Regeling vervallen per 09-11-2010

Sociale leidraad 2004 gemeente Heerhugowaard

Geldend van 01-01-2004 t/m 08-11-2010

Intitulé

Sociale leidraad 2004 gemeente Heerhugowaard

SOCIALE LEIDRAAD 2004 GEMEENTE HEERHUGOWAARD

Algemeen

Deze sociale leidraad is een nadere concretisering van het bepaalde in artikel 12:1:5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO).

Artikel 1 - Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar De ambtenaar in de zin van de CAR/UWO.

  • b.

    functie Het complex van werkzaamheden dat blijkens een functie-

omschrijving door de ambtenaar wordt verricht.

c.Bestuursdienst De organisatie die onder leiding van de gemeentesecretaris

werkzaamheden uitvoert in opdracht van het gemeentebe-

stuur.

  • d.

    hoofd van de Bestuursdienst De gemeentesecretaris.

  • e.

    formatierang De op basis van de regeling functiewaardering bij de functie

behorende rang.

f.functierang De rang waarin de ambtenaar feitelijk is ingedeeld.

Artikel 2 - Intentie van de leidraad

  • 2.1. Uitgangspunt vormt de noodzaak tot werkgelegenheidshandhaving voor de in dienst zijnde ambtenaren.

  • 2.2. Anderszins wordt de noodzaak erkend tot het vaststellen van regels op basis waarvan onder meer een uniforme toepassing van de leidraad is gegarandeerd.

  • 2.3. Bij de belangenafweging van partijen, dienen sociale en rechtspositionele criteria een belangrijke plaats in te nemen naast de technische en financieel-economische criteria.

  • 2.4. Als een ambtenaar, ten gevolge van een organisatieverandering zijn/haar functie verliest, wordt er door of namens het hoofd van de Bestuursdienst getracht om hem/haar een passende functie aan te bieden.

Artikel 3 - Toepassing van de sociale leidraad

Deze sociale leidraad is van toepassing bij ingrijpende organisatieveranderingen binnen de Bestuursdienst.

Als zodanige organisatieveranderingen worden in elk geval aangemerkt.

  • 3.1.

    Opheffing, inkrimping of uitbreiding (onder meer door splitsing en/of samenvoeging) van een of meer organisatie-onderdelen.

  • 3.2.

    Het overgaan van een deel van de personeelsbezetting van een organisatie-onderdeel naar een ander organisatie-onderdeel.

  • 3.3.

    Wijzigingen van de taak van een organisatie-onderdeel of de wijze van uitvoering daarvan.

  • 3.4.

    Het beëindigen van het dienstverband van een deel van de personeelsbezetting van een afdeling of sector door overgang naar een andere instelling.

Artikel 4 - Overleg en informatie

  • 4.1. De verantwoordelijkheid voor de toepassing van deze sociale leidraad berust bij het hoofd van de Bestuursdienst.

    • 4.2.

      Zodra hij een voornemen tot een besluit heeft genomen tot één van de in artikel 3 genoemde vormen van organisatieveranderingen stelt het hoofd van de Bestuursdienst de Ondernemingsraad (OR) in de gelegenheid advies uit te brengen.

    • 4.3.

      De in 4.2. genoemde adviesaanvraag dient het navolgende te bevatten:

  • 1. een inventarisatie van de beschikbare informatie omtrent wenselijkheid en achtergrond van de organisatiewijziging;

  • 2. een plan voor procedurele aanpak, voorzien van een tijdsplanning;

  • 3. de aard, inhoud en omvang van de organisatie-/functiewijziging;

  • 4. een overzicht van de te verwachten consequenties, waarbij een afzonderlijk overzicht van de personele gevolgen wordt samengesteld;

  • 5. op welke wijze en in welk stadium de individueel betrokkenen zullen worden geïnformeerd.

Artikel 5 - Procedure

  • 5.1. Het hoofd van de Bestuursdienst is verantwoordelijk voor het zo tijdig en volledig mogelijk informeren van alle bij de organisatieverandering betrokken ambtenaren.

  • 5.2. De OR wordt in alle fasen van de procedure in de gelegenheid gesteld om te reageren op de voorstellen.

