Regeling vervallen per 04-01-2017

Beheersverordening begraafplaatsen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 03-01-2017

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen 2014

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De gemeentelijke begraafplaatsen:

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Akerstraat, Akerstraat te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Heerlerheide, Kampstraat te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Imstenrade, Imstenraderweg te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Randweg, Randweg te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Sint Jan, Sint Janstraat te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Mariarade, Op de Weijenberg, te Heerlen;

    • ·

      Gemeentelijke begraafplaats: Nieuw lotbroek, Heerlerweg te Heerlen.

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin de stoffelijke resten van een of meerdere personen worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een afgesloten bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten of begraven en bijgezet of begraven houden van stoffelijke resten;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke resten van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke resten;

  • i.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as van een overledene wordt verstrooid;

  • l.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • m.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • n.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf een particulier urnengraf of urnennis dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • o.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    keuze graf: een particulier graf gelegen op een uitgekozen plek op de begraafplaats. Het betreft bestaande graven waarvan de grafrechten zijn verlopen. Nabestaande of rechthebbende kunnen de locatie van het graf kiezen. Ook zijn deze graven te reserveren;

  • q.

    galerijgraf: bovengronds graf in de vorm van een galerij;

  • r.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen;

  • s.

    werkdag: maandag tot en met vrijdag uitgezonderd de feestdagen;

  • t.

    aanvrager: degene die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger- opdracht geeft voor een begrafenis, of die de uitgifte van een graf aanvraagt.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, keuze graf en galerijgraf;

Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3. Openstelling begraafplaats(en)

  • 1.

    De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door of namens het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend;

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten;

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of voor de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven;

  • 2.

    Het wegnemen en opnieuw plaatsen van grafbedekking op eigen graven in verband met een bijzetting in een bestaand graf geschiedt op aanwijzing en op kosten van de rechthebbende en onder toezicht van de beheerder;

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen, met dien verstande dat bij een begrafenis alleen de lijkauto wordt toegelaten;

    • c.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a en b van het derde lid;

  • 5.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder;

  • 6.

    De beheerder kan degenen die zich niet aan de in het vijfde lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld;

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van stoffelijke resten en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Begraving geschiedt niet eerder dan 36 uur na overlijden en uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden;

  • 2.

    Degene die wil doen begraven stelt daarvan uiterlijk een volledige werkdag voorafgaand aan de dag waarop de begraving, bijzetting zal plaatsvinden, het college schriftelijk in kennis. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo spoedig mogelijk worden gedaan;

  • 3.

    Degene die as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, dient dit verzoek tenminste zes werkdagen voor de datum van de verstrooiing in bij het college. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld;

  • 4.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen;

  • 5.

    Grafkelders worden door derden geopend, op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 7a. Eisen aan lijkkist of ander omhulsel

  • 1. Om te verhinderen dat het ontbindingsproces belemmerd of gestagneerd wordt, mag een stoffelijk overschot uitsluitend worden begraven in een kist of omhulsel (eventueel met gebruikmaking van een lijkhoes) die voldoen aan door het college te stellen nadere eisen.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overlegd aan de beheerder;

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet;

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn (10 jaar). De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende;

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren;

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overlegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as geschiedt op werkdagen en op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur;

  • 2.

    Indien de begrafenisstoet zich later meldt dan 15.00 uur zal de inzet van de beheerder en de medewerker die het graf sluit voor de duur van de overschrijding afgerond per kwartier worden doorberekend.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Afhankelijk van de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven;

    • c.

      particuliere urnennissen;

    • d.

      keuze graven;

    • e.

      galerijgraven;

    • f.

      algemene graven;

    • g.

      toestemming voor de verstrooiing van as.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke resten en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11. Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door of namens het college te bepalen aantal stoffelijke resten worden begraven.

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven;

  • 2.

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is. Dit doet zich onder andere voor bij de keuze graven.

Artikel 13. Categorieën van graven

  • 1. Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën.

  • 2. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14. Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven;

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend;

  • 3.

    Het college benadert de rechthebbende wiens adres bij hen bekend is drie maanden voor het verstrijken van de lopende termijn per brief met het verzoek kenbaar te maken of het grafrecht voor een periode zoals opgenomen in lid twee van dit artikel dient te worden verlengd. Indien de rechthebbende niet heeft gereageerd ontvangt deze twee maanden voor het verstrijken van de lopende termijn een herinneringsbrief en een maand voor het verlopen van de termijn wordt aan de rechthebbende in een aangetekende brief kenbaar gemaakt dat na het verstrijken van de lopende termijn de grafbedekking wordt verwijderd indien de lopende termijn niet wordt verlengd. Gelijktijdig met het versturen van de aangetekende brief wordt op het graf middels een plaatje bekend gemaakt dat indien niet binnen twee maanden na de datum waarop de grafrechten verlopen, om verlenging van het recht is verzocht, de grafbedekking kan worden verwijderd.

  • 4.

    Bestaande graven met een uitsluitend recht, die voorheen zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, komen alleen te vervallen wanneer de begraafplaats gesloten wordt verklaard;

  • 5.

    Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door of namens het college schriftelijk bevestigd door middel van een besluit.

