Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleid Huygenpas

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleid Huygenpas

Nr.   BW09-0480

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

 

b e s l u i t

 

Het beleid met de betrekking tot De Huygenpas vast te stellen.

 

 

Bij raadsbesluit van 25 april 2006 is bepaald dat er een stadspas ingevoerd gaat worden. Sport en culturele activiteiten dienden vooralsnog voorrang te krijgen. Meer voorwaarden zijn niet gesteld aan de invoering van de stadspas.

Onderdeel van het lopende project "kinderen doen mee" is het niet-gebruik van alle regelingen tegengaan. De mogelijkheden van bestandskoppelingen worden daartoe onderzocht. Om die koppelingen te kunnen maken is het nodig dat de voorwaarden en uitgangspunten van alle regelingen binnen het minimabeleid zoveel mogelijk op elkaar afgestemd worden.

Inmiddels zijn die voorwaarden en uitgangspunten geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie blijkt dat de uitgangspunten voor de stadspas (hierna: de Huygenpas) op onderdelen afwijken van de overige regelingen binnen net minimabeleid. Zo wordt er geen vermogenstoets gehouden bij

aanvragen.

 

Huidige bijzondere regelingen

In het kader van het minimabeleid zijn er op gemeentelijk niveau drie regelingen ingevoerd die los staan van de bijzondere bijstand: de collectieve ziektekostenverzekering, de regeling chronisch zieken en gehandicapten en de seniorentoeslag (gebaseerd op artikel 35 lid 3 WWB). In een adem hiermee wordt vaak ook de langdurigheidstoeslag genoemd (gebaseerd op artikel 36 WWB). Voor de voorzieningen voor maatschappelijke participatie, zoals stadspassen, geldt dat die uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele en sportieve activiteiten (zie EK 2003-2004, 28 870 en 28 960, nr. B, p. 27). Dit betekent dat deze regeling, niet zijnde bijzondere bijstand, het categoriale karakter kan behouden en het college bevoegd is beleid te voeren.

Voor de bijzondere bijstand is geregeld dat het inkomen en het vermogen hetzelfde wordt vastgesteld als voor de algemene bijstand. Dit is niet expliciet voor de bijzondere regelingen geregeld, maar het is niet meer dan logisch dat dit eveneens op dezelfde manier gebeurt. Als uitzondering hierop is bij de seniorentoeslag bepaald dat slechts liquide middelen meetellen voor de vermogenstoets, om reden dat het vermogen vaak vast zit in de eigen woning.

 

Beleid Huygenpas

Voorwaarden voor de toekenninq van de Huygenpas:

  • -          het inkomen is lager dan 120% van de bijstandsnorm;

  • -          het vermogen blijft onder het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB;

  • -          het vermogen dat vastzit in een woning wordt niet meegenomen in de vermogenstoets;

  • -          per kalenderjaar kan slechts een maal een stadspas verstrekt worden.

Als in een gezin meer personen voorkomen die tot de doelgroep behoren kan ieder afzonderlijk aanspraak maken op de stadspas.

Na de eerste aanvraag wordt de stadspas ambtshalve toegekend. Voor toezending vindt uitvraag plaats of de belanghebbende nog steeds tot de doelgroep behoort.

Heronderzoeken gebeuren steekproefsgewijze.

De WTOS/WSF (studiefinanciering) wordt als een voorliggende voorziening gezien.

Inkomen

De inkomensnorm is sinds 1 januari 2006 gesteld op 120% van de bijstandsnorm.

Vermogen

Al het vermogen boven het vrij te laten vermogen (artikel 34 lid 3 WWB) wordt gezien als draagkracht. Als er draagkracht is, komt de aanvrager niet in aanmerking voor de Huygenpas.

Vaststellinq van het netto-inkomen Bij een vast inkomen kan worden uitgegaan van het inkomen per datum aanvraag. Bij een wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de achterliggende 12 maanden.

Bij de vaststelling van het netto-inkomen wordt uitgegaan van de som van het netto-inkomen verminderd met de middelen zoals opgenomen in artikel 31 lid 2 en 3 van de WWB.

Het inkomen wordt verhoogd als er een aanspraak bestaat op een vakantietoelage. Niet de feitelijk genoten vakantietoeslag telt mee, maar er wordt een fictief bedrag berekend aan de hand van de Regeling WWB (dit is dezelfde berekeningswijze als voor de algemene bijstand, art.31, lid 4 WWB).

Heerhugowaard, 30 juni 2009

Burgemeester en wethouders van

Heerhugowaard,

de secretaris,

de burgemeester,