  • 5.3. Als een organisatiedeel overgaat naar een ander (eventueel extern) organisatiedeel, dan gaan de medewerkers van dat organisatiedeel mee in deze beweging (mens volgt taak).

  • 5.4. Bij overplaatsing moet een evenwichtige afweging plaatsvinden van de belangen van de over te plaatsen ambtenaren en van de collega's van het organisatie-onderdeel, waarin de overgeplaatste komt te werken.

  • 5.5. De ten aanzien van een ambtenaar ter uitvoering van deze sociale leidraad genomen beslissingen zullen telkenmale in een duidelijke voor beroep vatbare vorm aan hem/haar worden toegezonden.

Artikel 6 - Garanties

Overplaatsing

  • 6.1.

    Indien de functie van de ambtenaar wordt opgeheven dan wel indien de werkzaamheden van de ambtenaar zodanig verminderen, dat deze niet langer als zodanig behoeven te worden vervuld, dan zal er naar gestreefd worden betrokken ambtenaar een bij zijn of haar persoonlijkheid en omstandigheden passende andere functie teherplaatsen.

  • 6.2.

    Indien herplaatsing als bedoeld in het vorige lid niet mogelijk wordt geacht, dan wordt zulks aan de ambtenaar medegedeeld.

  • 6.3.

    Onder persoonlijkheid en omstandigheden als in artikel 6.1. bedoeld, zijn onder meer te verstaan: karakter, interesse, capaciteiten, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand, scholing en salarispositie.

Bij de vervulling van een interne vacature geniet de medewerk(st)er als bedoeld in artikel 6.1. voorrang.

6.4.De ambtenaar, kan aan het aanvaarden van een andere betrekking de voorwaarde verbinden dat er een psychologisch en/of medisch onderzoek plaatsvindt. De kosten van dit onderzoek zijn voor rekening van de gemeente Heerhugowaard.

Het resultaat wordt vooraf aan de medewerk(st)er kenbaar gemaakt, die kan bepalen of en in hoeverre aan het hoofd van de Bestuursdienst zal worden gerapporteerd.

Garantieregeling

  • 6.5.

    In het kader van de garantieregeling wordt een functie nog passend geacht als het formatieniveau maximaal 2 rangen lager is dan het niveau van de huidige functie.

  • 6.6.

    De ambtenaar, als bedoeld in artikel 6.1., mag door overplaatsing niet benadeeld of geschaad worden in zijn/haar huidige salaris en persoonlijke toelagen of garantietoelagen.

  • 6.7.

    Indien plaatsing bij een ander publiek-privaatrechtelijk orgaan noodzakelijk is, bijvoorbeeld tengevolge van de overdracht van een gemeentelijk takenpakket aan dat orgaan, dan zal ernaar gestreefd worden, dat de materiële rechtspositionele aanspraken van de ambtenaar zoveel mogelijk worden gewaarborgd.

  • 6.8.

    Indien de nieuwe functie een gelijke formatierang heeft als de huidige functie wordt uiteraard de formatierang gegarandeerd. Bestaande afspraken omtrent de snelheid van doorloop naar de formatierang worden aangepast aan de nieuwe situatie.

  • 6.9.

    Indien de nieuwe functie een lagere formatierang heeft (maximaal 2) dan de huidige functie van betrokkene dan zal de functierang, met het daaraan verbonden maximumsalaris, van de huidige functie worden gegarandeerd. In het geval, dat de betrokken ambtenaar in de formatierang van zijn/haar huidige functie zit, dan zal bij overgang naar de nieuwe functie, als bedoeld in deze garantieregeling, de uitloop naar het maximum van laatstgenoemde rang worden gegarandeerd.

Eventuele overige nog bestaande salarisperspectieven vervallen.

6.10.De eventuele toeslagen/toelagen, waarop door het vervullen van de nieuwe functie geen aanspraak meer bestaat, zullen op een redelijke wijze worden afgebouwd.

Een ambtenaar van 50 jaar en ouder behoudt, indien hij/zij tenminste 10 jaar of meer in een functie met recht op functioneel leeftijdsontslag heeft gewerkt, de aan die functie verbonden aanspraak op functioneel leeftijdsontslag.

  • 6.11.