  • 6.

    De aan het in lid 5 van dit artikel genoemde besluit verbonden kosten zijn opgenomen in de: ‘Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen’.

Artikel 15. Termijn algemene graven

  • 1.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt door of namens het college schriftelijk bevestigd door middel van een besluit. De aan het besluit verbonden kosten zijn opgenomen in de: ‘Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen’.

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door of namens het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met de resten in het graf worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Binnen 4 weken na begraving kan de naam van de rechthebbende kosteloos worden gewijzigd.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 5.

    Indien er geen rechthebbende meer is wordt aan nabestaanden middels een brief en eventueel op een plaatje, dat gedurende maximaal 1 jaar op het graf wordt geplaatst kenbaar gemaakt dat men de grafrechten kan overschrijven. Indien nabestaanden bereid zijn proforma de grafrechten over te nemen en gelijktijdig afstand te doen zal de overschrijving en het beëindigen van de rechten kosteloos gebeuren. Als nabestaanden de grafrechten niet wensen over te nemen of als men niet reageert op de oproep is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 6.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college besluiten het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. Bij het ondertekenen van de afstandsverklaring wordt door de gemeente een kopie verstrekt aan degene die de afstandverklaring ondertekent.

Artikel 19. Vervallen van grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het uitsluitend recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het uitsluitend recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven;

    • d.

      bij het einde van een reservering;

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het uitsluitend recht niet binnen de in artikel 17, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b enc en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    In de afstandsverklaring wordt de mogelijkheid opgenomen of de rechthebbende wil beschikken over het gedenkteken en de beplanting. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand nadat afstand is gedaan van de grafrechten door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting kunnen daarna namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 20. Reserveren van graven

  • 1.

    Het is mogelijk graven te reserveren voor een termijn van 10 jaar. Indien na het verlopen van de termijn verlenging gewenst is dient de reservering opnieuw te worden aangevraagd.

  • 2.

    Wanneer een stoffelijk overschot, as of urn voor het einde van de termijn van de reservering wordt begraven of bijgezet in een gereserveerd graf wordt het restant van de betaalde grafrechten verrekend met de nieuw te vestigen grafrechten.

Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen

Artikel 21. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college;

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan;

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen;

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • 1.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • 2.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • 3.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • 4.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker;

  • 6.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker;

  • 7.

    Op algemene graven kan slechts een grafbedekking worden aangebracht indien het graf volledig gebruikt is;

  • 8.

    Het is niet toegestaan losse voorwerpen op, bij of achter een graf te plaatsen;

  • 9.

    Het college is bevoegd een grafbedekking voor haar rekening en risico tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer van de begraafplaats noodzakelijk is;

  • 10.

    Het plaatsen van asbussen op een graf is niet toegestaan, asbussen worden niet gekenmerkt als gedenkteken.

Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker;

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen;

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is;

  • 4.

    De verwijdering vindt niet eerder plaats dan dat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring (schriftelijk of middels een plaatje op het graf)op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Indien door een ondeugdelijke geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, tombe of grafkelder, kan het college direct maatregelen treffen;

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen 2 maanden indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf namens het college worden verwijderd;

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college voorafgaand aan het verstrijken van de termijn van de grafrechten per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking bekend bekend door middel van een bij het graf te plaatsen tekstbordje ;

  • 3.

    Het voornemen zoals bedoeld in lid twee wordt tegelijkertijd bekend gemaakt met de mededeling zoals bedoeld in artikel 14 lid 3;

  • 4.

    Indien niet binnen twee maanden na de datum waarop de grafrechten zijn verlopen, om verlenging van het recht is verzocht, kan de grafbedekking worden verwijderd , vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd;

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden begraven in een verzamelgraf en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en);

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders;

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien;

  • 5.

    Bij het ruimen van een asbus uit een particulier graf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, keuze graf, galerijgraf en algemeen urnengraf zal de as worden verstrooid indien de rechthebbende of gebruiker niet tijdig een andere bestemming heeft aangegeven.

Hoofdstuk 7. Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 26. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 10, tweede lid, 13 en 19, derde lid, van deze verordening.

Hoofdstuk 8. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 27. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft;

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven;

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9. Inrichting register

Artikel 28. Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van begraven stoffelijke overschotten en bijzetting van asbussen;

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de afdeling Publiekszaken.

Hoofdstuk 10. Slotbepalingen

Artikel 29. Rechten en plichten

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

Artikel 30. Intrekking oude regeling

De verordening ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen 2011’ (huidige verordening begraafplaatsen), vastgesteld op 01 februari 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 31. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 32. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikel 3 derde lid en artikel 7 tweede lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 33. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 34. Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 35. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerlen 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 6/7 november 2013.

De griffier,
De voorzitter,

Colofon

Projectgegevens

Project Beleid begraafplaatsen gemeente Heerlen

Projectnummer 30.067

Revisie 01

Datum november 2010

Opdrachtgever

Gemeente Heerlen

Postbus 1

6400 AA Heerlen

ProCensus

Eekelhof 58

Postbus 240

5480 AE Schijndel

Ing. J.A. M. van der Heijden