Regeling vervallen per 01-01-2007

Notitie gemeentelijke visie Wonen, Zorg en Welzijn

Geldend van 18-05-2011 t/m 31-12-2006 met terugwerkende kracht vanaf 26-02-2002

Intitulé

Notitie gemeentelijke visie Wonen, Zorg en Welzijn

Geconsolideerde tekst van de regeling

Nr.   2002-23

 

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 januari 2002

  

b e s l u i t

 

In te stemmen met de notitie Gemeentelijke Visie: Wonen, Zorg en Welzijn

 

  

Heerhugowaard, 26 februari 2002

 

 

De Raad voornoemd,

 

de secretaris,                                                   de voorzitter,

 

 

 

Gemeentelijke visie:

Wonen, Zorg en Welzijn

 

 

 

februari 2002

redactie C.J. van Langen

afdeling Welzijn, Onderwijs en Cultuur

sector Maatschappelijke Ontwikkeling

gemeente Heerhugowaard

 

Inhoudsopgave:                                                 pagina:

 

 

 

1. Inleiding                                                          1

 

2. Maatschappelijke en politieke context          2

a. Vergrijzing                                                         2

b. Vermaatschappelijking van de zorg                      2

c. Vraagsturing en samenhang in beleid                    3

 

3. Positie en verantwoordelijkheid van de gemeente      5

a. Visie Welzijnsbeleid                                            6

b. Masterplan voorzieningen 2001-2015                   6

c. Plan Wonen Heerhugowaard 1999-2003               7

d. Structuurplan de Draai (concept 2 - 2001)            8

 

4. Beleidsvisie Zorgkantoor Noord-Holland Noord          8

 

5. Plan Heerhugowaard - Zuid : het clusterplan               10

 

6. Conclusies en actie punten                                           12

 

 

 

 1 Inleiding

 

 

Deze notitie richt zich op mensen met langdurige functie beperkingen/handicaps, waardoor een volwaardig deelnemen aan de samenleving voor hen bemoeilijkt wordt. We denken dan vooral aan het groeiend aantal ouderen/hoogbejaarden, gehandicapten en mensen met psychiatrische problemen.

 

Het vertrekpunt van deze notitie is het uitgangspunt dat het gemeentelijk beleid gericht is op het bieden van gelijke kansen voor de verschillende doelgroepen om een zo volwaardig mogelijke deelname in de samenleving te realiseren. Vandaar het belang om een lokaal zorg- en gezondheidsbeleid te formuleren, welke als beleidskader zal dienen voor toekomstige ontwikkelingen op het terrein van zorg en gezondheid. Gedurende de afgelopen jaren zijn een aantal beleidsaspecten rond het thema wonen, zorg en welzijn reeds vastgelegd in gemeentelijke nota's. Al deze aspecten worden nu meegenomen en

met elkaar in verbinding gebracht tot één gemeentelijk visie. In deze notitie gaat het om beleid gericht op een samenhangend en toegankelijk vraaggericht aanbod op het gebied van wonen, zorg en welzijn: het terrein van zorgbeleid. Het terrein van gezondheidsbeleid zal in een aparte gemeentelijke nota aan de orde komen. Dit beleid is gericht op preventie en gezondheidsproblemen. Hoewel het in deze beleidsnotitie om meerdere doelgroepen gaat, zal de groep ouderen extra in beeld zijn vanwege het voortgaande proces van dubbele vergrijzing. Het doel van deze beleidsnotitie is het bieden van een denkkader om, vanuit de landelijke politieke context en maatschappelijke ontwikkelingen, als gemeentelijke overheid de juiste voorwaarden te bieden voor een lokaal samenhangend zorgbeleid.

 

De opbouw is als volgt:

  • eerst zal ingegaan worden op de maatschappelijke en politieke context (hoofdstuk 2),

  • dan komt de positie en verantwoordelijkheid van de gemeente aan de orde, met een overzicht van reeds vastgesteld beleid in recente gemeentelijke nota's op het terrein van wonen, zorg en welzijn (hoofdstuk 3),

  • daarna de beleidsvisie van het Zorgkantoor Noord-Holland Noord (hoofdstuk 4)

  • waarna het beleid rond het clusterproject HHW-Zuid beschreven wordt (hoofdstuk 5) met als afsluiting een aantal conclusies en aktiepunten (hoofdstuk 6).

 

 

 2. Maatschappelijke en politieke context

 

 

Het gemeentelijk beleid kan niet los gezien worden van een aantal maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. De belangrijkste hiervan zijn:

 

 

2a. Vergrijzing

 

Nederland gaat steeds meer ouderen tellen, die een steeds hogere leeftijd bereiken, zo ook in Heerhugowaard.

 

Over de kwetsbaarheid van deze ouderen wordt in onderzoek het volgende aangegeven (SCP Rapportage ouderen 1998):

  • Rond 75 jaar beginnen vaak gezondheidsproblemen met zelfredzaamheidsbeperkingen;

  • Met name alleenstaanden vanaf 75 jaar worden geconfronteerd met afnemende sociale contacten;

  • De groep hoogbejaarden 80+ worden gekenmerkt door toenemende fysieke en mentale achteruitgang.

