Regeling vervallen per 01-01-2012

Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2011

Intitulé

Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten

Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten

Nr.RB2003144

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2003

gelet op het advies van de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling d.d. 3 december 2003

gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten Stb. 1993 nr. 545 en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet Stb 1993, nr. 610;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen.

b e s l u i t

tot vaststelling van

  • 1.

    de Verordening voorzieningen gehandicapten

  • 2.

    het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten

  • 3.

    het Verstrekkingenbeleid Wet voorzieningen gehandicapten, met uitzondering van de punten 2.2.2.4. en 2.2.2.9. (zie Amendement A)

Heerhugowaard, 16 december 2003

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard

gelet op artikel 5 lid 2 t/m 4 en artikel 6 van de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de hierbij behorende nadere regelen en artikel 1.3 van de verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Heerhugowaard,

besluit vast te stellen het volgende:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. de verordening: De Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Heerhugowaard, vastgesteld bij het raadsbesluit van 16 december 2003.

  • b. eigen betaling: het ten eigen laste van de gehandicapte blijvende deel van de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend.

  • c. norminkomen: het norminkomen is vergelijkbaar met de bijstandsnorm; de bijstandsnorm wordt verminderd met de kosten voor ziektekosten, niet zijnde de premie voor de ziektekostenverzekering; de hoogte van de ziektekosten worden volgens de Belastingdienst opgestelde wijze bepaald.

  • d. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de gehandicapte.

  • e. forfaitaire vergoeding: een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.

  • f. gemaximeerde vergoeding: een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met in achtneming van de inkomens grens.

  • g. eigen bijdrage: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden en op welk bedrag de bepalingen van de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen WVG van toepassing zijn.

  • h. voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen of in huur wordt verstrekt.

  • i. normbedrag: een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding per jaar (of anders indien beschreven).

Artikel 2 Hoogte financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen

1 De hoogte van de door burgemeester en wethouders te verlenen forfaitaire vergoeding voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de verordening bedraagt € 1.995,--.

2 De hoogte van de door burgemeester en wethouders vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b en g van de verordening bedraagt 100 % van de voor subsidie in aanmerking komende kosten.

3 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.15 in de verordening bedraagt maximaal € 500,--.

4 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoelt in artikel 2.1 lid 1 onder e van de verordening bedraagt:

a de werkelijke kosten met een maximum van € 525,-- als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte;

b de werkelijke kosten met een maximum van € 300,-- ter tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

5 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoelt in artikel 2.1 lid 1 onder f van de verordening is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte met een maximum van € 525,-- per maand.

Artikel 3 De hoogte van de financiële tegemoetkomingen in de kosten van vervoersvoorzieningen

1 Voor vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de verordening wordt geen eigen bijdrage in rekening gebracht.

2 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 onder sub a, b, c en d van de verordening bedraagt 100 % van de voor subsidie in aanmerking komende kosten, met uitzondering van oplaadkosten van accu’s en benzinekosten voor sub b en d van dit artikel;

3 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen als bedoelt in artikel 3.1 lid 3 van de verordening is een gemaximeerde vergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende normbedragen:

a voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto geldt een normbedrag van € 860,--;

b voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto geldt een normbedrag van € 535,--;

c voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi voor regionaal en bovenregionaal vervoer geldt een normbedrag van € 860,--;

d voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi voor bovenregionaal vervoer geldt een normbedrag van € 250,--;

e voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi voor regionaal en bovenregionaal vervoer geldt een normbedrag van € 1.295,--;

f voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi voor bovenregionaal vervoer geldt en tegemoetkoming van € 350,--.

4 De hoogte van financiële tegemoetkoming in de begeleidingskosten als bedoeld in art. 3.1 lid 3 onder f van de verordening bedraagt maximaal € 295,--.

Artikel 4 Rolstoelen

1 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel zoals bedoelt in artikel 4.2 tweede lid van de verordening is een forfaitaire vergoeding en bedraagt € 2225,--.

2 De hoogte van een door het college van burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.1 onder c en d van de verordening bedraagt 100 % van de voor subsidie in aanmerking komende kosten.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: het besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten

Bijlage I Maximale vergoeding van kosten van keuring en onderhoud ingevolge artikel 2.8

Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderstaande voorzieningen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, volgens afspraken die de gemeente met leveranciers heeft gemaakt.

  • a.

    Stoelliften;

  • b.

    rolstoel- of sta-plateauliften;

  • c.

    woonhuisliften;

  • d.

    hefplateauliften;

  • e.

    balansliften;

  • f.

    de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

  • g.

    elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren.

Tabel 1 Keuring

Keuring van liften

Beginkeuring

Frequentie periodieke keuring

Stoellift

Ja

1x per 4 jr.

Rolstoelplateaulift

Ja

1x per 4 jr.

Staplateaulift

Ja

1x per 4 jr.

Woonhuislift

Ja

1x per 1½ jr.

Hefplateaulift

Ja

1x per 1½ jr.

Balanslift

*

1x per 1½ jr.

Tabel 2 Onderhoud

Onderhoud van

Frequentie periodiek onderhoud

Stoellift

1x per jaar

Rolstoelplateaulift

1x per jaar

Staplateaulift

1x per jaar

Woonhuislift

2x per jaar

Hefplateaulift

2x per jaar

Balanslift

1x per jaar