    Zolang over een te verwachten organisatieverandering geen definitieve beslissing is genomen, komt in de bezoldigingspositie van de betrokken medewerk(st)er geen wijziging. Ook behouden zij hun perspectieven.

  • 6.12.

    Het in artikel 6.11. vermelde doet niets af aan de mogelijkheid dat de ambtenaar wordt ontslagen, of geen vaste aanstelling ontvangt of wordt overgeplaatst wegens gebleken ongeschiktheid bij de uitoefening van zijn/haar oorspronkelijke functie.

  • 6.13.

    Aan de ambtenaar, welke is overgeplaatst/herplaatst en binnen één jaar ongeschikt of onbekwaam blijkt te zijn voor de dan vervulde betrekking, zal een hernieuwd aanbod worden gedaan.

  • 6.14.

    Indien opnieuw binnen eenzelfde tijdsperiode van één jaar ongeschiktheid blijkt, kan op basis van de vigerende rechtspositieregeling alsnog eervol ontslag (reorganisatie ontslag) onder toekenning van wachtgeld worden verleend.

  • 6.15.

    Eveneens kan, op basis van vrijwilligheid, ontslag onder toekenning van wachtgeld worden verleend aan een ambtenaar van 50 jaar en ouder, wiens/wier functie kan worden overgenomen door een ambtenaar welke als gevolg van een organisatieverandering overtollig wordt of dreigt te worden. Een dergelijke regeling dient opgenomen te worden in het uitvoeringsplan.

Omscholing

6.16.Indien dit voor het vervullen van de nieuwe betrekking nodig is, zal de medewerk(st)er op zijn of haar verzoek door of namens het hoofd van de Bestuursdienst in de gelegenheid worden gesteld om omscholing en/of bijscholing op kosten van de werkgever te volgen. De ambtenaar kan daartoe ook worden verplicht. Met name die ambtenaren zullen voor omscholing en/of bijscholing in aanmerking worden gebracht, die vanuit hun oorspronkelijke functie in een lager gewaardeerde functie zijn overgeplaatst.

Voor hen kan deze scholing een grotere kans bieden weer in een aan hun oorspronkelijke betrekking gelijkwaardige functieniveau te worden geplaatst.

Artikel 7 - Geschillenregeling

  • 7.1. Een ambtenaar aan wie krachtens deze sociale leidraad het voornemen tot herplaatsing kenbaar wordt gemaakt heeft het recht zich hieromtrent gedurende een termijn van 4 weken te beraden. Binnen deze termijn deelt de ambtenaar zijn of haar zienswijze ten aanzien van het voornemen mede. Het kenbaar maken van de zienswijze kan naar keuze van de ambtenaar schriftelijk of mondeling geschieden.

  • 7.2. Nadat de ambtenaar in de gelegenheid is gesteld zijn of haar zienswijze naar voren te brengen, nemen Burgemeester en Wethouders een besluit ten aanzien van de herplaatsing.

  • 7.3. Indien de ambtenaar het niet eens is met het besluit bedoeld in het voorgaande lid dan kan hij of zij daartegen binnen zes weken bezwaar maken bij burgemeester en wethouders. Na ontvangst van het bezwaarschrift wordt de ambtenaar per ommegaande een ontvangstbevestiging gezonden. Burgemeester en wethouders stellen de geschillencommissie als bedoeld in artikel 8 van het bezwaar in kennis, met het verzoek hen omtrent het geschil advies uit te brengen.

  • 7.4. Zolang de in artikel 8 genoemde geschillencommissie het geschil in behandeling heeft en nog geen uitspraak heeft gedaan, is de verplichting tot het aanvaarden van de als passend gedachte aanbieding niet van toepassing.

  • 7.5. De ambtenaar kan zich ten aanzien van de uitvoering van deze sociale leidraad, danwel bij de behandeling van het geschil door de geschillencommissie doen bijstaan door een raadsman/raadsvrouwe.

  • 7.6. Het gestelde in de artikelen 7.1. t/m 7.5. is van overeenkomstige toepassing in de gevallen, waarin een ambtenaar een mededeling als bedoeld in de artikelen 6.2., 6.13 en 6.14 heeft ontvangen.