 

In het statische jaarboek 2000/2001 van Heerhugowaard wordt aangegeven dat de vergrijzing in een veel sterkere stijgende lijn zal toenemen, in vergelijking tot totaal Nederland:

 

Toename 65 + : (in percentages t.o.v. de totale bevolking)

 

2000: Nederland - 14 % Heerhugowaard - 8%

2015:Nederland -17% Heerhugowaard - 16%

 

In deze periode zal de kwetsbare groep 75+ met een groei percentage van 80 % toenemen (van de huidige 1500 inwoners naar 2700 inwoners).

Deze toename zorgt ervoor dat deze leeftijdsgroep ten op ziehte van de totale bevolking van de huidige 3,4% naar 4,9% zal groeien.

Ook niet onbelangrijk is het gegeven dat het aantal 80 plussers in deze periode zich zal

verdubbelen (van 700 naar 1400 inwoners).

 

Conclusie:

Het aantal ouderen binnen de gemeente Heerhugowaard zal, zowel in verhouding tot de overige leeftijdsgroepen als in absolute aantallen ten opzichte van de huidige situatie, aanzienlijk (= meer dan het gemiddelde in Nederland) stijgen, wat van invloed is op de vraag naar voorzieningen en op de druk van het voorzieningenniveau van wonen, zorg en welzijn.

 

 

2b. Vermaatschappelijking van de zorg

 

Deze term is van toepassing op het proces van verschuiving in voorzieningen voor mensen met fysieke en/ of geestelijke beperkingen. Het streven hierbij is dat zorgafhankelijke mensen niet alleen en exclusief gebruik maken van intramurale voorzieningen, maar al meer gebruik maken van voor alle burgers toegankelijk aanbod aan algemene voorzieningen op de terreinen wonen, zorg, dagbesteding/ werk en vrijetijdsbesteding. Vanwege deze trend van vermaatschappelijking komen er al meer kleinschalige woonvormen/woonzorgcomplexen en projecten begeleid wonen in plaats van grote intramurale instellingen.

 

Vanuit de landelijke overheid wordt dit proces extra gestimuleerd in de vorm van subsidies t.b.v. deconcentratie- en substitutie projecten en door invoering van persoonsgebonden

budgetten(PGB).

 

Uitvoering geven aan deze vermaatschappelijking betekent concreet een proces van

extramuralisering: d.w.z. het-buiten-de-muren-gaan-treden.

 

In de sector verpleging en verzorging wordt deze extramuralisering duidelijk zichtbaar: de

rijksoverheid wil een afbouw van het aantal verzorgingshuizen oude stijl. In de brief "Wonen en zorg op maat" (2001) van de staatssecretarissen Vliegenthart (Volksgezondheid) en Remkes (Volkshuisvesting) wordt nog eens bevestigd dat nieuwbouwplannen- en verbouwingsplannen worden getoetst aan het beleid van afbouw. Het overheidsbeleid m.b.t. ouderen, gehandicapten en chronisch zieken is gericht op het bevorderen van zelfstandig wonen. Dit standpunt wordt nog eens bevestigd in de VROM brief van 22 augustus 2001 waarin het volgende wordt aangegeven: "Het rijk wil mensen met een zorgbehoefte en andere sociaal zwakkeren, waaronder sommige ouderen, lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten en (ex) psychiatrische patiënten, optimale keuzemogelijkheden bieden en de omvang en de kwaliteit van het aanbod van zorg vergroten. Deze mensen kiezen er meer en meer voor zo lang mogelijk zelfstandig te wonen en daar zorg te ontvangen of, als dit niet mogelijk is, in kleinschaligere zorginstellingen in de wijk te verblijven. Dit vraagt om een toenemende omvang en variatie van zorg- en woonzorgarrangementen".

 

Het ministerie VROM heeft de effecten van deze extramuralisering op de woningbehoefte

onderzocht. Volgens dit onderzoek wonen er in 2010 ongeveer 30.000 mensen in een

verzorgingshuis: dit is één derde van de huidige ruim 90.000 bewoners.

Daarentegen zal het aantal bewoners van verpleeghuizen toenemen van de huidige 35.000 naar 60.000 bewoners in 2010.

De totale deconcentratie van zorginstellingen zal tot gevolg hebben dat - landelijk - de

instellingsbevolking naar verwachting gaat dalen van 237.000 in 1998 naar 139.000 bewoners in de periode tot 2010.

Als gevolg hiervan moet voor de komende 10 jaar rekening worden gehouden met een extra

vraag van 50.000 woningen voor zorgbehoeftige ouderen, gehandicapten en psychiatrische

patiënten, aldus de uitkomsten van het VROM onderzoek.

 

Juist omdat het gaat om een kwetsbare doelgroep, is het voorradig zijn van goedkope woningen (sociale huursector) van groot belang. In het statistisch jaarboek van de gemeente wordt zichtbaar het lage percentage sociale huur ten opzichte van de totale woningvoorraad in Heerhugowaard in relatie tot Noord Holland en Nederland resp. 28 % - 41% - 36 %.

 

Conclusie:

Voor de gemeente Heerhugowaard betekent deze trend van vermaatschappelijking, wat zich

vertaald heeft in een beleid van deconcentratie/extramuralisering van zorginstellingen, een

behoorlijke toename van het aantal zelfstandig wonende inwoners die op gemeentelijke

voorzieningen c.q. gemeentelijke inzet een extra beroep zullen doen op de terreinen wonen,

zorg en welzijn.

