Regeling vervallen per 09-02-2017

Bomenverordening gemeente Heerlen 2014

Geldend van 21-03-2014 t/m 08-02-2017

Intitulé

Bomenverordening gemeente Heerlen 2014

verordening

Bomenverordening gemeente Heerlen 2014

ARTIKEL 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

boom:

een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van meer dan 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

b.

houtopstand:

meerdere bomen en/of andere houtachtige gewassen, onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een begroeiing van heesters en struiken, bosplantsoen, een struweel of een heg.

c.

monumentale boom

of houtopstand

bijzondere beschermwaardige boom of houtopstand met een bijzondere monumentale- schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere betekenis of functie voor de omgeving.

d.

vellen:

rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

e.

boomwaarde:

de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

f.

bomen effect analyse:

een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom of houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

g.

college

college van burgemeester en wethouders.

h.

bebouwde kom:

de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1 vijfde lid van de Boswet.

i.

knotten/kandelaberen:

het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij

knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek onderhoud.

j.

privaat eigendom:

particuliere tuinen met grondgebonden woning(en).

k.

hoofdgebouw:

een gebouw dat als belangrijkste bouwwerk op een perceel kan worden aangemerkt en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

l.

publieke boom boom of houtopstand:

boom of houtopstand in eigendom bij de gemeente

m.

vormboom:

een boom die door snoei in een vorm gehouden wordt.

ARTIKEL 2

KAPVERBOD

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een boom of houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      coniferen en sparren;

    • b.

      bomen op privaat eigendom met een oppervlakte van minder dan 250 m2 (inclusief bebouwing). Bij percelen van woningstichtingen e.d. is de oppervlakte van het individuele perceel waarop de woning staat maatgevend en niet de oppervlakte van het totale kadastrale perceel;

    • c.

      bomen die op minder dan 2 meter afstand van een hoofdgebouw staan;

    • d.

      dode of afstervende publieke bomen;

    • e.

      publieke bomen en houtopstanden welke zich bevinden op een afstand van minder dan 2 meter van de kadastrale grens mits uit het afwegingsmodel blijkt dat het belang van het kappen groter is dan het behoud van de bomen;

    • f.

      het vellen van bomen in een houtopstand ter uitvoering van periodiek onderhoud en ter duurzame instandhouding van de houtopstand;

    • g.

      het knotten of kandelaberen e.d. als noodzakelijke beheermaatregelen bij vormbomen ter uitvoering van periodiek onderhoud;

    • h.

      een boom of houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van deze verordening;

    • i.

      het in dit lid gestelde is niet van toepassing op monumentale bomen of houtopstanden.

ARTIKEL 3

Lijst van Monumentale bomen en houtopstanden

  • 1.

    Het college stelt elke 4 jaar een lijst met monumentale bomen en houtopstanden vast. Deze lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting, aangevuld met lokale en toekomstige monumentale bomen en houtopstanden. .

  • 2.

    De lijst bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen bomen en houtopstanden:

    • -

      redengevende beschrijving;

    • -

      soort boom of houtopstand;

    • -

      standplaats;

    • -

      kadastrale gegevens;

    • -

      eigendomsgegevens;

    • -

      foto's.

  • 3.

    De eigenaar van een boom of houtopstand die vermeld staat op de lijst is verplicht het college onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:

    • a.

      eigendomsoverdracht van de boom of de houtopstand;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de boom of de houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

    • c.

      de dreiging dat de boom of houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

ARTIKEL 4

Aanvraag vergunning

  • 1.

    De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom of houtopstand te beschikken.

  • 2.

    Wanneer namens de Minister van Economische Zaken aan het college een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het college dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag.

ARTIKEL 5

Criteria

  • 1.

    Het college kan de vergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvraag en bij het voornemen tot kappen van publieke bomen of houtopstanden zal de objectieve beoordeling van het "Afwegingsmodel omgevingsvergunning voor het kappen van bomen” worden toegepast

  • 3.

    Een vergunning wordt geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de boom of de houtopstand.

  • 4.

    Een vergunning voor het vellen van een monumentale boom of houtopstand wordt slechts bij uitzondering verleend, indien:

    • a.

      een zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de monumentale boom of houtopstand;

    • b.

      alternatieven voor het behoud van de boom of houtopstand uitputtend

      zijn onderzocht;

    • c.

      naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

ARTIKEL 6

Publicatie

Van het besluit tot verlening of weigering van een vergunning wordt onverwijld kennis gegeven in een huis-aan-huisblad onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden.

ARTIKEL 7

Vervaltermijn vergunning

  • 1.

    De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt.

  • 2.

    In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom of houtopstand betreft, is de vergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

ARTIKEL 8

Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1.

    Aan de vergunning kan het standaard voorschrift worden verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan tot de dag nadat de bezwaartermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar is ingediend, wordt de vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar is beslist.

  • 2.

    Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in het tweede lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan aan de vergunning het voorschrift worden verbonden dat een bijdrage dient te worden gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

Bij het bepalen van de bijdrage zal de boomwaarde als uitgangspunt worden gehanteerd.

  • 5.

    Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 6.

    Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het op eigen kosten opstellen en overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

  • 7.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

ARTIKEL 9

Herplant /herplantfonds en instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien een boom of houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de boom of houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    Indien de gekapte boom of houtopstand niet op particulier eigendom stond en er voldoende termen aanwezig zijn om overeenkomstig het bepaalde in lid 1 een herplantvoorschrift te verbinden aan de vergunning, doch uitvoering hiervan in ruimtelijke zin ter plaatse niet mogelijk is naar maatstaven van redelijkheid en onvoldoende compensatie biedt voor het vellen van een houtopstand, kan het college aan de zakelijk gerechtigde de verplichting opleggen dat een bijdrage dient te worden gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

Bij het bepalen van de bijdrage zal de boomwaarde als uitgangspunt worden gehanteerd.

  • 3.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien een boom of houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

    • b.

      een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden aan het college.

  • 5.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

ARTIKEL 10

Schadevergoeding

Het college beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.

ARTIKEL 11

Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

ARTIKEL 12

Bestrijding van boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de boom of bomen van de zelfde soort in de betreffende houtopstand te vellen.

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom of houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3.

    Het college kan vrijstelling verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

ARTIKEL 13

Bescherming publieke BOMEN/HOUTOPSTANDEN

  • 1.

    Het is verboden om bomen of houtopstanden, die publiek eigendom zijn:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2.

    Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke boom of houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het college.

ARTIKEL 14

Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift/verplichting als bedoeld in artikel 3, derde lid; artikel 8, eerste, tweede en vierde lid; artikel 9, eerste, tweede, vierde en vijfde; artikel 13, eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

ARTIKEL 15

Opsporing

Met de opsporing van de in de verordening strafbaar gestelde feiten, zijn behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

ARTIKEL 16

Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Bomenverordening Heerlen 2014”

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag volgende op de dag na de bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de “Bomenverordening 2010”.

  • 3.

    De vergunningsaanvragen die zijn ingediend voor de in lid 2 van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 11 maart 2014.

griffier, burgemeester,