Regeling vervallen per 08-03-2014

Privacy- en gebruiksreglement telecommunicatiemiddelen

Geldend van 01-02-2010 t/m 07-03-2014

Intitulé

Privacy- en gebruiksreglement telecommunicatiemiddelen

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES, REIKWIJDTE EN DOELEINDEN

Privacy- en gebruiksreglement telecommunicatiemiddelen

Het college van de gemeente Heerhugowaard

gelet op:

− het feit dat de gemeente Heerhugowaard aan degenen die bij haar organisatie werkzaam zijn

de volgende telecommunicatiemiddelen ter beschikking stelt: telefoon, GSM, fax, PDA, PC en

toebehoren (printer, scanner, kopieermachine), e-mail- en internetfaciliteiten

− het feit dat met genoemde middelen de medewerkers en politieke bestuurders hun functie

kunnen uitoefenen

− de behoefte aan het reglementeren van het gebruik van de telecommunicatiemiddelen en het

reglementeren van het verwerken van persoonsgegevens met betrekking tot dit gebruik door

de gemeente Heerhugowaard;

− het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens

− de op 26 november 2009 verleende instemming met het privacyreglement door de

Ondernemingsraad van de gemeente Heerhugowaard

− de overige arbeidsrechtelijke en bestuursrechtelijke wet- en (lokale) regelgeving;

besluit het volgende privacy- en gebruiksreglement telecommunicatiemiddelen vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In dit privacy- en gebruiksreglement wordt verstaan onder:

  • 1.

    WBP: Wet bescherming persoonsgegevens;

  • 2.

    Gemeente: de gemeente Heerhugowaard

  • 3.

    Cbp: College bescherming persoonsgegevens;

  • 4.

    Medewerker: degene die aan te merken is als:

    • a.

      werknemer in dienst van de gemeente

    • b.

      persoon die (betaalde of niet-betaalde) werkzaamheden voor de gemeente verricht, anders dan in ambtelijk dienstverband.

  • 5.

    E-mailfaciliteiten: de door of namens de gemeente aan medewerkers ter beschikking gestelde e-mailfaciliteiten;

6.Internetfaciliteiten: de door of namens de gemeente aan medewerkers ter beschikking

gestelde internetfaciliteiten;

  • 7.

    Telecommunicatiemiddelen: De thans in gebruik zijn de: (Mobiele) telefoon, faxapparaat, PC en toebehoren (printer, scanner, kopieermachine), PDA en e-mail- en/of internetfaciliteiten. Daarnaast de in de toekomst aan te schaffen Telecommunicatiemiddelen

  • 8.

    Elektronische communicatiemiddelen: e-mail- en/of internetfaciliteiten;

  • 9.

    Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon in de zin van de WBP;

  • 10.

    Verwerken van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;

  • 11.

    Verantwoordelijke: het college, zijn de het bestuursorgaan dat het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt;

  • 12.

    Onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de elektronische communicatiemiddelen: een doen of nalaten in strijd met dit privacyreglement of andere wet- en regelgeving of een inbreuk op een recht.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Dit privacyreglement is van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens inzake het gebruik van elektronische (tele-)communicatiemiddelen. Dit privacyreglement geeft de wijze aan waarop in de gemeente wordt omgegaan met elektronische (tele-) communicatiemiddelen en omvat regels ten aanzien van verantwoord gebruik hiervan en regels over de wijze waarop controle hiervan plaatsvindt.

  • 2.

    Dit privacyreglement geldt voor werknemers in dienst van de gemeente , personen die (betaalde of niet-betaalde) werkzaamheden voor de gemeente verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband en politieke bestuurders.

Artikel 3 Doeleinden

1.De verwerking van persoonsgegevens inzake het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen heeft de volgende doeleinden:

a.het verkrijgen van inzicht in de mate van gebruik van de elektronische (tele-) communicatiemiddelen;

    • b.

      het voorkomen van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de elektronische (tele-) communicatiemiddelen;

    • c.

      het beveiligen van het systeem en het netwerk;

    • d.

      het beoordelen van (aspecten van) het functioneren van een medewerker

  • 2.