Met name het aspect betaalbaar wonen zal een toenemend knelpunt worden.

 

 2c. Vraagsturing en samenhang in beleid

 

Bij vraagsturing staat de vraag van de klant centraal.

Niet het huidige en reguliere aanbod moet bepalen wat iemand op een gegeven moment kan

gebruiken, maar de vraag moet ervoor zorgen dat er een goed aanbod van diensten en

voorzieningen is of gaat komen.

 

Het beleid van vraagsturing is erop gericht om mensen met een functiebeperking in staat te

stellen zo veel mogelijk hun eigen problemen op te lossen. In deze zin kan vraagsturing gezien worden als een emancipatie-instrument.

De invoering van het PGB geeft daadwerkelijk de verschuiving aan van aanbodsturing naar

vraagsturing.

Naarmate de vrijheid en mondigheid van gehandicapten en ouderen toenemen om zelf te

bepalen bij wie en wat voor soort zorg en voorzieningen worden ingekocht, zal de gemeente

ongetwijfeld sterker worden geconfronteerd met de expliciete vraag naar bepaalde (nog nader in te vullen) voorzieningen.

Voor de lokale overheid en zorgaanbieders betekent vraaggericht werken in ieder geval het

kennen van de wensen en behoeften van de ouderen en gehandicapten. Lokaal onderzoek en het versterken en faciliteren van belangenorganisaties zijn dan ook van groot belang.

 

Voor een adequate beantwoording van de (klant)vraag is het realiseren van samenhang in de zorg cruciaal. Bijvoorbeeld, voor ouders van een gehandicapt kind is het erg belangrijk dat er aansluiting en afstemming is tussen speciaal onderwijs, leerlingenvervoer, extramurale AWBZvoorzieningen en WVG-voorzieningen. Ouderen wensen samenhang op de gebieden wonen, welzijn en zorg, op welke manier ook gefinancierd.

Deze samenhang is voor een belangrijk deel een samenhang tussen verschillende

beleidsonderdelen. Juist ten behoeve van mensen met functiebeperkingen dient de gemeente een intermediaire, regisserende rol op zich te nemen om deze samenhang in beleid tot stand te brengen.

 

De tot standkoming van een Regionaal Indicatie Orgaan (RIO), van waaruit zoveel mogelijk

soorten zorg en voorzieningen worden geindiceerd, is een stimulans om samenhang in de te

leveren zorg tot stand te brengen. Het realiseren van een centraal meldpunt c.q. zorgloket, waarvan het huidige Informatie Adviespunt Ouderen als een voorloper gezien kan worden, is een ander voorbeeld van het op gang brengen van samenhang. Tevens kan hierbij genoemd worden het project Zorgwijzer ter versterking van de lokale Openbare Gezondheidszorg (OGZ).

 

Het (landelijke) decentralisatie proces heeft ertoe bijgedragen dat de gemeente meer invloed

heeft gekregen om ervoor te zorgen dat er een vraaggestuurd en samenhangend aanbod

ontstaat van zorg- en dienstverlening voor ouderen. De bevoegdheden op het terrein van

volkshuisvesting, flankerend beleid, welzijnsbeleid, gezondheidsbeleid, WVG, bijstandswet en artikel 9a AWBZ (RIO-indicatiestelling) geven daartoe voldoende aanknopingspunten.

 

Een ander effect van bovenstaande ontwikkelingen is het gegeven dat de rijksoverheid het

besluit heeft genomen het verzekeringsstelsel van de AWBZ te flexibiliseren.

Binnen de veranderende maatschappelijk context is het huidige AWBZ zorgsysteem te star en staat de overheid voor de opgave beter en doelmatiger tegemoet te komen aan de

maatschappelijke vraag van AWBZ- zorg.

De huidige AWBZ wordt gemoderniseerd en dat moet leiden tot:

  • Het centraal stellen van de cliënt en zijn zorgvraag;

  • Het leveren van zorg op maat;

  • Vermaatschappelijking van de zorg;

  • Doelmatige besteding van de zorg.

 

In dit moderniseringsproces speelt het Zorgkantoor een belangrijke voortrekkersrol.

 

Conclusie:

Het nieuwe beleid rond vraagsturing en samenhang brengt de zorg- en dienstverlening in de

eigen leef- en woonomgeving van mensen. Dit vraagt natuurlijkerwijs om een groter accent op wonen, zorg en welzijn en om samenhang tussen deze voorzieningen. Met name zal dit gestalte moeten krijgen op lokaal niveau. Lokaal onderzoek om de wensen en behoeften van specifieke doelgroepen te kennen en een interdisciplinaire aanpak van de relevante beleidsterreinen binnen de gemeente zijn belangrijke bouwstenen voor samenhangend beleid. De positie van het Zorgkantoor wordt al belangrijker in het realiseren van die samenhang. Derhalve is een intensivering van de samenwerking en afstemming tussen gemeente en zorgkantoor van belang.

 

 

  • 1.

    Positie en verantwoordelijkheid van de gemeente.

