Regeling vervallen per 03-07-2012

Deelsubsidieverordening Wonen, Welzijn, Zorg

Geldend van 01-01-2012 t/m 02-07-2012

Intitulé

Deelsubsidieverordening Wonen, Welzijn, Zorg

BW11-0695

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

Considerans

overwegende dat het gewenst is

  • -

    dat inwoners van HHW zo lang mogelijk zelfstandig wonen en functioneren;

  • -

    dat de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van sociaal kwetsbare inwoners gestimuleerd wordt, ook als zij een beperking hebben;

  • -

    dat inwoners niet in een sociaal isolement geraken;

  • -

    dat mensen een gezonde leefstijl hebben en zich psychisch welbevinden (doordat zij voldoende mentaal vermogen hebben opgebouwd).

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard

b e s l u i t

vast te stellen de volgende regeling:

Deelsubsidieverordening Wonen Welzijn Zorg

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2011;

  • b.

    Beperkingen: de moeilijkheden die een individu heeft met het uitvoeren van activiteiten, veroorzaakt door een fysieke, verstandelijke en/of psychische handicap of chronische ziekte, waardoor de mogelijkheden om op gelijke voet (als mensen zonder beperking) deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer verminderd zijn;

  • c.

    Maatschappelijke participatie: deelname van (groepen) burgers aan de samenleving, zoals het hebben van werk, volgen van onderwijs, verrichten van vrijwilligerswerk en betrokken zijn bij leefbaarheid van de eigen woonomgeving.

  • d.

    Gezonde leefstijl: gezondheidsbevorderende leefwijze. Een gezonde leefstijl bevat 4 componenten:

    • ·

      voldoende bewegen (volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB): minimaal 30 minuten matig intensief per dag (voor jongeren is dat minimaal een uur) én 1 maal per week een uur intensief bewegen;

    • ·

      gezond eten (volgens Voedingscentrum: schijf van vijf);

    • ·

      verantwoord alcoholgebruik. Dit betekent < 16 jaar geen alcohol, > 16 jaar matig met alcohol (voor mannen dagelijks niet meer dan 2 standaard glazen en voor vrouwen niet meer dan 1 standaard glas. En niet alle dagen alcoholgebruik, bron: Trimbos instituut).

    • ·

      niet roken (Stivoro).

  • e.

    Risicogroepen: mensen die sociaal kwetsbaar zijn en mogelijk in een sociaal isolement terechtkomen, of mensen die door hun leefstijl risico’s lopen op een chronische aandoening;

  • f.

    Sociaal kwetsbaar: niet in staat op eigen kracht volledig deel te nemen aan de samenleving, waarbij er sprake kan zijn van kwetsbaarheid op basis van leeftijd en gezondheid, etniciteit of financiële / economische situatie.

  • g.

    Mentaal vermogen bestaat uit vier componenten: cognitief (leervermogen), emotioneel (veerkracht), sociaal (sociale vaardigheden) en gedragsmatig (handelingsbekwaam);

  • h.

    Psychisch welbevinden: wordt bepaald door de subjectieve beleving van welzijn, autonomie, competentie, en de mate waarin men in staat is de eigen intellectuele en emotionele mogelijkheden te ontwikkelen (definitie Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO);

  • i.

    Sociaal isolement: iemand is sociaal geïsoleerd wanneer hij/zij weinig of geen betekenisvolle contacten heeft, en zich daar eenzaam en ongelukkig door voelt;

  • j.

    Zelfredzaamheid: vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen uitvoeren, en om sociaal te kunnen functioneren;

  • k.

    Gebruikers: leden, cliënten of inwoners die gebruik maken van het aanbod van de subsidie-aanvrager;

  • l.

    Chronische ziekte/aandoening: ziekte of aandoening met een langdurig, slepend verloop;

  • m.

    Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep meer dan acht uur per week èn langer dan drie maanden wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie (Nationale Raad voor de Volksgezondheid)

  • n.