    De omvang van de controle ter voorkoming van onrechtmatig gebruik, dan wel misbruik van de telecommunicatiemiddelen als bedoeld in het eerste lid, wordt zo beperkt mogelijk gehouden, in die zin dat deze in redelijke verhouding staat tot het doel waarvoor deze wordt aangewend. Gestreefd wordt naar een goede balans tussen controle op verantwoord gebruik van de communicatiemiddelen en bescherming van de privacy van medewerkers op de werkplek.

Artikel 4. Verwerken persoonsgegevens

1.De verwerking beperkt zich tot de gegevens die noodzakelijk zijn voor de doeleinden als bedoeld in artikel 3. Gegevens die herleidbaar zijn tot individuele medewerkers worden slechts verwerkt bij een ernstig vermoeden van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de telecommunicatiemiddelen. Vastlegging en verwerking vindt plaats in opdracht van de gemeentesecretaris en na overleg met de sectordirecteur, het afdelingshoofd en de HRM-adviseur.

  • 2.

    In de vastlegging worden ten hoogste de volgende persoonsgegevens opgenomen:

    • ·

      gebruikersidentificatie, naam, voornaam of voorletters van de medewerker;

    • ·

      naam van de sector/ afdeling waaronder de medewerker valt;

    • ·

      gegevens over de toegang tot de telecommunicatiemiddelen die door de gemeente Heerhugowaard is geboden aan de medewerker, inclusief gebruikersnaam, registratienummer, IP-adres;

    • ·

      gegevens betreffende de datum, het tijdstip, gebruikersidentificatie en de duur van het gebruik van de communicatiemiddelen door de medewerker;

    • ·

      inhoudelijke gegevens betreffende de door de medewerker gebruikte communicatiemiddelen, zoals bezochte internetsites (internet protocoladressen en de webpagina’s), gebelde telefoonnummers.

    • ·

      met betrekking tot het gebruik van e-mail het e-mailadres van de afzender en geadresseerde, het onderwerp en de inhoud van e-mailberichten en de datum en het tijdstip van het verzenden, dan wel ontvangen van e-mailberichten door de medewerker.

  • 3.

    Indien er een ernstig vermoeden bestaat van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de telecommunicatiemiddelen door de medewerker, kan door de gemeentesecretaris - na overleg met de sectordirecteur en de HRM-adviseur - opdracht worden gegeven om de betreffende gegevens vast te leggen en te verstrekken aan de personen bedoeld in artikel 5.

Artikel 5 Personen aan wie persoonsgegevens worden verstrekt

De vastgelegde persoonsgegevens worden, na bewerking, verstrekt aan:

  • ·

    de gemeentesecretaris, de sectordirecteur, het afdelingshoofd en de HRM-adviseur indien er een ernstig vermoeden bestaat van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de telecommunicatiemiddelen. Het betreft hier dan de gegevens als bedoeld in artikel 4;

  • ·

    degene(n) die op verzoek van de verantwoordelijke is (zijn) belast met of leiding geeft (geven) aan onderzoek naar onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de telecommunicatiemiddelen. Het betreft hier dan de gegevens als bedoeld in artikel 4.

HOOFDSTUK 2 VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEHEER

Artikel 6 Verantwoordelijkheden en beheer

1.Door de verantwoordelijke worden de nodige maatregelen getroffen opdat

persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn.

  • 2.

    Door de verantwoordelijke worden passende technische en organisatorische maatregelen ten uitvoer gelegd om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.

  • 3.

    Door de verantwoordelijke worden één of meerdere systeembeheerders aangewezen die belast zijn met het beheer van het (de) bestand(en). Deze systeembeheerders zijn, op grond van artikel 125a, derde lid, Ambtenarenwet, verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennisnemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

4.Door het MT worden voorzieningen getroffen over de positie, integriteit en bevoegdheden van de beheerder en/of afdeling ICT en de controle daarop.

HOOFDSTUK 3 GEBRUIK ELEKTRONISCHE COMMUNICATIEMIDDELEN

Artikel 7 Gebruik elektronische communicatiemiddelen

  • 1.

    Medewerkers gebruiken de elektronische communicatiemiddelen primair voor het uitvoeren van de aan hen door de gemeente opgedragen taken.

  • 2.

    Met betrekking tot het gebruik van een door de gemeente Heerhugowaard ter beschikking gestelde mobiele telefoon/ PDA kunnen door het college van burgemeester en wethouders nadere regels gesteld worden over het gebruik, een eigen bijdrage en mogelijke fiscale consequenties.

  • 3.