 

Waren zorgbehoevende ouderen en gehandicapten in het verleden met name een

verantwoordelijkheid van zorginstellingen, nu draagt de gemeente een grote verantwoordelijkheid voor het wonen, de gezondheid en het welzijn van deze kwetsbare groepen. De gemeentelijke betrokkenheid krijgt vorm in :

 

• het scheppen van infrastructuur.

De gemeente stimuleert en coördineert zodanig dat er voldoende geschikte woningen zijn,

dat openbare ruimten en vervoer toegankelijk zijn en dat burgers geïnformeerd worden en

toegang vinden tot zorg- en dienstverlening. Daarnaast let de gemeente op een goede

sociale infrastructuur die isolement voorkomt en tevens stimuleert en ondersteunt zij de

informele zorg.

 

• Dienstverlening aanbieden.

De gemeente levert zelf diverse diensten, zoals voorzieningen in het kader van de WVG en

inkomensondersteuning in het kader van de ABW. Daarnaast is de gemeente

eindverantwoordelijk voor dienstverlening in het kader van de Welzijnswet.

Zo wordt er via het project Wonen Plus/Info Advies allerlei diensten aan huis gerealiseerd ter

bevordering van zelfstandig wonen.

 

• Samenhang bevorderen.

Binnen een intramurale setting is één instantie verantwoordelijk voor het gehele pakket van

wonen, zorg, welzijn, mobiliteiten inkomen aan bewoners

Voor zelfstandig wonende (kwetsbare) ouderen en gehandicapten is de huidige situatie

zodanig dat geen enkele partij kan zorgen voor een volledig pakket aan voorzieningen.

In het samenstellen van een totaalpakket voor zelfstandig wonenden ziet de gemeente zich

als regisseur in het proces van samenhang aanbrengen op het terrein van zorg- en

dienstverlening vanuit de afzonderlijke beleidssectoren.

 

Op de verschillende beleidsterreinen heeft de gemeente Heerhugowaard in het kader van zorg en gezondheidsbeleid al uitspraken gedaan die verband houden met het begrip vraagsturing, met infrastructuur en samenhang.

Een aantal, door de gemeenteraad vastgestelde nota's, geven hier blijk van:

  • Visie Welzijnsbeleid HHW. (nov. 1999);

  • Masterplan voorzieningen 2001- 2015;

  • Plan Wonen HHW 1999- 2003;

  • Structuurplan De Draai (concept 2-2001).

 

Kort samengevat zijn de doelstellingen en kernthema's binnen deze nota's m.b.t. de visie

Wonen, Zorg en Welzijn de volgende: (de teksten zijn letterlijk overgenomen, behoudens enkele verbindende teksten)

 

 

3a. Visie Welzijnsbeleid

 

Als missie van het welzijnsbeleid voor de komende jaren is het volgende vastgelegd:

 

"Het creëren van mogelijkheden waardoor inwoners hun niveau van individueel en

maatschappelijk functioneren kunnen optimaliseren".

 

Bij de uitvoering van deze missie worden drie kernbegrippen gehanteerd:

 

Ontmoeting:

het aanbieden van ontmoetingsactiviteiten en versterking van de ontmoetingsfunctie van

plekken die mensen bezoeken;

Participatie:

het stimuleren en bieden van mogelijkheden om iedereen deel te laten nemen aan het

maatschappelijk verkeer en gebruik te laten maken van voorzieningen;

Perspectief:

het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling aan diegenen die op meerdere fronten

geringere kansen hebben.

 

Deze drie kernbegrippen vormen het politieke kader in het overleg met alle instellingen en

organisaties, die betrokken zijn bij de uitvoering van het lokaal welzijnsbeleid.

 

 

3b. Masterplan Voorzieningen 2001-2015

 

In deze nota wordt de basis gelegd voor het gemeentelijke geïntegreerd voorzieningenbeleid

voor de komende jaren. Bij het onderdeel zorgvoorzieningen wordt het volgende aangegeven:

 

De toename van het aantal ouderen in Heerhugowaard betekent dat ook de vraag naar

voorzieningen meer dan recht evenredig aan de bevolkingsgroei zal toenemen.

Geconstateerd wordt dat de zorgsector erg in beweging is, waardoor voorspellingen omtrent te realiseren accommodaties moeilijk zijn. Wat wel vaststaat is dat de noodzakelijk te verlenen zorg meer en meer wordt toegesneden op de individuele vraag.

De verschuiving van intramurale naar extramurale zorg heeft als effect dat kwetsbare groepen langer in hun eigen huis kunnen blijven wonen. Het aantal transmurale projecten en het aandeel van thuiszorg zal flink toenemen. Dientengevolge zal er een verzwaring van zorgverlening merkbaar zijn binnen de centra waar intensieve zorg geleverd kan worden in de twee verzorgingshuislocaties en het verpleeghuis.

 

Op grond van de te verwachte toename van het aantal zorgvragers en vanwege veranderende inzichten m.b.t. zorgverlening (vermaatschappelijking en vraagsturing) zal met nadruk integratie van wonen, zorg en welzijn een belangrijk element zijn.