Artikel 8 - Geschillencommissie

  • 8.1.Een geschillencommissie bestaat uit:

  • -

    1 lid namens de OR c.q. het G.O.

  • -

    1 lid namens de werkgever

  • -

    1 voorzitter welke geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de gemeente Heerhugowaard.

8.2.Het lid namens de OR c.q. het G.O. en het lid namens de werkgever kiezen samen de voorzitter.

8.3.De geschillencommissie heeft tot taak elk haar krachtens deze leidraad voorgelegd geschil te doen onderzoeken en hieromtrent krachtens deze regeling een uitspraak te doen.

Daarbij heeft zij het recht:

  • a.

    tot het horen van partijen;

  • b.

    tot het horen van deskundigen.

  • 8.4.

    Alle kosten van de geschillencommissie, alsmede van de geschillenprocedure, komen ten laste van de gemeente.

  • 8.5.

    Door het hoofd van de Bestuursdienst wordt aan de commissie een ambtelijk secretaris toegevoegd. Deze is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

    Artikel 9 - Werkwijze geschillencommissie

    • 9.1.

      De commissie bepaalt op welke wijze het geschil zal worden behandeld, op welke wijze en bij wie informatie zal worden ingewonnen, alsmede op welke wijze de partijen zullen worden gehoord.

    • 9.2.

      De commissie zal een onderzoek als bedoeld in het vorige artikel als regel binnen een termijn van tien weken afronden.

    • 9.3.

      Een geschil als bedoeld in artikel 7.3. zal op basis van het onderzoek als genoemd in de artikelen 9.1. en 9.2. door de commissie in voltallige zitting behandeld worden, nadat partijen tenminste éénmaal in de gelegenheid zijn gesteld het geschil mondeling toe te lichten.

    • 9.4.

      Bij stemming brengt ieder lid één stem uit. De voorzitter van de commissie stemt als laatste. Op verzoek van één van de leden geschiedt de stemming schriftelijk.

    • 9.5.

      Een advies wordt na stemming vastgesteld.

    • 9.6.

      Het advies omtrent een aan de commissie voorgelegd geschil wordt door de commissie gemotiveerd aan Burgemeester en Wethouders uitgebracht.

    Partijen ontvangen hiervan een afschrift.

    • 9.7.

      Bij het in artikel 9.7. geformuleerde advies maakt de commissie aan Burgemeester en Wethouders kenbaar of de fungerende sociale leidraad op juiste wijze is toegepast en geeft daarbij tevens haar oordeel over het aan haar voorgelegde geschil.

    • 9.8.

      Wordt het advies aan Burgemeester en Wethouders gevolgd dan zullen zij:

    • a.

      wanneer de geschillencommissie zich heeft uitgesproken in het voordeel van de ambtenaar onder toepassing van deze sociale leidraad aan die ambtenaar zo mogelijk een andere dan wel aanvullende aanbieding doen;

    • b.

      wanneer de geschillencommissie zich heeft uitgesproken in het voordeel van het standpunt van Burgemeester en Wethouders de herplaatsing te handhaven.

    Het daartoe genomen besluit van Burgemeester en Wethouders wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen 7 dagen schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld. Het gestelde in artikel 6.13 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

    9.9.Tegen het in artikel 9.8 genoemde besluit staat voor ambtenaren binnen 6 weken beroep open bij de Arrondissementsrechtbank.

    Deze rechtsgang wordt in het respectievelijke besluit medegedeeld.

    Artikel 10

    Wanneer zich omstandigheden voordoen, waarbij danwel waarin deze sociale leidraad niet voorziet, dan zullen burgemeester en wethouders ter zake nadere regels stellen, gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg.

    Artikel 11

11.1Deze regeling kan worden aangehaald als "Sociale leidraad 2004 gemeente Heerhugowaard" en is vastgesteld in de collegevergadering d.d. 9 december 2003 en treedt in werking per 1 januari 2004.

11.2De Sociale leidraad 2000 gemeente Heerhugowaard vastgesteld in de gemeenteraad dd. 23 mei 2000 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van de Sociale leidraad 2004 gemeente Heerhugowaard.

SOCIAAL CONTRACT

EN

SOCIALE LEIDRAAD

2000 - 2004