenverordening 2004

Woonschepenverordening 2004

_______________________________________________________________________________

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2003 , nr;

gelet op artikel 149 en 154 van de Gemeentewet;

inzake de wenselijkheid om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen voor het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen en bruine schepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;

gezien het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu d.d. 15 december 2003;

besluit vast te stellen de volgende:

Woonschepenverordening 2004.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • B.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • C.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

  • D.

    openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

  • E.

    bruine schepen: vaartuigen, die oorspronkelijk ten behoeve van de handelsvaart zijn gebouwd, maar die thans zonder dat daaraan ingrijpende uitwendige voorzieningen zijn getroffen – uitsluitend voor permanente bewoning worden gebruikt en ten aanzien waarvan – blijkens de aard van het vaartuig, de daarop aanwezige voorzieningen, de wijze van voortstuwing, zo mogelijk de wijze van gebruik of andere omstandigheden – vast staat, dat de gebruikers daarvan normaliter niet gedurende het gehele jaar eenzelfde ligplaats innemen.

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 3 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een woonschip of een bruin schip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip of een bruin schip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 aangewezen gedeelten van het openbaar water.

Artikel 4 Schepen in aanbouw of reparatie

Het verbod van artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn of bruine schepen die in reparatie zijn zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaarten

  • 1.

    De plaatsen waar woonschepen of bruine schepen ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaarten, die als bijlage bij deze verordening zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatsenkaart voor één woonschip of bruin schip per bedrijf, ten aanzien waarvan aannemelijk wordt gemaakt dat het in het kader van een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is een ligplaats in te nemen aan een oever, grenzende aan bevaarbaar water, welke oever eigendom is van het bedrijf ten behoeve waarvan een ligplaatsvergunning voor een woonschip of bruin schip wordt gevraagd, zulks indien de gebruiker van het schip eigenaar van het desbetreffende bedrijf is, dan wel in een arbeidsverhouding tot dit bedrijf staat.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1.

    Op de op grond van artikel 5, eerste lid, aangewezen plaatsen mag een woonschip of bruin schip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip of bruin schip beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag in behandeling is genomen.

  • 3.

    Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • A.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • B.

      het bruine schip langer is dan 25 meter en het woonschip schip langer is dan 20 meter, breder dan 6 meter, hoger dan 5 meter (goothoogte) en 5,5 meter (nokhoogte). De hoogte wordt vanaf de waterlijn gemeten;

    • C.

      het woonschip of het bruine schip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • D.

      het uiterlijk van het woonschip of het bruine schip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

    • E.

      het woonschip of het bruine schip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • F.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip of het bruine schip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • G.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeester en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen.

  • 4.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip of het bruine schip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip of het bruine schip.

Artikel 7 Wachtlijst ligplaatsvergunning voor bruin schip

  • 1.

    Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning voor een bruin schip wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door het college van burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2.

    Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen voor bruine schepen vrijkomt, stelt het college van burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste gegadigde in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, derde lid, onder B tot en met G.

  • 3.

    Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken na de datum van verzending van het in het tweede lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 8 Overdragen ligplaatsvergunning

  • 1.

    De vergunninghouder kan de ligplaatsvergunning overdragen aan een rechtverkrijgende.

  • 2.

    Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijft het college van burgemeester en wethouders de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende.

Artikel 9 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2.

    Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, tweede en derde lid, onder B tot en met G, van toepassing.

Artikel 10 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • A.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • B.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • C.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • D.

    het woonschip of het bruine schip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • E.

    het woonschip of het bruine schip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

  • F.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • G.

    het bruine schip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 26 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • H.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

Artikel 11 Aansluiting aan drinkwaterleiding

  • 1.

    De vergunninghouder van een woonschip is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van een of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 12 Aansluiting op de riolering

  • 1.

    De vergunninghouder van een woonschip is verplicht ervoor te zorgen dat het schip is aangesloten op een openbaar riool.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing in delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien afvoer op een andere wijze zonder verontreiniging van water, bodem of lucht mogelijk is voor woonschepen die op een grotere afstand dan 40 meter van een openbaar riool zijn gelegen.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde afstand wordt gemeten langs de kortste lijn waarlangs een aansluiting zonder bezwaren kan worden gemaakt.

Artikel 13 Nakoming aanwijzingen

  • 1.

    Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door het college van burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht genomen.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college van burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 14 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 15 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 3 en 6, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 16 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip of bruin schip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    De 'Woonschepenverordening 1994’ wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Woonschepenverordening 2004'.

Artikel 18 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Ligplaatsvergunningen voor woonschepen en ontheffingen voor bruine schepen, afgegeven op grond van de Woonschepenverordening 1994 worden geacht vergunningen op grond van artikel 6 van deze verordening te zijn.

  • 2.

    Aanvragen van vergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

  • 3.

    De wachtlijst voor bruine schepen, als bedoeld in artikel 7 van de Woonschepenverordening 1994, wordt geacht de wachtlijst op grond van artikel 7 van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Aan de per 23 mei 1996 door burgemeester en wethouders geregistreerde gebruikers van de woonschepen aan de Tjongerarm, wordt het persoonlijk recht verleend om met het desbetreffende schip aldaar ligplaats te blijven innemen.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 januari 2004.

De voorzitter,

De griffier ,