Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit Bedragen Wmo en Jeugdhulp Heerhugowaard 2018

Geldend van 10-02-2018 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit Bedragen Wmo en Jeugdhulp Heerhugowaard 2018

Hoofdstuk 1: Eigen bijdrage

1. Eigen bijdragen in het kader van de Wmo

1.1. Inkomen en vermogen

De inkomens- en vermogensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. (Stb.2014 nr. 420). Het Uitvoeringsbesluit wordt jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

1.2 Omvang van de eigen bijdragen voor maatschappelijke ondersteuning.

zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Stb.2014 nr. 420, artikel 3.8.

a. De eigen bijdrage van ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.

Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 22.873,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een dertiende deel van

12,50% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 22.873,-.

b. De eigen bijdrage van ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.

Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 17.474,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een dertiende deel van

12,50% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 17.474,-.

c. De eigen bijdrage van gehuwde personen, waarvan één van beiden of beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, bedraagt € 0,- per vier weken.

Bij een gezamenlijk verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 35.175,- wordt het bedrag van € 0,- verhoogd met een

dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 35.175,-

d. De eigen bijdrage van gehuwde personen, waarvan beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.

Bij een gezamenlijk verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 24.128,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een

dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 24.128,-.

1.3 Thuisondersteuning

1. Voor thuisondersteuning wordt, bij zorg in natura, de eigen bijdrage berekend aan de hand van het gemiddeld tarief ad € 219,67 per 4 weken.

1.4 Wanneer is er sprake van eigen bijdrage binnen de Wmo

1. Conform artikel 12 van de Verordening Wmo is bij het verstrekken van een voorziening t.a.v. alle resultaten een eigen bijdrage verschuldigd.

2. De eigen bijdrage is niet verschuldigd:

a. voor een rolstoel;

b. voor een cliënt die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing;

3. Een eigen bijdrage voor bruikleenvoorzieningen is verschuldigd zolang de voorziening in bruikleen is en onderhouden wordt.

4. Een eigen bijdrage voor koopvoorzieningen is verschuldigd zolang de voorziening in gebruik is, totdat de volledige kostprijs van de voorziening is bereikt.

5. Bij een persoonsgebonden budget voor voorzieningen verstrekt vóór 1 januari 2012 is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 2: Bedragen voor Persoonsgebonden budget (PGB) Wmo en Jeugdhulp

2. Bedragen voor Persoonsgebonden budget (PGB) Wmo en Jeugdhulp

2.1 PGB voor voorzieningen (Wmo)

Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte.

Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.

2.2 PGB voor ondersteuning

De vaststelling van een persoonsgebonden budget voor ondersteuning vindt als volgt plaats: het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld, wordt berekend op basis van de indicatie. De indicatie wordt gesteld in uren aan de hand van het Protocol hulp bij het huishouden Wmo Heerhugowaard en het protocol gebruikelijke zorg van het CIZ.

Wmo

Product

Professioneel tarief

Netwerk tarief

Hulp bij huishouden

15,50 euro per uur

15,50 euro per uur

Persoonlijke Verzorging

27 euro per uur

Max 20 euro per uur

Begeleiding Individueel

36 euro per uur

Max 20 euro per uur

Begeleiding Groep

44 euro per dagdeel (excl. vervoer)

incl vervoer 50 euro per dagdeel

Niet mogelijk

Kortdurend Verblijf

132 euro per etmaal

30 euro per etmaal

Jeugdwet

Alle vormen van Jeugdhulp is een Persoonsgebonden budget mogelijk waarbij professionele ondersteuning wordt ingezet. Hiervoor geldt 75% van het door het College vastgestelde ZIN tarief voor betreffende hulpvorm of in het geval van Integrale Ambulante Jeugdhulp 75% van de door het College vastgestelde tarieven per opleidingsniveau.

Persoonsgebonden budget voor ondersteuning vanuit het netwerk is uitsluitend mogelijk voor:

- Persoonlijke verzorging

- Begeleiding Individueel en

- Kortdurend Verblijf

Bij de bepaling van het Persoonsgebonden budget voor ondersteuning door het netwerk worden de volgende maximale vergoedingen gehanteerd:

Product

Professioneel tarief

Netwerk tarief

Persoonlijke Verzorging

75% ZIN

50% ZIN tot maximaal 20 euro per uur

Begeleiding Individueel

75% ZIN

50% ZIN tot maximaal 20 euro per uur

Kortdurend Verblijf

75% ZIN

50% ZIN tot maximaal 30 euro per etmaal

Ondertekening