    Vangnet: is een voorziening voor mensen die zich niet zelfstandig redden, niet vragen om hulp, en die om verschillende redenen tussen wal en schip dreigen te raken.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Met regionale instellingen worden in regionaal verband afspraken gemaakt. Deze afspraken kunnen afwijken van hetgeen in deze verordening is neergelegd.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten, gericht op de speerpunten van het gemeentelijk Wmo-beleid, zijnde:

  • ·

    gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van risicogroepen;

  • ·

    activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de kennis en vaardigheden van sociaal kwetsbare inwoners, waardoor zij meer zelfredzaam worden;

  • ·

    activiteiten die gericht zijn op de activering van inwoners met een beperking of chronische ziekte;

  • ·

    activiteiten die een vangnet bieden voor sociaal kwetsbare inwoners.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager geen rechtspersoon is;

  • b.

    de activiteit gericht is op lotgenotencontact of belangenbehartiging

  • c.

    niet is aangetoond dat de in deze deelverordening genoemde doelgroep(en) behoefte heeft/hebben aan de geplande activiteiten. Minimaal 10 deelnemers per activiteit.

  • d.

    niet is aangetoond dat de activiteiten meerwaarde opleveren bovenop het al bestaande aanbod in Heerhugowaard;

  • e.

    de activiteit bijdraagt aan de versnippering van kennis, ervaring en middelen;

  • f.

    de activiteiten zijn gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • g.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de subsidie is verleend, tenzij de gemeente hiervoor toestemming heeft verleend.

  • h.

    De activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid.

Artikel 5 Doelgroepen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die zich richten op:

  • -

    in hoofdzaak inwoners uit Heerhugowaard;

  • -

    risicogroepen: mensen die sociaal kwetsbaar zijn en mogelijk in een sociaal isolement terechtkomen, of mensen die door hun leefstijl risico’s lopen op een chronische aandoening;

  • -

    inwoners met een beperking;

  • -

    mantelzorgers.

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1.

    Aanvragen om subsidie vanaf € 50.000 dienen vergezeld te gaan van een bedrijfsplan. Een bedrijfsplan dient te bevatten:

    • a.

      Doelstelling organisatie:

      • -

        beschrijving van de gestelde doelen, activiteiten en prestaties, alsmede de wijze waarop de prestaties worden gemeten en geregistreerd;

      • -

        werkgebied;

      • -

        doelgroepenbeleid;

      • -

        toegankelijkheid van de voorziening (fysiek, financieel, openingstijden);

      • -

        afstemming van activiteiten in relatie tot andere beleidsvelden of instellingen.

    • b.

      Organisatieplan:

      • -

        bestuurs- en personeelsplan;

      • -

        visie op vrijwilligersbeleid;

      • -

        public relations en marketingplan.

    • c.

      Financieel plan:

      • -

        investerings-, reserverings- en onderhoudsplan, inclusief doelbeschrijving en termijnvisie;

      • -

        exploitatiebegroting voor het eerstkomende jaar en een meerjarenraming voor de daaropvolgende jaren, waaronder financiële termijnvisie en toelichting;

      • -

        balans.

Het vigerende bedrijfsplan van een instelling geldt financieel als uitgangspunt voor de nieuw overeen te komen bedrijfsplanperiode.

De gemeentelijke kaders waarbinnen het bedrijfsplan opgesteld dient te worden, zijn:

  • -

    bestuurlijke doelstellingen;

  • -

    beleidsplannen binnen diverse werkvelden;

    • 2.

      Op grond van artikel 6, lid 2, Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2011 dient

      een aanvraag voor subsidie ingediend te worden tussen 1 juli en 1 oktober van het jaar

      voorafgaand aan het jaar of de jaren dat met de activiteiten wordt gestart.

    • 3.

      Aanvragen die worden ingediend voor aanvang van de indieningstermijn worden

      gedateerd op 1 juli.

Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor kosten die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de activiteit.

  • 2. Loon- en prijscompensatie

    • a.

      Instellingen die meer dan € 50.000 subsidie ontvangen kunnen in aanmerking komen voor loon- en prijscompensatie. De percentages voor loon- en prijsstijgingen wordt jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld als onderdeel van de uitgangspunten van de begroting en de meerjarenraming van de gemeente.

    • b.

      Instellingen die meer dan € 50.000 subsidie ontvangen dienen inzicht te verschaffen in het loongevoelige- prijsgevoelige- en constante deel van de totaal geraamde uitgaven. De looncompensatie wordt berekend over het loongevoelige deel en de prijscompensatie over het prijsgevoelige deel van de verleende subsidie van het voorgaande jaar.