Scheiding van wonen, facilitaire voorzieningen en de zorg zal de basis vormen. Hierbij speelt ook een rol dat door de groei van het aantal kleine huishoudens en een voortgaande 24 uurs

economie een aantal facilitaire diensten welke tot op heden vrijwel direct gekoppeld worden aan verzorging van hulpbehoevenden, meer en meer een algemene functie innemen ( denk hierbij aan de functie van de maaltijdvoorziening).

 

Een voorbeeld van clustering van voorzieningen op het terrein van wonen, zorg en welzijn zal gerealiseerd worden in het centrumgebied van Heerhugowaard Zuid, waar algemene

voorzieningen (wijkcentrum, school en kinderdagverblijf) gecombineerd worden met

zorgvoorzieningen voor gehandicapten en ouderen en basis gezondheidszorg

(gezondheidscentrum). Te verwachten is dat in bedrijfsmatig opzicht efficiency te behalen is en dat het aanbod voor de burger in kwalitatieve zin wordt verbeterd.

De gemeente Heerhugowaard zal het ontstaan van ruimtelijke en functionele samenwerking

bevorderen. In dit licht bezien zullen waar mogelijk knooppunten ontwikkeld worden waar wonen, zorg en welzijn tot een nieuwe integraal concept kan worden gesmeed.

Qua scenario-ontwikkeling wordt in deze nota aangegeven dat met de groei van de gemeente een voorkeur wordt uitgesproken voor het realiseren van kleinere zorgvoorzieningen voor ouderen, die decentraal in de gemeente gerealiseerd kunnen worden. De planontwikkeling in HHW-Zuid kan hierbij als voorbeeld dienen. In dit gebied zal een multifunctioneel wijkcentrum gerealiseerd worden in combinatie met gezondheidszorgfuncties. Op deze wijze wordt er invulling gegeven aan het knooppunt concept. Aanvullend hierop zullen wijkcentra nieuwe stijl ontwikkeld worden op een drietal plekken binnen de gemeente als wijkknooppunten binnen de Schilderswijk, Schrijverswijk en Molen- Rivierenwijk. Separate besluitvorming hierover zal nog plaatsvinden.

 

 

3c. Plan Wonen Heerhugowaard 1999-2003

 

In deze nota wordt het volgende aangegeven:

 

Op basis van gegevens uit 1998 wordt aangegeven dat er in Heerhugowaard sprake is van

730 specifieke ouderenwoningen (bejaardenwoningen, appartementen voor ouderen en

aanleunwoningen) en 287 intramurale bedden: 128 totaal in de twee verzorgingshuizen en 159 in het verpleeghuis.

Daarnaast zijn er nog 750 appartementen die voor ouderen geschikt zijn.

Gezien het aantal huishoudens van 55 jaar en ouder wordt er een ruwe schatting gemaakt in

1998 van een tekort van bijna 2500 woningen geschikt voor ouderen.

In het verleden is de woningvraag van ouderen vaak beantwoord met de bouw van specifieke ouderenwoningen c.q. complexen.

 

Mede op grond van vermaatschappelijking, veranderde inzichten binnen de zorgverlening en

technische mogelijkheden wordt er niet meer zozeer gedacht in behoefte aan zorgwoningen voor ouderen maar in behoefte aan levensloopbestendige woningen, die in principe door elk

willekeurig huishouden betrokken kan worden.

 

Bij het optreden van een bepaalde mate van invaliditeit kunnen kleine aanpassingen in de woning voldoende zijn om tegemoet te komen aan de veranderende woonwens en eventueel aan de eisen van zorgverlening. Het beleid van de gemeente Heerhugowaard is dat niet meer in specifieke ouderenhuisvesting wordt gedacht, maar in levensloopbestendigheid voor de gehele bestaande en toekomstige woningvoorraad. Daarbij wordt het seniorenlabel, of de herziening daarvan, als uitgangspunt genomen.

Naast de categorie van het onoverkomelijke bed in het verzorgings- of verpleeghuis zijn er twee categorieën levensloopbestendige woningen nl. met zorg en zonder zorg. Huisvesting van ouderen op deze manier sluit ook aan bij het beleidsdoel van de provincie om de zelfstandigheid van de ouderen te vergroten. Ouderen moeten in toenemende mate zelf kunnen beslissen in welke mate zorg en/of dienstverlening gewenst is.

 

 

Met betrekking tot woningen voor gehandicapten wordt aanvullend op het bovenstaande met

name het beleidsstandpunt ingenomen dat de gemeente Heerhugowaard de aanpasbaarheid en bezoekbaarheid van deze woningen in de nieuwbouw wenst te bevorderen.

 

 

3d. Structuurplan De Draai (concept 2 - 2001)

 

In dit structuurplan over de toekomstige inrichting van het woongebied de Draai wordt de huidige voorziening Reigersdaal met verschillende en bijzondere woonvormen meegenomen. De voorziening Reigersdaal, in 1976 gestart als "zwakzinnigeninrichting", maakt duidelijk wat er in de afgelopen 25 jaar is veranderd in de zorg- en dienstverlening voor deze categorie burgers. In 1976 stond de handicap op de voorgrond en dat maakte een volledig aangepaste leefwereld noodzakelijk, aan de rand van de gewone samenleving.

