Budgethoudersregeling 2007 van de gemeente Heerenveen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

College: het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen;

Directie: de gemeentesecretaris en de adjunct-gemeentesecretaris vormen samen de directie;

Griffier: de griffier van de raad;

Dienst: iedere organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die op grond van het Organisatiebesluit een eigen verantwoordingplicht aan de directie heeft;

Budget: de middelen die via de programmabegroting en productenraming zijn toegekend voor het realiseren van een samenhangend geheel van doelstellingen, resultaat- en prestatieafspraken;

Beheersing: het beheren van de middelen binnen de kaders van de productenraming;

Budgethouder: de ambtenaar die uit hoofde van zijn functie verantwoordelijk is voor de beheersing van een budget dan wel waarvoor hij als zodanig is aangewezen;

Kredietbeheerder: de ambtenaar die voor de beheersing van een budget door de budgethouder is aangewezen.

Artikel 2

• 1.

  Budgethouders worden aangewezen in de productenraming.

• 2.

  De functie van budgethouder behoudens het gestelde in artikel 3 wordt ingevuld door een diensthoofd.

• 3.

  De budgethouder kan (delen van) het toegewezen budget laten beheren door kredietbeheerders.

• 4.

  De aanwijzing als kredietbeheerder wordt in de gemeentelijke financiële administratie vastgelegd.

• 5.

  Een budget kan niet gedeeld worden door meerdere budgethouders of kredietbeheerders.

Artikel 3

De griffier is budgethouder voor de budgetten die direct ten behoeve van de gemeenteraad staan.

Artikel 4

De directie is eindverantwoordelijk voor de beheersing van de budgetten binnen de kaders van de productenraming. De budgethouder rapporteert in de managementrapportage aan de directie over de budgetten.

Artikel 5

De budgethouder is onverminderd de bepalingen van de in deze regeling opgenomen taken voor budgethouders of kredietbeheerders eindverantwoordelijk voor de beheersing van de budgetten en de realisatie van inkomsten die tot het taakgebied van zijn dienst behoren.

Artikel 6

• 1.

  De budgethouder of budgetbeheerder is namens het college bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven:

  • a.

    tot maximaal de betreffende budgetten waarvoor hij als budgethouder of budgetbeheerder is aangewezen;

  • b.

    tot maximaal het saldo van de voorzieningen die onderdeel uitmaken van de exploitatie en als zodanig vallen binnen de budgetten, bedoeld onder a.;

  • c.

    tot maximaal de kosten van uitvoering van een in de begroting opgenomen investering waarvoor hij via een interne order als budgethouder is aangewezen met dien verstande dat hij het college vooraf de inhoudelijke en financiële invulling van de investering ter vaststelling aanbiedt.

• 2.

  De budgethouder of budgetbeheerder draagt zorg voor het bijhouden van een adequate verplichtingenadministratie.

• 3.

  Het gestelde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op vorderingen.

• 4.

  De budgethouder of budgetbeheerder zorgt er voor dat de (digitale) facturen voor het verstrijken van de betalingstermijn(en) betaalbaar worden gesteld.

• 5.

  De directie kan per geval of in het algemeen instructies geven aan de budgethouders over de administratieve vastlegging en verantwoording.

Artikel 7

• 1.

  Overschotten op personeelsbudgetten kunnen worden toegevoegd aan de dienstreserve.

• 2.

  De dienstreserve is bedoeld voor het opvangen van incidentele tegenvallers en fricties binnen de bedrijfsvoering.

• 3.

  Door de directie worden nadere regels vastgesteld voor de dienstreserves.

Artikel 8

• 1.

  De budgethouder kan tussen de verschillende onderdelen van budgetten voor hetzelfde product of kostenplaats budgettair neutraal wijzigen.

• 2.

  De budgethouder kan tussen de budgetten van verschillende producten waarvoor hij als zodanig is aangewezen, uitsluitend budgettair neutraal wijzigen, als hij dit meldt in de managementrapportage en voor deze mutatie van het college door middel van een wijziging van de productenraming toestemming heeft gekregen.

• 3.

  De budgethouder kan tussen de producten van verschillende programma’s wijzigen als hij hierover rapporteert in de bestuursrapportage. De bestuursrapportage wordt behandeld in het college. De raad dient in te stemmen met de financiële gevolgen van de bestuursrapportage door het vaststellen van de bijbehorende begrotingswijziging.

• 4.

  De in het eerste, tweede en derde lid genoemde bevoegdheid geldt uitdrukkelijk niet voor de ruimte die beschikbaar is gesteld voor investeringen, tenzij het college daarvoor toestemming heeft gegeven.

Artikel 9

• 1.

  De budgethouder legt aan de directie verantwoording af over de inhoudelijke en financiële uitvoering van de taken op grond van deze regeling middels de managementrapportages.

• 2.

  Op de inhoud en frequentie van de in het eerste lid bedoelde verantwoording zijn de daarvoor vastgestelde concernrichtlijnen, afspraken en kwaliteiten in het kader van de financiële verordening van de gemeente Heerenveen (en de toelichting hierop) van toepassing.

Artikel 10

• 1.

  Het afdelingshoofd van de afdeling Interne Dienstverlening draagt er zorg voor, dat de directie, de budgethouders of kredietbeheerders beschikken over actuele en volledige informatie over de budgetten waarvoor zij als budgethouder of kredietbeheerder zijn aangewezen.

• 2.

  De directie, de budgethouders of kredietbeheerders worden in de gelegenheid gesteld in de financiële administratie alle gegevens over hun budgetten te raadplegen.

Artikel 11

• 1.

  Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

• 2.

  De regeling “Budgetregels voor de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen burgemeester en wethouders en ambtelijke organisatie voor budgettering en verantwoording” wordt hiermee ingetrokken.

• 3.

  De regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Budgethouders Heerenveen 2007”.