    Incidenteel privé-gebruik van de elektronische communicatiemiddelen door medewerkers is toegestaan mits dit gebruik in overeenstemming is met dit privacyreglement en dit gebruik in geen geval storend is voor dan wel ten koste gaat van het uitvoeren van de aan hen door de gemeente opgedragen taken.

  • 4.

    Het is medewerkers niet toegestaan met behulp van de e-mailfaciliteiten kettingbrieven te versturen of pornografisch materiaal te versturen of op te vragen, dan wel aanstootgevende, dreigende, lasterlijke, seksueel intimiderende, onzedelijke, racistische of discriminerende opmerkingen te maken. Evenmin is het medewerkers toegestaan met behulp van de emailfaciliteiten illegale software te verzenden of op te vragen dan wel bestanden zonder voorafgaand overleg met de systeembeheerder(s) te verzenden of op te vragen waarvan medewerker redelijkerwijs moet aannemen dat deze te omvangrijk zijn.

  • 5.

    Het is medewerkers niet toegestaan met behulp van de internetfaciliteiten bewust internetsites te bezoeken die pornografisch, dan wel racistisch materiaal bevatten of die naar algemeen maatschappelijke maatstaven als lasterlijk, beledigend, aanstootgevend, onzedelijk of oneervol worden beschouwd, mee te doen in chat-sessies, on line te gokken, illegale software te downloaden.

  • 6.

    Zonder voorafgaande toestemming van de systeembeheerder(s) is het medewerkers niet toegestaan met behulp van de e-mailfaciliteiten een elektronisch bericht aan alle of vrijwel alle medewerkers van de gemeente tegelijkertijd te versturen.

  • 7.

    Indien medewerkers met gebruik van de internetfaciliteiten handelingen verrichten die als emailtoepassingen zijn te kwalificeren, dan zijn de bepalingen van artikel 7, derde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 8.

    Medewerkers zullen bij het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen de nodige zorgvuldigheid betrachten en de integriteit en goede naam van de gemeente waarborgen.

  • 9.

    De medewerker dient bij afwezigheid een afwezigheidbericht te activeren. In geval van ziekte of langdurige afwezigheid wordt door het afdelingshoofd aan een medewerker van ICT opdracht gegeven het afwezigheidbericht te activeren.

HOOFDSTUK 4 CONTROLE, BEWARING EN VERWIJDERING PERSOONSGEGEVENS

Artikel 8 Controle

1.Controle door verantwoordelijke op het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen vindt slechts plaats in het kader van de in artikel 3 genoemde doeleinden. Deze doeleinden stellen beperkingen aan de omvang en wijze van controle.

a.Controle ter verkrijging van inzicht in de mate van gebruik van de elektronische communicatiemiddelen wordt beperkt tot de verkeersgegevens (tijd, hoeveelheid, omvang en dergelijke).

b.Controle ter voorkoming van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de Elektronische communicatiemiddelen wordt zo beperkt mogelijk gehouden, in die zin dat deze in redelijke verhouding staat tot het doel waarvoor deze wordt aangewend. Bovendien vindt de controle in beginsel geanonimiseerd en slechts steekproefsgewijs plaats.

c.Controle in het kader van het beveiligen van het systeem en het netwerk voor het tegengaan van virussen en andere schadelijke programma’s vindt op geautomatiseerde wijze plaats.

2.Controle vindt in beginsel plaats op het niveau van getotaliseerde gegevens die niet herleidbaar zijn tot individuele personen. Indien een medewerker of een groep medewerkers wordt verdacht van het overtreden van regels, kan gedurende een vastgestelde (korte) periode gerichte controle plaatsvinden.

  • 3.

    Controle beperkt zich in principe tot verkeersgegevens van het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen. Alleen bij zwaarwegende redenen vindt er controle op de inhoud plaats.

  • 4.

    Onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de elektronische communicatiemiddelen wordt zo veel mogelijk softwarematig onmogelijk gemaakt.

  • 5.

    Indien geconstateerd wordt dat een medewerker dit privacyreglement overtreedt, dan wordt de betrokken medewerker zo spoedig mogelijk hierop aangesproken door de sectordirecteur en het betreffende afdelingshoofd.

  • 6.

    Het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen door OR-leden, GO-leden, bedrijfsartsen en andere medewerkers met een vertrouwensfunctie zijn in beginsel uitgesloten van controle. Dit geldt niet voor de controle op de veiligheid van het elektronische verkeer.