In 2001 hebben we het over mensen met een verstandelijke en/of meervoudige handicap, waarbij de persoon meer is dan zijn handicap. Net als mensen zonder een handicap hebben zij behoefte aan het leven met anderen en in relatie met anderen. Daarom zal er in de toekomst geen plaats meer zijn voor geïsoleerde instituten, maar zal men gebruik maken van reguliere woningbouw, die zal worden aangepast waar dat nodig is, afhankelijk van de aard van de handicap.

 

Het is een maatschappelijk gegeven dat het proces van deconcentratie c.q. de decentralisatie van bewoners van Reigersdaal wordt meegenomen in de planning van toekomstige woningbouw en vormgeving van zorg- en dienstverlening.

Tot zover de teksten uit de diverse gemeentelijke nota's.

 

Conclusie:

Vanuit genoemde nota's kan gesteld worden dat de visie op Wonen, Zorg en Welzijn in ruime mate gedragen wordt door de kernbegrippen:

• vermaatschappelijking,

• vraagsturing,

• samenhang en samenwerking.

Qua visie is er een duidelijke keuze gemaakt voor kleinere decentrale zorgvoorzieningen.

Benadrukt wordt de behoefte aan levensloopbestendige woningen en bevordering van de

bezoekbaarheid van deze woningen voor gehandicapten.

Vanwege het proces van deconcentratie en extramuralisering is de noodzaak voor het bouwen van dit soort woningen alleen maar toegenomen.

 

 

4. Beleidsvisie Zorgkantoor Noord-Holland Noord

 

Met betrekking tot zorgverlening aan ouderen, gehandicapten en chronisch zieken speelt het

zorgkantoor een steeds belangrijker wordende rol, mede in het kader van de modernisering van de AWBZ. In haar beleidsvisie 2001-2003 wordt de beleidsmatige regisseursrol van het Zorgkantoor op regionaal niveau zeer zichtbaar vanuit haar opgedragen verantwoordelijkheid om de juiste zorg te kunnen aanbieden aan haar AWBZ- verzekerden (zorgplicht). Naast haar bestaande taken van het contracteren van zorg, het maken van budgetafspraken en het uitvoeren van subsidieregelingen geven de nieuwe taken heel nadrukkelijk haar spilfunctie aan binnen het veld van gezondheidszorg:

  • het realiseren van een meerjarenplanning volumemiddelen en, jaarlijks, van bestedingsvoorstellen

  • het jaarlijks actualiseren van bouwinitiatieven,

  • het uitvoeren van wachtlijstregistratie en wachtlijstbeheer,

  • het realiseren van zorgtoewijzing na indicatiestelling,

  • het realiseren van zorgaanspraken van AWBZ verzekerden.

 

In haar beleidsvisie geeft het Zorgkantoor NHN heel duidelijk aan dat zij zich goed kan vinden in deze principiële omslag in het denken van o.a. vraaggestuurde zorg en vermaatschappelijking van de zorg. Het zorgkantoor wil een belangrijke en actieve rol spelen in het proces van modernisering van de AWBZ.

 

De volgende uitspraken in haar beleidsvisie benadrukken dit aspect:

 

  • Doorvoering van het systeem van vraaggerichte zorg houdt in dat de cliënt meer dan tot nu toe de zorg zal wensen te ontvangen in een "omgeving naar keuze" veelal de eigen woonomgeving, op een "tijdstip naar keuze" en door een "zorgverlener naar keuze". Ten einde "wonen naar keuze" mogelijk te maken, is het noodzakelijk de scheiding van wonen en org binnen de AWBZ door te voeren.

  • M.b.t. de voortgaande schaalvergroting van zorginstellingen en de wenselijkheid van keuzemogelijkheden in het zorgaanbod zegt het Zorgkantoor dat in situaties waarbij in een subregio nog slechts sprake is van een gefuseerde zorgaanbieder, de eis gesteld moet worden dat voldoende diversiteit en keuzemogelijkheden wordt geboden. Ook mogen in dergelijke situaties, wegens ontbreken van medespelers, op het terrein van zorgvernieuwing eisen gesteld worden aan de gefuseerde zorgaanbieder.

  • In het kader van zijn zorginkoopbeleid zal het Zorgkantoor periodiek de mening en ervaringen van de patiënten/consumenten over het gecontracteerde aanbod gaat meten.

 

Binnen de sector verzorging en verpleging geeft het beleidsplan het volgende aan:

  • richtinggevend in het ouderenbeleid is de wens van de oudere zo lang mogelijk thuis te wonen;

  • de plaats waar de zorg geleverd wordt zal steeds dichter bij de cliënt komen te liggen, zoals dagbehandeling in de wijk, verpleeghuiszorg thuis en geïntegreerde woonzorgcentra;

  • zonder voldoende en geschikte woningen zijn ouderen nog steeds genoodzaakt te verhuizen: gemeenten en woningbouwcoöperaties zijn hierbij de verantwoordelijke actoren. Het zorgkantoor is wel betrokken bij het mede beoordelen van initiatieven in het kader van de nieuwe woonzorg stimuleringsregeling.

  • Een belangrijk speerpunt van het Zorgkantoor is het product verzorgingshuiszorg extramuraal zodat meer mensen verzorgingshuiszorg thuis kunnen ontvangen.

