Regeling vervallen per 21-01-2014

Drank- en Horecaverordening

Geldend van 01-01-2001 t/m 20-01-2014

Intitulé

Drank- en Horecaverordening

Nr.RB2000188

De raad van de gemeente Heerhugowaard;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2000;

gelet op artikel 23 van de Drank- en Horecawet en de artikelen 139, 140, 142, 147, 149, 154, 172 en 174 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid van

24 november 2000;

besluit vast te stellen de volgende

Drank- en Horecaverordening

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • c.

      slijtersbedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • d.

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • e.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • f.

      horecalokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • g.

      slijtlokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • h.

      sterke drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • i.

      alcoholhoudende drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • j.

      zwak-alcoholhoudende drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

    • k.

      alcoholvrije drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor minder dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat.

    • l.

      leidinggevende: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, is artikel 1 van de Drank- en Horecawet van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Artikel 1.2 Termijnen

De artikelen 1 tot en met 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN

Artikel 2.1 Drankverstrekking op terrassen

Aan een vergunning, die op grond van de wet verleend wordt aan een inrichting waarbij

terrassen behoren die bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank, worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen;

  • b.

    Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn.

HOOFDSTUK 3 BEPERKING VERSTREKKING STERKE DRANK

Artikel 3.1 Gebruik ter plaatse

  • 1. Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken dan wel bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates-frites en kroketten, worden verkocht;

    • b.

      welke deel uitmaakt van een gebouw welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het geven van onderwijs;

      • c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;

      • d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen;

    • e.

      die in gebruik is als gemeenschapshuis c.q. – accommodatie;

    • f.

      die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

    • g.

      die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod om anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken, is ten aanzien van de in het eerste lid onder a. van dit artikel bedoelde ruimten niet van toepassing, indien die verstrekking plaats heeft in een ruimte, die binnenshuis niet rechtstreeks in verbinding staat met het onderdeel waarin geringe eetwaren worden verkocht en die vanaf de straatzijde een aparte toegang heeft.

Artikel 3.2 Ontheffing

  • 1. De burgemeester kan op schriftelijk aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, gesteld in artikel 3.1.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden: een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

HOOFDSTUK 4 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOL VRIJE DRANK

Artikel 4.1 Verbod bedrijfsmatig verstrekken alcohol vrije drank voor gebruik ter plaatse

  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een slijtersbedrijf;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 4.2 Overlijden verlofhouder

Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlof door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken na het overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Artikel 4.3 Eisen verlofhouder

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens art. 8, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid van de wet, worden gesteld aan de leidinggevenden.

Artikel 4.4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een verleend verlof kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Degene aan wie het verlof is verleend is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 4.5 Weigeringsgronden

Het verlof wordt geweigerd, indien:

  • 1.

    de verzoeker een natuurlijk persoon is die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet wordt voldaan aan de in artikel 4.3. gestelde eisen;

  • 2.

    de verzoeker gelegenheid biedt tot het plegen van ontucht of indien hij van slecht levensgedrag is;

  • 3.

    de verzoeker tussenpersoon is voor iemand, als bedoeld onder 2.; de partner wordt steeds geacht tussenpersoon te zijn voor de ander, zolang ze samenwonen;

  • 4.

    voor de lokaliteit waarvoor het verlof wordt gevraagd, reeds een vergunning ingevolge de wet is verleend;

  • 5.

    zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Artikel 4.6 Verlof

In een verlof worden in ieder geval vermeld:

  • a.

    de plaats, waar de inrichting zich bevindt;

  • b.

    de ligging en de oppervlakten van de lokaliteiten;

  • c.

    de voorschriften of beperkingen die ingevolge artikel 4.4., eerste lid, aan het verlof zijn verbonden.

Artikel 4.7 Intrekking verlof

  • 1.

    De burgemeester trekt het verlof in, indien:

  • a.

    de te zijner verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

  • b.

    zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • c.

    niet langer wordt voldaan aan de in artikel 4.3. gesteld eisen.

  • 2.

    Een verlof kan voorts worden ingetrokken, indien is gehandeld in strijd met de krachtens het

artikel 4.4., eerste lid, aan het verlof verbonden voorschriften of beperkingen.

Artikel 4.8 Vervallen verlof

Een verlof vervalt, wanneer gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof.

HOOFDSTUK 5 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Strafbepaling

Overtreding van de verboden, gesteld in de artikelen 3.1. en 4.1. of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 3.2., tweede lid of artikel 4.4., tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5.2 Intrekking oude regeling

De Drank- en Horecaverordening 1967 wordt ingetrokken.

Artikel 5.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2001.

Artikel 5.4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en Horecaverordening”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heerhugowaard d.d. 19 december 2000.
De secretaris, De voorzitter,