Artikel 9 Bewaring en verwijdering

1.Persoonsgegevens, gerelateerd aan de elektronische communicatiemiddelen, worden maximaal zes maanden bewaard. Gegevens die ouder zijn dan zes maanden worden automatisch verwijderd, tenzij er bijzondere redenen zijn, bijvoorbeeld een zwaarwegend vermoeden van onrechtmatig gebruik dan wel misbruik van de elektronische communicatiemiddelen, om de gegevens langer te bewaren. Dat moet dan expliciet kunnen worden gemaakt en worden gemeld aan het Cbp.

2.Indien de systeembeheerder om technische redenen persoonsgegevens, gerelateerd aan de elektronische communicatiemiddelen, niet kan verwijderen, wordt onder verwijderen verstaan het niet meer verstrekken van deze gegevens voor de in artikel 3 geformuleerde doeleinden.

HOOFDSTUK 5 RECHTEN VAN MEDEWERKER: VERBETEREN, AANVULLEN, VERWIJDEREN OF AFSCHERMEN PERSOONSGEGEVENS

Artikel 10 Rechten van de medewerker

  • 1. Aan de medewerker die daarom aan verantwoordelijke verzoekt wordt, binnen vier weken, een overzicht verschaft van de hem betreffende persoonsgegevens die worden verwerkt.

  • 2. De medewerker kan de verantwoordelijke verzoeken zijn persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.

  • 3. De verantwoordelijke bericht de verzoeker binnen vier weken na ontvangst van het in het tweede lid genoemde verzoek schriftelijk of, dan wel in hoeverre, hij daaraan voldoet. Een weigering is met redenen omkleed. Een beslissing op een verzoek geldt als een besluit in de zin van artikel 1:3, Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming, binnen vier weken wordt uitgevoerd.

HOOFDSTUK 6 SANCTIES, ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN, OPENBAARMAKING, INWERKINGTREDING, EVALUATIE EN SLOTBEPALING

Artikel 11 Sancties

1.Overtreding van dit privacyreglement kan voor werknemers in dienst van de gemeente resulteren in disciplinaire maatregelen of ontslag als disciplinaire straf als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente. Disciplinaire maatregelen worden in Opdracht van de gemeentesecretaris en in overleg met de portefeuillehouder P&O en de HRMadviseur voorgelegd aan het college ter besluitvorming.

2.Overtreding van dit privacyreglement kan voor personen die (betaalde of niet-betaalde) werkzaamheden voor de gemeente verrichten, anders dan in ambtelijk dienstverband, resulteren in:

a.maatregelen waardoor deze personen, al dan niet tijdelijk, geen beschikking meer

hebben over (een deel van) de elektronische communicatiemiddelen;

  • b.

    herziene afspraken over de (duur en inhoud van de) samenwerking;

  • c.

    herziene afspraken over de te factureren arbeidsduur;

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit privacyreglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit privacyreglement, beslist het college.

Artikel 13 Openbaarmaking, inwerkingtreding en evaluatie

1.Dit privacyreglement wordt verstrekt of ter beschikking gesteld aan alle medewerkers die, direct of indirect, de beschikking krijgen over elektronische communicatiemiddelen.

  • 2.

    Dit privacyreglement treedt in werking op 1 februari 2010 en vervangt het ‘Protocol: Privacy bij internet en e-mailgebruik’ binnen de gemeente Heerhugowaard.

  • 3.

    Over de uitvoering van dit privacyreglement wordt jaarlijks een rapportage opgesteld ten behoeve van de ondernemingsraad.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    De verantwoordelijke kan deze regeling met instemming van de ondernemingsraad wijzigen. Deze wijzigingen worden schriftelijk vastgelegd en voorafgaand aan de invoering aan de medewerkers bekend gemaakt.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in dit privacyreglement, zal op het verwerken van persoonsgegevens de op 1 september 2001 in werking getreden WBP van toepassing zijn.

  • 3.

    Deze regeling wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd door het College en de ondernemingsraad. Daarna zal 3-jaarlijks geëvalueerd worden. 

    Aldus vastgesteld in de vergadering op 15 december 2009 van het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard.

Heerhugowaard,

datum:

De secretaris, De burgemeester,

J.den Hertog H.M.W. ter Heegde