  • Met de modernisering van de AWBZ is het mogelijk geworden dat zorgaanbieders een breed assortiment aan zorgvormen kunnen gaan leveren. Het Zorgkantoor zal die zorgaanbieder extra contracteren die een toegevoegde waarde voor de AWBZ verzekerden leveren. Deze toegevoegde waarde kan zich vertalen in extra zorgaanbod, zorgvernieuwings mogelijkheden en/of gunstige prijs/kwaliteit verhouding.

 

Conclusie:

Het Zorgkantoor vervult een belangrijke spilfunctie binnen de AWBZ en vervult een actieve rol in het realiseren van vraaggestuurde zorg. Het Zorgkantoor stimuleert en ondersteunt initiatieven m.b.t. extramurale zorgprojecten. Een goed samenspel tussen gemeente en Zorgkantoor is een belangrijke voorwaarde om een sluitend zorgcircuit voor de verzekerden en inwoners van Heerhugowaard te kunnen blijven garanderen.

 

 

5. Plan Heerhugowaard-Zuid: het clusterproject

 

In 2000 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een integrale visie wonen, zorg en welzijn ten behoeve van een concretere invulling van een breed voorzieningenniveau in de nieuw te bouwen wijk Heerhugowaard-Zuid (2005).

Er is door de gemeente een grootschalige inventarisatie over toekomstvisie m.b.t. wonen, zorg en welzijn en over concrete wensen m.b.t. mogelijke deelname in het nieuw te bouwen zorgcluster project in HHW-Zuid uitgevoerd door middel van enquête en overleg met alle instellingen betrokken bij zorg, wonen en welzijn.

 

De inventarisatie heeft een aantal beelden m.b.t. visie opgeleverd:

 

  • De instellingen zijn er zich van bewust dat de klant centraal moet staan, niet alleen met zijn vraag maar ook met zeggenschap over zijn eigen behandeling en leefomgeving.

  • De instellingen willen samenwerken en zeggen bereid te zijn daarvoor over hun eigen schotten te gaan. Echter in de praktijk ontbreekt veelal het initiatief hiertoe bij de individuele instellingen.

  • De meeste instellingen (behoudens enkele grote) zijn nauwelijks in staat om zelfstandig projecten te ontwikkelen en te realiseren. Het probleem zit in het feit dat samenwerking gezocht en gecoördineerd moet worden met andere partijen. Daarnaast spelen financiële en/of capaciteitsproblemen een belangrijke rol. In dit kader wordt de rol van de gemeente veelal geduid als subsidiegever, ontwikkelaar, adviseur en partner.

  • De meeste instellingen verdiepen zich niet of nauwelijks in de plaatselijke ruimtelijke ontwikkelingen.

  • Instellingen zijn voor wat betreft hun inzet naar de woningbouwcorporatie te afwachtend.

  • De wil om te participeren in zorgprojecten is bij de corporatie groot.

 

De inventarisatie m.b.t. ruimtewensen en deelname aan het nieuw te bouwen zorgcluster heeft het volgende opgeleverd:

 

  • Medegebruik van ruimten wordt door de instellingen als een interessante mogelijkheid gezien.

  • Veel instellingen zijn niet in staat een concrete formulering aan te reiken voor het opstellen van een programma van eisen met de bijbehorende financiering m.b.t. hun mogelijke deelname aan het project.

  • Wel zijn minder vastomlijnde voorzieningen aangegeven, met name het belang van woningen voor ouderen en gehandicapten met en zonder zorg, en ruimtes ten behoeve van dagopvang voor ouderen, gehandicapten en anderen. Ook een restaurantfunctie wordt belangrijk geacht.

 

Op grond van deze inventarisaties is er een totaal plan opgesteld, waarin een aantal vastomlijnde functies zijn opgenomen en waarvan de programma's van eisen zijn vastgesteld: het gaat hierbij om de school, kinderdagverblijf, wijkgebouw en supermarkt.

Daarnaast zijn in het plan opgenomen de minder vastomlijnde functies, voortkomend uit de inventarisatie, nog zonder nadere invulling van programma van eisen: n.l. woningen met zorg ("woonzorgcentrum"), gezondheidscentrum nieuwe stijl, dagactiviteitencentrum t.b.v.

dagbesteding zelfstandig wonende gehandicapten/cliënten, een aula als  gemeenschappelijke ruimte voor diverse voorzieningen (o.a. school) en doelgroepen, een restaurantfunctie. Met name het onderdeel wonen met zorg vraagt nog veel overleg t.b.v. het programma van eisen en de noodzakelijke financiering.

