Regeling vervallen per 01-01-2016

verordening, houdende regels omtrent de wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingsverordening)

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2015

Intitulé

verordening, houdende regels omtrent de wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingsverordening)
  • 1.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

  • a.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

    De raad der gemeente Heerenveen;

    gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 26 oktober 2004;

    gelet op artikel 2 van de Huisvestingswet en artikel 149 en 154 Gemeentewet;

    gezien het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu d.d. 29 november 2004;

    besluit:

    vast te stellen de volgende verordening, houdende regels omtrent de wijziging van de samenstelling

    van de woonruimtevoorraad (Huisvestingsverordening).

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Huisvestingswet;

  • b.

    huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • c.

    onttrekkingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 30, lid 1 onder a van de wet.

  • d.

    bewoning: met bestemming tot bewoning wordt bedoeld dat men daar permanent woont en daar zijn hoofdverblijf heeft, zoals bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie (Wet GBA).

Artikel 2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op alle woonruimten gelegen in de gemeente Heerenveen.

Artikel 3 Vergunningsvereiste

Het is verboden om zonder onttrekkingsvergunning een woonruimte, aangewezen in artikel 2 geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning te onttrekken. Onder het onttrekken aan de bestemming tot bewoning wordt in deze verordening verstaan het gebruiken van een woning voor een ander doel dan permanente bewoning door een huishouden.

Artikel 4 Aanvragen van een onttrekkingsvergunning

  • 1.

    De aanvraag voor een onttrekkingsvergunning wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    Op of bij de onttrekkingsvergunning vermeldt het college dat de vergunning vervalt met ingang van de datum waarop de woning anders dan door vererving of door overdracht aan bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad, van eigenaar verandert.

  • 3.

    Het college kan een vergunning verlenen voor tijdelijke onttrekking voor maximaal één jaar, indien de onttrekking voorziet in een tijdelijke behoefte en de woonruimte daarna permanent zal worden bewoond.

Artikel 5 Criteria voor vergunningverlening

Het college verleent de onttrekkingsvergunning, indien naar het oordeel van het college het met de onttrekking gediende belang groter is dan het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad.

Artikel 6 Verzegeling

Indien sprake is van het gebruik van woonruimte zonder onttrekkingsvergunming anders dan voor permanente bewoning, kan het college de woonruimte verzegelen. Deze verzegeling wordt opgeheven op het moment dat de woonruimte in gebruik genomen wordt voor bewoning, of dat de woonruimte door verhuur of verkoop opnieuw voor bewoning wordt bestemd, of indien alsnog een onttrekkingsvergunning wordt verleend.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 3 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 9 Handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Met de opsporing van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minister van justitie daartoe zijn aangewezen.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 76, 77 en 78 van de wet aangewezen ambtenaren.

Artikel 10 Restbepaling

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, waarbij het college zich uitsluitend zal laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Huisvestingsverordening 2005 van de gemeente Heerenveen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Vergunningen voor het gebruik van tweede woningen, afgegeven op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, worden geacht vergunningen op grond van artikel 3 van deze verordening te zijn.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2004.
De voorzitter,
De griffier,