Verordening categoriale bijzondere bijstand maatschappelijke participatie kinderen

Artikel 2

• 1. Het college verstrekt onder hierna te bepalen voorwaarden een tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie van kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen.

• 2. De toekenning van de tegemoetkoming geldt ten hoogste voor één kalenderjaar.

Artikel 3

• 1. Voor een tegemoetkoming komen in aanmerking inwoners van Heerlen, ouder dan 18 jaar met een (of meer) ten laste komend(e) kind(eren) dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt en die over niet meer dan bescheiden vermogen beschikken als bedoeld in artikel 34 WWB.

• 2. De draagkracht uit inkomen wordt gesteld op 110% van de op de alleenstaande ouder of het gezin van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief toeslag respectievelijk verlaging.

• 3. Tot het inkomen wordt niet gerekend:

  • a.

    kinderbijslag;

  • b.

    huurtoeslag en zorgtoeslag;

  • c.

    inkomsten uit (categoriale) bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag;

  • d.

    premies o.g.v. artikel 31 lid 2 sub j WWB;

  • e.

    inkomstenvrijlating o.g.v. artikel 31 lid 2 sub o WWB;

  • f.

    inkomen uit onderhuur of het houden van kostgangers;

  • g.

    inkomen uit fiscale heffingskortingen;

  • h.

    een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang;

  • i.

    ouderdomspensioen tot de maximale hoogte van de pensioenvrijlating o.g.v. artikel 33 lid 5 WWB.

Artikel 4

• 1. Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend op een daarvoor door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• 2. Aanvragen die vanaf 1 maart na het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft worden ontvangen, worden afgewezen.

Artikel 5

• 1. De vergoeding bedraagt € 70,- per persoon.

• 2. De gezinssamenstelling op het moment van het indienen van de aanvraag is bepalend.

• 3. Voor de beoordeling van het vermogen is het moment van het indienen van de aanvraag bepalend.

• 4. Voor de vaststelling van de hoogte van het inkomen is het netto maandinkomen in de maand voorafgaand aan de aanvraag bepalend.

• 5. Binnen het gezin kan de tegemoetkoming aan de verschillende gezinsleden naar eigen inzicht worden besteed.

Artikel 6

• 1. Uitgesloten van het recht op categoriale bijzondere bijstand is degene die:

  • a.

    niet als rechthebbende in de zin van artikel 11 WWB kan worden aangemerkt;

  • b.

    op grond artikel 13 lid 1 WWB is uitgesloten.