 

Gezien de volgende feiten:

  • De huidige uitbreiding, middels nieuwbouw van De Raatstede, van intramurale verzorgingshuisbedden met bijna 19% (van 128 naar 152 bedden),

  • Het landelijke beleid tot vermindering van verzorgingshuisplaatsen ten gunste van verpleeghuisplaatsen, waarbij tevens lokaal het gemis aan somatische verpleeghuiscapaciteit en te weinig revalidatiecapaciteit een belangrijke gegeven is,

  • De reeds vastgestelde beleidsuitgangspunten van de gemeente en van het Zorgkantoor, waarin vraagsturing, vermaatschappelijking en samenhang in zorg, welzijn en wonen centrale kernbegrippen zijn,

  • De reeds eerdergenoemde voorkeur vanuit de gemeente in het Masterplan Voorzieningen om kleinere zorgvoorzieningen voor ouderen (wat verbreed kan worden tot kwetsbare/hulpbehoevende groepen) decentraal binnen de gemeente te realiseren,

  • Het draagvlak bij maatschappelijke partners voor samenwerking gericht op innovatie op het beleidsterrein van wonen, zorg en welzijn,  

is het te rechtvaardigen dat de huisvesting van toekomstige (zorgbehoevende) ouderen en gehandicapten gezocht moet worden in vormen van zelfstandig wonen in woonzorgcentra en/of levensloopbestendige woningen met zorgarrangementen met dienstverlening en voorzieningen in de nabijheid.

 

Om deze zorg en dienstverlening in samenhang binnen de terreinen van wonen, zorg en welzijn te kunnen aanbieden, zullen er, zoals aangegeven in het Masterplan, knooppunten ontwikkeld dienen te worden.

 

Deze knooppunten kunnen bestaan uit de volgende onderdelen:

 

  • Activiteitencentrum: recreatieve, culturele en hobby-activiteiten, dagopvang, beweging, eventueel uit te breiden met een restaurant/café, klussendienst, cateringsbedrijf;

  • Coördinatiepunt: van hieruit wordt de coördinatie geregeld van de brengfunctie naar de wijkbewoners (aanbod zorg en dienstverlening), wijkagent, woningstichting en wijkbeheer;

  • Zorgpunt: eerstelijns gezondheidszorg, fysiotherapie, ziekenboeg (t.b.v. kortdurende opname van thuiswonende ouderen / andere wijkbewoners), verstrekken van 24-uurs zorg aan wijkbewoners.

 

Waar mogelijk worden deze functies gecombineerd met educatieve functies en commerciële functies. Hiermee wordt segregatie tussen delen van de samenleving voorkomen.

 

In dit verband spreekt het Zorgkantoor in haar beleidsvisie over woonzorgzones. Hierbij zullen zorgaanbieders met andere partners in een afgebakend woongebied de complete zorg geïntegreerd aanbieden. Aangegeven wordt dat het Zorgkantoor deze ontwikkeling mede zal faciliteren.

 

 

6. Conclusies en actie-punten

 

Ten behoeve van de gemeentelijke visie: Wonen, Zorg en Welzijn zijn de volgende conclusies, voortkomend uit deze notitie van belang:

 

  • er is sprake van een flinke stijging van het aantal ouderen, wat van invloed is op het voorzieningenniveau van wonen, zorg en welzijn;

  • het voortgaande proces van extramuralisering zorgt voor een extra toename van het  aantal zelfstandig wonende ouderen en gehandicapten. Dit gegeven zal een extra druk geven op het voorzieningenniveau, met name het aspect wonen;

  • Vanuit het aspect vraagsturing wordt het belang al groter om de voorzieningen wonen, zorg en welzijn in samenhang te realiseren;

  • Van belang hierbij is het kennen van de wensen en behoeften van ouderen en gehandicapten.

  • Een belangrijke voorwaarde voor samenhang is het bouwen en aanbieden van levensloopbestendige woningen en van kleinschalige woonzorgcentra.

  • Gezien de nieuwe positie van het zorgkantoor binnen het AWBZ zorgsysteem is het belangrijk een nauwe samenwerking te realiseren tussen gemeente en zorgkantoor.

 

Als vervolg op deze notitie zijn de volgende actie-punten van belang:

  • lokaal onderzoek blijven doen en samenwerking intensiveren met de belangenorganisaties van met name ouderen en gehandicapten;

  • samenwerking intensiveren met het zorgkantoor en met de woningbouwcorporatie gericht op het realiseren van samenhang tussen wonen, zorg en welzijn.

  • het opnemen van lëverïslóopbestendigë "woningen "in'böüwplännen.

  • Als gemeente in samenwerking met hef zorgkäntoof een krachtige regie rol vervullen naar de zorgaanbieders om vanuit deze vastgestelde visie met de zorgaanbieders een samenhangend voorzieningenpakket te kunnen aanbieden aan de inwoners van Heerhugowaard.

 

Mede op grond van eerdergenoemde trends en actie punten verandert ook de rol van de gemeente binnen het samenspel van wonen, zorg en welzijn. Op dit beleidsterrein wordt de gemeentelijke verantwoordelijkheid in toenemende mate zichtbaar en ingevuld in de rol van

partner, adviseur en regisseur naar alle betrokken partijen.

 

 

Hoe nu verder ?

 

Met de vaststelling door de gemeenteraad wordt deze notitie "Gemeentelijke Visie: Wonen, Zorg en Welzijn" een richtinggevend document, wat het vertrekpunt is voor het nader invullen van het toekomstig samenhangend voorzieningenniveau.

De volgende stap zal zijn het opstellen van een uitvoeringsprogramma, waarin concrete, samenhangende beleidsdoelen worden geformuleerd.

Dit uitvoeringsprogramma zal als concreet toetsingskader worden voorgelegd ter besluitvorming.

 

De hieruit voortkomende projecten zullen worden ingebracht bij de behandeling van de jaarlijkse Perspectief Nota.