  • 3. Reserveringen

    • a.

      Reserveringen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.

    • b.

      De volgende reserves worden onderscheiden:

      • -

        egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie

      • -

        bestemmingsreserve: voor noodzakelijke periodieke investeringen in roerende zaken, op basis van een meerjarenplan.

      • -

        voorzieningen: voor redelijkerwijs te verwachten betalingsverplichtingen.

        • c.

          De egalisatiereserve is maximaal 10% van de gemiddelde totale inkomsten van de instelling over de afgelopen 4 jaar.

        • d.

          De hoogte van bestemmingsreserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten.

        • e.

          Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.

Artikel 8 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor regionale instellingen waar over de hoogte van de subsidie geen afspraken in regionaal verband zijn of worden gemaakt, maar waar de subsidie wordt bepaald aan de hand van het aantal gebruikers, wordt het subsidiebedrag als volgt berekend: de totale kosten minus de totale inkomsten, gedeeld door het totaal aantal regionale gebruikers, keer het aantal lokale gebruikers.

  • 2. Met instellingen die meer dan € 50.000 subsidie aanvragen worden op basis van het door hen ingediende bedrijfsplan afspraken gemaakt over de hoogte van de subsidie.

  • 3. Voor de overige (niet regionale) aanvragen bedraagt het subsidiebedrag 100% van de totale kosten minus de totale inkomsten.

  • 4. Gesubsidieerde activiteiten zijn in hoofdzaak bedoeld voor de inwoners van Heerhugowaard. Daarom dient ten minste 70% van de deelnemers woonachtig te zijn in Heerhugowaard. Activiteiten die in verband met een gering belangstellingspercentage uitsluitend in regionaal verband worden aangeboden, vormen op dit algemene criterium een uitzondering.

Artikel 9. Verdeling van het subsidieplafond

Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels:

  • 1.

    Instellingen die in de periode genoemd in artikel 6 lid 2 hun aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die na die periode hun aanvraag hebben ingediend (groep B);

  • 2.

    Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de subsidieaanvragen van groep A. In dat geval ontvangt groep B geen subsidie;

  • 3.

    Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep B ontoereikend is om alle aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen verdeeld.

  • 4.

    Indien bij toepassing van lid 3 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende subsidieaanvragen.

  • 5.

    Wanneer de aanvrager krachtens art 4:5 van de Algemene Wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 10. Subsidievaststelling

1.Het bedrag van de vaststelling is nooit hoger dan het bedrag van de verlening.

Artikel 11. Verplichtingen

  • 1. Bij het organiseren van (gesubsidieerde) activiteiten dient aangestuurd te worden op:

  • · eigen verantwoordelijkheid van cliënt;

  • · preventieve maatregelen/zorg;

  • · welzijn/zorgarrangementen;

  • · samenwerking met andere organisaties;

  • · betrekken van de doelgroep waar de activiteit zich op richt.

  • 2. De subsidievrager dient actief te zoeken naar mogelijkheden tot afstemming en/of samenwerking met andere instellingen die zich richten op dezelfde doelgroep(en). Uit de subsidieaanvraag moet blijken hoe de subsidievrager dit heeft gedaan en het resultaat vermelden.

  • 3. De subsidievrager dient eerst actief op zoek te gaan naar (andere) vormen van financiële ondersteuning; Uit de aanvraag moet ook blijken hoe de instelling dit heeft gedaan en het resultaat vermelden.

  • 4. Het College van Burgemeester en Wethouders kan bij de verlening van subsidie aanvullende verplichtingen opleggen die naar verwachting de kwaliteit verbeteren of bijdragen aan een betere verantwoording van de resultaten.

Artikel 12 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2012 worden afgedaan volgens de bepalingen van de subsidieverordening waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 14 Betalingsschema

Subsidiebedragen tot € 5.000 : betaling in de maand februari

Subsidiebedragen vanaf € 5.000 tot € 50.000 : betaling 50% in de maand februari en betaling 50% in de maand mei

Subsidiebedragen vanaf € 50.000 : betaling 25% in de maand februari

, betaling 50% in de maand mei en betaling 25% in de maand september

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Deelsubsidieverordening Wonen, Welzijn, Zorg

Heerhugowaard, 6 december 2011

Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard,

de secretaris, de burgemeester,